Albert M.T. Meyer

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Albert Meijer)

Prof. dr. ir. Albertus (Albert) Marthinus Trichard Meyer (Bethal, 27 februari 1922 - Ede, 28 mei 2021) was professor in de wijsbegeerte aan de Landbouwhogeschool Wageningen, later Landbouwuniversiteit van Wageningen van 1972 tot 1989.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Meyer gaf, na aanvankelijk voor ingenieur geologie aan de Universiteit van Witwatersrand te hebben gestudeerd, de voorkeur aan een studie in de wijsbegeerte. In 1949 slaagde hij cum laude voor alle examens aan de Universiteit van Pretoria en promoveerde in hetzelfde jaar. Vervolgens was hij in de Merensky-Bibliotheek te Pretoria werkzaam en trad hij op als docent in het bibliotheekwezen. In 1951 werd hij te Pretoria benoemd tot lector in de wijsbegeerte en vanaf 1952 was hij 'senior lecturer’ en hoofd van de afdeling Logica en Metafysica aan genoemde universiteit. In juli 1958 volgde zijn benoeming tot hoogleraar in de wijsbegeerte aan de Universiteit van Zuid-Afrika en vervolgens in 1965 tot hoofd van de Afdeling Wijsbegeerte aldaar. Van 1 september 1970 tot en met 1 september 1971 was hij als gasthoogleraar verbonden aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, met als leeropdracht: Logica en methodologie van de wetenschappen.[1] Van 1 september 1972 werd Meyer de eerste leerstoelhouder van de vakgroep wijsbegeerte aan de Landbouwhogeschool Wageningen. Deze rol van gewoon hoogleraar in de wijsbegeerte hield hij tot september 1989. De wijsgerige antropologie stond centraal in zijn werk. Veel studenten namen deel aan de filosofische studiegroepen en andere conversaties waarin hij hen begeleidde hun eigen ideeën en standpunten te bevragen en te ontwikkelen.[2]

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Titelbeskrywing en alfabetisering vir die alfabetiese outeurs-en titelkatalogus. P.C Coetzee, J.P. Louw, A.M.T. Meyer – 1949
  • Analise: 'n poging tot die grensbepaling van die logies-analitiese metode as wysgerige metode. Meyer, A. M. T. (Albertus Marthinus Trichard) 1949. 1949. DPhil-proefskrif, Universiteit van Pretoria.
  • Die plek van die wysgerige antropologie in die filosofiese refleksie. I, II. A.M.T. Meyer - Tydskrif vir geesteswetenskappe (Pretoria). Nuwe….
  • Enkele gedagtes oor die eksistensie-filosofie. AMT MEYER - Studiebring, 1953
  • Enkele Kenteoretiese begrippe in die geskiedenis. Meyer, A.M.T.- HTS Teologiese Studies/Theological Studies, 1953
  • Some Remarks on the Unity of English Philosophy. Meyer, A M T. Kant-Studien; Berlin Vol. 46,  (Jan 1, 1954): 268-278.
  • Die sisteem as logiese samehang: Die ontwikkeling van die vorm-begrip in 'n logiese sisteem; Intreerede / Meyer, A. M. T.. - Pretoria: Universiteit van Suid-Afrika, 1959. Mededelings van die Universiteit van Suid Afrika; Reeks A Intreeredes nr 9
  • Waarheid en Ooreenstemmings: Die Problematiese in die Ooreenstemmingsteorie. A. M. T. Meyer. Pretoria: Universiteit van Suid-Afrika, 1960. Mededelings van die Universiteit van Suid Afrika, Pretoria. Reeks C nr 23.
  • Philosophical Arguments. A. M. T. Meyer and R. S. Meyer. Mededelings van die Universiteit van Suid Afrika. Navorsing deur dosente en studente; Communications of the Universiteit van Suid-Afrika, Pretoria 1963 - 27 pagina's
  • On Metaphysics. Marthinus Versfeld en Renier S. Meyer, with a pref. by A.M.T. Meyer Pretoria: Universiteit van Suid-Afrika, 1966. Mededelings van die Universiteit van Suid Afrika, Pretoria. Reeks B. nr 25
  • Bepeinsinge oor die eerste filosofie waarin die bestaan van God en die onsterflikheid van die siel bewys word. Meditationes de prima philosophia, in qua Dei existentia et animae immortalitas demonstratur. René Descartes 1641 Vertaald door D.M. Kriel met wijsgerige kantaantekeninge deur Prof.Dr. A.M.T. Meyer, Pretoria: Academica, 1967.
  • Die fenomenologie. Sy werkwyse en metode. Meyer, A. M. T. (Albertus Marthinus Trichard). Pretoria; Kaapstad: Academica, 1967. 1967.
  • Die Wetenskap as ontwerp. Meyer, A. M. T. (Albertus Marthinus Trichard). Pretoria: Academica, 1969. 1969.
  • Die konstitutiewe rol van taal. A. M. T. Meyer .- p 24-29. Taalfasette Vol 9 1969 Issue 1.
  • Van Socrates tot Sartre; Hink-stap-sprong door de geschiedenis van de wijsbegeerte. A.M.T. Meijer en Chris Boers. 1975 en 1976 Landbouw Hogeschool Wageningen Vakgroep Wijsbegeerte. Uitg Studium Generale 1975 en 1976. Serie S.G.Paper nr 21.
  • De mythe van het nut van de filosofie. Inaugurele Rede.- Meyer, A.M.T. Wageningen. LandbouwHogeschool 1979];[3]
  • Privacy and avowals. A. M. T. Meyer. 1985. P 115-123 In: Tussen empirie en reflectie; verzamelde opstellen voor G.A.Kooy. Editors: C. de Hoog, L.Th. van Leeuwen, Q.J. Munters, C.J. Weeda.
  • Meyer, A. M. T. (1985). Privacy and avowals. In C. de Hoog, L. T. van Leeuwen, Q. J. Munters, & C. J. Weeda (Eds.), Tussen empirie en reflectie; verzamelde opstellen voor G.A. Kooy (pp. 115-123)
  • Wetenschap als object: wetenschapsfilosofie: propaedeuse M30 en doctoraal T13A. A.M.T.Meyer, Wageningen LH 1986.
  • Versatility, Flexibility and Appropriateness. Meyer, A. M. T. - South African journal of philosophy. 1988, Vol 7, Num 1, pp 1-8; ref: 1/4 p. ISSN  0258-0136
  • ‘n Epistemologiese onderskeiding betreffende die filosofiese, matematiese en fisiese ruimtebegrippe en die verhouding van die onderskeie begrippe tot die …..AMT Meyer - 1990 - Universiteit van Pretoria
Overgenomen van "https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Albert_M.T._Meyer&oldid=64326215"