Balthasar van der Ast

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Stilleven met vruchten en bloemen, 1620-1621, Rijksmuseum, Amsterdam
Fruit, schelpdieren en insecten, 1623, Museum voor Schone Kunsten, Rijsel

Balthasar van der Ast (Middelburg, 1593 of 1594 - Delft, 19 december 1657) was een Nederlands kunstschilder van bloemstillevens.

Leven[bewerken | brontekst bewerken]

Balthasar van der Ast was een zoon van een rijke Middelburgse koopman die in 1609 vroegtijdig overleed. Balthasar trok in bij zijn zus Maria en studeerde bij zijn zwager Ambrosius Bosschaert in Middelburg, wiens kinderen Abraham en Ambrosius jr. hij later zou opvoeden. Hij verhuisde met zijn zus en zwager in 1615 naar Bergen op Zoom. Enkele jaren later verhuisde hij naar Utrecht. Daar wordt hij in 1619 vermeld als lid van het Sint-Lucasgilde. Hij raakte nauw bevriend met Roelant Savery, met wie hij een interesse in bloemen en dieren deelde. In 1632 verhuisde hij naar Delft, waar hij Margrieta Jans van Buijeren trouwde en waar hij de rest van zijn leven doorbracht.

Werk[bewerken | brontekst bewerken]

Van der Ast schilderde zeer verfijnde stillevens van fruit en bloemen in de trant van Bosschaert. Zijn composities en zijn kleurgebruik zijn zeer afgewogen. Geleidelijk werden zijn werken groter en complexer, tot hij later in zijn lange loopbaan pronkstillevens in de trant van Jan Davidsz. de Heem schilderde.

Zijn leerlingen waren onder andere Ambrosius jr., Johannes en Abraham Bosschaert, Anthony Claesz., Johannes Baers en Jan Davidsz. de Heem

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Balthasar van der Ast op Wikimedia Commons.