Numeri

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Jcb (overleg | bijdragen) op 9 sep 2010 om 00:15. (→‎Naamgeving)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Numeri is het vierde boek van de Hebreeuwse Bijbel. Het behandelt de gebeurtenissen van het Israëlitische volk gedurende hun verblijf van 40 jaar in de woestijn.

Naamgeving

In het Hebreeuws wordt het Bemidbar (במדבר -in de wildernis) genoemd, naar wat in de Hebreeuwse versie het eerste woord van het boek is. De Nederlandse naam Numeri komt via het Grieks uit de Septuaginta, en is gebaseerd op de twee tellingen van het joodse volk, namelijk aan het begin en in de vlakte van Moab. Het laatste aantal is kleiner dan het eerste.

Inhoud

De spionnen brengen rapport uit

Het boek vormt een voortzetting van het boek Exodus, na de onderbreking van de wetgeving in het boek Leviticus. De periode van het boek Numeri beslaat de tijdspanne tussen de eerste maand van het 2de jaar na de uittocht, tot de 11de maand van het 40e jaar.

  1. De telling van het hebreeuwse volk bij de berg Sinaï, en de voorbereidingen voor hun verdere reis. De telling gebeurt per stam. (Hoofdstuk 1 - 4).
  2. Enkele wetten (hoofdstuk 5, 15, 27-30, 33)
  3. De wet op het Nazireeërschap en de priesterwijding. (Hoofdstuk 6).
  4. Een beschrijving van de plichten van de Levieten, en hygiënevoorschriften voor het kamp (Hoofdstuk 7 - 9, 18-19).
  5. Een verslag van de reis van Sinaï naar Moab: Signalen voor het opbreken van het kamp, de reis naar Kades, gemopper op/rebellie tegen Mozes, gebrek aan vlees (kwakkels) (10-12).
  6. Spionagetocht van de 12 verkenners, hun verslag, de reactie van het volk (wij willen er niet heen), en de straf van God: alle volwassenen zullen er niet komen (hoofdstuk 13-14)).
  7. Gemopper en rebellie (Hoofdstuk 16-17)
  8. Ontmoeting met Edom. (Hoofdstuk 20)
  9. Verovering van het land van de Amorieten. (Hoofdstuk 21)
  10. Handelingen in de vlakte van Moab voor zij door de Jordaan trekken. (Hoofdstuk 21).
  11. Confrontatie met Midian, zegening door Bileam. (Hoofdstuk 22-25, 31).
  12. Tweede telling van het volk (Hoofdstuk 26)
  13. Jozua aangewezen als opvolger van Mozes (Hoofdstuk 27).
  14. Verdeling van oost-jordaanoever onder twee en een halve stam: Ruben, Gad, en de halve stam Manasse. (Hoofdstuk 32).
  15. Opdracht om de Kanaanieten te verdrijven. Grenzen van het land. Levitische steden en vrijsteden. (Hoofdstuk 34-35).

De aantallen in het Oude Testament zijn aan discussie onderhevig. Het aantal mensen dat in Genesis bij Jozef in Egypte komt, bedraagt zeventig. Volgens de eerste telling in Numeri bedraagt het aantal ruim 600.000 mannen van 20 jaar en ouder. Uitgaande van normale gezinnen en leeftijdsverdeling komt dit al snel op drie miljoen mensen. In een periode van 400 jaar, met 25 jaar als leeftijd van een generatie, komen 12 gezinnen in 16 generaties bij een gemiddelde gezinsgrootte van 4,2 kinderen uit op 3,6 miljoen mensen.

Maar uitgaande van een periode van 120 jaar voor het verblijf in Egypte, wordt enkele miljoenen mensen een problematische zaak. Nu worden in het Hebreeuws de woorden "Eleph" en "Alluph" gebruikt. Eleph betekent 1000, maar ook familie of militaire eenheid. Alluph is een familiehoofd, een aanvoerder van 1000, of een beroepssoldaat. De aantallen voor Simeon werden genoteerd als :

57 gewapenden: 57 eleph
23 honderden (militaire eenheden): 2 eleph, 3 honderden

In het ene geval beteket Eleph ('lp) dus beroepsoldaat, in het andere : duizendtal. Totaal zou Simeon hiermee op ruim 2300 uitkomen.

Ook de uitdrukking "het boek van de oorlogen des Heeren" in Hoofdstuk 21:14 heeft discussie gegeven.

Auteurschap

In de traditionele opvatting, orthodoxe Joden en christenen, wordt Mozes als voornaamste of enige auteur gezien. Binnen de JEDP-theorie wordt P als voornaamste auteur gezien, met elementen van J en E.