Naar inhoud springen

Gebruiker:CarpeDiem91/Amsterdamsche Schaakbond

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Amsterdamsche Schaakbond
A.S.B.
Sport Schaken
Land Nederland
Regio Amsterdam en omgeving
Type competitie Regionale bond
Algemene gegevens
Oprichtingsjaar 1925
Portaal  Portaalicoon   Sport

De Amsterdamsche Schaakbond was een regionale schaakbond die werd opgericht op 18 december 1925. Op 25 maart 1969 werd de bond opgeheven toen zij opging in de fusiebond Schaakbond Groot-Amsterdam.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Amsterdamsche Schaakcompetitie[bewerken | brontekst bewerken]

Voorheen waren Amsterdamse schaakverenigingen aangesloten bij de Noord-Hollandse Schaakbond, waar zij ook deelnamen in de competitie. Omdat het spelen van competitiewedstrijden in de provincie tijdrovend was en met hoge kosten gepaard ging, bestond er behoefte aan een eigen Amsterdamse competitie.[1]

Op 28 september 1923 voerden afgevaardigden van Amsterdamse schaakverenigingen overleg. Daarbij werd afgesproken een Amsterdamse competitie op te richten, doch buiten de Nederlandse Schaakbond om.[2]

De competitie startte eind 1923 met 20 teams van 10 spelers, verdeeld over drie klassen. De volgende clubs vaardigden teams af: R.K. Schaakvereniging De Pion, D.O.S. (Door Oefening Sterker), Het Oosten, O.O.O. (Oefening Onder Ons), S.I.N. (Schaken is Nuttig), T.A.V.E.N.U., Schaakclub Max Euwe, Le Vainqueur. Utile Dulci en SV de Raadsheer.[3] D.O.S. eindigde in het eerste seizoen op de eerste plaats.[4] Gaandeweg groeide het aantal deelnemende clubs.

Amsterdamse Schaakbond[bewerken | brontekst bewerken]

Na twee seizoenen bestond bij de clubs de wens om een schaakbond op te richten. Op de gedelegeerdenvergadering van de Amsterdamsche Schaakcompetitie werd in oktober 1925 een motie ingediend met een oproep aan het bestuur om hiertoe voorstellen uit te werken.[5]

Op 18 december 1925 vond de oprichtingsvergadering van de Amsterdamse Schaakbond (ASB) plaats. Staande de vergadering sloten de volgende verenigingen zich bij de nieuwgeboren bond aan: D.O.S., D.V.D. (Denken voor Doen), S.C. Max Euwe, De Nationale, O.O.O., Het Oosten, De Pion, SV De Raadsheer. Tavenu, Utile Dulci en het Westen.[6]

Een twistappel binnen de ASB was of de bond zich ook aan moest sluiten bij de Nederlandsche Schaakbond. Op 16 december 1928 werd daarover de knoop doorgehakt in het voordeel van de voorstanders.[7]

In 1942 werd de Nederlandse Schaakbond onder druk van de bezetters gereorganiseerd. Onderdeel van die reorganisatie was de opheffing van de onderbonden. Clubs werden direct lid van de landelijke bond. De Amsterdamsche Schaakbond werd toen enkele jaren inactief. Vlak na de bevrijding was de bond weer actief toen hij een "bevrijdingsconcours" organiseerde.[8]

Na de Tweede Wereldoorlog verslechterde de relatie tussen de ASB en KNSB. De oorzaak daarvan was dat de KNSB steeds hogere contributie ging vragen van de leden. Die contributie kwam grotendeels ten goede aan het reisfonds, dat gebruikt werd om reiskosten zo eerlijk mogelijk over de clubs te verdelen. De uitkeringen uit dat fonds kwamen echter vooral ten goede aan de provinciale bonden, waar soms grote afstanden afgelegd moesten worden. In Amsterdam speelde het reiskostenprobleem vrijwel niet, omdat de speellocaties dicht bij elkaar liggen. Binnen de ASB leidde dat bij menigeen tot onvrede, omdat men van de afgedragen contributie vrijwel niets terugzag. Bestuursleden van de ASB trachtten het conflict met de KNSB op te lossen, maar ontvingen nul op het rekest.

Op de gedelegeerdenvergadering van de ASB op 5 februari 1955 diende de gedelegeerde van S.C. Max Euwe een motie in om het lidmaatschap van de ASB op te zeggen. Het voorstel kreeg een meerderheid.

Scheuring in de ASB - oprichting Hoofdstedelijke Schaakbond[bewerken | brontekst bewerken]

Niet alle Amsterdamse schaakverenigingen waren het ermee eens om het lidmaatschap van de KNSB op te zeggen. Als tegenreactie werd op 12 mei 1955 de Hoofdstedelijke Schaakbond opgericht, die zich wel aansloot bij de KNSB.

De eerste jaren na de fusie bestonden er vijandelijkse spanningen tussen beide bonden. Leden van de H.S. die deelnamen aan activiteiten van de ASB, konden worden geroyeerd, wat in enkele gevallen ook is gebeurd. Clubs van de verschillende bonden weigerden tegen elkaar te spelen.[1]

Gaandeweg gingen de emoties weer liggen en ontstond binnen de Amsterdamse schaakwereld het gevoel dat beide bonden weer moesten samengaan. Een belangrijke gebeurtenis die daaraan heeft bijgedragen was het samengaan van de schaakverenigingen Euwe en Morphy onder de naam MEMO. Euwe was binnen de ASB de initiator van de breuk met de KNSB. De fusieclub MEMO ging echter onder auspiciën van de H.S. (en dus de KNSB) spelen.

Na enkele toenaderingspogingen lukte het in 1969 om de neuzen dezelfde kant op te krijgen en gingen beide bonden weer samen onder de naam Schaakbond Groot-Amsterdam. De hereniging kwam tot stand dankzij het werk van de Amsterdamse wethouder voor sportzaken, Harry Verheij, die daarmee een erelidmaatschap van de SGA verdiende.[9]

Kampioenen ASB-competitie[bewerken | brontekst bewerken]

Persoonlijk kampioenschap Amsterdam[bewerken | brontekst bewerken]