Berlin (theatergezelschap)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Berlin
Afbeelding gewenst
Soort theater documentaire

installatie

Vestigingsplaats Antwerpen
Opgericht 2003
Actuele samenstelling
Artistiek leider Bart Baele

Yves Degryse

Website https://berlinberlin.be/nl/
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

BERLIN is een Antwerps theatergezelschap opgericht door huidig artistiek leider Yves Degryse, samen met Bart Baele en Caroline Rochlitz.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Bart Baele en Yves Degryse maakten hun eerste theater samen als veertienjarigen aan de woordacademie van Zottegem.[1] In 2002 maakten Baele, Degryse en Caroline Rochlitz de voorstelling de verrukking voor het theatergezelschap SKaGeN, waar Yves Degryse op dat moment lid van is. Baele regisseerde, Degryse en Rochlitz speelden de voorstelling. In tegenstelling tot de latere voorstellingen van BERLIN was de verrukking eerder traditioneel teksttheater. De tekst was gebaseerd op de gelijknamige roman van Ivo Michiels, die later ook de tekst zou schrijven voor de voorstelling Iqaluit.[2]

In 2003 richtten Baele, Degryse en Rochlitz BERLIN op. Rochlitz verliet het gezelschap in 2009.

De voorstellingen van BERLIN zijn een mengvorm van diverse disciplines (theater, film, muziek, installatie, etc.) en hebben een documentair karakter. Elke creatie vertrekt vanuit de werkelijkheid: een stad, een waargebeurd verhaal of een getuigenis. Vanuit die inhoud wordt dan een geschikte vorm gezocht: beelden op scène, live-muziek, technologie, scenografie en de plaats van het publiek hierin, installatie, etc. De grens tussen fictie en realiteit is een vaak terugkerend thema in de voorstellingen. Aan elk project gaat een minutieus en langdurig onderzoek vooraf. Zo woonden de makers voor de voorstellingen in de Holoceen-cyclus vaak lange tijd op de plek waarover de voorstelling gaat.[3]

Het werk van BERLIN wordt gekenmerkt door een sterke internationale oriëntering: zowel inhoudelijk als op vlak van spreiding.

BERLIN ontving tijdens het theaterfestival 2016 de Vlaamse Cultuurprijs voor Podiumkunsten 2015.

De voorstelling Bonanza won in 2013 een Total Theatre Award op het Edinburgh Festival.[4] Vier voorstellingen werden geselecteerd voor Het TheaterFestival: Bonanza, Land’s End en True Copy in de Belgische selectie, Zvizdal in de Nederlandse.[5]

BERLIN is creative associate in deSingel in Antwerpen[6] en artiste associé in Centquatre in Parijs.[7] Eind 2023 treedt BERLIN aan als nieuwe huisartiest bij NTGent waar ze de komende jaren nieuw werk zal produceren.[8]

Werk[bewerken | brontekst bewerken]

De voorstellingen van BERLIN kaderen vaak binnen twee cycli: Holoceen en Horror Vacui. De eerste voorstelling van Berlin, Jerusalem, kaderde al binnen de Holoceen-cyclus. In 2010 kwam daar Horror Vacui bij en maakte BERLINN voor beide cycli voorstelling door elkaar.[5]

Programmaflyer "Meeting Berlin", met vier voorstellingen van Berlin, in deSingel in Antwerpen, waar het gezelschap creative associate is. (2017)

Holoceen[bewerken | brontekst bewerken]

De naam van de eerste cyclus verwijst naar het huidige geologische tijdperk. Het uitgangspunt van de voorstelling is telkens stad of dorp, ergens ter wereld. De makers verbleven vaak lange periode ter plekke om materiaal te verzamelen voor de voorstelling, met de steeds wederkerende vraag hoe een plek de ziel van haar bewoners bepaalt. Vaak worden in deze voorstellingen videofragmenten en interviews die ter plekke werden opgenomen op speciaal voor de voorstelling gebouwde scènes getoond, in combinatie met andere disciplines.

De eerste voorstelling, Jerusalem, creëerde Berlin in twee fasen. In 2003 maakten ze een eerste voorstelling. In 2013 gingen ze terug om mensen opnieuw te interviewen, discussies over te doen en beelden op elkaar te leggen. In de voorstelling werd dan gekeken naar wat er veranderd was.[9]

Voor de installatie Iqaluit (2005) trok Berlin naar de hoofdstad van de Inuitnatie in Canada. In 2006 ging de voorstelling Bonanza, over een verlaten mijnstad in Colorado, waar nog maar zeven mensen wonen.[9]

Na twee voorstellingen over kleine gemeenschappen, maakte Berlin met Moscow een voorstelling over een grote metropool. In deze voorstelling staat het contrast tussen het kapitalisme en de arme Moskoviet centraal, tussen de harde repressie van het centrale gezag en de modale Rus die probeert een aangenaam leven op te bouwen.[10]

Zvizdal gaat over een oud koppel dat nog steeds, zelfbedruipend, in de verboden zone rond Tsjernobyl woont en weigert weg te gaan.[11]

De cyclus Holoceen eindigt met de voorstelling The making of Berlin, die in 2022 in première ging. Voor deze laatste voorstelling trok BERLIN naar de stad waar ze haar naam aan dankt.[12]

Horror Vacui[bewerken | brontekst bewerken]

In de cyclus Horror Vacui ('angst voor de leegte') worden opmerkelijke, maar waargebeurde verhalen verteld. In het kader van deze verhalen worden ontmoetingen rond een tafel geënsceneerd. Reële mensen die niet met elkaar kunnen of mogen praten, doen dat op scène, met behulp van schermen. Zo worden mensen rond een thema of verhaal virtueel rond de tafel gebracht. Vooraf opgenomen interviews worden zo gemonteerd dat er een conversatie ontstaat. Sinds Horror Vacui introduceerde BERLIN steeds meer fictieve elementen in hun werk. Dit heeft ook invloed op de stadsportretten uit de Holoceen-cyclus, die minder strikt ‘documentair’ worden.[1]

De eerste voorstelling in deze cyclus is Tagfish, een pokerterm voor iemand die geen risico’s durft nemen. Frie Leysen, toen festivaldirecteur van Theater der Welt, vroeg aan BERLIN om een productie te maken over Zollverein, een niet meer gebruikte industriële site in het Ruhrgebied.[1]

In Land’s End zet BERLIN twee verdachten van de zogenoemde 'pannekoekenmoord', in de grensstreek van België en Frankrijk, tegenover elkaar aan een tafel, die over de Belgisch-Franse grens staat, omdat beiden in een andere jurisdictie zitten. De voorstelling draait over het belang en de absurditeit van grenzen vandaag.[13]

In de voorstelling Perhaps all the dragons worden dertig verschillende verhalen gepresenteerd. Het concept van de voorstelling is gebaseerd op de theorie dat iedereen ter wereld via slechts zes tussenstappen met elkaar verbonden is.

Remember the dragons is een kindervoorstelling, gebaseerd op de voorstelling Perhaps all the dragons.[14]

De voorstelling True Copy draait om ‘meestervervalser’ Geert Jan Jansen, die zelf ook in de voorstelling meespeelt.[15]

In 2018 haalde BERLIN kortstondig het wereldnieuws met een actie naar aanleiding van True Copy. BERLIN vroeg aan Jansen om het schilderij Tête d’Arlequin, van Picasso na te maken. Dat was in 2012 gestolen uit de Kunsthal in Rotterdam. De schrijfster Mira Feticu, naast nog anderen, kreeg een anonieme brief waarin gesteld werd dat het schilderij zich in Roemenië bevond. Feticu ging met auteur naar Frank Westerman naar Roemenië en vonden daar het schilderij, waarvan ze dachten dat het om het origineel van Picasso ging. Dit was voorpaginanieuws in de internationale pers.[16][17] Tot BERLIN liet weten dat ze het schilderij had laten namaken in het kader van de voorstelling True Copy.[18]

Voorstellingen buiten de cycli[bewerken | brontekst bewerken]

In juni 2021 ziet Ramble Song het licht, het eerste avondvullende BERLIN-project dat niet onder één van de beide cycli valt. Eerder was er ook al de audio-installatie Wie oud wordt... (2019).

Voorstellingen[bewerken | brontekst bewerken]

Holoceen[bewerken | brontekst bewerken]

  • 2003 Jerusalem
  • 2005 Iqaluit
  • 2006 Bonanza
  • 2009 Moscow
  • 2013 Jerusalem (herwerking)
  • 2016 Zvizdal
  • 2022 The making of Berlin

Horror Vacui[bewerken | brontekst bewerken]

  • 2010 Tagfish
  • 2011 Land's End
  • 2014 Perhaps All The Dragons
  • 2017 Remember The Dragons
  • 2018 True Copy

Buiten de cycli[bewerken | brontekst bewerken]

  • 2019 Wie oud wordt...
  • 2021 Ramble Song

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]