Floresmens: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
(42 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 14: Regel 14:
| afbeelding2tekst = skelet
| afbeelding2tekst = skelet
}}
}}
De '''Floresmens''' (''Homo floresiensis''), is een in 2003 ontdekte [[uitsterven|uitgestorven]] [[Homo (geslacht)|mensensoort]], waarvan aangenomen wordt dat hij leefde tot zo'n 50.000 jaar geleden. Acht skeletten, waarvan slechts één met schedel, zijn ontdekt in de [[kalksteen]]grot 'Liang Bua' op het Indonesische eiland [[Flores (Indonesië)|Flores]]. Opmerkelijk is het postuur: deze mensensoort werd niet groter dan 1 meter. Door dit postuur kreeg het ook wel de roepnaam "[[Hobbit (Tolkien)|Hobbit]]", naar de wezens uit het werk van [[J.R.R. Tolkien]].<ref>{{citeer web|url=http://www.standaard.be/cnt/dmf20160608_02330245|titel=De Hobbit had voorouders|datum=9 juni 2016|bezochtdatum=9 juni 2016|uitgever=De Standaard}}</ref> Er bestaat echter nog hevige onenigheid tussen wetenschappers of het hier een aparte soort betreft, of dat het slechts om abnormale individuen van [[vroege moderne mens]]en gaat.
De '''Floresmens''' (''Homo floresiensis''), is een in 2003 ontdekte [[uitsterven|uitgestorven]] [[Homo (geslacht)|mensensoort]], waarvan aangenomen wordt dat hij leefde tot zo'n 50.000 jaar geleden. Acht skeletten, waarvan slechts één met schedel, zijn ontdekt in de [[kalksteen]]grot 'Liang Bua' op het Indonesische eiland [[Flores (Indonesië)|Flores]]. Opmerkelijk is het postuur: deze mensensoort werd niet groter dan 1 meter. Door dit postuur kreeg het ook wel de bijnaam "[[Hobbit (Tolkien)|Hobbit]]", naar de wezens uit het werk van [[J.R.R. Tolkien]].<ref>{{citeer web|url=http://www.standaard.be/cnt/dmf20160608_02330245|titel=De Hobbit had voorouders|datum=9 juni 2016|bezochtdatum=9 juni 2016|uitgever=De Standaard}}</ref> Er bestaat echter nog hevige onenigheid tussen wetenschappers of het hier een aparte soort betreft, of dat het slechts om abnormale individuen van [[vroege moderne mens]]en gaat.


[[Bestand:Homo floresiensis cave.jpg|thumb|Liang Bua-grot, Flores]]
[[Bestand:Homo floresiensis cave.jpg|thumb|Liang Bua-grot, Flores]]


== Vondstomstandigheden en dateringen ==
== Vondstomstandigheden en dateringen ==
In de Liang Bua was al in de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw drie keer gegraven door de Nederlandse pater-archeoloog [[Theodorus Lambertus Verhoeven|Theo Verhoeven]].<ref>Knepper, Gert M. (2019): Floresmens - Het leven van Theo Verhoeven, missionaris en archeoloog. ISBN 978-9-46-3892476 (Boekscout, Soest, The Netherlands)</ref> Na hem deed de Indonesiër Raden Soejono er in de jaren zeventig en tachtig opgravingen.
De kalksteengrot Ling Bua ligt op vijfentwintig kilometer van de noordkust van het eiland Flores, op een hoogte van vijfhonderd meter en op de zuidelijke helling van de vallei van de rivier [[Wae Recang]]. In de Liang Bua was al in de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw drie keer gegraven door de Nederlandse pater-archeoloog [[Theodorus Lambertus Verhoeven|Theo Verhoeven]].<ref>Knepper, Gert M. (2019): Floresmens - Het leven van Theo Verhoeven, missionaris en archeoloog. ISBN 978-9-46-3892476 (Boekscout, Soest, The Netherlands)</ref> Na hem deed de Indonesiër Raden Soejono er in de jaren zeventig en tachtig opgravingen.


In 2003 meende een Australisch-Indonesisch team onder leiding van Thomas Sutikna dat er mischien resten te vinden waren die een datering zouden kunnen verschaffen voor de eerste kolonisering van Australië door de moderne mens. Die zou van het gebied van Flores uit de oversteek naar het continent gewaagd kunnen hebben. Onverwacht stuitte men op een geheel nieuw menstype. De eerste vondst op 2 september 2003, op 5,9 meter diepte in de grot, was een onvolledig skelet, inclusief schedel — hoewel deze bij de [[Archeologische opgraving|opgraving]] onherstelbaar beschadigd is: de vondst werd gedaan doordat een spade er doorheen stak —, specimen LB1.<ref>Ewen Callaway, 2014, "The discovery of ''Homo floresiensis'': Tales of the hobbit", ''Nature'' '''514''': 422–426</ref>
In 2003 meende een Australisch-Indonesisch team onder leiding van Thomas Sutikna dat er mischien resten te vinden waren die een datering zouden kunnen verschaffen voor de eerste kolonisering van Australië door de moderne mens. Die zou van het gebied van Flores uit de oversteek naar het continent gewaagd kunnen hebben. Onverwacht stuitte men op een geheel nieuw menstype. De eerste vondst op 2 september 2003, op 5,9 meter diepte in de grot, was een onvolledig skelet, inclusief schedel — hoewel deze bij de [[Archeologische opgraving|opgraving]] onherstelbaar beschadigd is: de vondst werd gedaan doordat een spade er doorheen stak —, specimen LB1.<ref>Ewen Callaway, 2014, "The discovery of ''Homo floresiensis'': Tales of the hobbit", ''Nature'' '''514''': 422–426</ref> De media besteedden onmiddellijk een enorme aandacht aan de ontdekking. Het was veruit de belangrijkste [[antropologie|paleoantropologische]] vondst in [[Indonesië]] sinds de Nederlander [[Eugène Dubois]] een schedeldak, twee kiezen en twee dijbenen vond van de [[Javamens]], die later ''[[Homo erectus]]'' zou worden genoemd.


In 2004 benoemden Peter Brown e.a. een nieuwe soort van het geslacht ''Homo'': ''Homo floresiensis''.<ref>[https://web.archive.org/web/20080720222317/http://www-personal.une.edu.au/~pbrown3/nature02999.pdf New small-bodied hominin from the late Pleistocene of Flores, Indonesia] door P. Brown, T. Sutikna , M.J. Morwood, R.P. Soejono, Jatmiko, E. Wayhu Saptomo & Rokus Awe Due, ''Nature'', volume 431, 28 oktober 2004</ref> De soortaanduiding verwijst naar de herkomst uit Flores. Het [[holotype]] is '''LB1''', een gedeeltelijk skelet met schedel en onderkaken. Verder omvat het het rechterbeen. De armen ontbreken op de handen en voeten na. Van de overige botten zijn slechts fragmneten aanwezig. Het skelet is volgens de formele beschrijving in ''[[Nature]]'' "niet [[fossiel|gefossiliseerd]]". Daarmee werd bedoeld dat het een ''subfossil'' was, dus bestaande uit niet versteende botten zonder mineralisering of bedekking door [[calciumcarbonaat]]. Die waren zo van vocht doortrokken dat ze in de open lucht gedroogd moesten worden om ze veilig te bergen. Het skelet is waarschijnlijk dat van een vrouwelijke volwassene van zo'n dertig jaar oud en circa 1 meter lang met een [[hersenen|herseninhoud]] van circa 380 milliliter. Zij kreeg de bijnaam "dametje van Flores" of "Flo". Het skelet lag niet in verband maar de beenderen werden aangetroffen op een kleine oppervlakte van vijfhonderd vierkante centimeter. De ouderdom van de omringende [[Laag (stratigrafie)|aardlaag]] werd in eerste instantie met [[massaspectrometrie]] bepaald op 18&nbsp;000 jaar. [[Thermoluminescentiedatering]] van vondsten in deze laag resulteerde in een ouderdom van 31&nbsp;000 tot 39&nbsp;000 jaar en 12&nbsp;000 tot 16&nbsp;000 jaar.
In 2004 benoemden Peter Brown e.a. een nieuwe soort van het geslacht ''Homo'': ''Homo floresiensis''.<ref>[https://web.archive.org/web/20080720222317/http://www-personal.une.edu.au/~pbrown3/nature02999.pdf New small-bodied hominin from the late Pleistocene of Flores, Indonesia] door P. Brown, T. Sutikna , M.J. Morwood, R.P. Soejono, Jatmiko, E. Wayhu Saptomo & Rokus Awe Due, ''Nature'', volume 431, 28 oktober 2004</ref> De soortaanduiding verwijst naar de herkomst uit Flores. Serieus schijnt de soortnaam ''Homo hobbitus'' te zijn overwogen, naar de kleine mensachtige wezens uit het werk van Tolkien; in de pers wordt de Floresmens vaak als een "hobbit" aangeduid. Het [[holotype]] is '''LB1''', een gedeeltelijk skelet met schedel en onderkaken. Verder omvat het het rechterbeen. De armen ontbreken op de handen en voeten na. Van de overige botten zijn slechts fragmenten aanwezig. Het skelet is volgens de formele beschrijving in ''[[Nature]]'' "niet [[fossiel|gefossiliseerd]]". Daarmee werd bedoeld dat het een ''subfossil'' was, dus bestaande uit niet versteende botten zonder mineralisering of bedekking door [[calciumcarbonaat]]. Die waren zo van vocht doortrokken dat ze in de open lucht gedroogd moesten worden om ze veilig te bergen. Het skelet is waarschijnlijk dat van een vrouwelijke volwassene van zo'n dertig jaar oud en circa 1 meter lang met een [[hersenen|herseninhoud]] van circa 380 milliliter. Zij kreeg de bijnaam "dametje van Flores" of "Flo". Het skelet lag niet in verband maar de beenderen werden aangetroffen op een kleine oppervlakte van vijfhonderd vierkante centimeter. De ouderdom van de omringende [[Laag (stratigrafie)|aardlaag]] werd in eerste instantie met [[massaspectrometrie]] bepaald op 18&nbsp;000 jaar. [[Thermoluminescentiedatering]] van vondsten in deze laag resulteerde in een ouderdom van 31&nbsp;000 tot 39&nbsp;000 jaar en 12&nbsp;000 tot 16&nbsp;000 jaar.


In het beschrijvende artikel werd maar een ander specimen aan de soort toegewezen: LB2, een derde onderste linkerpremolaar, dus een losse tand uit de linkeronderkaak. Daarnaast werden er echter nog eens zes exemplaren aangetroffen.
In het beschrijvende artikel werd maar een ander specimen aan de soort toegewezen: LB2, een derde onderste linkerpremolaar, dus een losse tand uit de linkeronderkaak. LB2 werd in een ander deel van de grot gevonden op 4,7 meter diepte. Van een stukje [[druipsteen]] boven de vondst is de ouderdom met massaspectrometrie en [[elektronspinresonantie]] bepaald op circa 37&nbsp;000 jaar. Twintig centimeter onder de vondst werd een ''[[Dwergstegodont]]''-kies gevonden. Hiervan werd de ouderdom bepaald met [[elektronspinresonantie]] op 74&nbsp;000 jaar (+14&nbsp;000, -12&nbsp;000). Daarnaast werden er echter nog eens zes exemplaren aangetroffen.


De botten zijn eigendom van de Indonesische staat, die uiteindelijk bepaalt wie er onderzoek aan mag verrichten. Tot 2005 had daardoor slechts hoogleraar Teuku Jacob toegang tot dit materiaal, maar hij zou het inmiddels -op twee dijbeenbotten na- weer hebben teruggegeven aan het onderzoeksinstituut dat het voor de Indonesische regering beheert.
De studie naar de beenderen werd vertraagd door een pijnlijke affaire. De botten zijn eigendom van de Indonesische staat, die uiteindelijk bepaalt wie er onderzoek aan mag verrichten. Begin december 2004 nam hoogleraar Teuku Jacob ze mee voor nadere bestudering. Op 23 februari 2005 keerden ze terug bij het onderzoeksinstituut tot de collectie waarvan ze behoren, het nationale onderzoekscentrum voor archeologie te Jakarta. Toen bleek dat twee dijbeenderen nog ontbraken en dat andere botten zwaar beschadigd waren, kennelijk ten gevolge van een amateuristische poging er afgietsels van te maken. Teuku Jacob verweerde zich door te stellen dat ze de averij tijdens het transport hadden opgelopen. De zaak beklemtoont het kwetsbare karakter van de vondsten.

De tweede vondst in een ander deel van de grot op 4,7 meter diepte betreft een aantal botten zonder schedel. Van een stukje [[druipsteen]] in de nabijheid van de vondst is de ouderdom met massaspectrometrie en [[elektronspinresonantie]] bepaald op circa 37&nbsp;000 jaar. Twintig centimeter boven deze vondst werd een ''[[Dwergstegodont]]''-kies gevonden. Hiervan werd de ouderdom bepaald met [[elektronspinresonantie]] op 74&nbsp;000 jaar (+14&nbsp;000, -12&nbsp;000).


De derde vondst is een (van de overige vondsten losstaand) onvolledig [[spaakbeen]], opgegraven in een ander deel van de grot, waarvan de ouderdom bepaald is op 74&nbsp;000-95&nbsp;000 jaar. Ook dit spaakbeen zou toe kunnen behoren aan een mensachtige van circa 1 meter lang.
De derde vondst is een (van de overige vondsten losstaand) onvolledig [[spaakbeen]], opgegraven in een ander deel van de grot, waarvan de ouderdom bepaald is op 74&nbsp;000-95&nbsp;000 jaar. Ook dit spaakbeen zou toe kunnen behoren aan een mensachtige van circa 1 meter lang.


Later onderzoek bracht de jongste dateringen van deze fossielen in twijfel. De aardlagen waarop de datering was gebaseerd bleken niet dezelfde te zijn waarin de fossielen daadwerkelijk werden gevonden, maar een later afgezette laag. De ouderdom van de fossielen wordt nu op 100.000 tot 60.000 jaar geschat, terwijl werktuigen in de stijl die met de Floresmens wordt geassocieerd tussen 190.000 en 50.000 jaar geleden worden gevonden. Op basis van deze data komt het uitsterven van de Floresmens op ongeveer 50.000 jaar geleden te liggen, wat overeenkomt met de tijd dat de [[vroege anatomisch moderne mens|vroege moderne mens]] (''Homo sapiens'') in dit deel van de wereld verscheen.<ref>{{cite journal|author=Thomas Sutikna, Matthew W. Toccheri, Richard G. Roberts et al.|year=2016|title=Revised stratigraphy and chronology for ''Homo floresiensis'' at Liang Bua in Indonesia|journal=Nature|url=http://www.nature.com/nature/journal/vaop/ncurrent/full/nature17179.html}}</ref>
Later onderzoek bracht de jongste dateringen van deze fossielen in twijfel. De aardlagen waarop de datering was gebaseerd bleken niet dezelfde te zijn waarin de fossielen daadwerkelijk werden gevonden, maar een later afgezette laag. De ouderdom van de fossielen wordt nu op 100&nbsp;000 tot 60&nbsp;000 jaar geschat, terwijl werktuigen in de stijl die met de Floresmens wordt geassocieerd tussen 190&nbsp;000 en 50&nbsp;000 jaar geleden worden gevonden. Op basis van deze data komt het uitsterven van de Floresmens op ongeveer 50&nbsp;000 jaar geleden te liggen, wat overeenkomt met de tijd dat de [[vroege anatomisch moderne mens|vroege moderne mens]] (''Homo sapiens'') in dit deel van de wereld verscheen.<ref>{{cite journal|author=Thomas Sutikna, Matthew W. Toccheri, Richard G. Roberts et al.|year=2016|title=Revised stratigraphy and chronology for ''Homo floresiensis'' at Liang Bua in Indonesia|journal=Nature|url=http://www.nature.com/nature/journal/vaop/ncurrent/full/nature17179.html}}</ref>


In 2014 is een fossiele kaak met tanden van de Floresmens gevonden die gedateerd is op 700.000 jaar geleden.
In 2014 is een fossiele kaak met tanden van de Floresmens gevonden die gedateerd is op 700&nbsp;000 jaar geleden.
<ref>[https://www.nrc.nl/nieuws/2016/06/09/klein-zijn-was-voordelig-voor-de-floresmens-1626991-a1508019 Klein zijn was voordelig voor de Floresmens, NRC.nl, 9 juni 2016]</ref>
<ref>[https://www.nrc.nl/nieuws/2016/06/09/klein-zijn-was-voordelig-voor-de-floresmens-1626991-a1508019 Klein zijn was voordelig voor de Floresmens, NRC.nl, 9 juni 2016]</ref>


== Overwegingen ==
== Beschrijving ==
===Grootte===
De schedelinhoud van 380 cc is even groot als die van een (vijf maal zwaardere) [[chimpansee]]; de [[Encefalisatiequotiënt|encefalisatiegraad]] is dus ongeveer die van een moderne mens. Uit het skelet kan echter worden afgeleid dat het geen kind betreft, maar een volwassen individu.
LB1 heeft een geschatte lichaamslengte van 106 centimeter. Onder de mensachtigen hebben alleen exemplaren van ''[[Australopithecus afarensis]]'' aantoonbaar zo'n geringe lengte. Bij populaties moderne mensen zijn alleen kinderen zo klein. Uit de structuur van het skelet kan echter worden afgeleid dat het vrijwel zeker geen kind betreft, maar een volwassen individu.


De herseninhoud van 380 cc is even groot als die van een, vele malen zwaardere, [[chimpansee]]. De [[Encefalisatiequotiënt|encefalisatiegraad]] is dus ongeveer die van een moderne mens. Vergeleken met de dijbeenlengte van achtentwintig centimeter is de verhouding lager dan bij alle andere bekende [[Homininae]], dus mensachtigen, chaimpansees en grorilla's. De absolute herseninhoud valt sterk buiten de variatiebreedte van het geslacht ''Homo'' en net binnen de breedte van ''Australopithecus''.
[[Bestand:Flores map.png|thumb|left|300px|{{Legenda|#FFFF00|Het eiland Flores is in geel aangegeven|border=#000 solid 1px}}]]
Tijdens de [[Glaciaal (tijdperk)|ijstijden]] was het [[zeeniveau]] maximaal 120 meter lager dan tegenwoordig. De meeste, maar niet alle, eilanden van wat nu de Indonesische [[archipel]] is, waren met elkaar verbonden. Mensen en dieren konden zich gewoon lopend verspreiden. Flores was echter ook toen al hoogstwaarschijnlijk een eiland.


===Onderscheidende kenmerken===
Op het eiland vond [[Paleoantropologie|paleoantropologisch]] onderzoek plaats om te onderzoeken of er [[Vroeg-paleolithicum|Vroeg-paleolithische]] [[artefact (archeologie)|werktuigen]] waren aangetroffen van ''[[Homo erectus]]'' uit een periode dat Flores in ieder geval niet met het vasteland was verbonden. Dit zou erop kunnen duiden dat zij in staat waren om vlotten te bouwen. Gedurende de expeditie vond het team botten van een mensachtige. Nader onderzoek leerde dat het geen resten betrof van ''Homo erectus'', maar van een nog onbekende soort.
[[File:Comparison of skull features of Homo naledi and other early human species.jpg|thumb|upright=1.7|De schedel van de Floresmens vergeleken met die van vroege mensachtigen]]
In 2004 werd een aantal onderscheidende kenmerken aangegeven. Dit waren geen strikt unieke eigenschappen ofwel [[autapomorfie]]ën. Het was een ouderwetse "diagnose", een lijst typerende details van de bouw. Men begon natuurlijk met de kleine lichaamsomvang en verwees naar ''A. afarensis'', waarbij de mogelijkheid vermeld werd dat ''H. floresiensis'' gemiddeld nog wat kleiner was. Meteen werd echter een fundamenteel verschil beklemtoond met ''[[Australopithecus]]'' of ''[[Paranthropus]]'': het ontbreken van aanpassingen voor een extreem vermogen tot kauwen. Er is geen schedelkam, de achterste tanden zijn niet speciaal vergroot, de jukbeenderen steken niet sterk zijwaarts uit, de zone onder oogkas draait naar achteren en de prognatie, het naar voren uitsteken van de bovenkaken, is gering.


Ook verder verschilt de schedel in detail niet sterk van die van een moderne mens. De wenkbrauwwal vormt een welving boven iedere oogkas en niet een platte balk als bij de Javamens. Het schedeldak is dikker dan bij ''Australopithecus'' en heeft een kromming vergelijkbaar met ''H. erectus'' en ''H. sapiens''. De piramide van het [[rotsbeen]] is glad, buisvormig en laag, zonder ''processus styloideus'' en zonder een kam bij de inkeping. De schedelbasis is gebogen. Wel vormen de tandkassen van de bovenste hoektanden uitstekende verticale zuilvormige ''juga'' die duidelijk van de neusopening gescheiden zijn.
Australische onderzoekers werken op dit moment binnen de [[hypothese]] dat ''Homo floresiensis'' een [[dwergvorming|dwergvorm]] van ''H. erectus'' is. Dit zou ondersteund worden door het terugwijkende voorhoofd dat beiden gemeen hebben. De werktuigen die zijn aangetroffen zijn echter van het ''Homo sapiens''-type.{{Bron?||2010|05|28}} Sommige Indonesische onderzoekers, o.l.v. de emeritus hoogleraar paleoantropologie van de [[Universitas Gadjah Mada|Gadjah Mada Universiteit]], prof. [[Teuku Jacob]], geven mede daarom de voorkeur aan de hypothese dat de nieuwe vorm een [[ondersoort]] is van de moderne mens: ''Homo sapiens floresiensis''. Het is echter ook mogelijk dat de werktuigen die in associatie met ''Homo floresiensis'' gevonden zijn, niet door henzelf zijn vervaardigd, maar door anatomisch moderne mensen. Er zijn echter nog geen resten van moderne mensen gevonden in de oudere lagen waar de overblijfselen van ''Homo floresiensis'' zijn aangetroffen. Deze hypothese wordt tegengesproken door de vondsten van vergelijkbare typen werktuigen op Flores, die echter veel ouder zijn (850.000 jaar), uit een periode dat de moderne mens nog niet bestond. Dwergvorming op eilanden is een welbekend paleontologisch verschijnsel. Flores zelf herbergde in die tijd ook de dwergstegodont, een soort dwergolifant. Aan de andere kant bestond de levensgemeenschap tevens uit reusachtige [[Rattus|ratten]] en [[varanen]]. Ook dit is een in veel langdurig geïsoleerde eilandfauna's een bekend verschijnsel. Het opmerkelijkst is in dat geval dat ook het hersenvolume zou zijn afgenomen. De thans bekende schedels van ''H. erectus'' hebben een gemiddeld volume van ongeveer 980 cc. De gevonden schedel op Flores is slechts ongeveer 380 cc.


De onderkaken vallen eveneens binnen de variatiebreedte van de moderne mens maar tonen bepaalde kenmerken die zeldzaam zijn. De derde premolaar, de onechte kies naast de hoektand, heeft een relatief groot kauwvlak en wortels die gevorkt zijn of een zogenaamde ''Tomes' root'' zijn: een enkelvoudige wortel, van de lipzijde bezien samengedrukt en met een verticale groeve aan de zijde van de hoektand, zodat een C-vormig dwarsprofiel ontstaat. Bij moderne mensen hebben maar een paar percent van de populaties zulke wortels. Ook de vierde premolaar heeft een ''Tomes' root''. De eerste en tweede onderste kies hebben ongeveer dezelfde grootte. De opgaande tak, achteraan, van de onderkaak helt naar achteren. De tak heeft bovenaan een uitsteeksel, de ''processus coronoideus'', en dat is hoger dan de condyle die in het kaakgewicht past. Het meest afwijkend is de symfyse waarin de beide onderkaken, zoals bij alle mensapen waaronder mensen, vooraan vastgegroeid zijn. Die mist namelijk een kin. Het vlak van de symfyse helt wel naar achter; de binnenwand helt naar beneden toe naar achteren en is versterkt door de boven elkaar liggende beenringen van de ''torus transversus superior'' en ''torus transversus inferior''.
De vondst heeft de discussie weer doen oplaaien over de [[cryptozoölogie|cryptozoölogische]] theorie dat er op [[Sumatra]] en andere Indonesische eilanden nog steeds een soortgelijke dwergmens zou bestaan: de zogenaamde ''[[Orang Pendek]]''. De meeste beschrijvingen die door inwoners van Sumatra over dit hypothetische wezen worden gegeven, duiden echter meer op een aapachtige.


Ook de postcrania, de botten "achter" de schedel, tonen enkele eigenaardigheden. In het bekken is het darmbeen opvallend naar buiten gespreid. Bij het dijbeen is de nek lang in verhouding tot de diameter van de kop. De schacht heeft een ronde doorsnede en toont geen ''pilaster'', de verticale verheffing naast de ''linea aspera''. Het ontbreken van de pilaster is een basaal kenmerk: de pilaster is typisch aanwezig bij moderne mensen, ontbreekt bij [[Neanderthalers]] en is zwak ontwikkeld bij ''Homo erectus''. De functie van de structuur is overigens onduidelijk. De onderste gewrichtsknobbels van het dijbeen maken een grote hoek met elkaar. Het scheenbeen is krom over de lange as gemeten met een ovale doorsnede van het midden van de schacht.
Het is veruit de belangrijkste [[antropologie|antropologische]] vondst in [[Indonesië]] sinds de Nederlander [[Eugène Dubois]] een schedeldak, twee kiezen en twee dijbenen vond van wat later ''Homo erectus'' zou worden genoemd.


===Skelet===
Wetenschappers nemen aan dat het succes van ''Homo sapiens'' als soort het einde betekende voor ''Homo floresiensis''. De moderne mens maakte er jacht op of heeft het leefgebied in bezit genomen. Anderen vermoeden dat de Flores-mens uitstierf door een [[eruptie|vulkaanuitbarsting]].
De schedel is bij de ontdekking ernstig beschadigd. Het lukte wel dit ''cranium'' weer in elkaar te zetten maar de precieze verhoudingen zijn niet meer te bepalen, ook omdat de schedelnaden niet goed waarneembaar zijn. Dat maakt het onmogelijk om exacte waarden te bepalen voor de gebruikelijke craniometrische markeringspunten die een belangrijk deel vormen van paleoantropologische analyses van schedels.


Het schedeldak is lang en laag. Het meest opvallende kenmerk in vergelijking met ''Homo sapiens'' en ''Homo erectus'' is de bijzonder kleine hersenholte. Afgezien daarvan lijkt het profiel sterk op dat van ''Homo erectus'' — althans dat kan afgeleid worden uit de craniometrische waarden, die dus niet erg betrouwbaar zijn. Zo lijkt de grootste breedte van de schedel te liggen boven de kaakgewrichten, welke zones flink gezwollen zijn. Die breedte is ook vrij hoog ten opzichte van de hoogte. Van achteren bezien valt dat nog meer op: de schedel lijkt dan nog lager dan bij ''H. erectus''. Een [[CAT-scan]] bevestigde dat ook de hersenen zo'n vorm gehad moeten hebben: afgeplat met brede slaapkwabben en gereduceerde parietaalkwabben. De schedelbasis is zeven tot elf graden meer gebogen dan bij ''Homo sapiens''. Dat zou een uniek kenmerk kunnen zijn want bij basalere mensachtigen is de basis nog minder gebogen. Ondanks de kleine schedel is de dikte van het schedeldak in absolute zin even groot als die van ''Homo sapiens'' of ''Homo erectus''. Het is die dikte die voor een groot deel verantwoordelijk is voor geringe herseninhoud. Mocht de Floresmens een dwergvorm zijn dan was de [[selectiedruk]] voor de handhaving van het beschermingsniveau dus kennelijk groter dan die voor het behoud van de herseninhoud.
Op Flores kwamen en komen meerdere [[Endemie (biogeografie)|endemische]] zoogdieren voor zoals de dwergstegodont (een nu uitgestorven slurfdrager uit de familie der [[Stegodontidae]]), en de ratten ''[[Papagomys]]'', ''[[Paulamys]]'', ''[[Spelaeomys]]'', ''[[Komodomys]]'' en ''[[Hooijeromys]]''. Tevens zijn er in de grot waarin de Floresmens gevonden is, fossiele resten van diverse soorten vogels en [[Komodovaraan|komodovaranen]] aangetroffen.

Het achterhoofd is ook sterk gebogen, onder een hoek van 101°. Het bovenste schedeldak overhangt dat achterhoofd. Het achterhoofd vormt een lage verhoging die niet ver uitsteekt en weinig relief heeft. Het achterhoofdsgat is smal en de ''processus mastoidei'', de richels aan weerszijde, zijn dik en hoog. Dat zijn beide afgeleide kenmerken die afwijken van de basale toestand bij ''Australopithecus'' en de vroege soorten van ''Homo''. Er zijn echter ook twee opvallende basale kenmerken. Er bevindt zich een diepe kloof tussen de ''processus mastoideus'' en de kam op het [[tympanicum]] aan de zijde van het [[rotsbeen]]. Het tympanicum is een beenplaat aan de onderzijde van de schedel, bij het oor; tussen die plaat en de piramidevormige verhoging aan de binnenzijde van het kaakgewricht bevindt zich een verdieping. Beide kenmerken worden gedeeld met exemplaren van ''Homo erectus'' en vroege ''Homo'' maar ontbreken bij de moderne mens. Heel dit deel van de schedel is sterk geëvolueeerd bij mensachtigen en zeer complex gebouwd zodat het een belangrijke aanwijzing kan vormen voor de verwantschappen. Voornoemde piramide op de onderzijde van het rotsbeen lijkt ook sterk op die van ''H. erectus'' met een gladde cilindervorm als bij chimpansees en een ingesnoerd ''foramen lacerum'', een driehoekige doorboring van de onderzijde van de schedel. Het kaakgewricht is normaal gebouwd voor ''Homo sapiens''.

De richels op de slaap lopen opvallend ver naar achteren. Op de [[wandbeen]]deren ontbreken de beenringen van de ''tori angulares'', net als bij ''Homo erectus''. De wandbeenderen hebben geen gezamenlijke kiel.

==Fylogenie==
Australische onderzoekers werken op dit moment binnen de [[hypothese]] dat ''Homo floresiensis'' een [[dwergvorming|dwergvorm]] van ''H. erectus'' is. Dit zou ondersteund worden door het terugwijkende voorhoofd dat beiden gemeen hebben. De werktuigen die zijn aangetroffen zijn echter van het ''Homo sapiens''-type.{{Bron?||2010|05|28}} Sommige Indonesische onderzoekers, o.l.v. de emeritus hoogleraar paleoantropologie van de [[Universitas Gadjah Mada|Gadjah Mada Universiteit]], prof. [[Teuku Jacob]], geven mede daarom de voorkeur aan de hypothese dat de nieuwe vorm een [[ondersoort]] is van de moderne mens: ''Homo sapiens floresiensis''. Het is echter ook mogelijk dat de werktuigen die in associatie met ''Homo floresiensis'' gevonden zijn, niet door henzelf zijn vervaardigd, maar door anatomisch moderne mensen. Er zijn echter nog geen resten van moderne mensen gevonden in de oudere lagen waar de overblijfselen van ''Homo floresiensis'' zijn aangetroffen. Deze hypothese wordt tegengesproken door de vondsten van vergelijkbare typen werktuigen op Flores, die echter veel ouder zijn (850.000 jaar), uit een periode dat de moderne mens nog niet bestond. Dwergvorming op eilanden is een welbekend paleontologisch verschijnsel. Flores zelf herbergde in die tijd ook de dwergstegodont, een soort dwergolifant. Aan de andere kant bestond de levensgemeenschap tevens uit reusachtige [[Rattus|ratten]] en [[varanen]]. Ook dit is een in veel langdurig geïsoleerde eilandfauna's een bekend verschijnsel. Het opmerkelijkst is in dat geval dat ook het hersenvolume zou zijn afgenomen. De thans bekende schedels van ''H. erectus'' hebben een gemiddeld volume van ongeveer 980 cc. De gevonden schedel op Flores is slechts ongeveer 380 cc.

Wetenschappers nemen aan dat het succes van ''Homo sapiens'' als soort het einde betekende voor ''Homo floresiensis''. De moderne mens maakte er jacht op of heeft het leefgebied in bezit genomen. Anderen vermoeden dat de Flores-mens uitstierf door een [[eruptie|vulkaanuitbarsting]].


== Soort of ziekte? ==
== Soort of ziekte? ==
Regel 85: Regel 95:
== DNA-extractie ==
== DNA-extractie ==
Omstreeks 2006 probeerden twee teams DNA te extraheren uit een tand die in 2003 gevonden was.<ref>Het ene team kwam van het ''Australian Centre for Ancient DNA'' (ACAD) van de Universiteit van Adelaide en het andere bestond uit wetenschappers van het ''Max Planck Institute of Evolutionary Anthropology'' in Leipzig.</ref> Beide teams hebben geen succes gehad. Er is gesuggereerd dat dit gebeurde omdat de extractiepoging zich richtte op de [[dentine]] van de tand, terwijl nieuw onderzoek suggereert dat het tandcement hogere concentraties van DNA heeft. Ook kan de hitte die door de hoge snelheid van de boor werd gegenereerd, geleid hebben tot het denatureren van het DNA.<ref>{{en}}{{aut|Jones, Cheryl:}} [http://www.nature.com/news/2011/110105/full/news.2011.702.html ''Researchers to drill for hobbit history: Prospects of recovering ancient DNA from Homo floresiensis boosted by study on teeth.'']. In Nature News. 5 januari 2011. Doi:10.1038/news.2011.702. Bezocht 23 april 2012.</ref>
Omstreeks 2006 probeerden twee teams DNA te extraheren uit een tand die in 2003 gevonden was.<ref>Het ene team kwam van het ''Australian Centre for Ancient DNA'' (ACAD) van de Universiteit van Adelaide en het andere bestond uit wetenschappers van het ''Max Planck Institute of Evolutionary Anthropology'' in Leipzig.</ref> Beide teams hebben geen succes gehad. Er is gesuggereerd dat dit gebeurde omdat de extractiepoging zich richtte op de [[dentine]] van de tand, terwijl nieuw onderzoek suggereert dat het tandcement hogere concentraties van DNA heeft. Ook kan de hitte die door de hoge snelheid van de boor werd gegenereerd, geleid hebben tot het denatureren van het DNA.<ref>{{en}}{{aut|Jones, Cheryl:}} [http://www.nature.com/news/2011/110105/full/news.2011.702.html ''Researchers to drill for hobbit history: Prospects of recovering ancient DNA from Homo floresiensis boosted by study on teeth.'']. In Nature News. 5 januari 2011. Doi:10.1038/news.2011.702. Bezocht 23 april 2012.</ref>

==Levenswijze==
[[Bestand:Flores map.png|thumb|left|300px|{{Legenda|#FFFF00|Het eiland Flores is in geel aangegeven|border=#000 solid 1px}}]]
Tijdens de [[Glaciaal (tijdperk)|ijstijden]] was het [[zeeniveau]] maximaal 120 meter lager dan tegenwoordig. De meeste, maar niet alle, eilanden van wat nu de Indonesische [[archipel]] is, waren met elkaar verbonden. Mensen en dieren konden zich gewoon lopend verspreiden. Flores was echter ook toen al hoogstwaarschijnlijk een eiland.

Op het eiland vond [[Paleoantropologie|paleoantropologisch]] onderzoek plaats om te onderzoeken of er [[Vroeg-paleolithicum|Vroeg-paleolithische]] [[artefact (archeologie)|werktuigen]] waren aangetroffen van ''[[Homo erectus]]'' uit een periode dat Flores in ieder geval niet met het vasteland was verbonden. Dit zou erop kunnen duiden dat zij in staat waren om vlotten te bouwen. Gedurende de expeditie vond het team botten van een mensachtige. Nader onderzoek leerde dat het geen resten betrof van ''Homo erectus'', maar van een nog onbekende soort.

Op Flores kwamen en komen meerdere [[Endemie (biogeografie)|endemische]] zoogdieren voor zoals de dwergstegodont (een nu uitgestorven slurfdrager uit de familie der [[Stegodontidae]]), en de ratten ''[[Papagomys]]'', ''[[Paulamys]]'', ''[[Spelaeomys]]'', ''[[Komodomys]]'' en ''[[Hooijeromys]]''. Tevens zijn er in de grot waarin de Floresmens gevonden is, fossiele resten van diverse soorten vogels en [[Komodovaraan|komodovaranen]] aangetroffen.

==Kryptozoölogie==
De vondst heeft de discussie weer doen oplaaien over de [[cryptozoölogie|cryptozoölogische]] theorie dat er op [[Sumatra]] en andere Indonesische eilanden nog steeds een soortgelijke dwergmens zou bestaan: de zogenaamde ''[[Orang Pendek]]''. De meeste beschrijvingen die door inwoners van Sumatra over dit hypothetische wezen worden gegeven, duiden echter meer op een aapachtige.


{{Appendix|1=Bronnen en verwijzingen|2=
{{Appendix|1=Bronnen en verwijzingen|2=

Versie van 24 mrt 2021 19:26

Homo floresiensis
Fossiel voorkomen: Laat Pleistoceen
Schedel van de Floresmens
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Mammalia (Zoogdieren)
Orde:Primates (Primaten)
Familie:Hominidae (Mensachtigen)
Geslacht:Homo (Mensen)
Soort
Homo floresiensis
P. Brown et al., 2004
skelet
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Homo floresiensis op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Zoogdieren

De Floresmens (Homo floresiensis), is een in 2003 ontdekte uitgestorven mensensoort, waarvan aangenomen wordt dat hij leefde tot zo'n 50.000 jaar geleden. Acht skeletten, waarvan slechts één met schedel, zijn ontdekt in de kalksteengrot 'Liang Bua' op het Indonesische eiland Flores. Opmerkelijk is het postuur: deze mensensoort werd niet groter dan 1 meter. Door dit postuur kreeg het ook wel de bijnaam "Hobbit", naar de wezens uit het werk van J.R.R. Tolkien.[1] Er bestaat echter nog hevige onenigheid tussen wetenschappers of het hier een aparte soort betreft, of dat het slechts om abnormale individuen van vroege moderne mensen gaat.

Liang Bua-grot, Flores

Vondstomstandigheden en dateringen

De kalksteengrot Ling Bua ligt op vijfentwintig kilometer van de noordkust van het eiland Flores, op een hoogte van vijfhonderd meter en op de zuidelijke helling van de vallei van de rivier Wae Recang. In de Liang Bua was al in de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw drie keer gegraven door de Nederlandse pater-archeoloog Theo Verhoeven.[2] Na hem deed de Indonesiër Raden Soejono er in de jaren zeventig en tachtig opgravingen.

In 2003 meende een Australisch-Indonesisch team onder leiding van Thomas Sutikna dat er mischien resten te vinden waren die een datering zouden kunnen verschaffen voor de eerste kolonisering van Australië door de moderne mens. Die zou van het gebied van Flores uit de oversteek naar het continent gewaagd kunnen hebben. Onverwacht stuitte men op een geheel nieuw menstype. De eerste vondst op 2 september 2003, op 5,9 meter diepte in de grot, was een onvolledig skelet, inclusief schedel — hoewel deze bij de opgraving onherstelbaar beschadigd is: de vondst werd gedaan doordat een spade er doorheen stak —, specimen LB1.[3] De media besteedden onmiddellijk een enorme aandacht aan de ontdekking. Het was veruit de belangrijkste paleoantropologische vondst in Indonesië sinds de Nederlander Eugène Dubois een schedeldak, twee kiezen en twee dijbenen vond van de Javamens, die later Homo erectus zou worden genoemd.

In 2004 benoemden Peter Brown e.a. een nieuwe soort van het geslacht Homo: Homo floresiensis.[4] De soortaanduiding verwijst naar de herkomst uit Flores. Serieus schijnt de soortnaam Homo hobbitus te zijn overwogen, naar de kleine mensachtige wezens uit het werk van Tolkien; in de pers wordt de Floresmens vaak als een "hobbit" aangeduid. Het holotype is LB1, een gedeeltelijk skelet met schedel en onderkaken. Verder omvat het het rechterbeen. De armen ontbreken op de handen en voeten na. Van de overige botten zijn slechts fragmenten aanwezig. Het skelet is volgens de formele beschrijving in Nature "niet gefossiliseerd". Daarmee werd bedoeld dat het een subfossil was, dus bestaande uit niet versteende botten zonder mineralisering of bedekking door calciumcarbonaat. Die waren zo van vocht doortrokken dat ze in de open lucht gedroogd moesten worden om ze veilig te bergen. Het skelet is waarschijnlijk dat van een vrouwelijke volwassene van zo'n dertig jaar oud en circa 1 meter lang met een herseninhoud van circa 380 milliliter. Zij kreeg de bijnaam "dametje van Flores" of "Flo". Het skelet lag niet in verband maar de beenderen werden aangetroffen op een kleine oppervlakte van vijfhonderd vierkante centimeter. De ouderdom van de omringende aardlaag werd in eerste instantie met massaspectrometrie bepaald op 18 000 jaar. Thermoluminescentiedatering van vondsten in deze laag resulteerde in een ouderdom van 31 000 tot 39 000 jaar en 12 000 tot 16 000 jaar.

In het beschrijvende artikel werd maar een ander specimen aan de soort toegewezen: LB2, een derde onderste linkerpremolaar, dus een losse tand uit de linkeronderkaak. LB2 werd in een ander deel van de grot gevonden op 4,7 meter diepte. Van een stukje druipsteen boven de vondst is de ouderdom met massaspectrometrie en elektronspinresonantie bepaald op circa 37 000 jaar. Twintig centimeter onder de vondst werd een Dwergstegodont-kies gevonden. Hiervan werd de ouderdom bepaald met elektronspinresonantie op 74 000 jaar (+14 000, -12 000). Daarnaast werden er echter nog eens zes exemplaren aangetroffen.

De studie naar de beenderen werd vertraagd door een pijnlijke affaire. De botten zijn eigendom van de Indonesische staat, die uiteindelijk bepaalt wie er onderzoek aan mag verrichten. Begin december 2004 nam hoogleraar Teuku Jacob ze mee voor nadere bestudering. Op 23 februari 2005 keerden ze terug bij het onderzoeksinstituut tot de collectie waarvan ze behoren, het nationale onderzoekscentrum voor archeologie te Jakarta. Toen bleek dat twee dijbeenderen nog ontbraken en dat andere botten zwaar beschadigd waren, kennelijk ten gevolge van een amateuristische poging er afgietsels van te maken. Teuku Jacob verweerde zich door te stellen dat ze de averij tijdens het transport hadden opgelopen. De zaak beklemtoont het kwetsbare karakter van de vondsten.

De derde vondst is een (van de overige vondsten losstaand) onvolledig spaakbeen, opgegraven in een ander deel van de grot, waarvan de ouderdom bepaald is op 74 000-95 000 jaar. Ook dit spaakbeen zou toe kunnen behoren aan een mensachtige van circa 1 meter lang.

Later onderzoek bracht de jongste dateringen van deze fossielen in twijfel. De aardlagen waarop de datering was gebaseerd bleken niet dezelfde te zijn waarin de fossielen daadwerkelijk werden gevonden, maar een later afgezette laag. De ouderdom van de fossielen wordt nu op 100 000 tot 60 000 jaar geschat, terwijl werktuigen in de stijl die met de Floresmens wordt geassocieerd tussen 190 000 en 50 000 jaar geleden worden gevonden. Op basis van deze data komt het uitsterven van de Floresmens op ongeveer 50 000 jaar geleden te liggen, wat overeenkomt met de tijd dat de vroege moderne mens (Homo sapiens) in dit deel van de wereld verscheen.[5]

In 2014 is een fossiele kaak met tanden van de Floresmens gevonden die gedateerd is op 700 000 jaar geleden. [6]

Beschrijving

Grootte

LB1 heeft een geschatte lichaamslengte van 106 centimeter. Onder de mensachtigen hebben alleen exemplaren van Australopithecus afarensis aantoonbaar zo'n geringe lengte. Bij populaties moderne mensen zijn alleen kinderen zo klein. Uit de structuur van het skelet kan echter worden afgeleid dat het vrijwel zeker geen kind betreft, maar een volwassen individu.

De herseninhoud van 380 cc is even groot als die van een, vele malen zwaardere, chimpansee. De encefalisatiegraad is dus ongeveer die van een moderne mens. Vergeleken met de dijbeenlengte van achtentwintig centimeter is de verhouding lager dan bij alle andere bekende Homininae, dus mensachtigen, chaimpansees en grorilla's. De absolute herseninhoud valt sterk buiten de variatiebreedte van het geslacht Homo en net binnen de breedte van Australopithecus.

Onderscheidende kenmerken

De schedel van de Floresmens vergeleken met die van vroege mensachtigen

In 2004 werd een aantal onderscheidende kenmerken aangegeven. Dit waren geen strikt unieke eigenschappen ofwel autapomorfieën. Het was een ouderwetse "diagnose", een lijst typerende details van de bouw. Men begon natuurlijk met de kleine lichaamsomvang en verwees naar A. afarensis, waarbij de mogelijkheid vermeld werd dat H. floresiensis gemiddeld nog wat kleiner was. Meteen werd echter een fundamenteel verschil beklemtoond met Australopithecus of Paranthropus: het ontbreken van aanpassingen voor een extreem vermogen tot kauwen. Er is geen schedelkam, de achterste tanden zijn niet speciaal vergroot, de jukbeenderen steken niet sterk zijwaarts uit, de zone onder oogkas draait naar achteren en de prognatie, het naar voren uitsteken van de bovenkaken, is gering.

Ook verder verschilt de schedel in detail niet sterk van die van een moderne mens. De wenkbrauwwal vormt een welving boven iedere oogkas en niet een platte balk als bij de Javamens. Het schedeldak is dikker dan bij Australopithecus en heeft een kromming vergelijkbaar met H. erectus en H. sapiens. De piramide van het rotsbeen is glad, buisvormig en laag, zonder processus styloideus en zonder een kam bij de inkeping. De schedelbasis is gebogen. Wel vormen de tandkassen van de bovenste hoektanden uitstekende verticale zuilvormige juga die duidelijk van de neusopening gescheiden zijn.

De onderkaken vallen eveneens binnen de variatiebreedte van de moderne mens maar tonen bepaalde kenmerken die zeldzaam zijn. De derde premolaar, de onechte kies naast de hoektand, heeft een relatief groot kauwvlak en wortels die gevorkt zijn of een zogenaamde Tomes' root zijn: een enkelvoudige wortel, van de lipzijde bezien samengedrukt en met een verticale groeve aan de zijde van de hoektand, zodat een C-vormig dwarsprofiel ontstaat. Bij moderne mensen hebben maar een paar percent van de populaties zulke wortels. Ook de vierde premolaar heeft een Tomes' root. De eerste en tweede onderste kies hebben ongeveer dezelfde grootte. De opgaande tak, achteraan, van de onderkaak helt naar achteren. De tak heeft bovenaan een uitsteeksel, de processus coronoideus, en dat is hoger dan de condyle die in het kaakgewicht past. Het meest afwijkend is de symfyse waarin de beide onderkaken, zoals bij alle mensapen waaronder mensen, vooraan vastgegroeid zijn. Die mist namelijk een kin. Het vlak van de symfyse helt wel naar achter; de binnenwand helt naar beneden toe naar achteren en is versterkt door de boven elkaar liggende beenringen van de torus transversus superior en torus transversus inferior.

Ook de postcrania, de botten "achter" de schedel, tonen enkele eigenaardigheden. In het bekken is het darmbeen opvallend naar buiten gespreid. Bij het dijbeen is de nek lang in verhouding tot de diameter van de kop. De schacht heeft een ronde doorsnede en toont geen pilaster, de verticale verheffing naast de linea aspera. Het ontbreken van de pilaster is een basaal kenmerk: de pilaster is typisch aanwezig bij moderne mensen, ontbreekt bij Neanderthalers en is zwak ontwikkeld bij Homo erectus. De functie van de structuur is overigens onduidelijk. De onderste gewrichtsknobbels van het dijbeen maken een grote hoek met elkaar. Het scheenbeen is krom over de lange as gemeten met een ovale doorsnede van het midden van de schacht.

Skelet

De schedel is bij de ontdekking ernstig beschadigd. Het lukte wel dit cranium weer in elkaar te zetten maar de precieze verhoudingen zijn niet meer te bepalen, ook omdat de schedelnaden niet goed waarneembaar zijn. Dat maakt het onmogelijk om exacte waarden te bepalen voor de gebruikelijke craniometrische markeringspunten die een belangrijk deel vormen van paleoantropologische analyses van schedels.

Het schedeldak is lang en laag. Het meest opvallende kenmerk in vergelijking met Homo sapiens en Homo erectus is de bijzonder kleine hersenholte. Afgezien daarvan lijkt het profiel sterk op dat van Homo erectus — althans dat kan afgeleid worden uit de craniometrische waarden, die dus niet erg betrouwbaar zijn. Zo lijkt de grootste breedte van de schedel te liggen boven de kaakgewrichten, welke zones flink gezwollen zijn. Die breedte is ook vrij hoog ten opzichte van de hoogte. Van achteren bezien valt dat nog meer op: de schedel lijkt dan nog lager dan bij H. erectus. Een CAT-scan bevestigde dat ook de hersenen zo'n vorm gehad moeten hebben: afgeplat met brede slaapkwabben en gereduceerde parietaalkwabben. De schedelbasis is zeven tot elf graden meer gebogen dan bij Homo sapiens. Dat zou een uniek kenmerk kunnen zijn want bij basalere mensachtigen is de basis nog minder gebogen. Ondanks de kleine schedel is de dikte van het schedeldak in absolute zin even groot als die van Homo sapiens of Homo erectus. Het is die dikte die voor een groot deel verantwoordelijk is voor geringe herseninhoud. Mocht de Floresmens een dwergvorm zijn dan was de selectiedruk voor de handhaving van het beschermingsniveau dus kennelijk groter dan die voor het behoud van de herseninhoud.

Het achterhoofd is ook sterk gebogen, onder een hoek van 101°. Het bovenste schedeldak overhangt dat achterhoofd. Het achterhoofd vormt een lage verhoging die niet ver uitsteekt en weinig relief heeft. Het achterhoofdsgat is smal en de processus mastoidei, de richels aan weerszijde, zijn dik en hoog. Dat zijn beide afgeleide kenmerken die afwijken van de basale toestand bij Australopithecus en de vroege soorten van Homo. Er zijn echter ook twee opvallende basale kenmerken. Er bevindt zich een diepe kloof tussen de processus mastoideus en de kam op het tympanicum aan de zijde van het rotsbeen. Het tympanicum is een beenplaat aan de onderzijde van de schedel, bij het oor; tussen die plaat en de piramidevormige verhoging aan de binnenzijde van het kaakgewricht bevindt zich een verdieping. Beide kenmerken worden gedeeld met exemplaren van Homo erectus en vroege Homo maar ontbreken bij de moderne mens. Heel dit deel van de schedel is sterk geëvolueeerd bij mensachtigen en zeer complex gebouwd zodat het een belangrijke aanwijzing kan vormen voor de verwantschappen. Voornoemde piramide op de onderzijde van het rotsbeen lijkt ook sterk op die van H. erectus met een gladde cilindervorm als bij chimpansees en een ingesnoerd foramen lacerum, een driehoekige doorboring van de onderzijde van de schedel. Het kaakgewricht is normaal gebouwd voor Homo sapiens.

De richels op de slaap lopen opvallend ver naar achteren. Op de wandbeenderen ontbreken de beenringen van de tori angulares, net als bij Homo erectus. De wandbeenderen hebben geen gezamenlijke kiel.

Fylogenie

Australische onderzoekers werken op dit moment binnen de hypothese dat Homo floresiensis een dwergvorm van H. erectus is. Dit zou ondersteund worden door het terugwijkende voorhoofd dat beiden gemeen hebben. De werktuigen die zijn aangetroffen zijn echter van het Homo sapiens-type.[bron?] Sommige Indonesische onderzoekers, o.l.v. de emeritus hoogleraar paleoantropologie van de Gadjah Mada Universiteit, prof. Teuku Jacob, geven mede daarom de voorkeur aan de hypothese dat de nieuwe vorm een ondersoort is van de moderne mens: Homo sapiens floresiensis. Het is echter ook mogelijk dat de werktuigen die in associatie met Homo floresiensis gevonden zijn, niet door henzelf zijn vervaardigd, maar door anatomisch moderne mensen. Er zijn echter nog geen resten van moderne mensen gevonden in de oudere lagen waar de overblijfselen van Homo floresiensis zijn aangetroffen. Deze hypothese wordt tegengesproken door de vondsten van vergelijkbare typen werktuigen op Flores, die echter veel ouder zijn (850.000 jaar), uit een periode dat de moderne mens nog niet bestond. Dwergvorming op eilanden is een welbekend paleontologisch verschijnsel. Flores zelf herbergde in die tijd ook de dwergstegodont, een soort dwergolifant. Aan de andere kant bestond de levensgemeenschap tevens uit reusachtige ratten en varanen. Ook dit is een in veel langdurig geïsoleerde eilandfauna's een bekend verschijnsel. Het opmerkelijkst is in dat geval dat ook het hersenvolume zou zijn afgenomen. De thans bekende schedels van H. erectus hebben een gemiddeld volume van ongeveer 980 cc. De gevonden schedel op Flores is slechts ongeveer 380 cc.

Wetenschappers nemen aan dat het succes van Homo sapiens als soort het einde betekende voor Homo floresiensis. De moderne mens maakte er jacht op of heeft het leefgebied in bezit genomen. Anderen vermoeden dat de Flores-mens uitstierf door een vulkaanuitbarsting.

Soort of ziekte?

In maart 2005 zijn in het blad Science[7] de resultaten gepubliceerd van nader onderzoek van de hersenen van Homo floresiensis. De onderzoekers onder leiding van Dean Falk concluderen dat het inderdaad om een nieuwe soort gaat en niet om een moderne mens die leed aan microcefalie, waar een aantal andere wetenschappers van uitgaan.

In het meinummer van Science in 2006[8] levert een andere groep wetenschappers onder leiding van Robert Martin commentaar op dit eerdere artikel. Naast kritiek op de methode zoals door Falk en de zijnen gehanteerd, stellen zij op basis van de verhouding tussen herseninhoud en lichaamslengte dat het niet om een langs evolutionaire weg gekrompen versie van de Homo erectus kan gaan. Tevens vergeleek Martin de schedel met die van microcefalie-patiënten en trof daarbij treffende overeenkomsten aan. Hun conclusie is dat de floresmens geen aparte soort is maar 'gewoon' een moderne mens die aan microcefalie leed.

In hetzelfde nummer van Science reageert Falk[9] hier direct weer op. Allereerst stellen zij dat ze nooit gesteld hebben dat de Homo floresiensis een ondersoort van de Homo erectus is, maar dat het veel waarschijnlijker is dat deze van een Australopithecus-soort afstamt. Daarnaast noemen zij de uitwerking van de analyse, en dan met name de vergelijking van de floresschedel met die van microcefalie-patiënten, niet gedetailleerd genoeg. Falk blijft dan ook van mening dat het wel een aparte soort betreft.

De discussie werd door de Indonesische paleontoloog Teuku Jacob voortgezet in 'Proceedings of the National Academy of Sciences'. Een groep onderzoekers onder zijn leiding stelt dat tijdens het opgraven schade aan de schedels is ontstaan. Er worden drie argumenten aangedragen waarom de Floresmens geen aparte soort kan zijn:

  • Het eiland Flores zou te klein zijn om 800.000 jaar lang een geïsoleerde groep mensen onafgebroken te onderhouden.
  • Alle 94 beschreven kenmerken van de schedel vallen binnen de normale variatie van de moderne mens. De huidige vergelijkingen door voorstanders van de "nieuwe-soort-hypothese" zijn daarbij suggestief omdat ze de Floresmens vergelijken met West-Europeanen en niet met tegenwoordig op het eiland wonende Homo sapiens. De verschillen met die laatste groep zijn aanmerkelijk kleiner.
  • De botten en aanhechtingsplaatsen van de spieren zijn erg zwak en vertonen de kenmerken van een door ziekte geplaagde moderne mens. Het is dan ook waarschijnlijk dat een ziekte verantwoordelijk is voor de afwijkende kenmerken. Mogelijk speelt het syndroom van Laron, een vorm van dwerggroei, hierbij een rol.[10]

In het voorjaar van 2009 werd door het team van Dean Falk een nieuwe stap gezet in de discussie omtrent soort versus ziekte. Met behulp van CT-röntgentechniek werd een virtueel model van de hersenvormen gemaakt. Hieruit kwam naar voren dat het brein van de Floresmens een relatief grote frontale cortex had, waarbij de hersenen een grote reorganisatie hebben doorgemaakt wat zou kunnen verklaren waarom de Floresmens ondanks zijn kleine hersenvolume, toch modern gedrag kon vertonen.[11]

In 2014 werd door een groep onderzoekers de hypothese verdedigd dat de fossielen afkomstig zouden zijn van een moderne mens met het downsyndroom. De grootte van de herseninhoud (ca. 400 cc), de dikte van de schedel van de fossielen en de morfologie van de fossiele mandibula zijn echter volgens andere wetenschappers tegenstrijdig met deze stelling.[10][12][13][14]

Pygmee-fenotype

Het is mogelijk dat een Homo erectus zich tot een dwergvorm kon ontwikkelen. De anatomisch moderne mens heeft dit bewezen. Een 'pygmee'-fenotype is zelfstandig geëvolueerd in verschillende Afrikaanse, Zuidoost-Aziatische en Zuid-Amerikaanse menselijke populaties.[15][16] Het is ook gedocumenteerd in uitgestorven H. sapiens-populaties van Pacifische eilanden.[17]

DNA-extractie

Omstreeks 2006 probeerden twee teams DNA te extraheren uit een tand die in 2003 gevonden was.[18] Beide teams hebben geen succes gehad. Er is gesuggereerd dat dit gebeurde omdat de extractiepoging zich richtte op de dentine van de tand, terwijl nieuw onderzoek suggereert dat het tandcement hogere concentraties van DNA heeft. Ook kan de hitte die door de hoge snelheid van de boor werd gegenereerd, geleid hebben tot het denatureren van het DNA.[19]

Levenswijze

 Het eiland Flores is in geel aangegeven

Tijdens de ijstijden was het zeeniveau maximaal 120 meter lager dan tegenwoordig. De meeste, maar niet alle, eilanden van wat nu de Indonesische archipel is, waren met elkaar verbonden. Mensen en dieren konden zich gewoon lopend verspreiden. Flores was echter ook toen al hoogstwaarschijnlijk een eiland.

Op het eiland vond paleoantropologisch onderzoek plaats om te onderzoeken of er Vroeg-paleolithische werktuigen waren aangetroffen van Homo erectus uit een periode dat Flores in ieder geval niet met het vasteland was verbonden. Dit zou erop kunnen duiden dat zij in staat waren om vlotten te bouwen. Gedurende de expeditie vond het team botten van een mensachtige. Nader onderzoek leerde dat het geen resten betrof van Homo erectus, maar van een nog onbekende soort.

Op Flores kwamen en komen meerdere endemische zoogdieren voor zoals de dwergstegodont (een nu uitgestorven slurfdrager uit de familie der Stegodontidae), en de ratten Papagomys, Paulamys, Spelaeomys, Komodomys en Hooijeromys. Tevens zijn er in de grot waarin de Floresmens gevonden is, fossiele resten van diverse soorten vogels en komodovaranen aangetroffen.

Kryptozoölogie

De vondst heeft de discussie weer doen oplaaien over de cryptozoölogische theorie dat er op Sumatra en andere Indonesische eilanden nog steeds een soortgelijke dwergmens zou bestaan: de zogenaamde Orang Pendek. De meeste beschrijvingen die door inwoners van Sumatra over dit hypothetische wezen worden gegeven, duiden echter meer op een aapachtige.

Voorlopers en oude verwanten van de mens
Fossiel voorkomen Geslacht Soorten
7 - 4,4 Ma Sahelanthropus Sahelanthropus tchadensis
Orrorin Orrorin tugenensis
Ardipithecus Ardipithecus ramidus · Ardipithecus kadabba
4,3 - 2 Ma Australopithecus A. anamensis · A. afarensis · A. bahrelghazali · A. africanus · A. garhi · A. sediba
3,5 Ma Kenyanthropus Kenyanthropus platyops
2,5 - 1 Ma Paranthropus P. aethiopicus · P. boisei · P. robustus
tot heden Homo H. antecessor · H. cepranensis · H. denisova · Homo erectus (Javamens · Pekingmens) · H. ergaster · H. floresiensis · H. gautengensis · H. georgicus · H. habilis · H. heidelbergensis · H. helmei · H. neanderthalensis · H. rhodesiensis · H. rudolfensis · Homo sapiens (H. s. idaltu · Cro-magnonmens · Red Deer Cave-mensen)