Spookrijden: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
22 (onbereikbare) link(s) aangepast en 0 gemarkeerd als onbereikbaar) #IABot (v2.0.8.2
→‎Woordgebruik: Juiste archieflink
Regel 60: Regel 60:
Enkele van de andere betekenissen zijn ouder dan de gangbare: de [[Horrorfilm|griezelfilm]] ''De spookrijder'' (''The Ghost Rider'', over een paardrijdende geestesverschijning) draaide van 1962 tot 1970 in de Nederlandse bioscopen.<ref>{{Citeer web|url=https://www.delpher.nl/nl/kranten/view?coll=ddd&identifier=ddd:010953977:mpeg21:p009|titel=Spookrijders|bezochtdatum=2021-06-14|datum=1962-10-26|werk=[[Het Vrije Volk|Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad]]|uitgever=[[Delpher]]|pagina's=p. 9|taal=|archiefdatum=2021-06-24|archiefurl=https://web.archive.org/web/20210624200929/https://www.delpher.nl/nl/kranten/view?coll=ddd&identifier=ddd:010953977:mpeg21:p009|dodeurl=no}}</ref> In 1969 gebruikte [[Het Parool]] de term voor het onaangepast rijden bij mist, vooral het voeren van te weinig verlichting.<ref>{{Citeer web|url=https://www.delpher.nl/nl/kranten/view?coll=ddd&identifier=ABCDDD:010838361:mpeg21:p023|titel=En men blijft maar hachelijk SPOOKRIJDEN IN DE MIST|bezochtdatum=2021-06-14|achternaam=Woudsma|voornaam=Gosse|datum=1969-03-08|werk=[[Het Parool]]|uitgever=[[Delpher]]|taal=|archiefdatum=2021-06-14|archiefurl=https://web.archive.org/web/20210614185607/https://www.delpher.nl/nl/kranten/view?coll=ddd&identifier=ABCDDD:010838361:mpeg21:p023|dodeurl=no}}</ref> In 2009 werd de [[Servië|Servisch]]-[[Hongarije|Hongaars]]-[[Bulgarije|Bulgaarse]] film ''The Belgrade Phantom'' onder de titel [[De spookrijder]] uitgezonden op de Nederlandse tv. Hierin ontwijkt een wegpiraat aalglad de politie.
Enkele van de andere betekenissen zijn ouder dan de gangbare: de [[Horrorfilm|griezelfilm]] ''De spookrijder'' (''The Ghost Rider'', over een paardrijdende geestesverschijning) draaide van 1962 tot 1970 in de Nederlandse bioscopen.<ref>{{Citeer web|url=https://www.delpher.nl/nl/kranten/view?coll=ddd&identifier=ddd:010953977:mpeg21:p009|titel=Spookrijders|bezochtdatum=2021-06-14|datum=1962-10-26|werk=[[Het Vrije Volk|Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad]]|uitgever=[[Delpher]]|pagina's=p. 9|taal=|archiefdatum=2021-06-24|archiefurl=https://web.archive.org/web/20210624200929/https://www.delpher.nl/nl/kranten/view?coll=ddd&identifier=ddd:010953977:mpeg21:p009|dodeurl=no}}</ref> In 1969 gebruikte [[Het Parool]] de term voor het onaangepast rijden bij mist, vooral het voeren van te weinig verlichting.<ref>{{Citeer web|url=https://www.delpher.nl/nl/kranten/view?coll=ddd&identifier=ABCDDD:010838361:mpeg21:p023|titel=En men blijft maar hachelijk SPOOKRIJDEN IN DE MIST|bezochtdatum=2021-06-14|achternaam=Woudsma|voornaam=Gosse|datum=1969-03-08|werk=[[Het Parool]]|uitgever=[[Delpher]]|taal=|archiefdatum=2021-06-14|archiefurl=https://web.archive.org/web/20210614185607/https://www.delpher.nl/nl/kranten/view?coll=ddd&identifier=ABCDDD:010838361:mpeg21:p023|dodeurl=no}}</ref> In 2009 werd de [[Servië|Servisch]]-[[Hongarije|Hongaars]]-[[Bulgarije|Bulgaarse]] film ''The Belgrade Phantom'' onder de titel [[De spookrijder]] uitgezonden op de Nederlandse tv. Hierin ontwijkt een wegpiraat aalglad de politie.


Een ander aspect van het woordgebruik is de vervoeging: het werkwoord spookrijden heeft een [[onvolledige vervoeging]]: hoewel de [[Voltooid deelwoord (Nederlands)|voltooide vormen]] ''spookgereden'' en ''gespookrijd'' soms opduiken, worden vervoegingen afgeraden of niet erkend door taaladviseurs.<ref>{{Citeer web|url=https://www.ikhebeenvraag.be/vraag/7303/Wat-is-de-verleden-tijd-van-spookrijden|titel=Wat is de verleden tijd van spookrijden? - Ik heb een vraag (2021)|bezochtdatum=2021-10-31|achternaam=Sandra|voornaam=Dominiek|auteurlink=Dominiek Sandra|datum=2009-01|werk=www.ikhebeenvraag.be|uitgever=[[Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen]]|archiefdatum=2021-10-31|archiefurl=https://web.archive.org/web/20211031190911/https://www.ikhebeenvraag.be/vraag/7303/Wat-is-de-verleden-tijd-van-spookrijden|dodeurl=no}}</ref><ref>{{Citeer web|url=https://taaladvies.net/werkwoorden-met-een-zwakke-en-een-sterke-vervoeging-algemeen/|titel=Werkwoorden met een zwakke en een sterke vervoeging (algemeen) - Taaladvies.net|bezochtdatum=2021-10-31|werk=taaladvies.net|archiefdatum=2021-10-31|archiefurl=https://web.archive.org/web/20211031190911/https://taaladvies.net/werkwoorden-met-een-zwakke-en-een-sterke-vervoeging-algemeen/|dodeurl=no}}</ref><ref>{{Citeer web|url=https://woordenlijst.org/#/?q=spookrijden|titel=woordenlijst|bezochtdatum=2021-10-31|werk=woordenlijst.org|uitgever=[[Taalunie]]|archiefdatum=2020-01-05|archiefurl=https://archive.today/20200105051815/https://woordenlijst.org/%23/?q=tabernakel#/?q=spookrijden|dodeurl=no}}</ref>
Een ander aspect van het woordgebruik is de vervoeging: het werkwoord spookrijden heeft een [[onvolledige vervoeging]]: hoewel de [[Voltooid deelwoord (Nederlands)|voltooide vormen]] ''spookgereden'' en ''gespookrijd'' soms opduiken, worden deze vervoegingen afgeraden of niet erkend door taaladviseurs.<ref>{{Citeer web|url=https://www.ikhebeenvraag.be/vraag/7303/Wat-is-de-verleden-tijd-van-spookrijden|titel=Wat is de verleden tijd van spookrijden? - Ik heb een vraag (2021)|bezochtdatum=2021-10-31|achternaam=Sandra|voornaam=Dominiek|auteurlink=Dominiek Sandra|datum=2009-01|werk=www.ikhebeenvraag.be|uitgever=[[Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen]]|archiefdatum=2021-10-31|archiefurl=https://web.archive.org/web/20211031190911/https://www.ikhebeenvraag.be/vraag/7303/Wat-is-de-verleden-tijd-van-spookrijden|dodeurl=no}}</ref><ref>{{Citeer web|url=https://taaladvies.net/werkwoorden-met-een-zwakke-en-een-sterke-vervoeging-algemeen/|titel=Werkwoorden met een zwakke en een sterke vervoeging (algemeen) - Taaladvies.net|bezochtdatum=2021-10-31|werk=taaladvies.net|archiefdatum=2021-10-31|archiefurl=https://web.archive.org/web/20211031190911/https://taaladvies.net/werkwoorden-met-een-zwakke-en-een-sterke-vervoeging-algemeen/|dodeurl=no}}</ref><ref>{{Citeer web|url=https://woordenlijst.org/#/?q=spookrijden|titel=woordenlijst|bezochtdatum=2021-10-31|werk=woordenlijst.org|uitgever=[[Taalunie]]|archiefdatum=2020-01-05|archiefurl=https://archive.ph/https://woordenlijst.org/%23/?q=spookrijden|dodeurl=no}}</ref>


== Bronnen en opmerkingen ==
== Bronnen en opmerkingen ==

Versie van 5 nov 2021 16:48

De donkere auto die de rode net voorbijgereden is, is een spookrijder.
Waarschuwingsborden: Ga terug!

Spookrijden is het rijden tegen de normale richting van het verkeer in, met name op wegen met gescheiden rijbanen.

Veel spookrijders komen op de verkeerde rijbaan terecht door een afrit als oprit te gebruiken, maar ongeveer de helft van de gevallen betreft mensen die omkeren op de snelweg, hetzij rechtstreeks, hetzij via een parkeerplaats of tankstation, soms om te ontkomen aan een file.[1][2] Meestal corrigeert de spookrijder zijn gedrag tijdig. Persoonlijke factoren die bijdragen aan spookrijden zijn het gebruik van geneesmiddelen, alcohol of drugs. Ook de leeftijd speelt een rol: spookrijden komt meer voor bij jonge en oude bestuurders. Uitwendige omstandigheden bij onbedoeld spookrijden zijn: donkerheid en schemering, onbekendheid met de weg, onduidelijke bewegwijzering en bebording en een slecht wegontwerp.

Aantallen

In Nederland ontvangt Verkeerscentrum Nederland per jaar 75 keer een serieuze melding van een spookrijder. In de periode 1998 tot en met 2003 vielen er door spookrijden in Nederland gemiddeld twee doden per jaar, wat neerkomt op circa 2% van het totaal aantal verkeersdoden op autosnelwegen per jaar. Dat is relatief weinig, doordat spookrijden zeldzaam is.

Onder ongunstige omstandigheden kan spookrijden veel vaker voorkomen, bijvoorbeeld door een slecht wegontwerp; zie het kopje Preventie. In de eerste helft van 1978 werden er in de toenmalige Bondsrepubliek Duitsland bijna 700 spookrijders geregistreerd, maar het werkelijke aantal moet hoger zijn geweest. Die 700 gevallen leidden in dat halve jaar tot 47 ernstige ongelukken, met 10 doden, 7 zwaargewonden en 28 lichtgewonden.[3]

In de jaren zeventig was er in Nederland sprake van enkele honderden gevallen per jaar. Ook toen al constateerde men, dat het fenomeen weliswaar angstwekkend is, maar in absolute aantallen niet extreem veel slachtoffers eist.[4]

Typering spookrijders

Verkeersdeskundigen onderscheiden onbewuste, halfbewuste en bewuste spookrijders. Mensen in de eerste groep hebben geen idee dat ze iets verkeerd doen. De tweede groep schat de situatie of de gevaren verkeerd in, ze hebben bijvoorbeeld niet in de gaten dat de weg een autosnelweg is. De derde groep, de bewuste spookrijders, omvat enerzijds mensen die een afslag gemist hebben en een stukje terug willen en anderzijds mensen die stoer willen doen, een weddenschap afgesloten hebben of suïcidaal zijn.

Blijkens Duitse gegevens uit 1978 was daar 21% van de spookrijders geestelijk in de war, 50% gedesoriënteerd, bijvoorbeeld door het missen van een afrit, 9% noemde problemen met de bewegwijzering, en 8% keerde om een file te ontlopen.[3] Onduidelijk is echter of de getallen betrekking hebben op één hoofdoorzaak, of dat er meerdere genoemd konden worden. Ook is de verdeling minstens deels gebaseerd op zelfrapportage, wat een bron van onzekerheid inbrengt.

De meeste spookritten duurden minder dan een halve kilometer, maar bij Hamburg kon de politie een man die gedronken had pas na zestig kilometer stoppen, door de banden lek te schieten.[3]

De grootste groep van weggebruikers is 25 tot 50 jaar oud en uit die groep komen de meeste spookrijders. Echter, relatief komt spookrijden het meest voor bij jonge bestuurders, van 18 tot 25, en bij ouderen, de 65-plussers.

Preventie

Preventie begint al voor de aanleg van de snelweg, vooral bij het vormgeven van de aansluiting van afritten. Het belang hiervan bleek bijvoorbeeld in Duitsland, waar men al vroeg in de twintigste eeuw begon met de aanleg van snelwegen. Bij veel van de oudere snelwegen leken de afritten sterk op de opritten en sloten ze met een vrij scherpe bocht aan op de snelweg, zodat bestuurders weinig gelegenheid hadden om zich op het overige verkeer te oriënteren. Voor huidige begrippen waren de in- en uitvoegstroken bovendien erg kort. Spookrijden kwam door die opstapeling van moeilijkheden relatief veel voor, ondanks een vuistregel van de ADAC: opritten hadden in Duitsland altijd een bocht naar rechts.[5]

Om spookrijden te voorkomen, staat in Nederland meestal aan weerszijden van een afrit bord C2 (eenrichtingsweg) met het onderbord "Ga terug". Het kan na honderd meter herhaald worden.[6] Ook staan er op elke afrit drie à vier pijlen in de rijrichting,[1] zodat een spookrijder tegen de pijlen in rijdt. De pijlen zijn strikt daarvoor bedoeld, de gewone weggebruiker moet ze niet als voorsorteerpijlen beschouwen: ze wijzen immers rechtdoor, ook als het verkeer na de afrit moet afslaan.

Borden met teksten als Wrong way Go back (Verkeerde richting Ga terug) waren in de Verenigde Staten al in de jaren zeventig in gebruik. In Nederland kwamen ze later.[4]

In Nederlandse verkeerstunnels van 500 meter en langer is een detectiesysteem voor spookrijders standaard.[7] In dat geval wordt via de rijstrooksignalering de rijstrook bij de middenberm afgekruist tot voorbij de eerstvolgende verkeerslichten (gerekend in de normale rijrichting). Zo mogelijk wordt de tunnel afgesloten.[8]

Als uit incidenten blijkt dat de normale preventie niet volstaat, wordt soms het hele wegontwerp veranderd, bijvoorbeeld door de aanleg van een rotonde, of door een doorsteek van de afrit naar de oprit, zoals op de A30 bij Ede.[1][Opm. 1]

In Nederland bestonden in de jaren zeventig nog gecombineerde op- en afritten, zoals blijkt uit een tekening van Autokampioen.[4] De autojournalist Sicco de Jong gaf de suggestie die te voorzien van een middenberm en noemde daarnaast haalbare en minder haalbare suggesties om spookrijden te voorkomen, onder andere uit Europese autotijdschriften. Tot de voorstellen behoorden: een boog over de afrit met daaraan een eenrichtingverkeersbord, andere wegdekkleuren voor afritten dan voor opritten, slagbomen bij afritten, en een 'bandenkerver', om de banden van verkeerd rijdende auto's door te snijden.[4]

Melding en afhandeling

In Oostenrijk verschijnt dit teken op een elektronisch bord als er een spookrijder gesignaleerd is. Het bord zou een Europese standaard kunnen worden.

Meldingen van spookrijden worden in Nederland behandeld door Verkeerscentrum Nederland. Ze komen gewoonlijk binnen via alarmnummer 112, waar de medewerkers zijn getraind om meldingen door weggebruikers met het woord spook rechtstreeks door te schakelen naar het Verkeerscentrum. Dat centrum ondervraagt de melder over plaats en rijrichting van de spookrijder; dit gebeurt aan de hand van een uitvraagprotocol. Die informatie wordt doorgegeven aan de ANWB, die dan radio-uitzendingen onderbreekt voor de melding. De weggebruikers krijgen dan van de verkeersdienst het advies uiterst rechts te houden, niet in te halen en de spookrijder met lichtsignalen te waarschuwen.

Verder wordt een weginspecteur op pad gestuurd. Die rijdt onder begeleiding van het Verkeerscentrum de spookrijder tegemoet, met het normale verkeer mee, en waarschuwt de weggebruikers met alle mogelijke middelen, zoals zwaailichten en armgebaren.[1]

Ook in België wordt de normale uitzending onderbroken voor de weggebruikers op het wegvak waar de spookrijder is gesignaleerd. In Duitsland gebeurde dat al in de jaren zeventig,[3] toen daar in Nederland nog geen sprake van was.

Straffen

Wie in Nederland spookrijdt op een snelweg en niet ontoerekeningsvatbaar is, zal geen gewone boete krijgen, maar een dagvaarding. Hij zal zich voor de strafrechter moeten verantwoorden, waarbij de officier van justitie volgens de geldende richtlijnen ten minste een boete van 620 euro en twee maanden ontzegging van de rijbevoegdheid zal eisen.[9][Opm. 2] Tevens wordt het rijbewijs ingevorderd voor een artikel 130-procedure.[10] Wanneer ook sprake is van alcoholgebruik of een ongeluk zal deze eis snel oplopen en zal men op vrijheidsstraffen en ontzegging van de rijbevoegdheid kunnen rekenen.

Opzet

Opzet tot gevaarzettend handelen (het in gevaar brengen van medeweggebruikers) bij spookrijden is lastig te bewijzen, mede omdat tot de delictomschrijving behoort dat de dader de aanmerkelijke kans op letsel of overlijden ten tijde van de gedraging bewust heeft aanvaard (op de koop toe heeft genomen).[11]

Uit 2006 stamt het spookrijder-arrest, waarin dit wel bewezen werd geacht. In dit arrest oordeelde de Nederlandse Hoge Raad dat het Gerechtshof 's-Hertogenbosch niet onredelijk handelde door een automobilist te veroordelen wegens voorwaardelijk opzet op de dood van weggebruikers. Toen de politie de man na een snelkraak in de vroege ochtend tot stoppen wilde dwingen, rondde hij vanuit Horst een rotonde in de verkeerde richting en reed naar de A73. Daar reed hij spookrijdend met honderd kilometer per uur over de vluchtstrook, maar zwenkte juist naar de rijbaan als daar tegenliggers waren, zodat die levensgevaarlijke manoeuvres moesten uithalen. De politie die hem over de vluchtstrook achtervolgde, kon hem aanhouden toen zijn bestelbus na enkele kilometers kantelde.

Naast het verkeersgedrag nam de rechter ook de verklaring van de man in overweging: ‘Dat was toch maar even flink kicken om zo op auto’s in te rijden’.[11] Ook zonder zo'n verklaring is voorwaardelijk opzet op de dood echter te bewijzen, zoals bij iemand die, eveneens op de A73, nog harder en met gedoofde lichten tegen het verkeer in reed. In weer een andere zaak, bekend door het Porsche-arrest, ging het om levensgevaarlijk inhalen waarbij een ongeluk met meerdere doden plaatsvond. Opzet werd hier niet bewezen geacht, omdat de Porscherijder tevoren herhaaldelijk op het laatste moment teruggekeerd was naar zijn rijbaan.[11]

Feitcodes

Het in dit artikel beschreven spookrijden heeft bij het Nederlandse Openbaar Ministerie feitcode R 302. De omschrijving spookrijden is In Nederland ook gebruikt bij het rijden op een afgesloten deel van een autoweg of autosnelweg (feitcode R 551 a en R 551 aa, afhankelijk van het voertuig).[12]

Woordgebruik

Door de uiteenlopende connotaties van het woord spook is de term spookrijder op verschillende manieren gebruikt. Hierboven, onder het kopje Feitcodes, werd er al een genoemd. In de betekenis 'tegen het verkeer in rijden' is de term volgens Etymologiebank geattesteerd in 1979, toen de politicus en bestuurder Anne Vondeling omkwam bij een botsing met een spookrijder.[13] Echter gebruikte de Stem de term al in mei 1978;[5] Trouw en De Telegraaf volgden eind 1978.[3][4] Deze kranten gaan in op de situatie in Duitsland en twee auteurs noemden de term Geisterfahrer. De tekst in de Telegraaf hint op een leenvertaling: De Duitsers hebben deze mensen, die andere weggebruikers de schrik van hun leven bezorgen, al een speciale naam gegeven: de Geisterfahrer, de spookrijders.[3]

Enkele van de andere betekenissen zijn ouder dan de gangbare: de griezelfilm De spookrijder (The Ghost Rider, over een paardrijdende geestesverschijning) draaide van 1962 tot 1970 in de Nederlandse bioscopen.[14] In 1969 gebruikte Het Parool de term voor het onaangepast rijden bij mist, vooral het voeren van te weinig verlichting.[15] In 2009 werd de Servisch-Hongaars-Bulgaarse film The Belgrade Phantom onder de titel De spookrijder uitgezonden op de Nederlandse tv. Hierin ontwijkt een wegpiraat aalglad de politie.

Een ander aspect van het woordgebruik is de vervoeging: het werkwoord spookrijden heeft een onvolledige vervoeging: hoewel de voltooide vormen spookgereden en gespookrijd soms opduiken, worden deze vervoegingen afgeraden of niet erkend door taaladviseurs.[16][17][18]

Bronnen en opmerkingen