Gebruiker:Beetjedwars/kladblok 2

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Theorie (catastrofaal) vollopen Zwarte Zee rond 6500 v. Chr.[bewerken | brontekst bewerken]

Turneya en Brown stellen dat de Zwarte Zee tussen 7400 – 5500 v. Chr. (op catastrofale wijze) is overstroomd vanuit de Middellandse Zee. Uit C14-datering van mollusken menen zij deze instroom rond 6300 v. Chr. te kunnen dateren. Deze overstroming zou veroorzaakt zijn door de abrupte zeespiegelstijging van 1,4 meter ten gevolge van het instorten van de Laurentidegletsjer in Amerika (tussen 6740 - 6160 v. Chr.). Deze plotselinge stijging van de oceanen zou het doorbreken van de barrière in de Bosporus veroorzaakt hebben. Deze overstroming zou hebben geleid tot een versnelde verspreiding van de Neolithische cultuur over Europa (de omslag van jager-verzamelaars naar neolithische boeren).

Bekijken we alleen de stijging van de zeespiegel van 1,4 meter ten gevolge van het instorten van de Laurentidegletsjer rond 6300 v. Chr. dan zou in Anatolië, Cyprus en het nabije Oosten 1120km2 land zijn overstroomd. Bij een bevolkingsdichtheid van 2 per km2 zou dat circa 2200 mensen hebben gedwongen om te verhuizen. Dit kan echter de grote uitbreiding van het Neolithicum rond 6200 v. Chr. niet verklaren.

Door het overstromen van de Zwarte Zee zou 72.700km2 land zijn overstroomd. Het zou in het langzame scenario van Candace O. Major minstens 34 jaar geduurd hebben voor de Zwarte Zee weer op het huidige niveau stond. In het catastrofale scenario van Ryan zou het circa een tot drie jaar geduurd hebben. Hoe dan ook: er moesten circa 145.000 mensen verhuizen. En die hadden een voorkeur voor de beperkt aanwezige rivierdalen en oevers van meren omdat zij water water nodig hadden voor hun landbouw, leem voor hun huizen en klei voor hun potten. Dan zou er dus een beperkte keus geweest zijn voor hun woonoorden. En zo gauw deze "vol" waren, vond er migratie plaats. Dit leidde op langere termijn tot het uitbreiden van het Neolithicum naar Europa.

Het is altijd een punt van discussie geweest of de verspreiding van het Neolithicum plaatsvond door migratie (verhuizing) door bevolkingsdruk dan wel door imitatie (terwijl de bevolkingen op hun plaats bleven). Turneya en Brown stellen een combinatie van beide factoren voor.

  1. In het Midden-Oosten en Anatolië was het Neolithicum al rond 10.900 v. Chr. stevig gevestigd. Men had zich gevestigd in nederzettingen en bedreef landbouw. Rond 8500 v. Chr. begon men ook veeteelt te bedrijven en rond 6500 v. Chr. begon men potten te bakken.
  2. Eerste migratie. Er is archeologisch bewijs dat aantoont dat rond 7200 v. Chr. landbouw en veeteelt zich naar Cyprus en Griekenland verspreidden via Anatolië. Eenmaal in Griekenland schijnt het Neolithicum zich echter 1000 jaar lang niet verder verspreid te hebben.
  3. Tijdens de periode van de overstroming van de Zwarte Zee tussen 6300 – 6200 v. Chr. schijnen er geen nieuwe nederzettingen bijgekomen te zijn.
  4. Tweede migratie. Vanaf 6200 v. Chr. trokken neolithische boeren door de rivierdalen van de Zwarte Zee naar de Balkan waar de neolithische nederzettingen zich snel vermeerderden met een piek rond 5800 v. Chr.
  5. Imitatie. Rond 6000 v. Chr is de verspreiding van het Neolithicum door migratie gestopt en grotendeels vervangen door verspreiding door imitatie. Doordat er sociale- en handelscontacten waren, keken naburige volkeren de landbouw, veeteelt en pottenbakken af van de Balkanvolkeren en verspreidde het Neolithicum zich over grote delen van Europa met een piek rond 5300 v. Chr. [1].
  6. Tweede imitatie. De verdere verspreiding van het Neolithicum stopte tot rond 3700 v. Chr. toen het overgenomen werd in Denemarken en Engeland

Een verdere mogelijke aanwijzing voor de juistheid van de veronderstellingen van Turneya en Brown is, dat de vroeg-neolithische plaats Çatal Hüyük rond 6200 v. Chr. in verval raakte. De bevolking verspreidde zich over de vlakte. Hoewel men meestal aanneemt dat deze gebeurtenis is veroorzaakt doordat een groep bewoners het oneens was met de sociale orde binnen de nederzetting, zou het verval ook door het binnenvallen van migranten uit de ondergelopen gebieden veroorzaakt kunnen zijn. Ook Cyprus zou immers rond 6000 v. Chr. verlaten zijn [2].

Volgens sommigen zouden de 'herinneringen' aan deze ramp ongeveer 3500 jaar lang in het 'collectief onbewuste' van de mensheid bewaard zijn gebleven en aan de basis liggen van de diverse zondvloedmythes in Mesopotamië in het Gilgamesjepos en nog 1700 jaar later in Judea in de bijbel.

Het laatste woord over de reconnectie van de Zwarte Zee met de Middellandse Zee is waarschijnlijk nog niet gezegd. [3]

  1. http://www.volkskrant.nl/wetenschap/article1079642.ece/Nederlander_stamt_af_van_steentijd-jager Nederlander stamt af van steentijd-jager - Wetenschap - de Volkskrant de Volkskrant, Wetenschap]
  2. http://nl.wikipedia.org/wiki/Choirokoitia#Levenswijze
  3. [1] SCIENCE, 17 AUGUST 2007, VOL 317, Support Is Drying Up for Noah’s Flood Filling the Black Sea,