Naar inhoud springen

Gebruiker:Anne-wiki/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Deel van het in 1894 geopende Ooglijdersgasthuis gezien in 2012.
Ooglijdersgasthuis rond 1904.

Het Ooglijdersgasthuis, ook wel onder meer het Nederlandsch Gasthuis voor Behoeftige en Minvermogende Ooglijders genoemd, was een ziekenhuis voor oogheelkunde in de Nederlandse stad Utrecht.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

In de vroege jaren ’50 van de 19e eeuw was de arts Franciscus Cornelis Donders de eerste persoon in Nederland die de oftalmoscoop (oogspiegel) van Helmholtz kon gebruiken, zodat patiënten met onverklaarbare visuele klachten al gauw naar hem gestuurd werden voor diagnose. Donders begon een kleine kliniek met zes bedden in het oude choleraziekenhuis in het Bagijnehof. Dit groeide uit tot het Nederlands Gasthuis voor Behoeftige en Minvermogende Ooglijders, waarvan de opening plaatsvond op 6 november 1858.[1] Het aantal bedden werd hier opgehoogd tot veertig. Op 20 december 1858 werden de eerste twee patiënten opgenomen, twee weeskinderen uit Enkhuizen.

De behandelkliniek raakte internationaal bekend. Daarnaast vond er oogheelkundig onderwijs en onderzoek plaats. Binnen Nederland was de kliniek de eerste in haar soort. Donders’ eerste compagnon was Herman Snellen. In 1884 volgde Snellen hem op als directeur van het Ooglijdersgasthuis.

In de jaren ’80 van de 19e eeuw maakten Donders en Snellen plannen voor een nieuw, veel groter oogziekenhuis: dit nieuw Nederlands Gasthuis voor Behoeftige en Minvermogende Ooglijders werd geopend in 1894 aan de huidige F.C. Dondersstraat door Snellen, toen Donders al overleden was. In 1989 werd het ziekenhuis onderdeel van het Academisch Ziekenhuis Utrecht, maar nog wel als een onafhankelijke afdeling onder de naam F.C. Donders Instituut voor Oftalmologie.

Patiënten en studenten[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf het begin had het ziekenhuis twee doelen: ten eerste zorgde het voor de klinische en poliklinische behandeling van oogpatiënten en ten tweede was het de plek voor theoretische en praktische instructie in de oftalmologie. Het laatste doel was voor Donders het belangrijkst, omdat hij vond dat het niveau van de oftalmologie in Nederland veel te laag was.

Zodra het ziekenhuis opgericht was, kwam er een golf aan wetenschappelijke publicaties van Donders, Snellen en hun studenten. De resultaten die gepubliceerd werden, waren vaak gebaseerd op metingen die gedaan waren met instrumenten die waren gekocht toen het ziekenhuis voor het eerst uitgerust werd en in de jaren die volgden. Veel van Donders’ resultaten waren echter gebaseerd op metingen met instrumenten die hij zelf had laten maken in het ziekenhuis, ergens anders in Nederland of in het buitenland. Dirk Barentsz. Kagenaar was één van de makers die instrumenten op aanvraag van Donders maakte. De oftalmologische instrumenten die gebruikt en verzameld waren door Donders en Snellen in de tweede helft van de 19e eeuw, werden geplaatst als lesmateriaal in het Ooglijdersgasthuis. Ze werden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek en voor instructie aan de studenten van Nederlandse en buitenlandse universiteiten die naar Utrecht kwamen om oftalmologie te studeren.[2]

Instrumenten[bewerken | brontekst bewerken]

Enkele van de instrumenten die door Donders en Snellen bedacht of aangepast naar hun specificaties zijn de isoscoop, de metroscoop, de oftalmomicroscoop, de oftalmo-statometer, de oftalmotroop, de optometer, de phacoidoscoop, de phakometer, scotometer en de skiascoop. Een groot deel van de instrumenten die ontworpen of aangepast zijn voor gebruik van Donders, Snellen en hun collega’s, is opgenomen in de collectie van het Universiteitsmuseum in Utrecht, zoals bijvoorbeeld de Snellenkaart waar Snellen vooral bekend van is.

Oogmagneet en sideroscoop[bewerken | brontekst bewerken]

Voorbeelden van twee bijzondere voorwerpen die in bezit waren van het Ooglijdersgasthuis, waren oogmagneten en sideroscopen. Deze voorwerpen waren van belang bij het verwijderen van metaalsplinters uit het oog. Met de sideroscoop kon vastgesteld worden of het deeltje in het oog magnetisch was en waar het zich bevond. Vervolgens werd geprobeerd het deeltje te verwijderen door middel van een magneet. In 1842 werd dit voor het eerst succesvol uitgevoerd. De magneet die hiervoor gebruikt werd, was echter niet sterk genoeg om kleine, diepliggende splinters uit het oog te verwijderen. Daarom werd in 1877 het gebruik van een electromagneet bedacht door Hirschberg. De eerste electromagneten waren nog niet met de hand vast te houden, maar niet veel later liet Hirschberg een handmagneet ontwerpen die gebruiksvriendelijker was.

Gebouw[bewerken | brontekst bewerken]

In 1894 werd er aan de Utrechtse F.C. Dondersstraat een nieuw gebouw geopend voor het Ooglijdersgasthuis naar ontwerp in neorenaissancestijl van de architect D. Kruijf, verbonden aan het "Bureau van den Rijksbouwkundige voor de Gebouwen van Onderwijs enz." (een onderdeel van de Afdeeling Kunsten & Wetenschappen van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken).[3] Dit bouwwerk is beschermd als rijksmonument.[4] In 1939 is een nieuwe vleugel aangebouwd en in 1964 werd het gebouw uitgebreid met een polikliniek, die deels onder de grond lag.[5] In 1989 verhuisde het Ooglijdersgasthuis naar de Utrechtse subwijk De Uithof. Daar werd het onderdeel van het Academisch Ziekenhuis Utrecht (AZU), vandaag de dag het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC Utrecht).

Betekenis voor de oogheelkunde[bewerken | brontekst bewerken]

De stichting in 1858 van het Nederlandsch Gasthuis voor Ooglijders te Utrecht zette een ontwikkeling op gang die tot in de twintigste eeuw duurde, en die in totaal 9 particuliere oogheelkundige instellingen in Nederland omvatte. Al die inrichtingen waren gebaseerd op “het Utrechtse concept van Donders”; alle inrichtingen werden opgericht door leerlingen van Donders en/of Snellen. Alleen in Leiden werd in de 19e eeuw een Rijkskliniek gesticht: in 1869 aan de Leidse Hogeschool.[6]

Lijst der directeuren[bewerken | brontekst bewerken]

Hoewel het Ooglijdersgatshuis werd opgericht in 1858, werd de eerste directeur pas in 1862 benoemd. De volgende personen hebben deze functie bekleed:[7]

  • F. C. Donders (1862 - 1883)
  • H. Snellen Sr. (1883 - 1903)
  • H. Snellen Jr. (1903 - 1928)
  • H. J. M. Weve (1929 - 1958)
  • J. ten Doesschate (1958 - 1970)
  • R. W. J. N. Hoppenbrouwers (1970 - 1974)
  • J. E. Winkelman (1975 - heden)
Zie de categorie Ooglijdersgasthuis, Utrecht van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

Categorie:Rijksmonument in Utrecht (stad) Categorie:Voormalig ziekenhuis in Nederland Categorie:Universiteit Utrecht Categorie:Noordoost (Utrecht) Categorie:Oogheelkunde Categorie:Neorenaissancebouwwerk