Contra-compositie XVI

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Contra-compositie XVI
Contra-compositie XVI
Kunstenaar Theo van Doesburg
Jaar Tussen 27 augustus en 30 november 1925
Techniek Olieverf op doek
Afmetingen 100 × 180 cm
Verblijfplaats Kunstmuseum Den Haag
Locatie Den Haag
RKD-gegevens
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Contra-compositie XVI (Duits: Kontra-Komposition XVI, Engels: Counter-composition XVI, Frans: Contre-composition XVI, Italiaans: Contro-composizione XVI) is een schilderij van de Nederlandse schilder Theo van Doesburg in het Kunstmuseum Den Haag in Den Haag.

Titel[bewerken | brontekst bewerken]

Studie voor Contra-compositie XVI. 1925. Otterlo, Kröller-Müller Museum.

Contra-compositie XVI is het elfde schilderij in de serie contra-composities, waarmee Van Doesburg in 1924 begon. Het heette aanvankelijk dan ook Contra-compositie XI. De huidige titel is gebaseerd op het boekje Unique studies for Compositions, waarin Van Doesburg alle voorstudies van zijn contra-composities opnam, en waar het voorkomt als zestiende.

Datering[bewerken | brontekst bewerken]

Contra-compositie XVI ontstond tussen 27 augustus en 30 november 1925. Op 27 augustus schreef Van Doesburg zijn vriend César Domela Nieuwenhuis dat hij nog maar twee schilderijen met diagonale lijnen voltooid had (Contra-compositie VI en Contra-compositie XIII) en vanaf 30 november maakte het deel uit van de tentoonstelling L'Art d'Aujourd'hui in Parijs.

Herkomst[bewerken | brontekst bewerken]

Contra-compositie XVI werd in 1934 aan het Gemeentemuseum Den Haag geschonken door Van Doesburgs weduwe, Nelly van Doesburg.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]