Gebruiker:Hiro/Tuschinski

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Koninklijk Theater Tuschinski
Hiro/Tuschinski
Opgericht door Abraham Tuschinski
Opening 28 oktober 1921
Adres Reguliersbreestraat 26-34,
Amsterdam
Aantal zalen 6 zalen
Totale capaciteit 1431 stoelen
Ontworpen door Hijman Louis de Jong
Willem Kromhout[1]
Onderdeel van MGM
Pathé
Website
Portaal  Portaalicoon   Film

Koninklijk Theater Tuschinski (ook wel Pathé Tuschinski) is een bioscoop met zes zalen in de Reguliersbreestraat in Amsterdam. Het is een van de dertig bioscopen in Nederland van Pathé.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Abraham Tuschinski

Voorgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Abraham Tuschinski voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Het Tuschinski-theater werd opgericht door de Pools-Nederlandse exploitant Abraham Tuschinski.[2] Tuschinski werd in 1886 geboren in Polen. Hij besloot in 1904 samen met zijn vrouw te emigreren naar de Verenigde Staten.[3] Hij vestigde zich in Rotterdam terwijl hij wachtte op de overtocht per boot.[2] Na een hotel voor Poolse migranten te hebben geëxploiteerd, startte Tuschinski rond 1910 om onbekende reden zijn carrière als bioscoopexploitant. Hij opende verschillende vestigingen en betrok zijn zwagers Herman Gerschtanowitz (overgrootvader van Winston Gerschtanowitz) en Herman Ehrlich in de onderneming.[4]

Ontwerp en bouw[bewerken | brontekst bewerken]

Na vier succesvolle bioscopen in Rotterdam ontstond bij Tuschinski de wens om een bioscoop te bouwen in Amsterdam. Met Ehrlich en Gerschtanowitz ging hij daarom in 1917 op zoek naar een locatie in Amsterdam. Hun oog viel op het gebied tussen de Reguliersbreestraat en Reguliersdwarsstraat, de armoedige Duvelshoek. In vier maanden tijd[(sinds) wanneer?] kocht Abraham het eigendomsrecht van ongeveer 2000 m2 voor 600.000 gulden. Het ontruimen van de woningen ging echter minder voortvarend, ook omdat uitlekte wie de grond gekocht had. Het kostte uiteindelijk vier makelaars en 700.000 gulden voordat alle aangekochte woningen leeg en gesloopt waren.

Aanvankelijk was Hijman Louis de Jong aangetrokken als architect. Tuschinski kreeg echter onenigheid met De Jong, wiens taken vervolgens werden overgenomen door Willem Kromhout.[a][1] Vanaf eind 1918 werd begonnen aan het "wereldtheaterpaleis", zoals stond aangegeven op de metershoge schutting tijdens de bouw. Deze bouw verliep ook niet zonder problemen. Zo moest Tuschinski zelf de heipalen uit Duitsland halen omdat ze niet geëxporteerd mochten worden van het geallieerde leger[5] dat na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) het gebied aan de linker Rijnoever bezette.

Opening en beginjaren[bewerken | brontekst bewerken]

Op 28 oktober 1921 vond de opening van het Tuschinski Theater plaats.[2] Als hoofdfilm werd Het oude nest vertoond, een Nederlandse bewerking van het kortverhaal The Old Nest van de Amerikaanse auteur Rupert Hughes en de daarop gebaseerde gelijknamige film.[1][6] De stomme film werd muzikaal begeleid door een orkest onder leiding van Max Tak en een theaterorgel van Wurlitzer.[7]

Naast de lof was er ook kritiek op het theater. Volgens het maakte het bijvoorbeeld potsierlijk inbreuk op het stadsaangezicht, vanwege de hoogte en .... De Nederlandsche Filmliga onder leiding van Menno ter Braak haddden ook kritiek op de vooral Amerikaanse amusementsfilms die vertoond werden Ze werden hierin gesteund door de katholieke, socialistische en communistische pers. (Iets met crisis?) De kritiek leidde ertoe dat het gebouw in 1931 werd versoberd door diverse decoraties te vervangen of te bedekken.[5]

Tijdens de crisis van de jaren 1930 wilde Tuschinski het publiek opvrolijken met de komische film Komedie om geld (1936). De regie lag in handen van de Duitse emigrant Max Ophüls. De film was met een budget van 135.000 gulden de duurste Nederlandse film van zijn tijd. De financiëring kwam van Tuschinskis zoon Will. Komedie om geld wist geen bezoekers te trekken en werd een flop.[8] Mede hierdoor raakte Tuschinski financieel aan de grond. Hij werd genoodzaakt het theater nog datzelfde jaar te verkopen aan de speciaal daartoe opgerichte NV Tubem. Tuschinski bleef wel aangesteld als directeur. Hij en zijn zwagers kwamen te werken in dienstverband.[9] Onder de invloed van de toen heersende stijl versoberde de nieuwe directie het gebouw nog meer. Muurschilderingen van de hand van Pieter den Besten werden bekleed met een zalmkleurige verflaag.[10]

Tweede Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

De Tweede Wereldoorlog verliep rampzalig voor zowel Tuschinski zelf als zijn concern. Aan het begin van de oorlog werden Tuschinski's Rotterdamse verwoest tijdens het bombardement op Rotterdam.[11] Twaalf dagen na de inval verloor hij ook het Tuschinski-theater, toen Gerschtanowitz, Ehrlich en hij ontslagen werden door Tobis.[5]

Op 31 augustus 1940, de verjaardag van koningin Wilhelmina, werd door een onbekend persoon de Nederlandse vlag en de Engelse[3] of Britse vlag[9] aan de gevel van het Tuschinski-theater uitgehangen. De Duitsers grepen dit voorval aan om het theater te vorderen.[12] Volgens verzetskrant Het Parool hadden de Duitsers het incident zelf in scène gezet. Zij konden het theater niet eerder vorderen aangezien het pand sinds Tuschinski's faillissement in 1936 al in Duitse handen was.[13] Het vlaggenincident gaf de bezetters de kans om de joodse naam van de gevel te halen. Het voltallige personeel werd gearresteerd en het theater werd bijna drie maanden gesloten.[9] Het lukte Tuschinski om zijn personeel vrij te krijgen waarna het theater op 15 november weer open ging. Het theater was toen al verhuurd aan de Duitse filmproducent Tobis-Tonbild-Syndikat en werd op 1 november hernoemd naar Tivoli.[9] De nieuwe naam werd in de volksmond al snel een backroniem voor 'Tuschinski Is Verkocht Of Liever Ingepikt'.[2]

Brand in het Tuschinski-theater op 18 juli 1941

Op 18 juli 1941 was er brand in de cabaretzaal La Gaîté.[9] De Duitsers bevalen een grondige renovatie. De bovenzaal bleef gesloten waardoor de benedenzaal als enige cabaretzaal overbleef. Alle beelden werden gestolen. De projectoren werden vervangen door projectoren van Duitse makelij. Op 13 november 1942 werd het "Tivoli-cabaret" heropend waar vanaf dan alleen nog Duitse artiesten optraden. Abraham Tuschinski maakte de heropening niet meer mee. Hij werd op 18 augustus 1942 gearresteerd en naar Kamp Westerbork en later Auschwitz gestuurd,[14] waar hij op 17 september 1942 werd vermoord.[2]

Na de bevrijding werd op 29 juli 1945 de naam Tuschinski Theater weer op de gevel gezet.

Naoorlogs[bewerken | brontekst bewerken]

Premiere film Soldaat van Oranje bijgewoond door Koninklijke familie

In 1974 werd werd het theater een rijksmonument.[15] In 1977 vond de première van Soldaat van Oranje plaats in het theater, waarbij het koningin Juliana en haar gezin aanwezig waren. Speciaal voor de Koninklijke Familie werd in enkele maanden tijd een viplounge achter zaal 1 gebouwd.[2]

??[bewerken | brontekst bewerken]

Overname Pathé incl toelichting verbouwing[bewerken | brontekst bewerken]

  • In 1995 kwam het Tuschinski-theater in handen van Pathé Nederland. In 1996 begon Pathé aan uitbreiding van het Tuschinski Theater. Gelijktijdig hiermee werd ook Pathé de Munt gebouwd, wat direct schuinachter het Tuschinski Theater ligt.[5]

Honderdjarig jubileum[bewerken | brontekst bewerken]

In de aanloop naar het honderdjarig bestaan werd het theater vanaf 2019 verbouwd en gerenoveerd. (Paar voorbeelden). Op 28 oktober 2021 vierde het theater het honderdjarig bestaan. Het theater kreeg toen het Predicaat Koninklijk.[16] Dat jaar werd ook een Delfts blauwe huisje van de KLM uitgebracht van Tuschinski.[17]

Gebouw[bewerken | brontekst bewerken]

Zaal 1/Grote Zaal[bewerken | brontekst bewerken]

  • Problemen met projector.
  • Akkoestiek
  • Air conditioning

Orgel[bewerken | brontekst bewerken]

Organist Pierre Palla op het orgel in Tuschinski in 1926
  • In 2019 hersteld.[18]
  • Merk Rudolph Wurlitzer Company uit Brussel overgenomen
  • Het Tuschinski was de eerste bioscoop in Nederland met een theaterorgel van Wurlitzer

Zaal 2/Danszaal[bewerken | brontekst bewerken]

  • Aanvankelijk een cabaretzaal genaamd "La Gaîté" (Frans voor "Vrolijkheid").[19]
  • Wandschilderingen door Pieter den Besten.[19]

In 1941 brandde de cabaretzaal af, waarbij alles verloren ging behalve de toegangsdeuren met glas-in-loodramen. Het werd als cabaretzaal herbouwd, maar alweer in 1949 gesloten door gebrek aan belangstelling. De onderste verdieping van de cabaretzaal werd in 1971 omgebouwd tot een filmzaal, Tuschinski 2.[5]

Oude zaal 4[bewerken | brontekst bewerken]

De bovenste verdieping van de cabaretzaal werd in 1975 eveneens omgebouwd tot filmzaal, toen als Tuschinski 4.[5] Ergens voor 2002 is de zaal in onbruik geraakt. Er zijn plannen geweest om de zaal te renoveren, maar om financiële redenen is daar van afgezien.[20]

Zaal 3[bewerken | brontekst bewerken]

Achter het scherm van de grote zaal was aanvankelijk een groot toneel. In 1974 werd het grootste deel daarvan verbouwd tot een filmzaal Tuschinski 6. Bovenop deze zaal werd datzelfde jaar nog de VIP-room gebouwd.[21] In 1992 werd de zaal een riksbioscoop en ook wel bekend als Tuschinski Riksbioscoop. De Riksbioscoop was een groot succes en trok bijvoorbeeld in 1994 325.000 bezoekers. Het succes bleek echter ook een concurrent voor de andere zalen en werd besloten het weer een reguliere zaal te maken.[22] Tegenwoordig heet deze zaal Tuschinski 3.

Voormalige zaal 5[bewerken | brontekst bewerken]

Bovenin het gebouw - naast de cabine van zaal 1 - bevindt zich nog een zaal, die niet in gebruik is. Deze zaal was de privézaal van Tuschinski, waar hij vaak films keek met anderen.[23] Daarna werd het gebruikt als showroom voor pers, directie en filmkeuring. De zaal stond ook wel bekend als de Schatkamer. In 1976 werd de zaal verbouwd en omgedoopt tot Tuschinski 5.[5] Ergens voor 2002 is de zaal in onbruik geraakt. Er zijn plannen geweest om de zaal te renoveren, maar om financiële redenen is daar van afgezien.[10][20]

VIP-lounge[bewerken | brontekst bewerken]

VIP-lounge van Tuschinski

In 1977 vond de wereldpremière plaats van de film Soldaat van Oranje. De film is gebaseerd op de oorlogsmemoires van de verzetsstrijder en goede vriend van de koninklijke familie Erik Hazelhoff Roelfzema. Het was de eerste première die de koninklijke familie bijwoonde. Speciaal voor deze gelegenheid werd achter zaal 1 een VIP-lounge gebouwd. Anno 2021 was de VIP-lounge nog steeds in gebruik, voor de ontvangst van gasten van galapremières.[2]

Tuschinski Arthouse[bewerken | brontekst bewerken]

Op Reguliersbreestraat 34 bevond zich al sinds 1907 de bioscoop Nöggerath, tot de voltooiing van het Tuschinski theater de grootste bioscoop van Amsterdam. In 1949 werd de bioscoop overgenomen door de Tuschinski Maatschappij, maar ging als zelfstandige bioscoop verder. In 1983 werd het onderdeel van het Tuschinski theater en ging het verder als Tuschinski 3. Tijdens de verbouwing door Pathé tussen 1999 en 2001 werd het gebouw verbonden met het Tuschinskigebouw via de Japanse Kamer. De voor- en zijgevel werden gerenoveerd naar de staat van 1907. Het interieur daarentegen werd compleet veranderd en heeft sindsdien drie zalen: Tuschinski 4, Tuschinski 5 en Tuschinski 6.[24] Dit deel van het gebouw staat sindsdien ook wel bekend als Tuschinski Arthouse.[10] Bij de renovatie in 2019-2021 zijn de zalen in dezelfde stijl als het hoofdgebouw gebracht en is er een cocktailbar Bar Abraham in de foyer gekomen.

Open vragen:

Belang[bewerken | brontekst bewerken]

Op 9 juli 1974 werd het Tuschinski aangewezen als rijksmonument.[15] In 2021 vierde de bioscoop zijn 100-jarige bestaan. Het tijdschrift Time Out riep Tuschinski uit tot mooiste bioscoop ter wereld.[25] Het gebouw werd geprezen als een tijdloos droompaleis in art-deco- en art-nouveaustijl.[26] Het NRC riep de bioscoop uit tot de fraaiste van Nederland.[27]

Bronvermelding[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Tuschinski Theater van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.


Categorie:Bioscoop in Amsterdam Categorie:Art-nouveaubouwwerk Categorie:Rijksmonument in Amsterdam-Centrum