Gebruiker:Haaftjlv/JamesMattis^DTL

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

James Mattis (2017) James Norman Mattis (* 8. september 1950 in Pullman, Washington) is sinds 20 januari 2017 minister van Defensie van de Verenigde Staten in het kabinet-Trump.

Mattis is generaal b.d. van het US Marines Corps (USMC). Hij was van 2007 tot 2010 bevelhebber van het US Joint Forces Command en diende in personele unie tussen 2007 en 2009 tegelijkertijd als Supreme Allied Commander Transformation van de NATO. Van augustus 2010 tot maart 2013 was Mattis Opperbevelhebber van de US Central Command, een deel-macht overstijgend regionaal commando van de strijdkrachten van de Verenigde Staten met standplaats in Tampa (Florida).

Op 20 december 2018 maakte president Trump bekend, dat Mattis op 20 februari 2019 zou terugtreden als minister van Defensie. Als reden van zijn ontslagneming meldde Mattis in zijn ontslagbrief zijn vruchteloos bij de president pleiten voor heroverweging van het besluit van 19 december 2018 om het Amerikaanse contingent van circa 2000 actieve strijdkrachten uit Syrie terug te roepen.

Militaire opleiding en militaire theorie[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens zijn dienstjaren werd Mattis tot in de hoogste rangen als een intellectueel beschouwd. Robert H. Scales, een gepensioneerd generaal-majoor, beschreef hem als ".. een van de meest hoffelijke en gepolijste mannen, die ik heb gekend". Mattis versterkte deze intellectuele uitstraling door tijdens al zijn patrouilles een kopie van de Meditaties van Marcus Aurelius mee te dragen.

Mattis is afgestudeerd aan de US Marine Corps Amphibious Warfare School, het U.S. Marine Corps Command and Staff College en het National War College.

Hij staat bekend om zijn belangstelling voor de studie van militaire historie en wereldgeschiedenis, met een particuliere bibliotheek, die op een bepaald moment meer dan 7.000 volumes omvatte. In het verlengde hiervan had hij een voorliefde voor om lectuurlijsten, gerangschikt naar rangniveau, te publiceren als vereist leesvoer voor de mariniers onder zijn commando. Hij staat bekend om de intellectuele strengheid die hij inprent bij zijn Mariniers, o.a. op het punt van risicomanagement. Hij eist van hen dat ze zich vooraf inlezen over de cultuur en geschiedenis van regio's waar zij ingezet worden. Voor gevechtscampagne in Irak, liet Mattis zijn Mariniers een culturele sensitivity training ondergaan.[1].

Militaire loopbaan[bewerken | brontekst bewerken]

Als luitenant was Mattis pelotons-commandant in de 3de Marine Division. Als kapitein werd hij toegewezen aan het Naval Academy Preparatory School's Battalion en commandeerde hij diverse compagnies infanteristen in het 1st Marine Regiment. Daarna diende hij als majoor bij het Recruiting Station Portland in Oregon.

Mattis trad in 1969 in dienst van de reserve van het Marine Corps. Na in 1972 te zijn bevorderd tot tweede luitenant, diende hij later als eerste luitenant in een infanterie- en vuurondersteuningsgroep in de 3de US-Marine-infanteriedivisie. Na tot kapitein te zijn bevorderd kreeg hij het commando over een artillerie-eenheid van de 1ste US-Marine-infanterie brigade. In de rang van majoor kwam vervolgens de Recruteringseenheid Portland Oregon) onder zijn bevel. Tijdens de Operatie Desert Shield / Operatie Desert Storm commandeerde luitenant-kolonel Mattis het 1ste Bataljon van het 7de US-Marine-infanterieregiment en nam hij - na bevordering tot kolonel - dit regiment over.

Als brigade-generaal commandeerde Mattis de 1st Marine Expeditionary Brigade en aansluitend de Task Force 58 tijdens de operatie Enduring Freedom in zuidelijk Afghanistan. Als generaal-majoor voerde hij van 2002 tot 2004 het commando over de 1st US-Marine-infanteriedivisie tijdens de Invasie van Irak in 2003 en later ook tijdens de stabiliserings-operaties in het raam van de operatie Iraqi Freedom.

Daarna werd Mattis bevorderd tot luitenant-generaal en was hij van 2004 tot 2006 bevelvoerend generaal van het Marine Corps Combat Development Command in Quantico (Virginia) en plaatsvervangend commandant voor Combat Development in het hoofdkwartier van de USMC in Washington D.C.. Te zelfder tijd begon luitenant-generaal David Petraeus met de ontwikkeling van het Veldhandboek FM 3-24 (counterinsurgency). Dit handboek stelt de nieuwe richtlijn van de het Amerikaanse leger vast voor het bestrijden van opstanden (counterinsurgency) en werd onder leiding van Marine Corps- generaal James F. Amos afgerond.

Op 14 augustus 2006 nam Mattis het commando over van de I. Marine Expeditionary Force (I MEF) in Camp Pendleton (Californie), evenals dat van de Marine Corps Forces of the Central Command. Een jaar later, op 28 september 2007, werd Mattis' nominatie voor de post van Commandant van de US Joint Forces Command (JFCOM) en de daarmee verbonden NAVO-posten van het Supreme Allied Commander Transformation door de Commissie voor de Strijdkrachten van de Senaat bevestigd.

Mattis droeg het commando over de I MEF op 5 november 2007 over aan Samuel T. Helland. Met deze commando-overdracht ging ook de verantwoordelijkheid voor enkele lopende beslissingen van de Militaire Rechtbank over mariniers, die wegens oorlogsmisdaden in Irak waren aangeklaagd, over naar zijn opvolger, Helland. Vier dagen later, op 9 november, nam Mattis de posten van Lance L. Smith bij JFCOM en de NAVO over.

Nadat Frankrijk in 2009 was teruggekeerd in de geintegreerde commandostructuur van de NAVO, droeg hij de post van Supreme Allied Commander Transformation over aan de Franse Luchtmacht-generaal Stéphane Abrial. Mattis was sindsdien alleen nog commandant van JFCOM. In mei 2010 werd generaal Raymond T. Odierno voorgedragen als Mattis’ opvolger.

Op 21 juli 2010 werd Mattis als opvolger van generaal David Petraeus voorgedragen voor de post van Commandant van het US Central Command. Het commando van JFCOM' droeg hij in juli/augustus 2010 over aan zijn plaatsvervanger luitenant-generaal Keith M. Huber. In augustus 2010 nam Mattis tenslotte het commando over het US Central Command over, dat hij tot 22 maart 2013 behield. Zijn opvolger werd Landmacht generaal Lloyd J. Austin III.

Citaten[bewerken | brontekst bewerken]

Tijden de oorlog in Irak voerde hij, tijdens de daarop volgende bezetting, het bevel over de daar ingezette !ste US-Marine-infanteriedivisie. Bij een Amerikaanse luchtaanval op Makar el Dhib op 19 mei 2004 zouden volgens opgaven van de t.v.-zender Al-Arabija meer dan 40 mensen van een huwelijksgezelschap zijn gedood. Tijdens een persconferentie wees Mattis excuses van de hand en rechtvaardigde hij de aanval met de volgende verklaring: "Hoeveel mensen gaan naar het midden van de woestijn om een huwelijksfeest te vieren op een afstand van 80 mijl van de dichtstbijzijnde beschaving? Dit waren meer dan twee tientallen mannen van weerbare leeftijd. Laten we niet naief zijn!

Uit een podium-discussie in San Diego (Californië) op 3 februari 2005 wordt Mattis als volgt geciteerd: “Echt, het is heel plezierig om hen te bevechten, weet je! Het is een geweldige slag. Het is prettig om wat mensen neer te schieten. Ik zal erbij naast je staan. Ik houd ervan ruzie te maken. Als je naar Afghanistan gaat, krijg je met jongens te maken, die vrouwen vijf jaar lang in elkaar slaan omdat zij geen sluier dragen. Weet je, zulk knapen hebben geen greintje mannelijkheid meer in hun donder. Daarom is het hartstikke plezierig om hen neer te knallen". ” [10] Nadat deze uitspraken in de media op kritiek waren gestuit, liet Mattis later bekend maken, dat hij zijn woorden voorzichtiger had moeten kiezen.

Verdere uitingen van Mattis zijn overgeleverd, zoals: "Wees beleefd, wees professioneel, maar zorg voor een plan om iedereen, die je ontmoet, te doden". Dat gezegd hebbend, er zijn sommige klootzakken in de wereld die nu eenmaal moeten worden afgeschoten. Er zijn jagers en er zijn slachtoffers. Door jouw discipline, sluwheid, gehoorzaamheid en alertheid, zul jij beslissen of jij een jager of een slachtoffer bent. Het is werkelijk een geweldig plezier. Je zult daarbuiten een tijd hebben, die klinkt als een klok!”

Dergelijke uitingen en manieren van doen leidden ertoe, dat Mattis de bijnaam Mad Dog kreeg. President-elect Trump pikte dit op toen hij eind november 2016 aankondigde dat hij Mad Dog Mattis zou voordragen als zijn minister van Defensie.[13] Tijdens de hearing in de Senaat in het kader van zijn benoeming en beweerde Mattis zelf dat de pers hem deze bijnaam had toegekend.

  1. https://slate.com/human-interest/2010/04/gen-james-mattis-thinks-about-when-and-how-american-troops-should-put-their-lives-at-risk.html