Carlo de Roover

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Carlo de Roover (Boom, 1900 - Antwerpen, 1986) was een Vlaamse kunstschilder. Hij maakte portretten, figuren, naakten, stillevens en landschappen.

Opleiding[bewerken | brontekst bewerken]

Carlo de Roover kreeg zijn eerste opleiding van zijn broer Albert tijdens de Eerste Wereldoorlog in Nederland. Daarna studeerde hij bij Alfons Van Beurden aan de Academie van Antwerpen en van 1919 tot 1923 aan het NHISKA (Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten in Antwerpen), bij onder meer Isidore Opsomer en Albert Ciamberlani.

Werken[bewerken | brontekst bewerken]

Hij begon zijn carrière met het schilderen van gestileerde landelijke figuren en naakten. Vanaf 1920 werd hij sterk beïnvloed door het kubisme en vanaf 1924 sloot hij zich aan bij de constructivistische vormgeving. Vanaf 1930 schilderde hij zonovergoten landschappen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog schilderde hij poëtische, veristische stillevens die bijzonder uitdrukkingsvol waren. Later, ca. 1965, gaat hij experimenteren met abstractie en na 1975 schilderde hij interieurs in een hyperrealistische vormgeving.

Hij kreeg verschillende prijzen, onder meer de Nicaise De Keyser in 1921, de Van Lerius in 1922 en de Tweede Romeprijs in 1928. Carlo de Roover gaf les aan de Academie van Antwerpen van 1929 tot 1966.

Zijn eerste solotentoonstelling was in de Arenberg in Antwerpen in 1927. Er waren nog verschillende retrospectives, in 1966 en in 1982 aan de Antwerpse academie,in 1957 in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel, in 1974 in het Museum Sint-Niklaas en in 1976 in het kunstencentrum PAC in Vaalbeek.