Apostolische vaders

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ignatius

Met de benaming apostolische vaders wordt een groep auteurs bedoeld uit de late 1e eeuw en vroege 2e eeuw na Chr. De apostolische vaders volgen op de schrijvers van het Nieuwe Testament en hadden (naar verluidt) de apostelen persoonlijk gekend of anderen die ooggetuigen waren van het openbare optreden van Jezus Christus.

De geschriften van de apostolische vaders zijn ontstaan in de periode 90-160 na Chr. en bestaan uit verhandelingen, brieven, fragmenten en apologieën (verweerschriften). De geschriften van de apostolische vaders zijn van het grootste belang voor onze kennis van het vroege christendom en bieden inzicht in de ontvangst van de Bijbelse boodschap en de opbouw van de vroege christengemeenschappen.

Documenten van de apostolische vaders[bewerken | brontekst bewerken]

De term apostolische vaders werd voor het eerst gebruikt door J. B. Cotelier die in 1672 is begonnen met het verzamelen en bijeenbrengen van deze documenten. Op dit moment worden tot de documenten van de apostolische vaders gerekend:

Van Ignatius en Polycarpus is bekend dat zij als martelaar gestorven zijn. Hermas was een broer was Paus Pius I. Mogelijk is hij slaaf geweest.

Citaten[bewerken | brontekst bewerken]

De vaders citeren dikwijls uit het Nieuwe Testament en zijn daardoor een bron voor de tekstkritiek van de Bijbel. Doordat bekend is waar ze leefden en wanneer, kan een bepaalde variant gekoppeld worden aan een plaats en een tijd, en kunnen er families van teksten gevormd worden: er wordt onderscheid gemaakt tussen de Byzantijnse, Caesareaanse, Westerse en de Alexandrijnse tekst.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

In het Nederlandse taalgebied bestaat een uitstekende bewerking en uitgave met toelichtingen. Apostolische Vaders I en II, Dr. A.F.J. Klijn, ISBN 978-90-242-0167-9

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]