Het EK op de baan vond van 28 t/m 30 juli plaats, het EK op de weg volgde op 31 juli en 1 en 2 augustus en het kampioenschap werd afgesloten met een marathon op 3 augustus. Tegelijk met het hoofdtoernooi (senioren) vonden ook de kampioenschappen plaats voor junioren (onder de 19) en masters (oudere skaters). Op de 300 meter tijdrit op de piste zorgde de jonge Duitser Simon Albrecht voor een bijzondere prestatie door bij de junioren A met 23,003 seconde[1] ruim sneller te zijn dan de winnaar bij de senioren Darren de Souza (23,538 seconde)[2] maar De Souza won desalniettemin de Europese titel.