Abdel Aziz al-Rantissi

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Abdel Aziz al-Rantissi (Arabisch: عبدالعزيز علي عبدالمجيد الحفيظ الرنتيسي, ʿAbd al-ʿAzīz ʿAlī ʿAbd al-Māǧid al-Rantīsī) (Yibna, 23 oktober 1947Gaza, 17 april 2004) was een Palestijns leider en kinderarts.

Hij was 'politiek leider' van Hamas in de Gazastrook, hoewel de grenzen tussen de militaire en politieke functies onduidelijk zijn, en een vertrouweling van Ahmad Yassin. Van 25 maart 2004, enkele dagen na de liquidatie van sjeik Ahmad Yassin, tot 17 april 2004, toen hij bij een Israëlische raketaanval werd gedood, was hij het hoofd van Hamas in de Gazastrook.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Al-Rantissi werd geboren in Yibna, nabij Ashkelon, in het toenmalig Britse Mandaatgebied Palestina. De naam van zijn geboortestad is leeft voort in de Hebreeuwse naam van het stadje Yavne.[1] David Ben Goerion schrijft in zijn dagboek op 5 juni 1948 : "vandaag namen we Yibna in zonder noemenswaardige tegenstand." De inwoners werden gesommeerd te vertrekken.[2] Rantissi groeide op in het vluchtelingenkamp van Khan Yunis. Vervolgens studeerde hij voor arts in Egypte. Hij zou uiteindelijk kinderarts worden. In Egypte raakte hij ook geïnspireerd door het Moslimbroederschap.

Hij is verschillende keren gevangengezet door Israël en ontsnapte al eens aan een poging tot liquidatie. Ook de Palestijnse Autoriteit heeft hem meerdere malen gevangengezet voor zijn kritiek op Yasser Arafat. Zijn stem werd er echter niet door gematigd.

Sinds zijn terugkeer (1993) uit de door Israël opgelegde ballingschap in Libanon (1992) was hij een vooraanstaand woordvoerder van Hamas. Zoals de meeste Hamasleden was al-Rantissi tegen elk compromis met Israël en voor de bevrijding van geheel Palestina door jihad te voeren tegen de 'zionistische entiteit'. Deze bevrijdingsstrijd mocht volgens hem met alle middelen gevoerd worden, inclusief zelfmoordaanslagen. Hij zag deze niet als terrorisme, maar als een reactie op het Israëlisch terrorisme, individueel en door de regering, tegen Palestijnse burgers.[3] In een artikel in het aan Hamas gelieerde blad Al-Risala ontkende hij het bestaan van de gaskamers en beweerde hij dat er een nauwe samenwerking was tussen nazi's en zionisten.[4]

Op 17 april 2004 werden Abdel Aziz al-Rantissi, zijn zoon Mohammed en een lijfwacht gedood door een Israëlische raketaanval op zijn auto. VN-secretaris-generaal Kofi Annan veroordeelde deze en andere buitengerechtelijke liquidaties.[5]

Jonathan Peled, een woordvoerder voor het Israëlische Ministerie van Buitenlandse Zaken zei dat Israël een terroristenbrein had uitgeschakeld.[6]

Al-Rantissi noemde de Amerikaanse president, George W. Bush, een vijand van God, de islam en de moslims.[7]