Bestand:Tropenmuseum Royal Tropical Institute Objectnumber 60008996 De onderneming 'Mon Souci' in het Com.jpg

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Tropenmuseum_Royal_Tropical_Institute_Objectnumber_60008996_De_onderneming_'Mon_Souci'_in_het_Com.jpg(700 × 540 pixels, bestandsgrootte: 61 kB, MIME-type: image/jpeg)


Beschrijving

Beschrijving
Nederlands: Foto. Mon Souci aan de Commewijnerivier

Volksnaam Pikien Stolkroe = kleine Stolkert rechteroever in het afvaren volgorde in het afvaren: Campenburg, het Vertrouwen, Mon Souci, Killenstein

chronologie1745 - uitgifte aan Pieter Kock 1769 - 1780 -J: d'Estrada, koffie(inventarisaties no. 696 en 252 uit resp. 1769 en 1780) 1793 - Frederik Cornelis Stolkert, koffie en katoen. (almanak 1793) 1821 - boedel de Reus, 725 akkers, suiker (almanak 1821) 1823 - weduwe Abraham Nunez 1843 - N. J. Robles nom. ux. 1863 - emancipatie 1889 - J. M. Wolffen de erven dr. S. Arrias 1889 - 1957 - nader uit te zoeken. 1957 - 1963 - Carel Gerritsen 2000 - volledig verlaten 1745 - uitgifte aan Pieter Kock In 1745 werd aan Pieter Kocq warrand verleend om"....erfelijk te moogen besitten 500 akkers land met een face van 30 kettingen aan de rivier, gelegen in de rivier van Commewine aan de linkerhand in 't opvaaren, sijn begin neemende aan de beneden scheid lijn van 't land thans uitgegeeven aan Jean Paulus Taunaij ...." Pieter Hendrikz. Kock was de zoon van de in 1744 overleden raadsheer van justitie Hendrik Kock (1686 - 1744, O.O.T. no. 21). Pieter noemde zijn plantage Kocksburgh. In 1765 was de plantage nog in zijn bezit. Het was een langzaam groeiende koffieplantage met 83 slaven. Pieter was in 1751 tevens eigenaar van de nieuwe plantage Kocksdam in de Warraperkreek, en had aandelen in de plantage Kockswoud aan de Perica. In 1769 werd Kocksburgh verkocht aan J. d' Estrade, maar daar stond tegenover de aankoop van de buurplantage Killestein Nova. In 1771 werd Pieter's echtgenote Elisabeth Poelman op Killestein begraven: 1771-november 2Debet Pieter Kock — A kerkegerechtigheid voor bekentmaaken der overleijden van des selfs huijsvrouw Elisabeth Poelman op de pl: Killestein Novaf 9,- / Idem vr: 't begre: van deselve op geme: plante:f 20,-

1769 - 1780 -J: d'Estrada, koffie(inventarisaties no. 696 en 252 uit resp. 1769 en 1780) d'Estrada hernaamde de plantage tot Mon Soucci. Over deze d'Estrada zijn nog geen gegevens bekend. Hij komt slechts één keer voor in de archieven der gereformeerde kerk, bij de begrafenis van zijn geadopteerd dochtertje Louisa de Loriol in 1775. In 1772 bewoonde hij een vrij bescheiden huis aan de Gravenstraat.

1793 - Frederik Cornelis Stolkert, koffie en katoen. (almanak 1793) Frederic Cornelis Stolkert was Raadsheer van politie en crimineele justitie. Hij was — samen met zijn broers — tevens eigenaar van de koffieplantages Curcabo en Hegt & Sterk aan de Commewijne, de Twee gebroeders aan de Motkreek, en Stolkertsvlyt & Buyslust aan de Orleanekreek. Verder voerde hij de administratie van nog eens 11 andere plantages. Stolkert was gehuwd met Maria Susanna Duplessis, maar omstreeks 1783 van haar gescheiden. Het echtpaar had geen kinderen. Stolkert bewoonde in Paramaribo het luxueuze huis waterkant 2, thans eigendom van de Suralco.

1821 - boedel de Reus, 725 akkers, suiker (almanak 1821) Ergens tussen 1793 en 1821 is de plantage omgeschakeld op suiker. Dat kwam wel meer voor, want de koffieprijzen waren laag, en de grond raakte uitgeput. Maar suiker kon nog wel gedijen op zulke grond. De omschakeling was niet goedkoop, en vereiste de aanleg van een vaartrens en een dure suikerfabriek.

1823 - weduwe Abraham Nunez Blijkens een meetcertificaat uit 1823 was de weduwe van Abraham Nunez eigenaresse van de plantage. Vermoedelijk heeft zij de plantage op een veiling gekocht. Teenstra bezocht in 1830 de plantage om gegevens te verzamelen voor zijn boek ; in dat jaar was er een slavenmacht van 180 mensen, en het riet werd geperst met een moderne stoommachine.

1843 - N. J. Robles nom. ux. De suikerplantage was 725 akkers groot, met een slavenmacht van 167 mensen. H. Polatschek was de directeur. De eigenaar Robles was tevens de administrateur.

1863 - emancipatie De eigenaresse, de weduwe M.I. Robles te Paramaribo ontving een "tegemoetkoming" grootf33.300,- voor 169 slaven. Na de emancipatie heeft de plantage op zeer bescheiden schaal contractanten aangeworven. Dat gebeurde in de periode 1890 - 1920, in totaal 49 brits-indische en 54 javaanse arbeiders. De gezagvoerders in die tijd waren: 1890 - 1902 F. C. Curiel 1910 - 1913 P. M. Nahar, beheerder 1920 -C. R. Weytingh, beheerder

1889 - J. M. Wolffen de erven dr. S. Arrias J. M. Wolff administreerde de plantage zelf ; P. M. Nahar was de gezagvoerder. De plantage produceerde cacao en bananen. Er was 87 hectare in cultuur.

1889 - 1957 - nader uit te zoeken. 1957 - 1963 - Carel Gerritsen Carel Gerritsen was directeur van de plantage. Hij herinnert zich : ".... Ik heb 6 jaar op Mon Souci gewerkt, ongeveer vanaf 1957. Ik had toen al 3 jaar landbouw-ervaring opgedaan op Wageningen en Slootwijk. De plantage produceerde koffie en cacao, ik schat dat er zo'n 175 hectare in cultuur was. De eerste 3 jaar was ik opzichter onder directeur Reteig, en na diens dood werkte ik nog eens drie jaar als waarnemend directeur. De administrateur was de BAMS: de Beheers- en Administratie Maatschappij Suriname. Op de plantage hadden we daar een andere naam voor: de Belazer en Afzet Maatschappij. Gonggrijp senior was er de grote administrateur, en zetelde in het grote huis van Geyersvlijt. Gonggrijp junior zat daaronder. Ze toucheerden een fors salaris en deden er niets voor. Van alle plantageopbrengsten en inkopen toucheerden zij 10 %, ongeacht of de plantage winst maakte of verlies leed. Daar ging de plantage aan kapot. De BAMS administreerde nog heel wat andere plantages: Katwijk, Geyersvlijt, Guineesche Vriendschap, Ma Retraite, en misschien nog wel meer. In de beginjaren ging het nog wel, de koffieprijzen waren hoog. Maar toen de prijzen inzakten ging het bergafwaarts. We verkochten zelfs vis uit de sloten om wat bij te verdienen. Er waren voornamelijk javaanse arbeiders en arbeidsters. Vrouwelijk schoon genoeg, ook in de naburige plantages. Maar één dame hield zich ijskoud onder mijn avances. Eerst trouwen, was haar motto. Dat heb ik toen maar gedaan. In mijn 2e jaar op Mon Souci trouwde ik in javaanse stijl met Wagyem Somoredjo ("Sadjie"), en daar heb ik nu anno 2003 nog steeds geen spijt van. Maar het waren ouderwetse tijden. Ik was getrouwd tijdens een verlofperiode van directeur Reteig, en toen hij terugkwam was Leiden in last. Een opzichter die zomaar trouwt ? En met een javaanse nog wel ! Ik zou er spijt van krijgen ! Hij wilde me erom ontslaan, maar kon geen vervanger vinden. Uiteindelijk is de zaak gesust. Spoedig daarop is hij overleden. Aardige vent trouwens. Hij had 3 kinderen, Henk, Ninon, en Gerard. Alle drie studeerden in Nederland. Henk Reteig is architect geworden..... Na Monsouci heb ik nog heel wat functies in Suriname vervuld: als salesman bij De Vries en Van der Voet ; directeur van plantage Weltevreden (eigenaar Van der Schroef) ; bij de Billington als chef veiligheid ; directeur van de steengroeve Albinex bij Albina ; en bij de Suralco als voorman in de potlines, en nog meer. Niet alle jobs waren even leuk, maar ik was inmiddels vader van 5 kinderen, en dat schept verplichtingen. In 1975 ben ik met de onafhankelijkheid met gezin naar Nederland geëmigreerd ..... In Suriname ben ik gekomen dankzij mijn moeder. Zij heet Celine Lucie Esser (nu 96 jaar), en is geboren en getogen in Suriname. Ze is daar getrouwd met mijn vader, een Hollander in de krijgsmacht. Het paar ging in Nederland wonen, en de kinderen Carel, John en Lies zijn daar geboren. In 1954 stierf mijn vader, en mijn moeder had geen cent. Ze kon toen op kosten van de Nederlandse staat naar Suriname remigreren en dat heeft ze meteen gedaan. Zo kwam ik op mijn 15e jaar in Suriname .... "

2000 - volledig verlaten De waterlozingen zijn dichtgeslibt. De plantage is één grote zwamp.

top ^bronnenPhilip Dikland — database oud archief der burgerlijke stand in Suriname Heinrich Helstone, Okko ten Hove e.a. - emancipatieregisters 1863 Maurits Hassankhan e.a. - databases javaanse en hindustaanse immigratie. inventarisaties plantage Kocksburg inventarisaties MonSouci archief Dienst der Domeinen Philip Dikland — database oud archief der burgerlijke stand in Suriname Heinrich Helstone, Okko ten Hove e.a. - emancipatieregisters 1863 Maurits Hassankhan e.a. - databases javaanse en hindustaanse immigratie. inventarisaties plantage Kocksburg ARA NOT inv. no. 20 p. 425 - jaar 1765 gegevens: 500 akkers, koffie, 83 slaven eigenaar: Pieter Kock inventarisaties MonSouci 1769 - ARA NOT inv. no. 696 - p. 541 gegevens: 500 akkers, koffie, 127 slaven, NF 227.583,- eigenaar: J: D: Strada

1780 - ARA NOT inv. no. 252 p. 015 gegevens: koffie, 96 slaven eigenaar: J: d' Estrada archief Dienst der Domeinen meetcertificaat 1746 warrand 1774 meetcertificaat 1823 meetcertificaat 1746 Uijtkragte der ordre van den WelEdele Gestrenge Heer Mr: Joan Jacob Mauricius Gouverneur Generaal dezer colonie Suriname Rivieren en Districtien van dien &&& in dato 27 meij 1746 heb ik ondergesz: geswoore landmeeter gemeeten een stuk land no. 10 groot vijfhondert ackers geleegen in de rivier Commewine aan de linkerhand in 't opvaaren tusschen het land no. 9 van de Edele Agtbaare Heer J: P: Taunaij en no. 11 van de Heer P: van der Werff, bij looting te beurte gevallen aan Pieter Kocq, alles ingevolge den warrand door de Edele Geoctroijeerde Societeijt van Suriname aan de selve verleent zo als de figuur ABCD aanwijst. Actum Paramaribo den 29 september 1746 P: Gardin gesworen landmeeter

warrand 1774 Alzoo Joseph de Strada aan ons bij rekweste heeft te kennen gegeven, hoe dat hij suppliant van haar Edele Groote Achtbare de Heere Directeuren der Edele geoctroijeerde Sociteit van Suriname hadde geobtineerd de bij rekweste geannexeerde Resolutie de dato 2 maart 1774, waarbij aan hem door welgemelde haar Edele Groot Agtbare goedgunstig was worden toegestaan en geconcedeerd agter zijn plantagie Monsoucij eertijds Koksburg gelegen in de rivier Commewine ter linkerhand in 't opvaaren, de nombre van 225 akkers agter land met zodanige face als gemelde plantagie Monsoucij was hebbende en ter diepte van 75 kettingen en dat wij bij volgende resolutie wierden geauthoriseerd om aan hem suppliant daarvan te verleenen de behoorlijke warrand informa. Weshalven hij suppliant zig in alle eerbied was kerende tot ons met verzoek dat aan hem mogte worden verleend warrand van bovengem: 225 akkers agter land agter deszelfs plantagie Monsoucij met zodanige face en diepte als in voorz: resolutie aan hem was toegestaan.Zo is 't dat wij 't voorz: overgemerkt en 't geposeerde conform de waarheid bevonden hebbende ingevolge qualificatie en authorisatie van haar Edele Groot Agtbare de Heeren Directeuren der Edele Geoctroijeerde Societeit dezer Colonie bij Resolutie de dato 2 maart 1774 hiervoren gemelde en in naam van Hooggemelde Edele Societeit ; mitsdien vergunnen en concedeeren aan Joseph de Strada omme in allodialen eijgendom op te nemen en erffelijk te mogen bezitten alsmede aan deszelfs plantagie Monsoucij eertijds Koksburg gelegen aan de beneden rivier Commewijne linkerhand in 't opvaren tusschen de plantagie Killestein en Vertrouwen te annexeeren een stuk land agter meer gemelde plantagie op en leggende ter diepte van 75 kettingen met een face van 30 kettingen zo als de voorn: plantagie is hebbende uitmakende de nombre van 225 akkers (volgen de standaardconditien) Aldus gedaan en met ons zegel bekragtigd alhier aan Paramaribo deesen tiende augustus 's jaars zeventien honders vier en seventig / was getekend / Jan Nepveu

meetcertificaat 1823 Ingevolge warrand de dato 10 augustus 1823 (sic ! 1774) door zijne HoogEdelen Gestrengen der Heer Jan Nepveu Gouverneur Generaal over de Colonie van Suriname rivieren en Districten van dien mitsgaders Collonel over de gesaamentlijke Militie deser landen. Verleend aan Joseph de Stradaomme agter deselfs plantagie Monsouce geleegen aan de rivier Commewijne ter linkerhand in het opvaaren tusschen de plantagie Killenstein en plantagie Vertrouwen in allodialen eijgendom te mogen opneemen de nombre van 225 akkers agterland. Heeft den ondergeteekenden als geswooren landmeeter ter versoeke van de Weduwe Abraham Nunes thans als eijgenaresse van gemelde plantagie Monsouce de hiernevenstaande kaart geformeerd waarop het verleende agterland ter groote van 225 akkers gekarteerd met gelijke breete van de plantagie van 30 kettingen en met eene diepte van 75 kettingen zo en in diervoegen als op de hierneevenstaande kaart door defiguur geleterd ABCD word aangewesen. Actum Paramaribo den 10 maart 1823 J: G: R: Bohm

bron: nationaal archief Suriname. De onderneming 'Mon Souci' in het Commewijne district in Suriname.
Datum tussen 1880 en 1900
date QS:P,+1500-00-00T00:00:00Z/6,P1319,+1880-00-00T00:00:00Z/9,P1326,+1900-00-00T00:00:00Z/9
Bron
institution QS:P195,Q1131589
Collectie Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Auteur
Julius Eduard Muller  (1846–1902)  wikidata:Q52234508
 
Julius Eduard Muller
Aliassen
J.E. Muller; Julius Muller; J. Muller
Beschrijving Surinaams-Nederlands fotograaf en ondernemer
Geboorte- en sterfdatum 20 november 1846 Bewerk dit op Wikidata 20 november 1902 Bewerk dit op Wikidata
Geboorteplaats Paramaribo
Werklocatie
Bibliografische informatie
creator QS:P170,Q52234508

Licentie

w:nl:Creative Commons
naamsvermelding Gelijk delen
Dit bestand is gelicenseerd onder de Creative Commons-licentie Naamsvermelding-Gelijk delen 3.0 Unported
De gebruiker mag:
  • Delen – het werk kopiëren, verspreiden en doorgeven
  • Remixen – afgeleide werken maken
Onder de volgende voorwaarden:
  • naamsvermelding – U moet op een gepaste manier aan naamsvermelding doen, een link naar de licentie geven, en aangeven of er wijzigingen in het werk zijn aangebracht. U mag dit op elke redelijke manier doen, maar niet zodanig dat de indruk wordt gewekt dat de licentiegever instemt met uw werk of uw gebruik van zijn werk.
  • Gelijk delen – Als u het werk heeft geremixt, veranderd, of erop heeft voortgebouwd, moet u het gewijzigde materiaal verspreiden onder dezelfde licentie als het oorspronkelijke werk, of een daarmee compatibele licentie.

Bijschriften

Beschrijf in één regel wat dit bestand voorstelt

Items getoond in dit bestand

beeldt af

Bestandsgeschiedenis

Klik op een datum/tijd om het bestand te zien zoals het destijds was.

Datum/tijdMiniatuurAfmetingenGebruikerOpmerking
huidige versie9 sep 2009 22:03Miniatuurafbeelding voor de versie van 9 sep 2009 22:03700 × 540 (61 kB)KITbot== {{int:filedesc}} == {{Information |description={{nl|1=Foto. Mon Souci aan de Commewijnerivier Volksnaam Pikien Stolkroe = kleine Stolkert rechteroever in het afvaren volgorde in het afvaren: Campenburg, het Vertrouwen, Mon Souci, Killenstein chronolo

Dit bestand wordt op de volgende 2 pagina's gebruikt:

Metadata