Batenburg

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Jcb (overleg | bijdragen) op 4 jul 2010 om 16:48.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Voor het artikel over de beursgenoteerde onderneming zie Batenburg Beheer
Batenburg
Plaats in Nederland Vlag van Nederland
Batenburg (Gelderland)
Batenburg
Situering
Provincie Gelderland
Gemeente Wijchen
Coördinaten 51° 49′ NB, 5° 38′ OL
Algemeen
Inwoners ca. 600
Detailkaart
Kaart van Batenburg
Locatie in de gemeente Wijchen
Portaal  Portaalicoon   Nederland
Batenburg in 1674.

Batenburg is een Nederlandse stad in het Land van Maas en Waal, behorend tot de Gelderse gemeente Wijchen. Het ligt westelijk van Wijchen aan de Maas. Batenburg telde in 2005 slechts 600 inwoners en wordt daarom meestal geduid als dorp maar heeft een verleden als stad, zelfs één van de oudste van Gelderland. Het historische Batenburg met zijn kasteelruïne is een beschermd stadsgezicht.

Behalve de ruïne zijn er in Batenburg veel historische, veelal witgepleisterde boerderijen te zien, en een oude protestantse dorpskerk, die na verwoesting in de Tachtigjarige Oorlog gedeeltelijk werd herbouwd. Het is, evenals de veel grotere neogotische rooms-Katholieke kerk ernaast, oorspronkelijk gewijd aan Sint Victor.

Ten oosten van het stadje staat een standerdmolen. Batenburg telt 24 rijksmonumenten.

In de zomer is er veel waterrecreatie.

Geschiedenis

Batenburg kreeg in 1349 stadsrechten, maar aangenomen wordt dat het stadje ze rond het jaar 1000 ook al had gekregen. Het werd bestuurd door de machtige Heren van Batenburg, die noch aan de hertog van Gelre noch aan die van Brabant ondergeschikt waren, maar alleen aan de Duitse keizer. Hun kasteel, rond 1250 gebouwd op een motte, is sinds de Franse tijd een ruïne. De Heren van Batenburg (de laatsten waren de vorsten Van Bentheim-Steinfurt) bestuurden hun Gelderse bezit sindsdien op afstand. Er gebeurt in Batenburg in deze tijd niet veel bijzonders:

De vryheerlijkheid Batenburg op de Maes, in de Betuwe, gelegen, kwam reeds omtrent het einde der XIIIe eeuw in het bezit van het Huis van Bronckhorst. De geschiedenis dezer heerlijkheid levert weinig belang op: benevens eenige twisten van gansch plaetselyken aerd met naburige dynasten, versmelt zy zich geheel en al in de algemeene gebeurtenissen van Gelderland. [1]

Op 30 april 1419 breekt een verwoestende stadsbrand uit, waarbij 112 mensen het leven laten. Alle huizen aan de oost- een noordzijde van de markt, het gasthuis, klooster en Sint Jankerk branden daarbij volledig af. De schade werd op 300.000 gulden begroot, in die tijd een enorm bedrag. In 1463 viel de stad wederom ten prooi aan een stadsbrand. Waarbij 400 huizen, het stadhuis en het klooster ten prooi aan de vlammen vielen. In 1557 werd de stad geteisterd door een grote pestuitbraak, waarbij een onbekend aantal mensen stierven[2].

Batenburg sloeg in de Middeleeuwen en aan het begin van de 17e eeuw zijn eigen munten, die echter vanwege hun slechte kwaliteit geen goede reputatie hadden. Maximiliaen van Bronckhorst-Batenburg was de laatste heer met zijn eigen munt

In 1818 werd Batenburg een gemeente, die tot 1984 zelfstandig was: toen werd Batenburg onderdeel van Wijchen. Deze gemeente voert sindsdien het Batenburgse stadswapen.

Galerij

Referenties

  1. Serrure, Constant A. (1851), "Numismatiek", in: Vaderlandsch museum voor Nederduitsche letterkunde, oudheid en geschiedenis, Deel 4. [1]
  2. [Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden Door Abraham Jacob van der Aa]

Zie ook