Naar inhoud springen

Gebruiker:Chescargot/Geschiedenis Schaak 960

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Toe te voegen in het artikel Schaak 960

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Schaak 960 vindt zijn oorsprong in de 18e eeuw. Hoewel deze vorm van schaak van oudsher de schaker fascineerde om het idee dat men zonder voorbereiding van een zekere opening het spel moesten spelen en dus van meet af aan zijn eigen schaaktalent aangewezen was, bleef het voor lange tijd een niche activiteit in de schaakwereld. De aantrekkingskracht werd pas groter naarmate openingstheorie zich ontwikkelde, welke versnelde met de opkomst van computer-assistentie in de jaren 1990. De variant is bekend onder diverse namen, maar vanaf de jaren 1990 zou het nadrukkelijker Fischer Random schaak (kortweg FRS) respectievelijk Schaak 960 (kortweg 960) genoemd worden. Het idee dat met Schaak 960 schaken zonder voorbereiding gespeeld kon worden en dus de opponenten van meet af aan op eigen kracht en creativiteit het spel moesten spelen, maakte het dat de populariteit van het spel sinds het tweede decennium van de twintigste eeuw meer en meer mainstream is gaan worden.

Van Zuylen van Nijevelt[bewerken | brontekst bewerken]

Shuffle schaak (ook wel random chess genoemd) is de voorloper van schaak 960 en werd al in 1792 genoemd in  Philip Julius van Zuylen van Nijevelt's La Supériorité aux Echecs, datzelfde jaar nog vertaald naar Het Schaakspel. [1][2]

Van Zuylen van Nijevelt was waarschijnlijk de eerste die met het idee van deze variant kwam, een vorm van schaken met een symmetrische basisopstelling die door middel van loting tot stand komt. Hij had een hekel aan openingen "met al die vervelende, steeds terugkerende patronen" en kwam daarom op het idee om de opstelling van de stukken door het lot te laten bepalen. "Dat levert een oneindige hoeveelheid verschillende stellingen op, met als gevolg dat niemand ze meer van tevoren kan bestuderen."[2][3]

Van der Hoeven[bewerken | brontekst bewerken]

Van Nijevelt’s neef, de jonkheer Elias van der Hoeven (1778-1854), een Nederlands gezant, heeft het schuffleschaak verder ontwikkeld. Wellicht heeft hij zijn bevindingen met Aaron Alexandre gedeeld, aangezien laatstgenoemde de theorie verwerkt had in zijn Encyclopédie des échecs (1837). De eerste overgeleverde partijen van shuffleschaak is tussen deze twee heren gespeeld in Manheim in 1842, welke Alexandre won met 3-0. Eén van deze partijen is te vinden in Sissa, Nederlands eerste langlopende schaaktijdschrift, en toont een startpositie met twee vooruitgeschoven pionnen aan beide zijden.[4] Een recenter partij gespeeld door van der Hoeven was tegen Baron von der Lasa (1818-1899). Het voldeed beter aan de huidige regels van random schaak, op de enkelgekleurde bischop-paren na.[5]

Een jaar later kwam Van der Hoeven op bezoek bij Willem Verbeek, de hoofdredacteur van Sissa. Verbeek en Hancock, Verbeeks Amsterdamse schaakmaatje in de jaren 1850, hadden zich voor de gelegenheid verdiept in het shuffleschaak, de eerste bevindingen waarvan in het Sissa tijdschrift beschreven is.[6]

Van der Hoeven leek begaan met het spel dat door Van Zuylen van Nijevelt uitgevonden was. Hij had aanpassingen gemaakt, welke in 1837 in Alexandre’s encyclopédie waren gepubliceerd. Een verhandeling daarover werd nogmaals gepubliceerd in Sissa door ene T. Scheidius.[7] Inmiddels werd naar deze variant verwezen als zijnde het “schaakspel, naar de wijze van Jhr. Van der Hoeven” en “schaakspel à la van der Hoeven”.[8]

Enige tijd na Van der Hoeven’s bezoek ontving Sissa schaakgenootschap een uitnodiging van schaakgenootschap Philidor in Amsterdam in samenspraak met Van der Hoeven: zij nodigden schakers uit om shuffle schaak te spelen, met als doel de verspreiding van de kennis en populariteit van het schaakspel a la van der Hoeven.

Aanvankelijk zou dit toernooi a la Verhoeven tussen de acht prijswinnaars van de door Philidor in 1851 georganiseerde toernooi[9] gehouden worden. Omdat niet zeker was dat alle winnaars konden deelnemen, waren uitnodigingen naar andere verenigingen verstuurd. Mogelijk was de afstand, transport en duur van het toernooi een probleem, want uiteindelijk werd het een toernooi met zeven spelers uit Amsterdam gehouden, plus Van der Hoeven (inmiddels 74).[10] Deelnemende prijswinnaars waren; Maarten van ’t Kruijs (Philidor), J. Seligmann (Philidor), H. Kloos (La Bourdonnais), M.M. Coopman, en F.G. Hijmans / S. Heijmans.[11] Zij werden aangevuld door Mohr en J. van Praag.

Het toernooi werd uiteindelijk gewonnen door Van ’t Kruijs die ook het schaaktoernooi een jaar eerder had gewonnen.[12] Hij bevestigde met deze winst de toen al groeiende opinie dat met het wegnemen van openingstheorie schaaktalent beter tot uiting komt.[13]

Fischer[bewerken | brontekst bewerken]

Ruim een eeuw later pikte Bobby Fischer het shuffle schaak op.[2] Hij begon aan de ontwikkeling hiervan na de 1992 revanche match met Boris Spassky.

Het doel van Fischer was het elimineren van wat hij beschouwde als de volledige dominantie van de openingsvoorbereiding in het klassieke schaakspel, en deze te vervangen door creativiteit en talent. In een situatie waarin de uitgangspositie willekeurig was, zou het onmogelijk zijn om elke zet van het spel op voorhand te plannen. Aangezien het openingsboek voor Schaak 960 veel te uitgebreid voor het menselijk geheugen zou zijn, zijn de spelers geheel op zichzelf gewezen: vanaf de eerste zet moeten ze originele strategieën bedenken en kunnen ze geen gevestigde patronen gebruiken. Fischer geloofde dat hiermee het speelveld genivelleerd zou worden.[14]

In de zomer van 1993 verbleef Bobby Fischer bij Laszlo Polgar in Hongarije. De dochters van Polgar (Judit Polgar, Susan Polgar, and Sofia Polgar) speelden vele partijen Fischer Random schaak met Fischer. Sofia zou hem uiteindelijk drie keer op rij verslaan. Toen Lazlo een schaakboek uit 1910 van Izidor Gross toonde waarin schijnbaar de voorganger van Fischer random schaak beschreven werd, zou Fischer niet blij geweest zijn. Hij paste dientengevolge de regels aan om zijn variant 'anders' te maken.[15][16][17]

Op 19 juni 1996 werd het resultaat van Fischer's herformulering van deze schaakvariant als Fischerandom, een porte-manteauwoord voor Fischer en random, formeel wereldkundig gemaakt.[18] FIDE zou de variant later als Fischer random schaak erkennen.

Recente geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste officiële Fischer Random Schaak-tournooi werd in 1996 in toenmalig Joegoslavië gehouden en werd gewonnen door Peter Leko.

In 2001 werd Leko officieus de eerste Fischer Random Schaakwereldkampioen door gedurende de Mainz Chess Classic Michael Adams in een match van acht partijen met 4.5 - 3.5 te verslaan.

In 2002 werd, wederom in Mainz, een open Fischer Random schaaktournooi gehouden, welke toen door Peter Svidler gewonnen werd.

Datzelfde jaar werd door de website ChessVariants.com Fischer Random schaak verkozen als de "Variant van de maand april".[19] Eveneens in dat jaar werd door Svetozar Gligoric het boek Shall We Play Fischerandom Chess? gepubliceerd, welke Fischer Random Schaak alias Schaak 960 verder populariseerde.

Gedurende de Mainz Chess Classic van 2003 versloeg Svidler Leko in een officieuze match voor de wereldtitel met 4.5 - 3.5.

De officieuze wereldkampioenschap Fischer random van 2018 werd door Magnus Carlsen gewonnen, die daarvoor Hikaru Nakamura in de finale versloeg.

De eerste officiële door Fide gesanctioneerde Fischer Random Wereldschaakkampioenschap is in 2019 gehouden en werd door Wesley So gewonnen. Hij heeft hiervoor Magnus Carlsen in de finale verslagen.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]