Huurwaardeforfait

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Jcb (overleg | bijdragen) op 27 aug 2010 om 02:03.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Het huurwaardeforfait is een belasting die in zijn oorspronkelijke vorm werd ingevoerd in 1893 [1]. Het huurwaardeforfait is een fictief inkomen dat een eigenwoningbezitter moet optellen bij zijn inkomen uit werk en woning in box 1. Doordat de eigenwoningbezitter het huurwaardeforfait bij zijn inkomen moet optellen, nemen zijn inkomsten toe en moet hij meer belasting betalen. Het huurwaardeforfait is vastgesteld op een percentage van de WOZ-waarde.

In de jaren negentig van de 19e eeuw bedachten ambtenaren van het ministerie van Financiën dat iemand met een eigen woning deze zou kunnen verhuren. Zou hij zijn woning verhuren dan zou hij - als eigenaar van de woning - inkomen kunnen ontvangen waarover hij belasting zou moeten betalen. [2]. Dit inkomen had de eigenwoningbezitter niet echt, daarom heette het ook een fictief ofwel forfaitair (= vastgesteld) inkomen. Dit fictieve inkomen uit fictieve huur moest de eigenwoningbezitter optellen bij zijn inkomen uit werk. Het huurwaardeforfait werd vastgesteld op een percentage van de WOZ-waarde van de woning, het meest voorkomende percentage is 0,55 procent (dit geldt voor woningen met een WOZ-waarde van 75.000 euro of meer).

Voorbeeld: als iemand een woning heeft waarvan de WOZ-waarde is vastgesteld op 270.000 euro dan bedraagt het huurwaardeforfait (0,55%) 1.485 euro. Die 1.485 euro moet een eigenwoningbezitter bij zijn inkomen in box 1 optellen. Hoeveel belasting vervolgens betaald moet worden over de fictieve huurinkomsten is afhankelijk van de belastingschijf waarin iemand valt, de schijven variëren van 33% tot 52%.[3] In schijf 3, de schijf van 42%, betaalt een eigenwoningbezitter 623,70 euro belasting per jaar over inkomen dat hij niet heeft.

De invoering van het huurwaardeforfait stuitte op verzet, eigenwoningbezitters moesten immers belasting gaan betalen over inkomen dat ze niet hadden, men verhuurde de woning tenslotte niet maar woonde er zelf. Het feit dat men de woning niet verhuurde maar er zelf woonde deed niet ter zake aldus de overheid: wie een eigen woning had kreeg een fiscale bijtelling bovenop zijn inkomen.[4] Ter compensatie werd (eveneens in 1893) tegenover de bijtelling van het huurwaardeforfait daarom toegestaan de betaalde rente over de woning van het inkomen af te trekken.

In 2001 werd de Wet inkomstenbelasting 2001 ingevoerd. Sindsdien heeft het huurwaardeforfait een andere naam: eigenwoningforfait. Daarmee veranderde alleen de naam, inhoudelijk veranderde er niets.

  1. Historisch Nieuwsblad jaargang 2008 nr 7
  2. Overige woonlasten, Moviq, zie onder 'eigenwoningforfait'
  3. Overzicht tarieven en schijven, Informatie van de Belastingdienst
  4. Hypothekentaal: eigenwoningforfait, Hypothekenblog