Die lustige Witwe

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Voorblad

Die lustige Witwe (De vrolijke weduwe) is de titel van een operette in drie bedrijven gecomponeerd door de Oostenrijks-Hongaarse componist Franz Lehár. Het libretto werd geschreven door de Oostenrijkse toneeldichters Victor Léon en Leo Stein, naar het blijspel L'attaché d'ambassade van Henri Meilhac. De plaats van handeling is Parijs rond 1900.

Die lustige Witwe werd voor het eerst opgevoerd in het Theater an der Wien in Wenen op 30 december 1905.

Voornaamste rollen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Baron Mirko Zeta, (bariton)
  • Valencienne (sopraan)
  • Graaf Danilo Danilowitsch (bariton/tenor)
  • Hanna Glawari (sopraan)
  • Camille de Rosillon (tenor)

Bekende melodieën[bewerken | brontekst bewerken]

  • Ich bin eine anständige Frau
  • Jetzt geh' ich ins Maxim
  • Lippen schweigen
  • Viljalied

Verfilmingen[bewerken | brontekst bewerken]

Die lustige Witwe werd meermaals verfilmd:


Zie de categorie Die lustige Witwe van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.