Gebruiker:Allardo/Flamenco

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Bailaora (danseres) van Flamenco Belén Maya, foto genomen door Gilles Larrain in zijn studio in 2001

Flamenco is de muziek, zang en dans van Spanje, in het bijzonder van de zuidelijke provincies. Kenmerkend voor deze muziekvorm zijn de soms Arabisch aandoende klanken, de uitbundig muzikale versieringen rondom het thema en het sterke ritme binnen een twaalf tels-systeem.

De basis van de flamenco vormt de cante flamenco, de flamencozang. In de meest basale uitvoering wordt de cante vaak met een ritmisch geklop (al golpe; golpear = kloppen, tikken) begeleid door te kloppen met de knokkels op tafels, te tikken met een stok op de grond (cano roto), door het knippen in de vingers (pitas) of met klappen in de handen (palmas). Tegenwoordig wordt hij meestal begeleid door de Spaanse gitaar en palmas, soms aangevuld met een tinaja (vaas, in Afrika een udu) en sinds de jaren 70 van de twintigste eeuw de cajón . Ofschoon cante en baile uiteindelijk door veel klassieke instrumenten als fluit, piano, viool en cello kunnen worden begeleid, blijft dit in de praktijk meestal de flamencogitaar. Cante flamenco kan (ook ritmisch) worden ondersteund door de baile flamenco, de expressief-ingetogen flamenco-dansstijl die zich kenmerkt door krachtige gratie en vaak ingewikkelde handbewegingen en voetenwerk (taconeo).

De flamenco wordt beschouwd als deel van de algemene Spaanse cultuur, en is gedurende de tweede helft van de 19e eeuw ontstaan in het gebied dat ongeveer overeenkomt met de regio Andalucía. Ook andere gebieden, in het bijzonder Extremadura, Murcia en Huelva, hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van verschillende muzikale subvormen (palos). In de loop van de tijd droegen alle Spaanse regio's uiteindelijk wel wat bij aan de ontwikkeling, maar hun aandeel is veel kleiner dan dat van genoemde provincies. Ook zijn veel bekende flamenco-artiesten in andere delen van Spanje geboren. Tegenwoordig is de flamenco Spanjes belangrijkste culturele exportproduct.

De muziek van de flamenco wordt doorgaans niet genoteerd, maar net als veel volksmuziek oraal en via 'overlevering' aan de volgende generatie doorgegeven. Kenmerkend is dat iedere generatie de muziek verrijkt door er nieuwe elementen aan toe te voegen. De (nog jonge) cultuurwetenschappelijke tak die zich met onderzoek naar alles wat met flamenco te maken heeft bezighoudt is de flamencologie.


Ontstaan en ontwikkeling van de Flamenco[bewerken | brontekst bewerken]

Een Flamenco-danseres

Inleiding[bewerken | brontekst bewerken]

De directe wortels van de flamenco zijn niet bekend: lange tijd werd deze cultuurvorm mondeling doorgegeven. Tot halverwege de 20ste eeuw was Spanje grotendeels analfabeet, flamenco-artiesten waren geen uitzondering. Na de Spaanse burgeroorlog (1936 - 1939) volgde de alfabetisering snel.

Vanaf ongeveer 1980 werd er vanuit de musicologische, sociologische en -uiteraard- de flamencohoek diepgaand onderzoek gepleegd. Over ontstaan is nog veel onbekend, maar de laatste tijd komen er meer en meer feiten boven water. Daardoor raken veel mythen ontkracht, wat voor sommigen enigszins afbreuk doet aan de geromantiseerde visie op flamenco.

Een groot probleem is dat er weinig geschreven bronnen zijn. Hierdoor komen historici, maar ook goed bedoelende "flamenco kenners" (reisverhaalschrijvers) nogal eens met verklaringen die misschien wel plausibel lijken, maar in werkelijkheid vrij speculatief zijn. Zij verklaren in feite niets, maar projecteren hun romantische ideeën op de geschiedenis.

Historische tijden[bewerken | brontekst bewerken]

In de ontwikkeling van de Flamenco is de geschiedenis van het Iberische schiereiland een belangrijke factor. Flamenco werd door de eeuwen heen gevormd uit een diep inwerkend samenspel van Iberische, Fenicische, Keltische, Gotische, Byzantijnse, Islamitische (Moorse), Sefardische, katholiek christelijke en -sinds 1415- Zigeuner (Sp.: Gitano) culturen welke in Andalusië bestonden vóór, tijdens en na de Reconquista. In dit complexe geheel van elkaar beïnvloedende culturen bleek de autochtoon (Andalusisch-) Spaanse cultuur altijd de organisatorische en bindende factor.

Feniciërs
Cádiz - Gadir, 1100 v.Chr. door de Feniciërs gesticht, is Europa's oudste, continu bewoonde stad. Was en is als havenstad (veel verschillende culturen), belangrijk centrum voor de ontwikkeling van Spaanse en flamencomuziek. De kringdansen, nog overal in Spanje uitgevoerd, lijken sterk op de dansen van de Feniciërs.
Grieken
Vanaf 550 v.Chr. in zuid Spanje. Potten uit deze tijd werden versiert met beelden van dansers met arm- en lichaamshoudingen gelijkend op die van tegenwoordige Spaanse dansers. Men ziet castañuelas(castagnettes)-achtige instrumenten, en handgeklap ter begeleiding van de dans. Veel Spaanse volksdansen zijn tot de Grieken te herleiden. Waarschijnlijk hebben zij de zogenaamde Frygische modus – ook wel zigeunertoonladder genoemd – in Spanje geïntroduceerd.
Romeinen
Spanje was van 201 vChr. tot 406 na Chr. deel van het Romeinse rijk. Cádiz werd door de Romeinen Gades genoemd, de inwoners Gaditanos (nog steeds hun naam). De cantica gaditanae - liederen van Gades- werden door Romeinen geroemd. Zij waren -evenals de vrouwen uit Gades, dansend op het ritme van crotales (bronzen slag-castanuelas) en handgeklap- zeer populair in Rome.
De Romeinen brachten de kithera, verwant aan de zither, naar Spanje. De kithera ontwikkelde zich tot de guitarra latina ( klein gitaar-achtig instrument met vier paar dubbele snaren).
Verondersteld wordt dat de liederen uit Gades voorgangers van de Arabische jarchas en de zambras zijn, die in de Arabische cultuur werden opgenomen nadat Spanje door de Moren werd bezet.
Visigoten
Aan het einde van hun verblijf werden de Romeinen in het noorden belaagd door horden barbaren, waaronder Vandalen. Zij sloten een bondgenootschap met de Visigoten om Vandaalse invallen het hoofd te bieden. Vanaf 537 nC werd de controle over Spanje door de Visigoten, voormalige bondgenoten, over genomen. Deze droegen cultureel weinig bij; behalve dat onder hun bewind de Christenlijke godsdienst wel de religie van het land werd.
Moren
Van alle oude culturen had de Moorse veruit de belangrijkste invloed. De Moren (Arabieren, Syriërs en Berbers) vielen in 711 Spanje binnen, veroverden Spanje -op klein stukje in het noorden na- binnen een paar jaar met relatief weinig manschappen. Dit lukte deels door de medewerking van autochtone inwoners, hopend op een eind aan de bestuurlijke willekeur en anarchie die eeuwenlang heerste.
De Arabische cultuur heeft tijdens ruim 7 eeuwen aanwezigheid, officieel eindigend met de val van Granada (1492) op letterlijk alles in Spanje een enorme en nog altijd merkbare invloed uitgeoefend. Hierbij lag de nadruk op het zuiden, in al-Andaluz (het land der Vandalen).
De Moren bleven altijd een relatief kleine minderheid in Spanje: snel vermengden zij zich met de lokale bevolking. Over een periode van drie eeuwen werd de overgrote meerderheid der autochtone bevolking diepgaand geïslamiseerd en gearabiseerd: zgn. mozaraben of neo-moslims (muwalladûn). In het dagelijkse leven heerste er een tweetaligheid: Arabisch (alleen hogere kringen) en Romaans (voor de 'gewone burger').
Snel na de verovering werd al-Andaluz het culturele centrum van de westerse wereld. De moslims brachten wetenschap en kunst: poëzie, liederen en muziekinstrumenten -fluiten, drums en een luit-achtig instrument met drie gedubbelde snaren, de guitarra morisca genoemd. Deze werd "geplukt" bespeeld, en is mogelijk de inspiratie geweest voor de omzetting van de dubbelsnarige (4x twee snaren) guitarra ladina naar een enkel-snarig bespannen (4 enkele snaren) instrument in de 13e eeuw.
Zyryab
Zyryab stichtte tijdens het bewind van Abd al-Rahman II het eerste conservatorium ter wereld (± 800 nChr) in Córdoba, waardoor de Spaanse muziek nog generaties later werd beïnvloed. Ook introduceerde hij de Perzische luit met 4 snaren in Spanje, die uiteindelijk zou evolueren tot de Spaanse gitaar. Men ziet Zyryab als degene die de vijfde snaar aan dit instrument toegevoegde.
Arabieren droegen bij aan emotionaliteit en gevoeligheidsbeleving van Spaanse muziek. Geschriften uit deze periode beschrijven hoe zangers het publiek dermate in vervoering brachten, dat zij onder de invloed van 'tarab' -het Arabisch equivalent van duende- kruiken op het hoofd stuksloegen, kleding verscheurden en over de grond rolden.
Veel liederen in Spaanse muziek en de flamenco dragen Arabische namen: zambra, zorongo, zarabanda en fandango. De term 'zambra' werd gebruikt om groepen musici, maar ook de samenkomsten waar zij speelden, aan te duiden. In Granada noemen de zigeuners hun feesten nog steeds zambras, waar men dat elders juergas noemt.
Geschreven voorbeelden van Arabische muziek uit deze lange periode ontbreken, maar men neemt aan dat deze lijkt op de muziek die nu in delen van Noord-Afrika en het Midden-Oosten gespeeld wordt. Ook flamenco vertoont overeenkomsten met deze muziek.
Moren verdreven
Christenen in Noord-Spanje ontwikkelden intussen eigen vormen van muziek. Reizende troubadours in de 12e en 13e eeuw zongen balladen, cantigas genoemd, welke in volgende eeuwen evolueerden tot romances en villancicos (religieuze liederen worden nog als kerstliedjes gezongen).
Ofschoon Christenen en Moren het grootste deel van de tijd vredig naast en met elkaar leefden, waren er nu en dan schermutselingen tussen de ridders onderling. Deze verhevigden zich in de 15e eeuw waarbij de Moren langzaam aan naar het zuiden werden verdrongen. Uiteindelijk waren de Moren nagenoeg overal verdreven met uitzondering van Granada, dat uiteindelijk in 1492 -zonder strijd- "viel". <!--Voetnoot : Zwarte Renaissance p. 26 ev.--> Vanaf toen stond Spanje onder Christelijke heerschappij, waarna de de "Zwarte Renaissance" haar aanvang nam.
Gitanos - zigeuners
Volgens de oudste bronnen verschenen, waarschijnlijk via Egypte en Noord-Afrika, in 1447 de eerste gitanos zigeuners in Spanje.
In 1514 bereikten andere groepen zigeuners, de cingaros via de Noord-Europese route, Barcelona. Zij werden ook wel flamencos genoemd. In de paar honderd jaar erna zouden er nog meer in Spanje arriveren.
Dit elegante volk had een uitgebreide traditie van muziek en dans, waarom ze al ver voor hun vertrek uit India bekend waren. Hun manier van dansen, in het bijzonder de arm- en handbewegingen, maar ook het voetenwerk is kenmerkend voor de Indiaase Kathakdans. Flamenco verschilt met de Kathak vooral in het feit dat flamenco niet verhalend is; Indiase dansen zijn veelal een soort toneelstukjes.

Primitieve Periode (1800 – 1860)[bewerken | brontekst bewerken]

(La Etapa Primitiva)

Klassieke Periode of de Periode van de Cafés Cantantes (1860 – 1920)[bewerken | brontekst bewerken]

(La Etapa Clásica o de los Cafés Cantantes)

Periode van de Flamenco Opera (1920 – 1950)[bewerken | brontekst bewerken]

(La Etapa de la Ópera Flamenca)

Periode van de Wedergeboorte (1950 – heden)[bewerken | brontekst bewerken]

(La Etapa de Renacimiento)


Meer recent kwamen bij al deze invloeden ook de Latijns-Amerikaanse en vooral Cubaanse muziek (cantes de ida y vuelta), zeer recentelijk de jazz, de pop, rock, de punk, hiphop en wereldmuziek. Al deze muzieksoorten hebben de verschillende muzikale Flamencovormen belangrijk beïnvloed.

Oorsprong[bewerken | brontekst bewerken]

Volgens een wijdverbreid misverstand is flamenco een pure zigeuneraangelegenheid, maar in werkelijkheid liggen de zaken iets gecompliceerder. Flamenco draagt de sporen van lokale culturele gemeenschappen, maar heeft ook invloeden ondergaan van de algemene Spaanse cultuur. Pas rond het begin van de 19e eeuw had de nieuwe stroming zich zodanig ontwikkeld dat er van een nieuwe cultuurvorm sprake was. Zigeuners hebben die stroming opgepakt en er 'hun ding' mee gedaan. Deels werd dit opgenomen door de niet-gitanos (payos). Toch is er nog steeds een verschil tussen gitano flamenco en 'Spaanse' flamenco; gitano flamenco is wat vrolijker en minder intellectueel (bulerías, alegrías) en Spaanse flamenco is wat 'cerebraler' en meer ingetogen (seguiriyas, soleares).

In Zuid-Spanje (Andalusië, Huelva, Extremadura en Murcia) is flamenco feitelijk een 'dagelijkse' aangelegenheid. Ten tijde van de dictatuur (1939 - 1975) van generaal Franco wás er ook weinig ruimte voor andere muziek in Spanje. Dit deels doordat de generalísimo Spanje hermetisch van de rest van de wereld afsloot, deels omdat de burgerbevolking -mede door de isolatie- van Spanje aanvankelijk uitermate arm was. Maar ook al ver voor de burgeroorlog was het gros der Spanjaarden zeer arm (eigenlijk al ingezet met het verdrijven van de Moren in 1492). Hierdoor was flamenco de afgelopen 100 - 150 jaar de enige uitlaatklep voor nagenoeg elke inwoner van (Zuid) Spanje. Sommigen gingen -en gaan- daarin zóver, dat de flamenco tot een levensstijl wordt. Deels is deze ook opgelegd uit armoede. Zij zijn daarbij wars van allerlei commerciële poespas, alleen de flamenco "way of life" geldt en wordt de flamencomuziek beleefd en doorleefd. Een aantal onder hen claimden (en claimen) een 'verfijnde' smaak in combinatie met een grote kennis van zaken en noemen zichzelf (aficionados). Ook zigeuners hebben altijd bezit van (veel) aardse goederen 'veracht': derhalve voegen de twee flamencostromingen zich op dit 'bezit' aspect zich naadloos!

Invloeden[bewerken | brontekst bewerken]

Het is lastig: er is altijd een soort kruisbestuiving geweest: zigeuners en andere 'zwervenden' hebben uit vele verschillende bronnen hun muziek opgebouwd (Voor-Indië, Perzië). (Die 'zwervenden' waren in vroeger tijden soms zelfs outlaws, gezocht door de Guardia Civil (burgerwacht, ooit opgericht om met name de groot grondbezitters te beschermen, tegenwoordig omgebouwd tot de gerespecteerde Spaanse Politie) of wat daar voor doorging: in Zuid-Spanje heeft er sinds de vroegste tijden (Visigothen) tot vrij recent (±1975) een meer dan wel mindere vorm van lijfeigenschap bestaan). Ook de dorpelingen en stedelingen in Zuid- Spanje hadden vele bronnen voor hun muziek (Joodse, Arabische, Moorse/Noord-Afrikaanse, Keltische invloeden, maar zeker ook Christelijke kerkelijke muziek).

Om het ingewikkelder te maken: grote groepen gitano's wonen al sinds generaties in de steden - ofschoon ze altijd zigeuners bleven: ze vermengden maar weinig met de payo's. Toch beïnvloedde de muziek van de dorps- en stads-gitanos die van de andere stede- en dorpelingen en vice versa. Ook de rondtrekkende gitano's en ander 'vrijbuiters' gaven aan deze muziek eigen karakteristieken. De betekenis van plaatsen ziet men vandaag de dag terug in hun reputatie, die verbonden is met een bepaalde plaats (bijvoorbeeld Málaga om zijn Malagueñas, of Alósno in Huelva om zijn fandango's de Huelva, Granada om zijn Granaïna's en zo zijn er vele anderen te noemen).

Duidelijk mag zijn, dat zigeuners een zeer belangrijke factor in de flamencomuziek zijn en waren, maar dat flamencomuziek zeker ook de (volks)muziek van de zuidelijke provincies in Spanje was en is.

De oorsprong van flamenco is onduidelijk, maar de Noord-Afrikaanse invloed en andere uit de regio's rond de Middellandse Zee zijn duidelijk aanwezig. De muziek combineert zang, dans en gitaar-begeleiding (zie flamencogitaar) en is gebaseerd op strakke ritmestructuren waarop geïmproviseerd kan worden. Die zijn soms zo ingewikkeld, dat er muzikanten zijn die zich op één van de ritmes specialiseren.

Etymologie van Flamenco[bewerken | brontekst bewerken]


Idee: maak apart hoofdartikel van dit onderwerp, plaats in Flamenco artikel de samenvatting en link de samenvatting naar het hoofdartikel Zie bv. Elvis Presley onder "Beginperiode": Elvis Presley en televisie voor het hoofdartikel over dit onderwerp

Inleiding[bewerken | brontekst bewerken]

Over de oorsprong van het woord “flamenco” bestaan veel verschillende theorieën. Daar zijn een aantal oorzaken voor te geven. Om enig begrip van de ontwikkeling te krijgen is het zinvol een aantal zaken te weten.

Kruispunt van volkeren Door de eeuwen heen was Spanje altijd een kruispunt waar hele volksstammen over elkaar heen spoelden. Elk volk had zijn eigen 'culturele waarden en normen', die konden botsen of mixen met de ideeën van de andere volken en de lokale cultuur. In de poging tot verklaring van het woord flamenco is het lastig dat er vaak meerdere betekenissen, regelmatig met dubbele bodem, aan het woord kleven. Ook kreeg het woord flamenco er in de tijd verschillende -meestal geen positieve!- connotaties bij die tot op de dag van vandaag tot verwarring leiden. Daarbij bestonden en bestaan er allerlei foutieve uitgangspunten gebaseerd op onvolledige kennis, die het verhaal extra compliceren, maar die wel vaste grond in de beleving van de Spanjaarden hebben gekregen.

Analfabetisme

Eeuwen lang was Spanje een uitgesproken arm land, waar analfabetisme en totale onwetendheid op grote schaal voorkwam. Hierin kwam pas in de loop van de 20e eeuw verandering in. Hierdoor zijn er nauwelijks geschreven bronnen. Om deze complexiteit minstens enigszins te begrijpen, zal er hierna een kort exposé over onderwerpen die op eerste gezicht niets met de etymologie te maken hebben worden gegeven.

Geografische verbondenheid
Geografis verbonden was men vooral aan dorp of stad. Alles van buiten de woonplaats behoorde tot een streek. Men kwam uit Picardië, Catalonië, of Galicië. Eind 15e, begin 16e eeeuw noemde niemand zich ooit "Spanjaard" of "Fransman". Wanneer dit begrip al gebruikt werd, refereerde het aan de taal die men sprak, of aan de indeling die sinds het Romeinse Rijk bestond. De term Gallië werd bijvoorbeeld vaker gebruikt dan Francia. Een inwoner van Utrecht heette in het toenmalige Spanje al snel Vlaming of Duitser. 'Vlaming', omdat Vlaanderen de enige streek uit de Nederlanden was die men kende. Duitser omdat "Alemania" sinds de Romeinse tijd het standaardbegrip was voor iedereen die benoorden Parijs woonde (C. van der Heijden; Zwarte Renaissance, p247. )


(Nederlands heette in deze periode "Diets")

Diverse ideeën[bewerken | brontekst bewerken]

Pas in 1881 verscheen de eerste literatuur over flamenco. Over de oorsprong van het woord flamenco is weinig bekend, en meestal vermeld als onderdeel van een reisverhaal of boek: De Engels schrijver-reiziger George Borrow, noteerde dat het woord flamenco en flamencos in Spanje werd gebruikt voor gitanos. Zij werden al langer zo genoemd, waarbij men veronderstelde dat de zigeuners uit Duitsland kwamen. Volgens Barlow werden germano en flamenco door de ongeletterden als synoniem gezien. De muziek werd toen nog geen flamenco genoemd! [2]

Als eerder gezegd, kwamen er twee groepen zigeuners bijna gelijktijdig in Spanje aan. De eerste groep waren de gitanos. De tweede groep waren de cingaros, komend via Oost en 'Noord' Europa, deed tijdens de omzwervingen de Balkan, Hongarije, Frankrijk, Duitsland en de Lage Landen aangedaan. Dit zou de woorden germano (Duits) en flamenco (Vlaming) in relatie tot deze groep kunnen verklaren (zie taalkader). De cingaros arriveerde begin 16e eeuw in Spanje. [3] Beide groepen zigeuners worden tegenwoordig gitanos genoemd.
Het mag in onze moderne ogen vreemd lijken: de gemiddelde Spanjaard uit de 16e eeuw had geen idee waar Vlaanderen of Duitsland lag. Beide gebiedsdelen werden verward, en algemeen werd gezegd dat gitanos uit Duitsland afkomstig waren. Zo ontstond een hardnekkige -nog altijd bestaande- verwarring in betekenis: de gitanos werden flamencos genoemd. Germanico betekent: Duits. Het Calo, de oude taal van de gitanos, heet in het Spaans lenguaje germanesco. Lenguaje germanesco, ook wel palabra germanesca is vertaalbaar als 'dieventaal'.
Door de tijd en omstandigheden kunnen woorden een andere betekenis hebben, in geval van gitanos vaak met discriminatoire ondertoon. Bedenk dat vooral het deel van de zigeuners (gitanos) dat (nog steeds) een zwervend bestaan leidt in Spanje al dan niet terecht bekend stond en staat als dieven en erger. [4]

Er is veel speculatie over een Arabische oorsprong van "flamenco": de uitdrukking felah-mengu, zwervende, dolende boer (campesino errante) of gevluchte boer (campesino huido) zou als flamenco klinken. Blas Infante veronderstelde dat deze uitdrukking werd gebruikt voor de uitgestoten moren (moriscos expulsados) die zich na het einde van de Reconquista (1492), mengden met de lokale bevolking, in het bijzonder met een andere randgroep, de gitanos. Zo redenerend is flamenco dus "de muziek van de moriscos". Er zijn geen historische bronnen die deze hypothese steunen. Ten tijde van Blas Infante was er een agrarische reformatie gaande, die de slechte situatie van vooral de dagloners in Andalucía aan de kaak stelde. Hierdoor lijkt deze uitleg meer van politiek-ideologische dan van historisch of musicologische waarde. [5] In Marokko hoorde Padre García Barrioso gezangen van boeren, fellah-mangu genoemd; [6] Luis Antonio de Vega hoorde deze liederen ook, noemde ze: felahikum en felah-enkum. [7]

De zgn. Maghreb-landen (Marokko, Algerije, Tunesië en Libië) kennen de traditie van Arabo-Andalusische muziek, die hier grond vond na de uitwijzing van de Moren na 1492. Een belangrijke stijl hiervan is de Tarab Gharnati, volgens orale traditie afkomstig uit Granada (Arabische Gharnata betekent "stijl van Granada"). Centrum van Tarab Gharnati zijn de Marokkaanse steden Oujda en de hoofdstad Rabat. Een andere naam voor deze stijl is felahikum, waarmee de cirkel rond is... [1]

Een theorie is dat de naam "flamenco" werd gebruikt voor de gedeclameerde gezangen in de synagogen van de Judeos expulsados, verdreven Joden na 1492 waren 'geëmigreerd' naar de lage landen (Vlaanderen). Men neemt aan dat deze naam achteraf werd gegeven, daar die Joden nooit meer terug kwamen in Spanje. De vraag is of het geheugen van ongeletterden zo lang is dat het zich na 100 - 150 jaar de gezangen nog herinnert. Deze theorie verdedigt de invloed van de gesproken (zingzeggen) liederen zoals dat gebeurde zowel bij de Joden en Moren in hun gebedshuizen en zo de voorlopers van de cante flamenco beïnvloedde. [8] Ook vandaag hoort men soms een tekst onder begeleiding van een flamenco gitaar meer gedeclameerd dan gezongen worden. Er waren en zijn cantaores die meer rappen (declameren) dan zingen (bijvoorbeeld El Chanquete – Angel Rodriguez).

Onderzoeker Rodríguez Marín (1855 - 1943), vindt de oorsprong van het woord "flamenco" in de gelijkenis van uiterlijk van een bonte zangvogel en het beeld van kledingdracht van de artiest, welke typisch voor flamenco: een kort jacquet met bijpassende pantalon draagt [9]

Vaak vertelt men dat "flamenco" is afkomstig is van de vergelijking met de vlammend roze vogel flamingo welke in het Spaans ook flamenco heet. Het Spaanse "flamear" betekent zowel 'vlammen' als 'wapperen'. Bewijs hiervoor denkt met te zien in de overeenkomst van kleur: flamencodanseressen dragen een roze jurk, een kleur welke men terug zou vinden in de roze gekleurde flamingo. Dit soort jurken werd echter pas in de loop van de vorige eeuw gebruikelijk, de naam flamenco is veel ouder. Verder ziet met een overeenkomst in het bewegingsgedrag van de dansers en de vogel: de "wapperende armbewegingen van de dansers" vertonen volgens sommigen een treffende gelijkenis met wapperende vleugels.
Men kan dan veronderstellen dat deze mensen hoofdzakelijk commerciële flamenco hebben gezien, daar de pure baile zich kenmerkt door gestileerde ingetogen hand arm bewegingen die weinig wapperen! [10]

Karel I, (Gent, 24 februari 1500Cuacos de Yuste (Spanje), 21 september 1558) was vorst van Vlaanderen sinds 1506, en werd in als Carlos I in 1516 gekroond als koning van Spanje. (Karel I was ook keizer van het Heilige Roomse Rijk, heet dan: Keizer Karel V). Karel kwam uit Gent, in die tijd een rijke plaats met een rijk Bourgondisch leven. Toen hij in 1516 in Granada arriveerde, was het leven hier streng sober en eenvoudig: Granada was de laatste stad waar nog, tot ze in 1492 veroverd werd door Isabel, de streng islamitische levensstijl gold. Ten tijde van Karel hing deze sfeer er nog, reden om Latijnse zangers, 'cantors', uit Vlaanderen te halen om in de kerkkoren van de Spaanse kathedralen te zingen. Dit waren zeer goede zangers die Flamencos (Vlamingen) werden genoemd. Zo ontstond in het populaire taalgebruik de link tussen cantor en flamenco (komend uit Vlaanderen). Verder is er de gelijkenis tussen cantor (Latijnse zangers) en cantaor (flamenco zanger).

Karel leefde er lustig op los, steeds hogere belastingen heffend. De Spanjaarden maakten hem uit voor Flamenco –Vlaming met een negatieve connotatie: Hij was in Vlaanderen geboren, en één betekenis van Flamenco is: stoere, brutale, pocherige bink. Daarbij kwam dat de gitanos uit het noorden ongeveer tegelijk met Karel I in Spanje arriveerden. De gitanos, gewend om als entertainer op te treden, kwamen al gauw aan het hof van Karel. Ook zij werden door de Spanjaarden ervaren als arrogant en brutaal. [11]. In de 18e eeuw is flamenco Bargoens voor arrogant, pocherig en pretentieus. Het was een bijwoord dat specifiek gebruikt werd voor gitanos voor hun kenmerkende onstuimige en aanwezige karakter. [12].

Samenvattend[bewerken | brontekst bewerken]

- FLAMENCO, CA. Adj. Uit het Nederlands: Vlaming, inwoner van Vlaanderen. - flamenco wordt in Spanje gebruikt voor een persoon met een roze/blanke gezichtkleur, waarvan men aannam dat de inwoners van noordelijke landen er zo uitzagen; - Flamenco is de in Spanje gebruikte naam voor de roze vogel uit de Doñada, de Palmípeda Phoenoiccopterus Roseus; - Flamenco wordt óók gebruikt voor vrouwen die met het gezicht in de zon waren geweest; gebruikt in de betekenis van bevallig; met een mooi voorkomen/uiterlijk; met een provocerend aspect, opwindende, 'zigeunerachtige´ houding'; - Flamenco heeft relaties met Vlaanderen. Carlos I haalde voor de koren in de kerken vele cantors uit Vlaanderen. Deze hadden de sympathie van de Spanjaarden en werden flamencos genoemd. Opvallend is ook de link "cantor" (Latijnse zanger) en "cantaor" (flamenco zanger); - De naar Vlaanderen uitgeweken verdreven Joden werden herinnerd als een volk dat gereciteerde teksten in hun synagogen zong. Dit gold ook voor de Moren in hun moskeeën; - In de aan Spanje tot 1648 gelieerde Vlaamse gebieden bestonden opvallende liederen werden gekend als “cantos de los flamencos” (Vlaamse gezangen). Mogelijk werden deze door dienstdoende Spaanse soldaten uit de lage landen meegenomen; - De gemiddelde Spanjaard in de oude tijden had geen idee waar Vlaanderen noch Duitsland lag en verwarden beide gebiedsdelen. De gitanos, waarvan verondersteld werd dat zij uit Duitsland/Vlaanderen kwamen, werden eigenlijk "per abuis" flamencos genoemd, waarmee een hardnekkige naamsverwarring in de taal sloop; - Na de expulsatie van 1492 waren veel arme Moorse boeren, sinds generaties in Spanje levend die hun geloof niet konden afzweren en ook geen mogelijk hadden terug te keren naar hun voorvaderlijk moederland (Marokko) aan het zwerven geslagen. Zij werden felah-mengu, zwervende, dolende of gevluchte boer genoemd. - Het woord flamenco verbonden aan een bepaalde, vrije levensstijl. Spanje had eeuwenlang een zeer grote, arme onderklasse. Spaanse wetten waren hoofdzakelijk ter bescherming van goederen van de heersende klasse. De armen hadden rechten noch bezit, er restte hen niets anders dan uit stelen en roven te gaan. Hierdoor zwierven er grote groepen vogelvrij 'bandieten' over het schiereiland. Zowel de zwervende Moorse boeren als de gitanos sloten zich bij hen aan. Aan het eind van de 18e eeuw vestigen een groot aantal zwervenden zich in de buitenwijken van de steden. Zo ontstaat een amalgaam van culturen, waaruit door de eeuwen heen de Flamenco zich ontwikkeld. - Maar ook in de steden ontwikkelt zich de flamenco. Ook daar zijn verschillende stromingen. De " geletterde" burgerij hebben een meer intellectuele flamenco vorm. Ook zijn er stromingen welke een meer religieuze inslag vertegenwoordigen. Dan zijn er in de steden de gitanos, afstammend van de egyptanos, welke sinds hun aankomst vroeg 15e eeuw zich al in de steden en dorpen vestigden en hun eigen flamenco muziek kenden. - Het woord flamenco werd waarschijnlijk de eerste keer in 1774 vermeld als cultuurvorm in het boek Cartas Marruecas van José Cadalso. In 1870 wordt flamenco uiteindelijk algemeen toegepast als begrip voor een bundeling van karakteristieke expressievormen (zang gitaarmuziek en dans), specifiek geworteld in Andalucía. De basis van deze uiteindelijke uitleg is onzeker hoewel de theorieën uiterst consistent wijzen in een voortzetting van logische betekenissen waardoor her woord zijn uiteindelijke primaire afleiding verwerft.[4]

Conclusie[bewerken | brontekst bewerken]

Bovenstaande geeft aan dat het ontstaan van het woord en het begrip flamenco geen simpel antwoord heeft. Het woord flamenco is ontstaan uit een almalgaam van verwarring, onbekendheid, en andere door elkaar heen lopende zaken van meer of mindere betekenis. Zigeuners, Vlaanderen, Moren, Joden en uiteraard de Spanjaarden, allen bij hebben gedragen tot het ontstaan van Flamenco.

Categorieën[bewerken | brontekst bewerken]

De flamencomuziek wordt ingedeeld in drie categorieën: cante jondo of grande, cante intermedio, cante chico. Elk van de drie categorieën omvat weer verschillende vormen; elk met een eigen karakter (ritme, vaak twaalfachtste met ingewikkelde tussenaccenten) en toonsoort:

Cante grande Cante intermedio Cante chico

Martinetes
Siguiryas
Soleares
Tonás

Granainas
Peteneras
Tarantas
Tarantos
Tientos

Alegrías
Bulerías
Fandangos
Fandangos de Huelva Tangos (4/4 maat)
Farruca
Garrotín
Malagueñas
Rumba
Tanguillos
Verdiales

De vormen Rondeñas en Zapateados (4/4 maat, eigenlijk klassieke muziek die tot volksmuziek werd, een showcase voor de dansers met bijzonder voetenwerk) worden niet gezongen en vallen dus buiten de indeling van de cante.

Flamenco-artiesten[bewerken | brontekst bewerken]

Cantaores[bewerken | brontekst bewerken]

lijst van flamenco zangers en zangeressen

Bailaores[bewerken | brontekst bewerken]

lijst van flamenco dansers en danseressen

Guitaristas[bewerken | brontekst bewerken]

Lijst van flamenco gitaristen


Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Commons heeft mediabestanden op de pagina Flamenco.

[[Categorie:Spaanse volksdans]] [[Categorie:Volksmuziek]] [[Categorie:Flamenco]] [[Categorie:Muziekgenre]] [[an:Flamenco]] [[ar:فلامنكو (موسيقى)]] [[bg:Фламенко]] [[ca:Flamenc (música)]] [[cs:Flamenco]] [[da:Flamenco]] [[de:Flamenco]] [[el:Φλαμένκο]] [[en:Flamenco]] [[eo:Flamenko]] [[es:Flamenco]] [[et:Flamenko]] [[eu:Flamenko]] [[fa:فلامنکو]] [[fi:Flamenco]] [[fr:Flamenco]] [[fur:Flamenco]] [[gl:Música flamenca]] [[he:פלמנקו]] [[hr:Flamenco]] [[hu:Flamenco]] [[is:Flamenco]] [[it:Flamenco]] [[ja:フラメンコ]] [[jv:Flamenco]] [[ko:플라멩코]] [[la:Flamencum]] [[lt:Flamenko]] [[nds-nl:Flamenco]] [[no:Flamenco]] [[pl:Flamenco]] [[pt:Flamenco]] [[qu:Flamenco]] [[rmy:Flamenko]] [[ro:Flamenco]] [[ru:Фламенко]] [[scn:Flamencu]] [[simple:Flamenco]] [[sk:Flamenco]] [[sv:Flamenco]] [[ta:பிளமேன்கோ]] [[tr:Flamenko]] [[uk:Фламенко]] [[wa:Flamenco]] [[zh:弗拉明戈]]