Goud, wierook en mirre

Goud, wierook en mirre zijn, volgens het Evangelie volgens Matteüs, de geschenken die de jonge Jezus door de Wijzen uit het Oosten kreeg aangeboden.

Over de vraag waarom juist deze geschenken werden aangeboden, bestaat onder deskundigen geen overeenstemming. Als God de Wijzen stuurde met hun giften, was dat omdat er in een droom werd verteld aan Jozef en Maria om te vluchten met Jezus. De bron van hun inkomsten moesten ze achterlaten, zo voorzag God in al hun noden.

De eenvoudigste verklaring, die bijvoorbeeld door de samenstellers van de Statenvertaling wordt gegeven, is dat goud, wierook en mirre de kostbaarste geschenken waren die destijds in Arabië ('het Oosten') te vinden waren.

Anderen schrijven aan de geschenken ook symbolische waarde toe: goud zou Jezus' aardse koningschap symboliseren; wierook symboliseert de goddelijkheid van Jezus en mirre staat voor zijn status van Gezalfde/Messias. (De zalving vond plaats met nardusmirre.)

In een ludiekere verklaring staat de mirre ook wel symbool voor kerstcadeautjes waar je niet om hebt gevraagd en waarvan je geen idee hebt wat je ermee moet.

Overigens menen sommige onderzoekers dat de Wijzen geen goud, wierook en mirre meenamen maar balsem, wierook en mirre. Dat komt doordat de woorden goud en balsem in het Arabisch dezelfde schrijfwijze kennen: dhb. Dit past ook beter in het rijtje; het zijn dan alle plantaardige producten van toch aanzienlijke waarde (in die tijd).