Braxton Bragg

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Braxton Bragg
Braxton Bragg
Geboren 22 maart 1817
Warrenton, North Carolina
Overleden 27 september 1876
Galveston, Texas
Rustplaats Magnolia Cemetery (Mobile (Alabama))
Land/zijde Verenigde Staten
Geconfedereerde Staten van Amerika
Onderdeel United States Army
Confederate States Army
Dienstjaren 18371856 (USA)
18611865 (CSA)
Rang Lieutenant Colonel
General (CSA)
Bevel Army of Mississippi
Army of Tennessee
Slagen/oorlogen Second Seminole War

Mexicaans-Amerikaanse Oorlog

  • Siege of Fort Texas
  • Battle of Monterrey
  • Battle of Buena Vista

Amerikaanse burgeroorlog

Braxton Bragg (Warrenton (North Carolina), 22 maart 1817 - Galveston (Texas), 27 september 1876) was beroepsofficier in het Amerikaanse leger en als generaal in het leger van de Geconfedereerde Staten van Amerika een van de belangrijkste Zuidelijke commandanten tijdens de Amerikaanse burgeroorlog.

Voor de oorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Bragg werd geboren in Warrenton, North Carolina. Hij was de broer van de toekomstige Zuidelijke minister van justitie Thomas Bragg en de toekomstige zwager van de Noordelijke generaal Don Carlos Buell. Hij studeerde af van West Point in 1837 en werd tweede luitenant in de artillerie.

Bragg diende tijdens de Tweede Seminole oorlog in Florida en nam deel aan de bezetting van Texas. Hij verdiende promoties voor moed en voorbeeldig gedrag tijdens de Mexicaans-Amerikaanse oorlog, waaronder een promotie tot majoor na de Slag bij Monterrey en tot luitenant-kolonel na de Slag bij Buena Vista.

Bragg had de reputatie zeer strikt in de leer te zijn en de regels letterlijk te nemen. Dit maakte hem zo onpopulair dat zijn eigen troepen in 1847 een poging ondernamen om hem op te blazen met een artillerie-granaat; wat mislukte, hoewel zijn bed verwoest was.

In 1856 nam Bragg ontslag uit het leger en vestigde zich als suiker-planter in Thibodeaux, Louisiana. Hij was ook actief als commissaris voor openbare werken van de staat Louisiana.

Burgeroorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Voor de burgeroorlog was Bragg kolonel in de militie van Louisiana. Hij werd bevorderd tot generaal-majoor van de militie op 20 februari 1861. Hij had het commando over de troepen rond New Orleans tot 16 april, maar daarna werd hij brigadegeneraal in het Zuidelijke leger. Hij leidde eenheden in Pensacola, Florida en werd bevorderd tot generaal-majoor op 12 september 1861.

Shiloh en Corinth[bewerken | brontekst bewerken]

Bragg marcheerde zijn troepen naar Corinth, Mississippi, waar hij deelnam aan het beleg van Corinth en de Slag bij Shiloh. Nadat de Zuidelijke commandant, Generaal Albert Sidney Johnston, was gesneuveld bij Shiloh nam Generaal P.G.T. Beauregard het commando over. Diezelfde dag, 6 april 1862 werd Bragg gepromoveerd tot volledig (vier-sterren) generaal, een van acht mannen met die hoogste rang in de geschiedenis van de Confederatie, en kreeg hij het commando over het Army of the Mississippi. Beauregard verdween spoedig van het toneel door ziekte, en Bragg werd aangesteld als zijn opvolger als commandant van het Army of Tennessee in juni 1862.

Kentucky[bewerken | brontekst bewerken]

In augustus 1862 viel Bragg Kentucky binnen, in de hoop dat hij supporters van de Zuidelijke zaak kon opjutten en om de Noordelijke troepen van zijn zwager Don Carlos Buell de Ohio over te drijven. Hij marcheerde zijn leger naar Chattanooga, Tennessee en vertrok daarvandaan naar het noorden in samenwerking met luitenant-generaal Edmund Kirby Smith. Hij nam 4000 Noordelijke soldaten gevangen bij Munfordville en verplaatste zijn leger naar Bardstown. Op 4 oktober 1862 nam hij deel aan de inhuldiging van Richard Hawes als Zuidelijke gouverneur van Kentucky. Bragg vocht tegen Buells leger op 8 oktober bij Perryville en behaalde een tactische overwinning, maar omdat hij zijn leger terug moest trekken naar Knoxville was het toch een strategische nederlaag.

Tennessee[bewerken | brontekst bewerken]

Hierna bereidde Bragg een campagne naar centraal Tennessee voor. Bij de Slag bij Stones River vocht hij een onbesliste strijd tegen de Noordelijke generaal-majoor William S. Rosecrans, maar daarna trok hij zijn leger terug, zodat de Unie reden had om deze veldslag als overwinning aan te merken. Jefferson Davis gaf Generaal Joseph E. Johnston, commandant van alle Zuidelijke troepen in het Westelijke theater, om Bragg van zijn commando te ontheffen, maar Johnston bezocht Bragg en besloot om hem aan te houden. Bragg werd vervolgens teruggedreven naar Chattanooga en daarna naar Georgia tijdens Rosecrans' Tullahoma en Chickamauga campagnes.

Op 19-20 september 1863 viel Bragg de achtervolgende Rosecrans aan en versloeg hem in de Slag bij Chickamauga, de grootste Zuidelijke overwinning in het Westelijke theater van de burgeroorlog. Na deze veldslag trok Rosecrans' Army of the Cumberland zich terug naar Chattanooga, waar Bragg een beleg om de stad sloeg.

Het beleg was kantje-boord: de Noordelijke generaal Ulysses S. Grant wist uiteindelijk het leger van Rosecrans te ontzetten. In november versloegen Grant en William T. Sherman Bragg beslissend in de Slag bij Chattanooga, waarmee ze het beleg verbraken. Het Zuidelijke legercommando was in rep en roer: Braggs ondergeschikten Leonidas Polk, James Longstreet en William J. Hardee drukten allemaal hun gebrek aan vertrouwen in Bragg uit tegenover president Jefferson Davis. Ondanks de persoonlijke relatie die Davis met Bragg had, verving hij hem door Joseph E. Johnston, die het leger zou leiden dat Shermans opmars naar en beleg van Atlanta moest weerstaan.

De afloop[bewerken | brontekst bewerken]

In februari 1864 werd Bragg naar Richmond (Virginia) gestuurd, waar hij diende als militair adviseur van de Zuidelijke president Jefferson Davis, een positie die voorheen door Robert E. Lee was bekleed. Aan het eind van 1864 werd hij weer het veld ingestuurd, maar ook daar had hij weinig succes.

Bragg vergezelde Jefferson Davis toen die naar South Carolina en Georgia vluchtte na Lees overgave bij Appomattox Court House.

Na de oorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Na de oorlog werkte Bragg als opzichter bij de New Orleans waterwerken en later als hoofdingenieur voor Alabama, toezicht houdend op de verbouwing van de haven van Mobile. Hierna verhuisde hij naar Texas en werd spoorweginspecteur. Bragg wandelde samen met een vriend in een straat in Galveston, Texas, toen hij plots voorover viel en ter plaatse stierf. Hij werd begraven in Magnolia Cemetery, Mobile, Alabama.

Militaire loopbaan[bewerken | brontekst bewerken]