Simon Spoor

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Simon Hendrik Spoor)
De neutraliteit van dit artikel wordt betwijfeld.
Zie de bijbehorende overlegpagina voor meer informatie.
Simon Spoor
Simon Spoor in 1948
Geboren 12 januari 1902
Amsterdam
Overleden 25 mei 1949
Batavia
Land/zijde Koninkrijk der Nederlanden
Onderdeel Infanterie van het Indische leger
Dienstjaren 1923 - 1949
Rang Generaal
Bevel KNIL, KL en Mariniersbrigade in Nederlands-Indië
Slagen/oorlogen Eerste Wereldoorlog, Tweede Wereldoorlog, Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog
Onderscheidingen Commandeur in de Militaire Willems-Orde, Mobilisatiekruis 1914-1918, Officierskruis, Oorlogsherinneringskruis, Medal of Freedom, Ereteken voor Orde en Vrede

Simon Hendrik Spoor (Amsterdam, 12 januari 1902Batavia, 25 mei 1949) was een Nederlands generaal en legercommandant in Nederlands-Indië.

Hij stamde uit het geslacht Spoor en was een zoon van André Spoor, violist en concertmeester van het Concertgebouworkest. Hij volgde de middelbare school in Den Haag en ging daarna naar de kadettenschool te Alkmaar. Vervolgens studeerde hij aan de Koninklijke Militaire Academie te Breda. De hoofdredacteur van het Algemeen Handelsblad, André Spoor, was een zoon van hem.

Loopbaan[bewerken | brontekst bewerken]

Spoor werd in 1923 benoemd tot tweede luitenant bij de infanterie van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL). Vanaf 1924 was hij op Borneo gedetacheerd. Hij bracht twee maal langere tijd in Nederland door; eerst om de Hogere Krijgsschool te doorlopen en vervolgens werd hij aangesteld als leraar aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda. Spoor was in de rang van kapitein verbonden aan de generale staf in Nederlands-Indië toen deze Nederlandse kolonie bij de Tweede Wereldoorlog betrokken raakte en door Japan op 10 januari 1942 werd aangevallen. Spoor ontsnapte ternauwernood samen met collega kapitein Reinderhoff, eveneens bij de generale staf, in het laatste vliegtuig vanaf vliegveld Andir in de nacht van 8 op 9 maart 1942, terwijl de Japanse strijdkrachten het vliegveld reeds waren genaderd en de overgave van Nederlands-Indië vlak erna zou worden getekend. Beiden mochten uitwijken naar Australië op uitdrukkelijk bevel van de toenmalige legercommandant generaal ter Poorten. Aangekomen in Australië, werden zij toegevoegd aan de kort daarvoor opgerichte NEFIS. Spoor werd hoofd van sectie I van deze dienst en in 1944 werd hij vervolgens benoemd tot directeur van de gehele NEFIS.

Legercommandant in Nederlands-Indië[bewerken | brontekst bewerken]

Na de Tweede Wereldoorlog werd het commando in Nederlands-Indië opgesplitst over de verschillende legeronderdelen. Spoor werd in januari 1946 benoemd tot legercommandant in Nederlands-Indië in de rang van generaal-majoor, tijdelijk luitenant-generaal. Deze promotie was opmerkelijk omdat hij er gezien zijn beperkt aantal dienstjaren feitelijk nog niet aan toe was een opperofficiersrang te bekleden. Hij was echter opgevallen; niet alleen zijn militaire capaciteiten, maar ook zijn politieke handigheid viel in de smaak bij de regering in Den Haag. Operationeel gezien viel Spoor tot het najaar van 1946 onder het geallieerde South East Asia Command van Louis Mountbatten.

Als legercommandant gaf Spoor leiding aan de operaties tegen de Indonesische nationalisten (de TNI en ongeregelde strijdgroepen). Van deze operaties zijn de zogenaamde politionele acties in 1947 en 1948 de bekendste. Spoor stond aan het hoofd van de grootste legermacht die Nederland ooit buiten het grondgebied in Europa op de been heeft gebracht: circa 120.000 man in 1947 en circa 140.000 man in 1948, bestaande uit KNIL, KL en Mariniersbrigade.

De enorme problemen die in Nederlands-Indië ontstonden na de geallieerde overwinning op Japan, in 1945, bezorgden de Nederlandse autoriteiten veel zorgen. Men hoopte dat Spoor, die werd beschouwd als een zeer slagvaardig officier, snel de rust en orde op de eilanden zou kunnen herstellen. Doordat de Britse en Australische regeringen maandenlang verhinderden dat Nederlandse militaire eenheden konden landen op Java, verergerde de situatie aanzienlijk. In die cruciale maanden deden verschillende Indonesische nationalistische groeperingen, waaronder communistische en islamitische, een greep naar de macht. Onderling waren deze groeperingen ook verdeeld, en daarnaast waren ook roversbendes actief die dood en verderf zaaiden onder vooral de net uit de Japanse concentratiekampen vrij gekomen Europeanen en Indo-Europeanen. Sommige van de Indonesische groeperingen hadden tijdens de Tweede Wereldoorlog samengewerkt met de Japanners onder het leiderschap van Soekarno. Toen Spoor legercommandant werd, was de situatie al zeer ernstig verslechterd en dreigde anarchie in de gehele Indische archipel. Moord, verkrachtingen, berovingen en plunderingen waren aan de orde van de dag. In deze brisante situatie – de Bersiap-periode genoemd – moest Spoor de orde zien te herstellen. Om de invloed van Soekarno te ondermijnen, werden door Spoor in het geheim enkele Indonesische groeperingen ondersteund met geld en wapens.[1]

Overlijden[bewerken | brontekst bewerken]

Graf van generaal Spoor op het Ereveld Menteng Pulo
(ca. 1949)

Op 20 mei 1949 gebruikte Spoor het middagmaal in het restaurant van de jachtclub in Tanjung Priok, ter viering van zijn bevordering tot generaal (vier sterren). Drie dagen later kreeg hij ernstige hartklachten waaraan hij na twee dagen op 47-jarige leeftijd overleed. De disgenoot van Spoor, zijn adjudant ritmeester Smulders, was na de lunch ook ernstig ziek geworden. Smulders lag vier dagen in coma. De overige gasten van de jachtclub, die exact hetzelfde hadden gegeten, mankeerden na het eten echter niets. Een accidentele, bacteriële voedselvergiftiging werd daarom uitgesloten. Op het lichaam van Spoor werd geen sectie verricht. Volgens geruchten zou de dood van Spoor samenhangen met de "Zaak vaandrig Aernout", een corruptieonderzoek naar de top van het Indische leger, waarin Spoor opdracht had gegeven naar Aernout diepgravend onderzoek te doen. Sluitend bewijs hiervoor is niet geleverd. De meest aannemelijke doodsoorzaak van Spoor is zijn enorme werkdruk. Spoor had in zijn laatste jaren regelmatig klachten gehad, waaronder een mentale ineenstorting of burn-out in 1943 in Australië, en had regelmatig melding gedaan van zware hoofdpijnen. Ook leed hij aan een structurele overbelasting van zijn functie die zich verhevigde na zijn terugkomst op Java. Na de grote inspanningen gedurende de Tweede Wereldoorlog had Spoor geen mogelijkheid gehad met verlof te gaan, mede door zijn benoeming tot legercommandant, die zijn werkdruk alleen maar deed toenemen. Ten tijde van het overlijden van Spoor tekende zich reeds een spoedig einde van de Nederlandse aanwezigheid in Indonesië af.

Huwelijk[bewerken | brontekst bewerken]

In 1923 trouwde Spoor met Louise Anna Maria Ooms (1902-1972). De hoofdredacteur van het NRC Handelsblad, André (1931-2012), en de ondernemer Arnoud (1933-2009),[2] zijn kinderen uit dit eerste huwelijk. Na een echtscheiding hertrouwde Spoor in 1938 met Rika Cornelia Kroeze (1906-1971). Op 3 april 1947 (?)[3] hertrouwde Spoor weer, nu met Mans (Harmanna Trijntje) Dijkema (*1914) van het Vrouwenkorps KNIL, die hij in 1942 ontmoet had bij de inlichtingendienst NEFIS en die in militaire functies optrad.[4]

Eerbetoon[bewerken | brontekst bewerken]

Borstbeeld Generaal Simon Hendrik Spoor Nationaal Indië-monument 1945-1962 Roermond

Generaal Spoor ontving meerdere onderscheidingen en tevredenheidsbetuigingen; hij werd postuum benoemd tot Commandeur in de Militaire Willems-Orde (in juni 1949 verleend),[5] was Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau met de zwaarden, bezat de Bronzen Leeuw en de Medal of Freedom. In april 2009 schonk zijn weduwe Mans Spoor-Dijkema de medailles aan museum Bronbeek. Zijn uniform werd daar al tentoongesteld. In Ermelo bevindt zich de Generaal Spoorkazerne waar het 400 Geneeskundig Bataljon en de Koninklijke Militaire School (KMS) gelegerd zijn.

Oorlogsmisdaden[bewerken | brontekst bewerken]

Spoor geldt als de grootste Nederlandse oorlogsmisdadiger van na 1945. Hij droeg de eindverantwoordelijkheid voor vele tienduizenden moorden, martelingen en andere wandaden van het Nederlandse leger en het KNIL tegen de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog. Spoor hield ook elke vorm bvan kritiek op de militairen af en verhinderde actief hun vervolging. Hij verhulde ook systematisch veel orlogsmisdaden, zelfs na formele klachten van ondergeschikten. Militair historicus dr Rémy Limpach heeft dit uitvoerig gedocumenteerd in zijn studie 'De brandende kampongs van Generaal Spoor' uit 2016. Spoor is daarin de meest genoemde figuur met ruim 200 passages.

De Nederlandse regering verloor in 2008 het proces rond de standrechtelijke executies van ongeveer 431 niet-strijdende mannen uit het dorp Rawagedeh en de Nederlandse ambassadeur bood op 9 december 2011 en nog eens op 12 september 2013 zijn excuses aan aan de Indonesische staat en het volk namens de Nederlandse staat voor de Nederlandse wandaden.

Westerling[bewerken | brontekst bewerken]

Spoor wordt niet alleen verantwoordelijk gehouden voor de grootschalige oorlogsmisdaden op Java, maar tevens de nog veel grotere in andere gebieden, zoals van kapitein Raymond Westerling op Zuid-Celebes (Sulawesi). Er is dan ook forse kritiek geuit op zowel de plaatsing van een buste van Spoor in een park in Roermond als de verering daar, met name door Nederlandse veteranen en hun in Indonesië actieve en omgekomen collega's en uitvoerders van grootschalige oorlogsmisdaden.

Twee andere studies van wetenschappers bevestigen de oorlogsmisdaden van Spoor: ‘Soldaat in Indonesië’ van prof dr Gert Oostindie (dagboekuittreksels, 2015, 240 pags), en ‘Koloniale oorlogen in Indonesië’ (alle 500 oorlogen uit 500 jaar onderdrukking, 2018, 1024 pags) van drs Piet Hagen – dat verscheen in 2019. Ook de antifascistische (AFVN) en antikoloniale beweging KUKB, oftewel het Comité Nederlandse Ereschulden uitte luide kritiek op Spoor en diens verering in Roermond in 2018 en daarna. [6]. In een artikel in de NRC stelt de AFVN dat verering van Spoor en de andere omgekomen militairen in Nederlandse dienst tegen de vrijheidsstrijders in Indonesië onacceptabel is "Begrip of eer voor Indië-veteranen onacceptabel"[7]. De gemeente Roermond weigerde na uitvoerig overleg met de AFVN en de KUKB om de door deze twee als 'racistisch' en 'koloniaal' aangeduide herdenking van Spoor c.s. te verbieden en de burgemeester Rianne Donders-de Leest weigerde om haar deelname te staken. [8]

Arib[bewerken | brontekst bewerken]

In dit artikel verzochten zij Tweede-Kamervoorzitter Arib om niet meer deel te nemen aan deze herdenking, die zichzelf had voorzien van de aanduiding 'nationaal', en zij nam niet meer deel. Haar rol werd overgenomen door de vice-voorzitter, de racistische en extreemrechtse PVV'er Martin Bosma.

Onderscheidingen[bewerken | brontekst bewerken]

Galerij[bewerken | brontekst bewerken]

Voorganger:
L.H. van Oyen
Commandant van het KNIL
1946 - 1949
Opvolger:
D.C.Buurman van Vreeden
Zie de categorie Simon Spoor van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.