Filipijnen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Magalhães (overleg | bijdragen) op 24 jun 2010 om 16:34. (→‎Samenleving)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Republika ng Pilipinas
Republic of the Philippines
[[Bestand:|266px|Kaart]]
Basisgegevens
Officiële landstaal Filipijns, Engels
Hoofdstad Manilla
Regeringsvorm republiek
Staatshoofd Gloria Macapagal-Arroyo
Religie rooms-katholiek
Oppervlakte 300.000 km²[1] (0,6% water)
Inwoners 100.981.437 (2015)[2]
(291,9/km²)
Overige
Volkslied Lupang Hinirang (Uitverkoren land)
Munteenheid Filipijnse peso (PHP)
UTC +8
Nationale feestdag 12 juni, Onafhankelijkheidsdag
Web | Code | Tel. .ph | PHI | 63
Voorgaande staten
Gemenebest van de Filipijnen Gemenebest van de Filipijnen 1946
Detailkaart
[[Bestand:Kaart (bron: seav.|266px|Kaart van Filipijnen]]
Portaal  Portaalicoon   Filipijnen
Portaal  Portaalpictogram  Landen & Volken

De Filipijnen (of Filippijnen)[3] zijn een republiek in Zuidoost-Azië. De archipel bestaat uit 7107 eilanden, waarvan de grootste twee Luzon en Mindanao zijn. Deze beide eilanden beslaan samen zo'n twee derde van de oppervlakte van het land, dat met ongeveer 300.000 km² ruim 7 maal zo groot is als Nederland en ruim 9 maal zo groot als België. De Filipijnen hadden bij de laatste census in 2007 ruim 87,5 miljoen inwoners.

De Filipijnen waren ruim 300 jaar lang een Spaanse kolonie tot de archipel in 1898 aan het eind van de Spaans-Amerikaanse Oorlog in Amerikaanse handen kwam. Hoewel de Filipijnse revolutionaire beweging onder leiding van Emilio Aguinaldo al op 12 juni 1898 de onafhankelijkheid uitriep zou het nog tot 4 juli 1946 duren voor het daadwerkelijk zover was. De Filipijnen hebben door de langdurige kolonisatie door Spanje en de Verenigde Staten veel westerse kenmerken. Het is bijvoorbeeld het enige overwegend katholieke land in Zuidoost-Azië en is bovendien op de Verenigde Staten na het land, met het grootste aantal inwoners, met Engels als officiële taal.

De Filipijnen kennen een scherpe tegenstelling tussen arm en rijk. Er is sprake van een kleine, rijke elite en een groot arm deel van de bevolking dat veelal onder het bestaansminimum leeft. De elite heeft zowel op economisch als op politiek gebied de touwtjes in handen. In de jaren 70 werd het land op dictatoriale wijze geregeerd door president Ferdinand Marcos. Diens opvolger Corazon Aquino, de eerste vrouwelijke president van het land, bracht de democratie weer terug, maar economisch herstel bleef uit. Ook werden belangrijke problemen, zoals de corruptie, de ongelijke verdeling van rijkdom en het grondbezit tijdens haar regeerperiode en die van haar opvolgers niet aangepakt. De huidige president is Gloria Macapagal-Arroyo trad aan in 2001 nadat haar voorganger Joseph Estrada was afgezet wegens verduistering en corruptie.

Het land dankt zijn naam aan Ruy López de Villalobos, die tijdens zijn mislukte expeditie in 1543 de eilandengroep naar de toenmalige kroonprins van Spanje Filips II noemde.

Geschiedenis

Zie Geschiedenis van de Filipijnen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Vroege geschiedenis

De eerste menselijke bewoning van de Filipijnen dateert van minimaal 50.000 jaar geleden. De oudste fossiele resten van mensen in de Filipijnen werden gevonden in de Tabongrot in Palawan en zijn gedateerd op zo'n 24.000 jaar geleden. Andere archeologische wijzen er echter op dat deze Tabonmens al 30-50.000 jaar geleden gebruik maakte van deze grot. Veel later, vanaf ongeveer 4000 voor christus arriveerden andere mensen vanuit de Indonesische eilanden en het vasteland van Azië. De mensen op de Filipijnen leefden lange tijd zeer geïsoleerd en zonder veel contact met de mensen uit andere delen van de regio. Er waren geen koninkrijken of soortgelijke samenlevingsvormen. De mensen leefden daarentegen in kleine gemeenschappen, de zogenaamde barangays, van enkele tientallen families met aan het hoofd een datu. Slechts op enkele locaties waren de gemeenschappen wat groter. Vanaf de dertiende eeuw was er meer contact met de buitenwereld. Zo werd er in die tijd door de gemeenschappen langs de Filipijnse kusten handel gedreven met Chinese handelaren. Niet veel later kwamen met name de bewoners van met name de zuidelijk Sulu-eilanden en Mindanao in contact met de Islam. In de 15e eeuw werd het Sultanaat van Sulu gesticht en tegen het eind van de 16e eeuw volgde het Sultanaat van Maguindanao.

Spaanse kolonie

In 1521 arriveerde de Spaanse expeditie onder leiding van Magellaan op de archipel. Hij probeerde de lokale bevolking tot het christendom te bekeren, wat hem uiteindelijk tijdens een veldslag met Lapu-Lapu op het eiland Mactan vlak bij Cebu fataal werd. De Spaanse interesse in het gebied bleef echter aanhouden en enkele tientallen jaren later, in 1565, werd een begin gemaakt met de kolonisatie van de Filipijnen door een expeditie onder leiding van Miguel Lopez de Legazpi. In 1571 werd Maynilad (het tegenwoordige Manilla) veroverd. Na het aanvoeren van nieuwe troepen uit Nieuw-Spanje werd het land stap voor stap verder onder controle van de Spanjaarden gebracht. De Filipijnen zouden echter voor de Spanjaarden bij lange na niet zo lucratief blijken te zijn als de Spaanse kolonies in Amerika. De handel met de Manillagaljoenen, waarbij twee maal per jaar handelswaar vanuit China en India naar Nieuw-Spanje werd vervoerd, domineerde het beleid van de Spanjaarden. De economie van het land werd tot aan het begin van de 19e eeuw nauwelijks ontwikkeld. Een belangrijk ander doel van de Spanjaarden was de bekering van de Filipino's tot het katholicisme. Hierbij was een belangrijke rol weggelegd voor de missionarissen van de grote katholieke kloosterordes, de Franciscanen, de Augustijnen, de Dominicanen en de Jezuïeten.

Filipijnse revolutie

Pas na ruim driehonderd jaar kwam er een eind aan de Spaanse aanwezigheid op de Filipijnen. In augustus 1896 brak de Filipijnse revolutie uit. De aanleiding was de ontdekking van de ondergrondse verzetsbeweging Katipunan door de Spanjaarden. De revolutionairen besloten daarop vervroegd een gewapende opstand te beginnen met als doel de onafhankelijkheid te bewerkstelligen. In de eerste fase van de revolutie wonnen de Filipino’s diverse veldslagen. Er werd een revolutionaire regering gevormd en er werd zelfs een aanval op Manilla uitgevoerd. Deze faalde echter. Op 30 december 1896 werd José Rizal geëxecuteerd. Rizal, een van de belangrijkste inspirators voor de revolutionaire beweging, was kort na het uitbreken van de Filipijnse revolutie gearresteerd vanwege vermeende betrokkenheid en had een tijd in ballingschap geleefd. Door zijn executie werd Rizal voor de Filipino's een martelaar en nationale held.

In 1897 leidde een interne machtstrijd uiteindelijk tot de berechting en executie van de oorspronkelijke leider van de Katipunan, Andrés Bonifacio. De nieuwe leider was generaal Emilio Aguinaldo. Datzelfde jaar werd onder zijn leiding het Pact van Biak-na-Bato gesloten. De leiders van de revolutie vertrokken daarbij op vrijwillige basis in ballingschap naar Hongkong in ruil voor een grote som geld. Daarnaast zouden de opstandelingen hun wapens inleveren en beloofde de Spaanse gouverneur-generaal dat er hervormingen zouden worden doorgevoerd. De laatste twee afspraken werden echter nooit nagekomen. Toen in 1898 de Spaans-Amerikaanse Oorlog uitbrak zagen Aquinaldo en de andere leiders hierin dan ook aanleiding om de revolutie voort te zetten. Met hulp van de Amerikanen keerden zij terug in de Filipijnen en rond juni 1898 hadden de opstandelingen een groot deel van de Filipijnen, met uitzondering van Manilla onder controle. Aquinaldo riep daarop op 12 juni 1898 de onafhankelijkheid uit. Zowel de Spanjaarden als de Amerikanen weigerden deze onafhankelijkheid echter te erkennen. Manilla werd uiteindelijk door de Amerikaanse troepen ingenomen. In december 1898 werden middels Verdrag van Parijs het einde van de oorlog formeel vastgelegd. Spanje deed daarbij afstand van de Filipijnen, Cuba, Guam en Puerto Rico in ruil voor 20 miljoen dollar.

Amerikaanse kolonie

Een cartoon over de beslissing van de Amerikaanse president McKinley omtrent het behouden van de Filipijnen

Toen bleek dat de Amerikanen van plan waren om als kolonisator in de Filipijnen te blijven namen de spanningen tussen de revolutionaire beweging en de Amerikanen toe. Kort daarop begon de Filipijns-Amerikaanse Oorlog. In maart 1901 werd Aquinaldo door de Amerikanen gevangengenomen. Kort daarop werd de oorlog officieel beëindigd verklaard, maar sporadisch werd nog tot 1913 gevochten. In juli 1901 werd het militair bewind van de Amerikanen beëindigd en installeerde men een burgerregering. In 1907 werd de macht van de Philippine Commission beperkt, toen deze verder ging als hogerhuis van een tweekamerige wetgevende macht. Het aantal Amerikaanse leden van de Commission werd bovendien in de loop der tijd steeds minder. Het lagerhuis werd vanaf 1907 gevormd door het Filipijns Assemblee dat bestond uit tachtig rechtstreeks door de Filipijnse stemgerechtigden gekozen leden. In 1916 nam het Amerikaans Congres de Jones Act aan. Deze wet was de eerste stap die de Verenigde Staten zette in de richting van Filipijnse onafhankelijkheid. Hoewel de Amerikaanse Senaat al graag een datum voor de onafhankelijkheid in de wet had willen opnemen, werd dit door het Huis van Afgevaardigden tegengehouden. Nu stond er in de wet dat het de bedoeling was om de Filipijnen hun onafhankelijkheid te geven, wanneer de situatie in de het land er klaar voor was. In 1934 werd een en ander verder geconcretiseerd toen het Amerikaans Congres de Tydings–McDuffie Act aannam. Deze wet bepaalde dat de Filipijnen na een overgangs periode van 10 jaar onafhankelijk zou worden. In deze overgangsperiode zouden de Filipino's een veel grotere mate van zelfbestuur krijgen dan tot dan toe. Zo kregen de Filipijnen in 1935 de status van gemenebestland. Hierdoor kon het land een lid zonder stemrecht naar het Amerikaanse Congres sturen, zoals dat nu nog gebeurt door Puerto Rico en de Noordelijke Marianen.

De Filipijnse republiek

Kort na het einde van de Tweede Wereldoorlog, op 4 juli 1946, werden de Filipijnen onafhankelijk. De eerste president van het onafhankelijke land was Manuel Roxas, die bij de verkiezingen van 1946 zittend president Osmeña had verslagen. Door de oorlog was een groot deel van Manilla verwoest en de economie van het land was er slecht aan toe. De Verenigde Staten boden hulp bij het opbouwen van het land, maar die hulp kwam tegen hoge kosten. Zo mochten de Verenigde Staten nog acht jaar lang vrij handelen met de Filipijnen. Daarna zouden de Filipijnen geleidelijk aan steeds hogere tarieven mogen heffen. Ook kreeg de voormalig kolonisator het recht om 99 jaar lang enkele zeer grote militaire bases in het land te handhaven. Op het grondgebied van deze bases, zoals Clark Air Base en Subic Naval Base lag het zeggenschap bovendien bij de VS. Als laatste kregen Amerikaanse staatsburgers bovendien dezelfde rechten als Filipino’s met betrekking tot het exploiteren van de natuurlijke hulpbronnen van de Filipijnen.

Toen Roxas in 1948 door een hartaanval plotseling overleed werd hij opgevolgd door vicepresident Elpidio Quirino. Zijn termijn werd gekenmerkt door een voortzetting van de wederopbouw van het land en economische vooruitgang. De bestaande sociale problemen in het land werden echter niet aangepakt. Bovendien werd zijn regering werd, net als die van zijn voorganger Roxas, geplaagd door grootschalige corruptiepraktijken. De communistische Hukbalahap die ooit was begonnen als verzetsbeweging tegen de Japanners groeide hij in die tijd uit tot een serieuze bedreiging. Quirino werd in 1953 opgevolgd door Ramon Magsaysay. Magsaysay had nauwe banden met de Verenigde Staten.

Toen president Magsaysay in 1957 overleed bij een vliegtuigongeluk, werd hij opgevolgd door vicepresident Carlos Garcia. Garcia’s beleid brak duidelijk met dat van voorganger Magsaysay. In zijn regeerperiode werd de lengte van het contract voor de Amerikaanse militaire bases verkort van 99 naar 25 jaar. Hij werd ook bekend door zijn “Filipino First”-beleid. Filipijnse zakenmensen genoten daarbij grote voordelen ten opzichte van buitenlandse investeerders. In 1961 werd Garcia verslagen door Diosdado Macapagal. Deze slaagde er door economische hervormingen in om economische vooruitgang te realiseren. Tijdens de regeerperiode van Macapagal werd de Filipijnse onafhankelijkheidsviering verplaatst van 4 juli, de dag dat de onafhankelijkheid in 1946 werd verkregen van de Verenigde Staten, naar 12 juni, de datum dat Emilio Aguinaldo in 1898 de onafhankelijkheid van Spanje uitriep.

Marcos

Ferdinand Marcos met zijn vrouw Imelda

Bij de verkiezingen van 1965 werd de jonge en ambitieuze politicus Ferdinand Marcos gekozen als opvolger van president Diosdado Macapagal. In zijn eerste termijn ging hij voortvarend van start. Er werden bijvoorbeeld veel investeringen in de infrastructuur gedaan. De heersende armoede onder de bevolking werd echter niet aangepakt. Vier jaar later werd hij wel de eerste president die erin slaagde om herkozen te worden. Vlak voor het einde van zijn tweede en wettelijk dus laatste termijn als president probeerde hij door druk uit te oefenen op de leden van de grondwettelijke conventie, de grondwet dusdanig aangepast te krijgen, dat hij door zou kunnen regeren. Deze poging slaagde echter niet. In september 1972 riep Marcos daarop de staat van beleg uit. Volgens hem was dit noodzakelijk om de orde in het land te herstellen, die werd bedreigd door studentendemonstraties, een opkomende communistische beweging onder leiding van Jose Maria Sison en de islamitische afscheidingsbeweging MNLF in het zuiden van de Filipijnen. Marcos liet duizenden mensen arresteren. Daaronder waren vele politieke tegenstanders zoals zijn grote rivaal senator Ninoy Aquino. Door het uitroepen van de staat van beleg kreeg Marcos de mogelijkheid om het land op dictatoriale wijze te gaan regeren. Zo werd de Filipijnse media aan banden gelegd en werd het parlement naar huis gestuurd. Bovendien stelde het hem in staat om de verkiezingen voor onbepaalde tijd uit te stellen. De grondwet werd alsnog aangepast en Marcos werd tot president en minister-president uitgeroepen. Pas in 1978 werden verkiezingen uitgeschreven voor een nieuwe parlement, het Batasang Pambansa. De oppositie won volgens de officiële uitslagen bijna geen enkele zetel. In 1980 werd Ninoy Aquino vrijgelaten, om hem de mogelijkheid te bieden in de Verenigde Staten een hartoperatie te ondergaan. Ondertussen waren er steeds meer aanwijzingen dat Ferdinand en zijn vrouw Imelda hun machtspositie misbruikten door zichzelf en hun naaste vertrouwelingen te verrijken. In augustus 1983 keerde de inmiddels herstelde Aquino weer terug in de Filipijnen. Hij werd echter direct bij aankomst op het vliegveld vermoord. De moord op de populaire Aquino bleek een keerpunt in de politieke situatie in het land. Er kwam steeds meer openlijk verzet en eind 1985 kondigde Marcos onder druk van met name de Verenigde Staten aan dat er in februari 1986 tussentijdse presidentsverkiezingen zouden worden georganiseerd. Hij moest het daarin opnemen tegen Corazon Aquino, de weduwe van Noynoy. Nadat Marcos, volgens velen onterecht, tot winnaar werd uitgeroepen leidde een geweldloze volksopstand voorafgegaan door de defectie van een deel van het Filipijnse leger tot zijn val. Marcos moest vluchten naar de Verenigde Staten en Corazon Aquino werd ingezworen als de nieuwe president.

Na het gedwongen aftreden van Marcos keerde de democratie terug in de Filipijnen. Het land had in die tijd echter te maken met een enorme nationale schuld, grootschalige corruptie bij de overheid en communistische en islamitische afscheidingsbewegingen. Pas onder president Fidel Ramos kwam de economie van de Filipijnen in de lift. De financiële crisis in Azië bracht dit proces echter weer tot stilstand. De regeringen van de opvolgers van Ramos, Joseph Estrada en de huidige president Gloria Macapagal-Arroyo werden geteisterd door schandalen en beschuldigingen van corruptie.

Staatsinrichting en politiek

Zie Politiek en staatsinrichting van de Filipijnen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Staatsinrichting

Bestand:Malacanang palace view.jpg
Het Malacañang Palace aan de Pasig is de ambtsresidentie van de Filipijnse president

De Filipijnen zijn een presidentiële republiek. De president van de Filipijnen is zowel staatshoofd als hoofd van de regering. Daarnaast is de president opperbevelhebber van alle onderdelen van het Filipijnse leger. De president benoemt bovendien de leden van het Filipijnse kabinet en stuurt deze aan. Sinds de vaststelling van de huidige Filipijnse Grondwet in 1987 mag de president na afloop van zijn of haar termijn van 6 jaar niet worden herkozen. De huidige Filipijnse president Gloria Macapagal-Arroyo werd bij de landelijke verkiezingen van 2004 gekozen. Tegelijk met de presidentsverkiezingen wordt er ook gekozen voor de vicepresident van de Filipijnen. Hoewel de meeste vicepresidentskandidaten als running-mate aan een presidentskandidaat gelieerd zijn, zijn de verkiezingen onafhankelijk van elkaar. De vicepresident is de eerste in de lijn van opvolging wanneer een president tussentijds dient te worden opgevolgd. Het is gebruikelijk dat de vicepresident door de president wordt benoemd in het kabinet. De huidige vicepresident van de Filipijnen is Noli de Castro.

De wetgevende macht in de Filipijnen ligt bij het Congres. Het Congres is georganiseerd volgens het tweekamerstelsel en bestaat uit de Senaat en het Huis van Afgevaardigden. Bij veel parlementen die zijn georganiseerd volgens het tweekamerstelsel, heeft de Eerste Kamer (of de Senaat) een controlerende functie over het werk van de Tweede Kamer en is derhalve de minst machtige van de twee. Dit is in de Filipijnen niet het geval. De 24 senatoren worden door middel van landelijke verkiezingen voor een termijn van zes jaar gekozen. Elke drie jaar is daarbij de helft van de senaatszetels verkiesbaar. De senatoren kiezen onderling de Voorzitter van de Filipijnse Senaat. Deze functie is na die van president en vicepresident de machtigste van het land en wordt sinds 2009 bekleed door Juan Ponce Enrile.

Elke drie jaar worden ook alle leden van het Huis van Afgevaardigden opnieuw gekozen. Het leden van het Huis, dat volgens de Filipijnse Grondwet maximaal 250 leden mag hebben, worden in tegenstelling tot de senatoren voor het grootste deel gekozen middels lokale verkiezingen. Hierbij wordt per kiesdistrict gekozen uit de kandidaten die zich voor dat district verkiesbaar hebben gesteld. Daarnaast worden echter ook nog een aantal afgevaardigden op indirecte wijze via landelijke verkiezingen gekozen. Kiezers kunnen namelijk ook nog een stem uitbrengen op een van de partijen op de zogenaamde partijlijst. Deze partijen vertegenwoordigen diverse maatschappelijke groeperingen. Het aantal uitgebrachte stemmen bepaald hoeveel afgevaardigden een partij op deze partijlijst in het Huis toebedeeld krijgt.

De rechterlijke macht in de Filipijnen is georganiseerd in vier niveaus. De top van de rechterlijke macht wordt gevormd door het Filipijnse hooggerechtshof, dat is samengesteld uit veertien rechters en een opperrechter. De huidige opperrechter is sinds 2006 Reynato Puno. De rechters worden benoemd door de Filipijnse president en blijven normaal gesproken in functie tot hun verplichte pensionering op hun 70e verjaardag. Een niveau lager staat het hof van beroep, dat is ingedeeld in 15 divisies over het hele land. Daaronder staan de regionale en lokale rechtbanken. Voor corruptiezaken is een speciale rechtbank ingesteld, het sandiganbayan. Deze rechtbank staat hiërarchisch gezien op gelijk niveau met het Hof van beroep. In sommige provincies in het zuiden van de Filipijnen met veel islamitische inwoners is een sharia-rechtbanksysteem ingevoerd.

Politiek

De politiek in de Filipijnen wordt van oudsher beheerst door een kleine groep van enkele honderden invloedrijke families en is derhalve een voorbeeld van een oligarchie. Deze veelal rijke elite zijn vaak ook grootgrondbezitter en eigenaars van grote Filipijnse bedrijven. Deze groep politici betalen de steun van de arme massa terug door het verlenen van bepaalde gunsten en voordelen, zoals de aanleg van een nieuwe weg of brug. Doordat de Filipijnse elite de macht grotendeels in handen heeft zijn ze in staat de bestaande situatie in stand houden. In de jaren '90 deed ook een tweede groep politici haar intrede. Deze groep slaagde erin door gebruik te maken van hun populariteit als acteur, sporter of televisiepersoonlijkheid om gekozen te worden voor een politieke functie. Een van de bekendste voorbeelden daarvan is acteur Joseph Estrada, die eerst tot senator en later tot president werd gekozen.

Hoewel de staatkundige inrichting van de Filipijnen veel overeenkomsten vertoont met die van hun voormalige kolonisator de Verenigde Staten is een groot verschil dat de Filipijnen, net als bijvoorbeeld Nederland of België, een meerpartijenstelsel kennen. Deze partijen onderscheiden zich echter in tegenstelling tot de partijen in die landen meestal niet op basis van hun ideologie of hun programma, maar zijn bedoeld om een bepaalde politicus in zijn of haar zetel te krijgen. Politici in de Filipijnen stappen dan ook vaak over van de ene naar de andere partij, of richtten speciaal voor een aankomende verkiezing een nieuwe partij op. De belangrijkste politieke partijen in de tijd tot de periode Marcos waren de Nacionalista Party en de Liberal Party. Tijdens het bewind van Marcos werd het meerpartijensysteem in feite afgeschaft, omdat politici een politieke carrière nastreefden dat alleen konden bewerkstelligen door lid te worden van de door hem opgerichte partij New Society Movement (Kilusang Bagong Lipunan). Toen Marcos na de EDSA-revolutie het land moest ontvluchtten stortte deze partij in elkaar. Enkele oude partijen werden weer opgestart en er ontstonden diverse nieuwe partijen. Deze partijen waren echter net als voorheen niet of nauwelijks te onderscheiden door programma of ideologie.

Internationale relaties

De Filipijnen zijn sinds de oprichting lid van de Verenigde Naties, zijn sindsdien diverse malen gekozen als lid van de Veiligheidsraad en participeren in VN organisaties als FAO, ILO, UNESCO en WHO. Daarnaast is het land momenteel lid van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties en neemt het deel aan vredesmissies. Naast de Verenigde Naties zijn de Filipijnen ook lid van de Latijnse Unie en de Organisatie van Niet-gebonden Landen en waren ze lid van het inmiddels opgeheven Zuidoost Aziatische Verdragsorganisatie (SEATO).

In regionaal verband zijn de Filipijnen medeoprichters van ASEAN (Association of Southeast Asian Nations). Dit samenwerkingsverband tussen Zuidoost-Aziatische landen heeft tot doel de onderlinge relaties te versterken en de economische en culturele groei van de lidstaten te bevorderen. De relatie tussen de Filipijnen en enkele buurnaties is sterk verbeterd vergeleken met de jaren 70 toen het land in oorlog was met Vietnam en er bovendien sprake was van een ernstig dispuut met Maleisië over het noordoostelijke deel van Borneo, dat op historische gronden werd geclaimd door de Filipijnen. Tegenwoordig zorgen de Spratly-eilanden, die behalve door de Filipijnen ook door China, Maleisië en Vietnam worden geclaimd, nog zo nu en dan voor onderlinge frictie.

Geografie

Zie Geografie van de Filipijnen en Geologie van de Filipijnen voor de hoofdartikelen over dit onderwerp.

Topografie en landschap

De Filipijnen zijn een land gelegen in Zuidoost-Azië tussen 4° 24’ 53,84" en 21° 7' 18,41" noorderbreedte en 116° 40' en 126° 36' 18,26" oosterlengte.[4] Het land heeft geen enkele landgrens met buurlanden. De dichtstbijzijnde buurlanden zijn Vietnam in het westen, China in het noordwesten, Taiwan in het noorden, en Indonesië, Maleisië en Brunei in het zuiden en zuidwesten. De wateren die de Filipijnen omringen zijn de Filipijnenzee in het oosten, de Celebeszee in het zuiden, de Suluzee in het zuidwesten en de Zuid-Chinese Zee in het westen en noorden. De eilandengroep sterkt zich uit van noord naar zuid uit over 1850 km en van oost naar west over maximaal 965 kilometer. De totale oppervlakte van de Filipijnen is 300.000 km². Hiervan is 298.200 km² land en 1800 km² water. Van de 7107 Filipijnse eilanden hebben er 3144 een naam en zijn er ongeveer 1000 bewoond. De twee grootste eilanden Luzon (104.688 km²) en Mindanao (94.630 km²) beslaan samen ongeveer twee derde van de totale oppervlakte. De grootste eilanden hierna zijn: Samar (13.080 km²), Negros (12.710 km²), Palawan (11.785 km²), Panay (11.515 km²), Mindoro (9735 km²), Leyte (7214 km²), Cebu (4422 km²) en Bohol (3269 km²). De hoofdstad Manilla ligt op Luzon aan de Baai van Manilla.

Het landschap van Luzon is bijzonder divers. Het noorden wordt gedomineerd door enkele grote bergketens die grofweg een grote U vormen. De Cordillera Central en de Sierra Madre vormen de poten van de U en de Caraballo Mountains vormen de verbinding tussen de twee. De Cordillera Central is de grootste bergketen van de Filipijnen en loopt van de provincie Apayao in het uiterste noorden van Luzon tot de provincie Nueva Vizcaya en het noorden van Nueva Ecija waar de keten aansluit op de van oost naar west lopende Caraballo Mountains. De Sierra Madre loopt langs bijna de gehele noordoostkust van Luzon. De hoogste piek van de Cordillera Central is Mount Pulag (2922 m). Enkele andere hoge bergen in het gebied zijn Mount Amuyao (2702 m), Mount Data (2310 m), Mount Atchanan (2576 m) en Mount Balbalan. Tussen de Cordillera Central en de Sierra Madre loopt de Rio Grande de Cagayan. Deze langste rivier van de Filipijnen (350 km) stroomt door een ongeveer 80 kilometer brede vallei. Het centrale deel van Luzon wordt gevormd door een grote laagvlakte met daar middenin de slapende vulkaan Mount Arayat (1026 m). Het Zuidoosten van Luzon wordt gevormd door het Bicol-schiereiland dat wordt gekenmerkt door een grillige kustlijn en diverse geïsoleerde vulkanen en bergen, zoals Mount Banahaw (2169 m) en Mount Isarog (1966 m). Midden in de provincie Albay ligt de Mayon (2462 m). Deze stratovulkaan heeft een bijna perfecte kegelvorm en is de meeste actieve vulkaan van het land.

Geologie

De Mayon op een heldere dag

Het landschap van de Filipijnen wordt gedomineerd door heuvels en bergen. Slechts ongeveer 35% van het oppervlakte is vlak. Het ontstaan van dit landschap heeft te maken met het ontstaan van de Filipijnse archipel als gevolg van het naar elkaar toe bewegen van de Filipijnse Plaat en de Euraziatische Plaat. Door deze subductie is een netwerk van diepe troggen in de oceaan ontstaan, waarvan de Filipijnentrog voor de oostkust van Luzon de diepste en bekendste is. Naast deze troggen hebben zich diverse eilandbogen gevormd die samen het grootste deel van de Filipijnen omvatten. Tegelijk met de gebergtevorming trad ook veel vulkanisme op. De Filipijnen maken deel uit van de zogenaamde Ring of Fire en kennen enkele tientallen actieve vulkanen, waaronder Mount Pinatubo, die in 1991 met verwoestende kracht uitbarstte; Mount Mayon, een vulkaan met een bijna perfecte kegelvorm en Mount Taal. Een ander effect van de platentektoniek zijn de regelmatig voorkomende aardbevingen.

Bestuurlijke indeling

De regio's en provincies

De Filipijnen kennen in het grootste deel van het land vier bestuurslagen. Naast de nationale overheid zijn dat de provincies, de gemeenten en steden en daaronder de barangays. De 80 provincies zijn voor administratief gemak in 16 regio's gegroepeerd. Daarnaast is er nog een 17e regio, National Capital Region (NCR), die niet is onderverdeeld in provincies maar bestaat uit 16 steden en gemeenten rond Manilla. Deze 17 regio's vormen echter geen aparte bestuurlijke laag. De enige uitzondering daarop is Autonomous Region in Muslim Mindanao (ARMM) op het zuidelijke eiland Mindanao. Deze regio kent een eigen gekozen volksvertegenwoordiging en regionaal gouverneur. Provincies zijn onderverdeeld in steden en gemeenten. Naast de steden, die bestuurlijke gezien onderdeel uitmaken van een provincie, bestaan er ook enkele tientallen onafhankelijke steden, die direct onder de nationale overheid vallen. Alle steden en gemeenten zijn op hun beurt weer onderverdeeld in barangays. Het aantal steden, gemeenten en barangays is nogal aan verandering onderhevig. Per 31 maart 2010 waren er in de Filipijnen 138 steden, 1496 gemeenten en 42.025 barangays.[5]

Klimaat

Zie Klimaat van de Filipijnen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Filipijnen kennen een tropisch klimaat, dat wordt gekarakteriseerd door hoge temperaturen, een hoge luchtvochtigheid en overvloedige regenval. Van maart tot en met mei is het in veel delen van de Filipijnen erg warm. Daarna valt van mei tot oktober in grote delen van het land veel regen als gevolg van de moesson. Van december tot en met februari is het op veel plekken juist droger en koeler. De gemiddelde temperatuur in de Filipijnen op zeeniveau is zo'n 27 °C. Op grotere hoogtes is de gemiddelde temperatuur echter lager. De gemiddelde hoeveelheid neerslag is erg afhankelijk van de locatie en varieert van 1000 tot 5000 millimeter per jaar. Per jaar worden de Filipijnen door gemiddeld zo'n negen tyfoons getroffen. De gevolgen van dergelijke tyfoons zijn vaak groot, als gevolg van de enorme windsnelheden en regenval in korte tijd.

Economie

Zie Economie van de Filipijnen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De landbouw is van oudsher een belangrijke sector in de Filipijnse economie
(schilderij van Fabian de la Rosa) uit 1902)

Direct na de Tweede Wereldoorlog waren de Filipijnen een van de rijkste landen van de regio. In de loop der jaren is het land echter afgezakt naar de categorie arme landen. De economische groei direct na de Tweede Wereldoorlog was snel, mede als gevolg van de Amerikaanse investeringen in het land. Deze groei daalde echter in de loop der tijd. Tijdens een ernstige recessie in 1984 en 1985 kromp de economie meer dan 10%. De politieke instabiliteit tijdens de regering-Aquino en de focus op de terugbetaling van de opgebouwde schulden in de regeerperiode van Ferdinand Marcos leidden ertoe dat het economisch herstel uitbleef en de economische situatie zelfs verslechterde. President Ramos nam diverse maatregelen om de economie weer op gang te brengen, waardoor deze negatieve trend tijdens de jaren negentig in positieve zin werd omgebogen. De economische crisis in Zuidoost-Azië in 1997 sloeg echter ook de Filipijnen niet over en de groei sloeg om van 5% in 1997 in een krimp van 0,5% in 1998. President Estrada heeft na Ramos geprobeerd diens hervormingsbeleid door te zetten, hetgeen gefrustreerd werd door zijn afzetting. Ook de huidige regering onder leiding van president Gloria Macapagal-Arroyo doet er alles aan om de economie snel te laten groeien. Dit resulteerde in 2004 in een groei van 6%.

Ondanks deze groeicijfers leven veel inwoners van het land nog onder de armoedegrens. Volgens cijfers van het National Statistical Coordination Board (NSCB) leefde in 2006 27% van de Filipijnse gezinnen (hetgeen overeenkwam met 33% van de inwoners) onder de officieel vastgestelde armoedegrens. Drie jaar daarvoor waren deze percentages respectievelijk 24,4% en 30%. De armste regio is het zuiden van het land. Bij de armste tien provincies waren in 2003 zes provincies op Mindanao, drie op Luzon en een op de Visayas. De tien minst arme provincies in 2006 liggen allemaal op Luzon.[6][7]

De Filipijnse economie is van oudsher een agrarische economie, maar tegenwoordig zijn er andere belangrijke economische pijlers, namelijk de mijnbouw, de industrie en de dienstensector. De voornaamste handelspartners van de Filipijnen zijn de Verenigde Staten, Japan, Nederland, China, Hongkong, Singapore, Maleisië, Taiwan, Zuid-Korea, Thailand en Saoedi-Arabië.

Verkeer en vervoer

Zie Vervoer in de Filipijnen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Een overvolle tricycle in Tagkawayan
Een overvolle jeepney op Mindanao
Superferry 9, enkele maanden voor haar zinken bij Zamboanga City

De infrastructuur van de Filipijnen is gebrekkig en er wordt onvoldoende geïnvesteerd om deze situatie significant te verbeteren. Zo zijn veel wegen in het land nog onverhard. Van de 29.650 km hoofdwegen in de Filipijnen was 13.584 km (45,8%) in 2008 verhard. In 1986 was dit percentage nog maar 23,5%. Van het totale wegennet met een geschatte lengte van 158.810 km is slechts 14% verhard.[8]. Het vervoer over deze wegen vindt plaats middels een grote variëteit aan voertuigen. Meest opvallend daarbij is het relatief grote aantal motorfietsen en tricycle’s (een taximotorfiets met overdekte zijspan). Van de 5,9 miljoen geregistreerde voertuigen in 2008 was 48% een motorfiets of tricycle. Een uniek vervoersmiddel in het Filipijnse straatbeeld is de zogenaamde jeepney. Deze felgekleurde verlengde jeeps zijn een overblijfsel van de Tweede Wereldoorlog en doen dienst als openbaar vervoersmiddel in en tussen steden.

Het aantal kilometer spoorlijn in de Filipijnen is erg beperkt. Er zijn alleen op het grootste eiland Luzon enkele treinverbindingen. Dit Strong Republic Transit System omvat drie netwerken: het Manila Light Rail Transit System (LRT), het Manila Metro Rail Transit System (MRT) en de Philippine National Railways (PNR).

Een belangrijk vorm van vervoer tussen de ruim 7100 eiland van de Filipijnen is het vervoer over water. Het land heeft de beschikking over enkele honderden zeehavens. De drukste daarvan zijn die van Manilla, Cebu City, Iloilo, Cagayan de Oro City en Zamboanga City.[8] Ruim 90 procent van de geïmporteerde goederen en 20 procent van de geëxporteerde goederen wordt via de havens van Manilla vervoerd. Tussen de eilanden varen allerlei soorten veerboten en andere schepen om passagiers en goederen over te zetten. Deze veerboten variëren van kleine outriggers voor enkele tientallen passagiers tot grote veerboten, van maatschappijnen zoals Superferry, Negros Navigation en Sulpicio Lines, die vaak meer dan 1000 passagiers per keer kunnen vervoeren. De veerboten zijn vaak slecht onderhouden, overvol en zijn berucht vanwege de grote scheepsrampen die zich hebben voorgedaan. In 2008 bijvoorbeeld kwamen ruim 800 mensen om het leven toen de MV Princess of the Stars van Sulpicio Lines zonk bij het eiland Sibuyan tijdens het hoogtepunt van tyfoon Fengshen. De grootste scheepsramp in de Filipijnen betrof het zinken van de Doña Paz op 20 december 1987 na een aanvaring met een olietanker. Hierbij kwamen volgens officiële cijfers 1856 mensen om het leven.

Een andere belangrijk vervoersector in de Filipijnen is de luchtvaart. Er zijn 86 luchthavens in het land[9]. Verreweg de belangrijkste luchthaven is Ninoy Aquino International Airport (NAIA) in Manilla. Andere grote luchthavens zijn Diosdado Macapagal International Airport, Mactan-Cebu International Airport bij Cebu en Francisco Bangoy International Airport bij Davao City.[10] Het binnenlands luchtvervoer wordt voornamelijk uitgevoerd door de vijf lokale luchtvaartmaatschappijen. De grootste twee maatschappijen zijn Philippine Airlines, de nationale luchtvaartmaatschappij, en Cebu Pacific. Daarnaast worden de grote internationale luchthavens vanuit honderden buitenlandse luchthavens bediend door tientallen buitenlandse luchtvaarmaatschappijen.

Samenleving

Bevolkingsgroei

De Filipijnen kennen een zeer sterke bevolkingsgroei. Dit was in het verleden wel anders. Toen de Spaanse expeditie onder leiding van Ferdinand Magellaan in 1521 op de Filipijnen aankwam woonden er ongeveer 1 tot 1,5 miljoen mensen op de archipel. Aan het begin van de 20e eeuw was dit opgelopen tot ruim zeven miljoen. Bij de laatste officiele volkstelling van 1 augustus 2007 was kende het land ruim 87,5 miljoen inwoners. Daarmee staat het land op de twaalfde plek op de lijst van landen met meeste inwoners. Ongeveer twee derde van de totale bevolking woont op de twee grootste eilanden Luzon en Mindanao. De metropool Manilla op het grootste eiland Luzon is de op 10 na dichtstbevolkte metropool van de wereld. De bevolkingsgroei van de Filipijnen was in de jaren 80 en in de jaren 90 respectievelijk 2,35% en 2,34%.[11] De geschatte bevolkingsgroei in 2007 was 1,8% per jaar met 24,5 geboorten per duizend mensen.[12] De levensverwachting bij de geboorte in de Filipijnen was in 2009 naar schatting gemiddeld 71,09 jaar.[12] Een vrouw wordt gemiddeld 74,15 jaar, terwijl een man een levensverwachting van 68,17 jaar heeft.[12]

Bevolkingsamenstelling

Ongeveer 80% van de inwoners van de Filipijnen zijn Maleiers. Hun voorouders kwamen enkele duizenden jaren geleden middels enkele volksverhuizingen vanuit het vasteland van Zuidoost-Azië en het huidige Indonesië naar de Filipijnse archipel. In de loop der tijd zijn er zo'n 100 etnische groepen ontstaan, die zich van elkaar onderscheiden door hun taal en cultuur. De grootste daarvan zijn de Tagalogs (28,3%), de Cebuano's (9%), de Ilocano's (7,6%), de Bisaya (7,5%), de Ilonggo's (6%), de Bicolano's en de Waray-Waray.[12][13] Ook leven in het land nog diverse inheemse traditionele volkeren, zoals de Igorot (in Noord-Luzon), de Lumads (op Mindanao), de Mangyan, de Bajau, de T'boli (Zuid-Mindanao), en de Negritos, zoals de Aeta en de Ati. Deze negrito-volkeren worden beschouwd afstammelingen van de vroegste bewoners van de archipel.[14]

Religie

Basilica Minore del Santo Nino in Cebu City

Een duidelijke teken van de langdurige Spaanse aanwezigheid is het grote percentage katholieken in de Filipijnen. Zo'n 83 procent van de bevolking is rooms-katholiek. Nog eens 3 procent maakt deel uit van een afsplitsing van de rooms-katholieke Kerk, de onafhankelijke oudkatholieke Independent Church of the Philippines. Moslims vormen zo'n 5 procent van de bevolking. Zij wonen voornamelijk op het zuidelijke eiland Mindanao en de Sulu-eilanden. Protestanten vormen tenslotte zo'n 6 procent van de bevolking. De protestantse gemeenschappen zijn ontstaan door het werk van Amerikaanse zendelingen in het begin van deze eeuw. De overige 3 procent van de bevolking is boeddhistisch (met name de Chinese minderheid) of niet-gelovig.

Op Mindanao en de Sulu-eilanden wordt regelmatig strijd geleverd tussen het Filipijnse leger en moslimseparatisten.

Vanwege de sterke katholieke aanwezigheid is de Filipijnse politiek sterk pro-life; dit komt tot uitdrukking in verboden op abortusklinieken. In de meeste klinieken, scholen en ziekenhuizen geldt bovendien een verbod op condooms.

Talen

In totaal worden er op de Filipijnen 172 inheemse talen en dialecten gesproken, die alle behoren tot de Austronesische taalfamilie. Andere talen die er gesproken worden, zijn onder andere Engels, Chinees (Mandarijn en Hokkien) en Spaans, de laatste met de lokale creolentaal Chavacano.

Sinds 1939 bevordert de overheid om nationale eenheid te bevorderen het gebruik van de officiële nationale taal, het Filipijns, dat gebaseerd is op het Tagalog. De poëet Francisco Balagtas (1788-1862) wordt dikwijls beschouwd als het Tagalog-equivalent van William Shakespeare. Zijn beroemdste werk is het vroeg 19e-eeuwse Florante at Laura. Het Filipijns wordt op alle scholen onderwezen en wordt steeds algemener geaccepteerd, vooral als tweede taal en eenheidstaal voor een zeer gemengde bevolking. Het Engels wordt als tweede officiële taal beschouwd, en wordt zeer veel gebruikt door de overheid, in het onderwijs en binnen de handel.

Media

De grootste dagbladen van de Filipijnen zijn de Manila Bulletin, de Philippine Star, de Philippine Daily Inquirer, de Manila Times en Business World.[15] De grootste televisienetwerken van het land zijn ABS-CBN en GMA. Deze zenders kunnen behalve via de kabel ook via de ether ontvangen worden. In totaal waren er in 2004 225 televisiezenders, 369 AM-radiozenders, 583 FM-radiozenders en vijf kortegolfzenders. Hoewel sommige media zoals IBC (televisie) en de Philippine Broadcasting Service (radio) in handen zijn van de overheid, zijn de meeste mediabedrijven commerciële bedrijven. Verreweg de meeste daarvan zijn weer in handen van de een van de machtige families van de Filipijnse elite of hun bedrijven. Als gevolg hiervan is de berichtgeving met betrekking tot bepaalde onderwerpen niet altijd neutraal. In 2007 hadden naar schatting 14 miljoen Filipino's toegang tot internet[16][17]

Onderwijs

Onderwijs in de Filipijnen is verplicht en gratis voor kinderen van zeven tot twaalf jaar. De meeste Filipijnse kinderen gaan naar openbare scholen. Kinderen uit welgestelde families worden ook wel naar privescholen gestuurd. Het onderwijssysteem lijkt veel op het Amerikaanse systeem. Kinderen beginnen op hun zevende met het primair onderwijs dat normaal gesproken op hun twaalfde wordt afgerond. Daarna volgt een vier jaar durende secondaire schoolopleiding (High School). Daarna kan nog op tertiair niveau verder worden gestudeerd aan een van de vele universiteiten die de Filipijnen kennen voor een Bachelor- of Masters-diploma.

Gemiddeld gaan Filipijnse kinderen 12 jaar naar school. Volgens cijfers uit 2000 kan 92,6% van de bevolking lezen en schrijven. Dit percentage is voor mannen en vrouwen ongeveer gelijk. De Filipijnen besteden een relatief laag percentage van het Bruto Nationaal Product (BNP) aan het onderwijs. In 2005 was dit 2,5% van het BNP.[12]

De oudste universiteit van het land is de University of San Carlos in Cebu City die in 1595 werd opgericht. De University of Santo Tomas gevestigd in Manilla betwist deze claim, omdat zij eerder de status van universiteit kregen toebedeeld, namelijk in 1645 . De in 1908 door de Amerikanen opgerichte University of the Philippines met vestigingen door het hele land is een staatsuniversiteit en is een van de betere en grootste universiteiten van het land. In de stad Dumaguete City op Negros bevindt zich de enige protestante universiteit van het land, de Suliman University. In het overwegend islamitische zuiden van het land bevindt zich in de stad Marawi City, de islamitische universiteit Mindanao State University

Cultuur

De Filipijnse cultuur is in hoge mate beïnvloed door de Spanjaarden, Mexicanen, Chinezen, Amerikanen, Arabieren en Maleisiërs.

Meer dan 300 jaar Spaanse overheersing heeft voor veel blijvende invloeden gezorgd vanuit de Mexicaanse en Spaanse cultuur. Deze invloeden zijn het meest zichtbaar in gebruiken en rituelen gerelateerd aan de Katholieke kerk en dan met name de religieuze festivals. Elk jaar worden in de Filipijnen omvangrijke festiviteiten georganiseerd, die bekend staan als Barrio Fiestas en waarmee de beschermheilige van de plaats, het dorp of de regio wordt geëerd. Een festival wordt gevierd met kerkelijke ceremonies, straatparades, vuurwerk, schoonheids- en danswedstrijden en hanengevechten. Voorbeelden van grote festivals zijn het Ati-Atihan festival in Kalibo en het Sinulog in Cebu.

De Chinese invloeden in de Filipijnse cultuur uiten zich voornamelijk op het gebied van de Filipijnse keuken, die in grote mate door de Chinese keuken beïnvloed is. Voorbeelden zijn de noodles (die lokaal bekend staan als mami) en diverse vleesgerechten. Daarnaast uit de Chinese invloed zich in taal. Reeds in de vroege tiende eeuw circuleerden in China boeken die de levensstijl en handelspraktijken van de vroege Filipino's beschreven. Een van deze boeken was de Tai Pin Hwan Yu Gi (Het vredevolle universum) ca. 984. Een belangrijke bijdrage van de Chinese immigranten in de Filipijnen was de publicatie van de Doctrina Chistiana in 1593.

De Amerikaanse culturele invloed in de Filipijnen is erg opvallend. Een goed voorbeeld is het wijdverspreide gebruik en de beheersing van de Engelse taal. Een ander voorbeeld is het enthousiasme voor sport in de Filipijnen. De populairste sport van de Filipijnen is een typisch Amerikaanse sport: basketbal. Andere populaire sporten zijn onder andere pool, boksen, zwemmen en Oosterse vechtsporten. Net als de Amerikanen hebben Filipino's bovendien een voorkeur voor fastfood, wat zich uit in de aanwezigheid van vele Amerikaanse ketens zoals McDonald's, Pizza Hut, Burger King en KFC. Daarnaast bestaan er ook nog diverse lokale fastfoodketens zoals Jollibee, Greenwich Pizza, Chowking en Max's Fried Chicken. Filipino's luisteren graag naar de laatste Amerikaanse en Britse muziek, kijken Amerikaanse films en aanbidden Amerikaanse acteurs en actrices uit Hollywood. Een ander goed voorbeeld zijn de Shopping Malls in de grote steden van de Filipijnen, die naar Amerikaans voorbeeld zijn gebouwd en behoren tot de grootste ter wereld.

Ondanks al deze buitenlandse invloeden, blijft de Filipijnse cultuur uniek. Een goed voorbeeld hiervan is de jeepney, een opgepoetst relikwie uit de Tweede Wereldoorlog dat tot in de verste uithoeken van het land dienst doet als openbaar vervoersmiddel. Filipino's houden hun nationale helden in ere. José Rizal is de meeste geëerde onder hen. Hij was een visionair, wiens geschriften zorgden voor een gevoel van nationale eenheid en bewustzijn. Andere nationale helden zijn Andrés Bonifacio, oprichter van de vrijheidsbeweging Katipunan en Ninoy Aquino, de oppositieleider tegen het bewind van Ferdinand Marcos, die een soort martelaar werd nadat hij door de laatste vermoord werd.

Kunst

De eerste grote Filipijnse kunstschilder was Damian Domingo. Hij wordt beschouwd als de grootste Filipijnse schilder van het begin van de 19e eeuw en wordt wel de vader van Filipijnse schilderkunst genoemd. Andere belangrijke Filipijnse schilders zijn onder andere Felix Hidalgo en Juan Luna, twee schilders uit de tweede helft van de 19e eeuw; Fernando Amorsolo, die bekend werd door zijn landschappen van met name het Filipijnse platteland; Jose Joya, bekend om zijn abstracte en expressionistische kunst; de muurschilders Carlos Francisco en Vicente Manansala; en de modernistische schilders Hernando R. Ocampo, Victorio Edades en Arturo Luz.

Ook de Filipijnse architectuur is beïnvloed door diverse stijlen vanuit verschillende culturen. Veel historische gebouwen zijn uit de Spaanse koloniale tijd. De historische binnenstad van Vigan en de Barokkerken van de Filipijnen zijn hiervan een goed voorbeeld en staan sinds de jaren '90 op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Vooraanstaande Filipijnse architecten uit het verleden waren onder meer Juan Nakpil, Pablo Antonio en Leandro Locsin, alle drie Nationaal Artiest van de Filipijnen; Juan Arellano; Otilio Arellano, Fernando Ocampo, Carlos Arguelles en Tomas Mapua. Een toonaangevende Filipijnse architect van deze tijd is Francisco Maňosa.

Filipijnse keuken

Zie Filipijnse keuken voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
halo-halo is een nagerecht gemaakt van ijs, melk en diverse vruchten.

De Filipijnse keuken is geevolueerd tot een mix van traditionele en buitenlandse invloeden uit de keukens van voormalige kolonisatoren Spanje en de Verenigde Staten en naburige Aziatische landen, zoals China. Maaltijden varieren van erg simpel, zoals gezouten vis met rijst to complexer, zoals de paellas and cocidos die speciaal voor de lokale fiestas worden bereid. Populaire gerechten zijn onder andere lechon, adobo kip of varkensvlees, sinigang, kare-kare, tapa, krokante pata, pancit, loempia en halo-halo. Enkele veelgebruikte lokale ingredienten zijn calamondins, kokosnoten, saba (een kleine soort bakbanaan), Mango's, bandeng, and fish sauce. Hoewel er in de Filipijnse keuken zeker gebruik gemaakt worden van specerijen zijn de gerechten niet zo heet als die van sommige buurlanden.[18]

In de Filipijnen wordt in tegenstelling tot veel van de buurlanden geen gebruik gemaakt van eetstokjes, maar gebruikt men bestek. Door de samenstelling van de Filipijnse maaltijden, met veel rijst en stoofschotels, gebruikt men echter vaak een combinatie van mes en lepel in plaats van mes en vork.[19] In plattelandsgebieden wordt ook nog wel op een meer traditionelere manier, met de hand, gegegeten.[20]

Sport

Manny Pacquiao als het grote voorbeeld

De populairste (kijk)sporten in de Filipijnen zijn basketbal, boksen en pool. Bij het basketballen werd in het verleden behoorlijk wat succes geboekt op internationaal niveau. De laatste tientallen jaren is dat echter wat minder geworden. In het boksen en poolen behalen Filipino’s nog wel regelmatig successen op mondiaal niveau. De meeste medailles die de Filipijnen op de Olympische Spelen behaalden werden veroverd bij het boksen. Profbokser Manny Pacquiao is een van de succesvolste Filipijnse sporters aller tijden. In het poolen zijn de Filipijnen een van de toonaangevende landen. De succesvolste Filipijnse pooler is Efren Reyes. Basketballen en poolen zijn niet alleen populaire kijksporten, maar worden ook door het hele land veelvuldig recreatief beoefend. In elk dorp, hoe klein ook, zijn wel basketbalveldjes en pooltafels te vinden.

Natuur

De flora en fauna van de Filipijnen worden gekenmerkt door een hoge biodiversiteit. Gunstige landschappelijke en klimatologische omstandigheden hebben geleid tot de aanwezigheid van veel verschillende planten- en diersoorten. De afgezonderde ligging van de Filipijnen heeft er bovendien voor gezorgd dat een relatief groot deel van de in de Filipijnen voorkomende soorten zich heeft ontwikkeld tot een unieke soort. Veel van deze endemische planten- en diersoorten worden echter ernstig bedreigd. Een van de belangrijkste oorzaken hiervoor is de grootschalige ontbossing van de Filipijnen door (illegale) houtkap, mijnbouw en landbouw. Rond 1900 was nog zo’n 210.000 km² (70%) van het land bedekt door oerwouden. In 2009 was dat gebied met een factor tien afgenomen tot 21.000 km² (7%). Vanwege de hoge biodiversiteit en de grote afname van de natuurlijke leefomgeving van veel soorten werden de Filipijnen door Conservation International uitgeroepen tot één van de 25 biodiversiteit hotspots van de wereld.

Flora

Uitzicht over een deel van de Cordillera Central

De flora van de Filipijnen is nauw verwant aan de flora van andere landen van de Indische Archipel. Het totaal aantal boom- en plantensoorten in de Filipijnen meer dan 14500. Daarvan is naar schatting 30 tot 40% endemisch voor de Filipijnen. Onder de vaatplanten is het endemisme nog hoger. Van de ongeveer 9250 soorten is ongeveer 65% Filipijns endemisch.[21]. Veel van deze soorten zijn te vinden in de nog resterende stukken tropische regenwoud. In 2009 was 21.000 km² (7%) van de Filipijnen bedekt door tropisch regenwoud. Die regenwouden tellen tussen de 2500 en 3000 boomsoorten. De laaglandregenwouden (tot een hoogte van zo’n 1000 meter boven zeeniveau) worden veelal gedomineerd door de tientallen boomsoorten uit de Dipterocarpaceae-familie. Diverse soorten uit deze familie worden gebruikt voor het produceren van Filipijns mahonie. Ook groeit daar Pterocarpus indicus, de Filipijnse nationale boom. In de hoger gelegen gebieden, zoals het Cordillera Central en de Sierra Madre in Noord-Luzon vindt men veel dennenbossen, eiken en rhododendrons. Naast de duizenden boomsoorten tellen de Filipijnen ongeveer 8000 soorten bedektzadigen, waaronder ongeveer 1000 soorten orchideeën. Van deze 1000 soorten komt ongeveer 70% alleen voor in de Filipijnen.

Fauna

Een Filipijns spookdier

Ook het aantal unieke diersoorten in de Filipijnen is hoog. Zo telt de lijst van zoogdieren in de Filipijnen zeker 215, voornamelijk kleine, zoogdiersoorten, waarvan 61% endemisch is. Bijna tweederde van de zoogdierensoorten zijn vleermuizen (80 soorten) of knaagdieren (81 soorten). De Filipijnse Muridae vormen de grootste familie binnen de klasse van de zoogdieren.

In tegenstelling tot de zoogdieren, waarvan nog met enige regelmatig nieuwe kleine soorten worden ontdekt, zijn de meeste in de Filipijnen voorkomende vogelsoorten al lang geleden beschreven. Ook deze groep kent een relatief hoge graad van endemisme. Ongeveer 30% van de bijna 600 in de Filipijnen waargenomen vogelsoorten, komt nergens anders ter wereld voor. De grootste groep zijn de ongeveer 100 endemische zangvogels. Ook komen er 16 unieke duivensoorten voor, waaronder de vijf soorten dolksteekduiven. Een veel opvallendere groep vogels zijn de Filipijnse neushoornvogels. Deze grote luidruchtige vogels worden zoals veel van de Filipijnse diersoorten bedreigd door de snelle achteruitgang van hun leefgebied. De nationale vogel van de Filipijnen is de Filipijnse apenarend. Deze arend is een van de grootste vogels ter wereld en leeft slechts nog in enkele grote stukken overgebleven oerwoud op Luzon en Mindanao.

In de Filipijnen leven verder ruim 380 soorten reptielen en amfbieen, waaronder diverse giftige soorten, zoals de erg gevaarlijke Filipijnse brilslang. Ook komen er diverse wurgslangen voor, zoals de netpython, een van de grootste slangensoorten ter wereld. In het zuidoosten van Luzon leeft diep teruggetrokken in de Filipijnse bossen, Grays varaan. Deze soort kan zo'n twee meter lang worden en is een van de grootste en zeldzaamste varanensoorten van de wereld. Van de 102 amfibiesoorten is 74% uniek. De grootste groep binnen de amfibieën zijn kikkers. De reptielen kennen een vergelijkbaar percentage endemische soorten.

Zie ook


Zie de categorie Philippines van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
noicon
Door op de afspeelknop te klikken kunt u dit artikel beluisteren. Na het opnemen kan het artikel gewijzigd zijn, waardoor de tekst van de opname wellicht verouderd is. Zie verder info over deze opname of download de opname direct. (Meer info over gesproken Wikipedia)