Turfschip van Breda

Beluister (info)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Jcb (overleg | bijdragen) op 24 apr 2008 om 19:04. (+ogg)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Sjabloon:Gevechten Tachtigjarige Oorlog

Een prent van Jan Luyken waarop het lossen van het schip aan de noordzijde van het kasteel te zien is.

De list met het Turfschip van Breda is één van de bekendste voorvallen uit de Tachtigjarige Oorlog. Het leidde tot de inname van Breda op 4 maart 1590 en was niet alleen een militaire, maar vooral ook morele overwinning voor de troepen van prins Maurits.

In 1568 waren de Nederlanden in opstand gekomen tegen het schrikbewind van de hertog van Alva. Dit leidde in 1581 tot de formele onafhankelijkheidsverklaring (zie Plakkaat van Verlatinghe) en in 1587 tot de stichting van de Republiek der Verenigde Nederlanden.

Als reactie begonnen de Spanjaarden met een offensief. Onder meer Breda werd vrijwel direct ingenomen (zie Beleg van Breda (1581)). Na de moord op Willem van Oranje in 1584 leek het een kwestie van tijd voordat de opstand onderdrukt zou zijn. De 18-jarige prins Maurits nam het commando over de troepen over, maar het leger van de prins was militair te zwak om de stad Breda te heroveren. Echter hadden de Spanjaarden na de vernietiging van de Spaanse Armada een dermate tegenslag opgelopen, dat zich voor Maurits nieuwe mogelijkheden openstelden.

De list

In februari 1590 werd prins Maurits benaderd door de schipper Adriaen van Bergen uit Leur. Hij had een plan om de stad in te nemen: als schipper vervoerde hij regelmatig turf naar het Kasteel van Breda, waar de Spaanse troepen gelegerd waren. Omdat hij zo vaak kwam, werd zijn schip niet meer gecontroleerd. Hij zou op deze manier een leger het kasteel binnen kunnen smokkelen. Dit naar het idee van het Paard van Troje.

Prins Maurits zag wel wat in het idee en liet Johan van Oldenbarnevelt de details rondom de uitvoering regelen. Van Oldenbarnevelt benoemde Charles de Héraugière tot bevelhebber.

Op 25 februari 1590 stond De Héraugière samen met 75 man klaar om ingescheept te worden. Adriaen van Bergen had zich echter verslapen en kwam veel te laat opdagen. Besloten werd de volgende dag een nieuwe poging te wagen. Ditmaal zag Adriaen van Bergen de operatie niet meer zitten en trok zich terug. Twee neven waren echter bereid om de taak over te nemen en de manschappen scheepten in.

Aanvankelijk verliep de operatie met enkele forse tegenslagen. Door het barre weer duurde het ruim twee dagen voordat Breda bereikt werd. Al die tijd zaten de soldaten in de kou te wachten. Pas op 3 maart 's avonds laat werden de grachten van Breda binnengevaren. Het schip werd door Adriaen van Bergen naar de waterpoort van het Kasteel geloodst. Eenmaal binnen Breda dreigde een ramp: bij een botsing raakte het schip lek en slechts door keihard te pompen werd voorkomen dat het schip zonk.

Rond middernacht kwamen de soldaten tevoorschijn uit het ruim. De bezetters van het kasteel werden compleet overrompeld. Ondanks dat ze vijf maal meer mannen hadden, vluchtten de bezetters weg of werden ze gevangen genomen. Andere lezingen van het verhaal zeggen dat het kasteel van Breda op dat moment een minimale bezetting had, omdat de Spanjaarden in de stad carnaval vierden. Op 4 maart trok prins Maurits Breda binnen, waarna de bezetters zich definitief overgaven. De Spanjaarden probeerden direct de stad weer te heroveren, maar door kordaat ingrijpen van Van Oldenbarnevelt, die de stad direct liet bevoorraden, werd dat voorkomen.

De inname van Breda vestigde definitief Maurits' reputatie als krijgsheer. De Staten-Generaal besloten meer geld voor het leger ter beschikking te stellen, waardoor er in de volgende jaren meer successen zouden volgen.

Door G. van Bijlaar in 1590 gegoten zilveren penning op het succes van het turfschip, uitgevoerd met aangesoldeerde stekelvarkenrand en draagoog, waardoor de penning dus met vertoon gedragen kon worden. De penning heeft als ingegraveerde initialen N en I.

Zie ook