Naar inhoud springen

Gebruiker:Lacuna Leemte/Kladblok 2

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Simone Lenaerts (Antwerpen, 1947) is een Belgische romanschrijfster.

Met haar roman "Zeewater is zout, zeggen ze" won ze in 2009 de Vlaamse Debuutprijs en werd ze in Nederland genomineerd voor de ANV Debutantenprijs.

Zij is de echtgenote van de dichter en beeldend kunstenaar Jan Vanriet.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Jeugd[bewerken | brontekst bewerken]

Simone Lenaerts groeide op in een Antwerpse antiklerikale familie waarvan verschillende leden tijdens de Tweede Wereldoorlog naar concentratiekampen werden gedeporteerd, net zoals de ouders en familieleden van haar echtgenoot. De getuigenissen over concentratie- en werkkampen zouden later een belangrijk thema in haar romans worden.[1][2] Haar vader was een overtuigde communist, het linkse sociale engagement werd ook voor Simone Lenaerts een belangrijke drijfkracht, net zoals bij haar echtgenoot Jan Vanriet.

Studies[bewerken | brontekst bewerken]

Lenaerts volgde haar middelbare studies in het gemeenschapsonderwijs en studeerde daarna voor onderwijzeres aan de Normaalschool van Antwerpen. Na haar studies ging ze enige tijd toneelcursussen volgen aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen, waar ze les kreeg van Jet Naessens en Luc Philips, maar zette dit niet om in praktijk.

Huwelijk en beroepscarrière[bewerken | brontekst bewerken]

In het voorjaar 1968 tijdens de voorbereidingen van de "Anti Censuur Protest Read-In" in het Majestic Theater in Antwerpen .[3][4][5] maakte ze kennis met de dichter en beeldend kunstenaar Jan Vanriet met wie ze een relatie begon en in 1971 trouwde. Zij kregen drie kinderen, twee zonen en een dochter.[6]

Simone Lenaerts werd onderwijzeres in het basisonderwijs. Nadat ze deel had uitgemaakt van een assisenjury,[7] was ze gedurende drie jaar uit idealisme actief als moreel consulente in gevangenissen, maar ze stopte hiermee toen ze geconfronteerd werd met manipulatie door zware criminelen.

Zij is steeds een steun en klankbord voor haar echtgenoot geweest en gaf advies bij de organisatie van zijn tentoonstellingen. Ze trad zelf op als curator voor meerdere tentoonstellingen van onder andere E.L.T. Mesens, René Magritte, Marcel Broothaers en Breyten Breytenbach in de BBL-galerie in Antwerpen.[8]

Schrijfster[bewerken | brontekst bewerken]

Lenaerts schreef proza in haar vrije tijd. Ze schreef losse teksten en enkele aanzetten van romans in schriftjes, evenwel nooit met de intentie om die te publiceren.[9] Tijdens haar beroepscarrière werd ze volledig in beslag genomen door haar werk als onderwijzeres, haar nauwe betrokkenheid bij de activiteiten van haar echtgenoot, contacten met Belgische en buitenlandse kunstenaars en in het bijzonder ook door de opvoeding van haar drie kinderen.

Ze won onder een pseudoniem een verhalenwedstrijd bij De Morgen. Later schreef schreef ze enkele reisverhalen in De Morgen.

Zij vertaalde in 1987 het toneelstuk "Teibele en haar Demon" van Isaac Bashevis Singer voor het Raamtheater van Antwerpen. Het werd een van de grootste successen van het gezelschap.[10] Simone Lenaerts maakte deel uit van de ploeg bij hun deelname met dit vertaalde stuk aan het Internationaal Toneelfestival van Jeruzalem in Israël.[11]

In 1989 schreef ze samen met met Gerdi Esch en Agnes Goyvaerts het boek "Mode in de lage landen: België", een overzicht van de Belgische mode sinds de eeuwwisseling. Lenaerts stond in voor het historisch gedeelte.

Romanschrijfster[bewerken | brontekst bewerken]

Na haar pensioen in 2008 koos Lenaerts resoluut voor publicatie van haar verdere literair werk.[12] Ze schreef de roman "Zeewater is zout, zeggen ze" en won hiermee in 2009, op 62-jarige leeftijd, de Vlaamse Debuutprijs van Boek.be[13] en werd genomineerd voor de Nederlandse Academia Literatuurprijs. Dit debuut kreeg veel persaandacht en goede kritiek.

Deze romans werden gevolgd door het succesvolle "Spinnenverdriet" in 2009[14], een boek met autobiografische inslag [7] en "De Onvervangbare" in 2012.[2]

Van "Next, Verein für zeitgenössische Kunst" en het Vlaams-Nederlands Huis deBuren" kreeg Lenaerts in 2011 een Artist in Residence verblijf aangeboden in Graz. Ze schreef er het stadsportret "Een schijn van tijd’" voor Citybooks, die ook in het Duits vertaald werd. De Nederlandse tekst verscheen samen met een interview met Simone Lenaerts op 25 juli 2012 als speciale bijlage in De Morgen.[15][16]

Onderwerp[bewerken | brontekst bewerken]

De huwelijksfoto van Simone Lenaerts met Jan Vanriet is opgenomen in de collectie van het Fotomuseum van Antwerpen.[17]

Simone Lenaerts was steeds nauw betrokken bij de artistieke en culturele activiteiten van haar echtgenoot en deelde zijn engagement. Het echtpaar Vanriet was onder andere goed bevriend met de schrijver en dichter Hugo Claus. Ter gelegenheid van haar 50e verjaardag in 1997 schreef Claus een gedicht met de titel "Simone in 60 syllaben".

Simone Lenaerts is een centraal figuur in het boek "Radeloos Geluk" van Jan Vanriet uit 2018.[18]

Boeken[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1987 "Teibele en haar Demon", toneel. Vertaling van ‘Teibele and her demon’ van I. B. Singer. Uitgeverij Dedalus Antwerpen.
  • 1989 "Mode in de lage landen: België" (samen met Gerdi Esch en Agnes Goyvaerts). Uitgeverij Cantecleer / Houtekiet)
  • 2008 "Zeewater is zout, zeggen ze.", roman. Uitgeverij De Geus
  • 2009 "Spinnenverdriet", roman. Uitgeverij De Geus.
  • 2011 "Een schijn van tijd", reisverhaal. Vertaald in het Duits. Citybooks Graz., Uitgeverij Edition Keiper.
  • 2012 "De onvervangbare", roman. Uitgeverij De Geus


Simone Lenaerts, Antwerpen 1947, was onderwijzeres en bezocht als moreel consulent jarenlang diverse strafinrichtingen. Zij is nauw betrokken bij de activiteiten en de tentoonstellingen van haar man, beeldend kunstenaar en dichter Jan Vanriet.

Voor de BBL-galerie te Antwerpen organiseerde zij markante exposities van Breyten Breytenbach, E.L.T.Mesens, René Magritte, Marcel Broothaers, Peter Klasen, Oswaldo Romberg, Denis de Rudder, e.a.

Met Gerdi Esch en Agnes Goyvaerts publiceerde zij het boek ‘Mode in de lage landen, België’ (uitgeverij Cantecleer / Houtekiet), waarvoor zij de historische bijdrage leverde.  In opdracht van regisseur Walter Tillemans vertaalde zij het toneelstuk  ‘Teibele en haar Demon’ (uitgeverij Dedalus) van I.B.Singer, dat een der grootste successen werd van het Raamtheater. Voor de krant De Morgen schreef ze een reisverhaal over Harlem en een reportage over de Provence.

Zeewater is zout, zeggen ze is haar romandebuut en verscheen in maart 2008 bij uitgeverij De Geus.

De roman kreeg in Vlaanderen de Debuutprijs 2009, uitgereikt door Boek.be, en werd in Nederland genomineerd voor de Academica Debutantenprijs 2009.

In 2009 publiceerde Simone Lenaerts haar tweede roman Spinnenverdriet.

Voor het project Citybooks van deBuren schreef ze een verhaal over Graz, Een schijn van tijd. Het verhaal werd vertaald in het Duits en gepubliceerd in het Graz-boek van uitgeverij Edition Keiper. In het najaar van 2012 verscheen haar derde roman, De onvervangbare.


https://schrijversgewijs.be/schrijvers/lenaerts-simone/1947: Geboren te Antwerpen 1947, groeide op in een communistisch ‘nest’ in Antwerpen,  was onderwijzeres in het lager onderwijs en bezocht als moreel consulent jarenlang diverse strafinrichtingen.

Zij is nauw betrokken bij de activiteiten en de tentoonstellingen van haar man, beeldend kunstenaar en dichter Jan Vanriet.

Voor de BBL-galerie te Antwerpen organiseerde zij markante exposities van Breyten Breytenbach, E.L.T.Mesens, René Magritte, Marcel Broothaers, Peter Klasen, Oswaldo Romberg, Denis de Rudder, e.a.

Met Gerdi Esch en Agnes Goyvaerts publiceerde zij het boek ‘Mode in de lage landen, België’ (uitgeverij Cantecleer / Houtekiet), waarvoor zij de historische bijdrage leverde.

1987: In opdracht van regisseur Walter Tillemans vertaalt zij het toneelstuk  ‘Teibele en haar Demon’ (uitgeverij Dedalus) van Isaac Bashevis Singer, dat een van de grote successen werd van het Raamtheater.

Teibele and her Demon verscheen als verhaal  in 1964 in de bundel ‘Short Friday & Other Stories’, in het Nederlands uitgegeven onder de titel ‘Yentl’. In samenwerking met Eve Friedman maakte Singer er in 1978 een toneelstuk van dat in het Tyrone Guthrie Theatre in Minneapolis in première ging, met F. Murray Abraham en Laura Estherman in de hoofdrollen. Datzelfde jaar ontving Singer overigens de Nobelprijs voor literatuur.

Regie: Joseph Millo

Assistentie: Yves Bombay

Vertaling: Simone Vanriet

Decor: Jan Vanriet

Belichting: Chris Van Goethem

Kostuums: Erna Siebens

Muziek: René Vanhove

Pruiken: Nicole Krellstein

Met: An Nelissen, Karel Vingerhoets, Katelijne Verbeke, Marc Peeters, Dirk Lavrysen

Raamtheater: speelperiode: seizoenen 1987-1990


Voor de krant De Morgen schrijft ze een reisverhaal over Harlem en een reportage over de Provence.

Maart 2008: Debuteert met de roman Zeewater is zout, zeggen ze bij uitgeverij De Geus.

2009: De roman krijgt in Vlaanderen de Debuutprijs 2009, uitgereikt door Boek.be, en wordt in Nederland genomineerd voor de Academica Debutantenprijs 2009.

In Zeewater is zout, zeggen ze toont Simone Lenaerts volgens de jury “haar meesterschap als een realistische en intimistische tijdschroniqeur”. “Simone Lenaerts schreef met Zeewater is zout, zeggen ze een roman die op een zeer intelligente wijze door taal en stijl wordt gedreven. Het is literatuur die een ode is aan de kracht en macht van taal. (…) Doorheen de zedenschets van een familie weeft Lenaerts sociale, politieke en historische thema’s. Het drama van de Vlaamse jaren vijftig wordt vertolkt door een gezin dat niet gelukkig is.”

Oktober 2009: In  Spinnenverdriet haar tweede roman, weeft ze de levensdraden aan elkaar van drie vriendinnen: de goddeloos socialistische meisjes Linda Relecom en Nelly Serneels én de van thuis uit katholieke, maar vrijgevochten  Odette Olbrecht. In de herfst van hun leven vinden zen elkaar als bij toeval terug.

Herfst 2011: Op uitnodiging van Next, Verein für zeitgenössische Kunst en deBuren verblijft Simone Lenaerts in Graz, waar ze een tekst schrijft getiteld ‘Een schijn van tijd’.

Citybooks is een reeks stadsportretten in woord en beeld door Europese schrijvers en kunstenaars. Op verzoek van het Vlaams-Nederlands Huis deBuren resideren auteurs en fotografen bij verschillende lokale partners in interessante Europese steden.

De resulterende citybooks – verhalen en gedichten – zijn te downloaden als e-book en te beluisteren als podcast in het Nederlands, Frans en Engels. Daarnaast is er per stad een fotoreeks van 24 foto’s en een aflevering van de City One Minutes (video’s). Bovendien bestaat van citybook Graz nu dus ook een papieren editie. (Edition Keiper)

2012: Een schijn van tijd en een interview met Simone Lenaerts werden op 25 juli 2012 gepubliceerd als speciale bijlage in De Morgen.

September 2012: Een derde roman ‘De onvervangbare’ rolt van de persen.

De onvervangbare, is een indringend relaas over de naweeën van de holocaust, in de vorm van een dialoog tussen grootmoeder Germaine – in haar tijd nog opgesloten, mishandeld en op transport naar de kampen gezet vanwege haar verzetsdaden – en kleinzoon Robbie, die een toneelstuk over een SS’er schrijft.


BEKRONINGEN

2009: Debuutprijs 2009, uitgereikt door Boek.be voor Zeewater is zout, zeggen ze .

Tom Van Imschoot in Knack 28 oktober 2009: “Het grote plezier van Spinnenverdriet zit in de details van Lenaerts’ vertelkunst. In het kluwen van noodlottigheid, waarin haar verhaal zelf verstrikt raakt, zijn zij als parels van troost en mededogen.”


GERAADPLEEGDE BRONNEN

Websites

Simone Lenaerts (Simone lenaerts eigen website)

schrijfster Simone Lenaerts (62), al bijna veertig jaar een koppel


SMAAKMAKER


Fragment uit Zeewater is zout, zeggen ze

Mijnheer Schollaert rookt een sigaret, zijn transistorradio staat aan: ‘mijn portatiefke’, zegt hij. Beige met een wijnrode band. De muziekdeuntjes schallen vrolijk door de lege klas.

‘Rosa, haal eerst de rekenschriften op’, zegt mijnheer Schollaert.

Ik reik hem de stapel schriften aan. Gaat hij de oefeningen nakijken. Hij schrijft altijd een opmerking onder aan het blad. Naargelang puik, knoeiwerk of iets tussenin. Hij noteert de punten in zijn puntenlijst. Mama vindt hem als twee druppels water op Tony Curtis lijken.

‘Ruim wat op, Rosa, en leg de mappen op een nette stapel.’

‘Het bord vegen, mijnheer?’

‘Ja, doe dat.’

Eerst met een kletsnatte spons. De druppels lopen in de mouw van mijn trui. Natte wol voelt vervelend aan. Met de uitgewrongen spons over het bord en dan met de bordvod. Geen nevel van krijtvegen achterlaten, zorgvuldig te werk gaan.

‘Mijnheer?’

‘Ja, Rosa.’

‘Mijnheer, zou dat nu echt waar zijn, mijn vader zegt dat ze in Amerika volhouden dat de aarde plat is.’

Fragment uit Spinnenverdriet

‘Moppy, waar blijft mijn Guinness?’ klonk het kortaangebonden.

Nelly keek op en zag Alex, gebogen over de houten trapleuning.

Zijn blik omlaag, de hare naar boven, haar hoofd in haar nek. Ergens halverwege het trappenhuis moesten hun blikken elkaar raken. ‘Moppy, waar blijft mijn Guinness?’

Die idiote, bevelende vraag stak haar als de punt van een glassplinter. Terwijl ze hem aanstaarde welde ineens het sterke en heldere besef op hoe groot haar afkeer voor hem was. Ze duizelde even, haar oren suisden, en of ze een snelkookpan in zich had begon haar bloed van woede te koken. Ze zou hem om het even wat naar het hoofd hebben geslingerd. Ze keek naar de muts, waarmee ze in haar hand stond. Rustig, rustig, denk aan het beginnende leven in je lijf, riep ze zichzelf in stilte tot de orde. Ze ademde een paar keer diep in en uit.

‘Ik breng je je Guinness’, zei ze koel en verbeten.

‘Minstens een kwartier te laat’, zei Alex.

BIBLIOGRAFIE

De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij

Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.

Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.

Chronologisch overzicht

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk

1987 Teibele en haar Demon. (toneel)

Vertaling van ‘Teibele and her demon’ van I. B. Singer.

Antwerpen: Dedalus. -53p.

2008 Zeewater is zout, zeggen ze. (roman)

Omslagontwerp: Mijke Wondergem

Omslagillustratie: © archief Simone Lenaerts

2009: Bekroond met de Vlaamse debuutprijs.

Lenaerts Simonne 2  2de druk 2009

Breda: Uitgeverij De Geus.-416p.

Afmetingen: 20 x 12.60 (paperback)

Druk: Koninklijke Wöhrmann BV, Zutphen.

2009 Spinnenverdriet. (roman)

Omslagontwerp: Mijke Wondergem

Omslagillustratie: © Jan Vanriet

Breda: Uitgeverij De Geus. -256p.

Afmetingen: 20.80 x 13.50 (paperback)

2011 Een schijn van tijd. (in: citybook Graz)

Op 25 juli verschenen in de krant De Morgen in de reeks reisverhaal als nr 4

Brussel: DeBuren: e-text

Reeks:Citybook

2012 De onvervangbare (roman)

Omslagontwerp en -illustratie: Jan Vanriet i.s.m. Thomas Soete.

https://www.leestafel.info/simone-lenaerts

De onvervangbare

‘In de oorlog zijn wij allen gelijk. Maar onder duizend dapperen treft de kogel een onvervangbare.’

Citaat van Franc Marc.

Vaak worden verhalen over de wereldoorlogen geschreven in de vorm van een raamvertelling. ‘Opa vertelt’. Zoiets. Nu er nog maar weinig overlevenden over zijn die die jaren aan den lijve hebben ondervonden, vraag ik me af wat voor constructie er in de toekomst gevonden zal worden.

In dit verhaal is Robbie de hoofdpersoon, de ik-verteller. Hij is toneelspeler en worstelt met een monoloog over de SS’er Kurt Gerstein, wiens beslissingen aan de basis van de Jodenvernietiging lagen. Hij experimenteerde met benzinedampen in gesloten vrachtwagens en was betrokken bij het Zyklon B gebruik. Aan de andere kant was hij een soort verzetsman: hij deed zijn best om hetgeen er gebeurde in de kampen wereldwijd bekend te maken, maar men geloofde hem niet.

Om op het toneel deze man duidelijk te zetten als de verscheurde man die hij was, een nazi tegen wil en dank, is bijna onmogelijk denkt Robbie.

Net op dat moment vindt zijn oma dat haar verhaal verteld moet worden. De oorlog was voorbij, het leven nam een nieuwe wending en je zweeg. Maar nu vertelt oma, en geeft zo een antwoord op Robbies vragen. Voor zover dat mogelijk is, want de menselijke aard is ondoorgrondelijk. Hoe komt het dat mensen de strijd aangaan met anderen? Waarom vinden zij het martelen en doden van de ander gerechtvaardigd? Er is geen strikte scheidslijn tussen goed en kwaad. Ook onder de vijand zitten menselijke mensen en ook onder de slachtoffers bevinden zich egoïsten.

Als Lenaerts iets duidelijk maakt in het verhaal is het dat wel.

Het is het verhaal van een moedige vrouw, die als politiek gevangene van de ene gevangenis naar de andere gevoerd wordt, in gevangenkampen belandt, en zowel het goede als het kwade tegenkomt, op haar reis die ongetwijfeld naar het einde had moeten leiden. We weten natuurlijk dat ze het overleefd heeft, maar ze was een onderdeel van de Nacht und Nebelpolitiek, die de nazi’s hanteerden: mensen zonder taal of teken laten verdwijnen. Het is het verhaal van gruwelijke feiten, in een wereld waar een mens geen mens meer mocht zijn.

Waarom Simone Lenaerts gekozen heeft voor deze raamconstructie is duidelijk als ik lees:

‘Voor haar nieuwe roman De onvervangbare liet Simone Lenaerts zich inspireren door de kampervaringen van haar familieleden. `Ik laat zien wat er gebeurt met mensen als ze van de ene op de andere dag uit een gewoon, kleinburgerlijk beschermd milieu worden gerukt en in de maalstroom van de ergste verschrikkingen terechtkomen. ‘

Het is ook het verhaal van een verleden dat gekend moet zijn, door een derde-  en straks vierde-generatie. Dat is het belang van de raamvertelling: het laat zien hoe belàngrijk het is dat het verhaal verteld wordt.

ISBN 9789044524093 | hardcover |377 pagina's| De Geus | september 2012

© Marjo, 12 mei  2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER


Zeewater is zout, zeggen ze

"Altijd dat verschrikt opveren. Die schelle wekkerbel. Afzetten. Voeten op de kille vloer. Brrr. De deken over mijn bedwarme schoot trekken. Lampje aan. Het wiebelt op het gebarsten roze marmeren blad van het nachtkastje. Een gelig lichtschijfje. Een halve maan schijnt door het raam. Tegen mijn brillenglazen asemen, de asem wegpoetsen met de punt van het laken. En zij, met haar rug naar mij, verroert zich niet. Slaapt ze? Doet ze alsof? Zoals ze daar ligt, precies een amoebe met een flanellen nachtkleed aan. Och, laat haar, dat ze haar plan trekt.

Au, au. Door die geeuw lijkt mijn kinnebakkes wel uit het gelid geraakt."

Zo begint het boek na een proloog waarin dochter Rosa aan het woord is en waaruit al gebleken is dat het niet allemaal even denderend verloopt in het huisgezin. Waar wel, denk je dan, maar als het verhaal begint zit je meteen in een huwelijk, waar de echtelieden tot elkaar veroordeeld lijken te zijn. Van liefde is geen sprake meer, en zelfs kameraadschap is nauwelijks te vinden. Hij, Raymond, aan het woord in bovenstaand stukje, is een harde werker met communistische idealen. Hij discussieert met zijn maten, leest socialistische kranten en probeert thuis tevergeefs de vrede te bewaren. Rika, zijn vrouw, heeft het hoog in haar bol, ze droomt van theedrinken in restaurants, van dansen en plezier maken. Huishoudelijk werk heeft ze nooit geleerd en doet ze niet, ze is een luxe poppetje, en, teleurgesteld in man en huwelijk neemt ze haar toevlucht tot hoofdpijnpoeders en ligt hele dagen in bed.

Er zijn twee kinderen: Rosa, een weetgierig filosofisch ingesteld kind, en een jonger broertje, Jean-Pierre, verwend door zijn moeder. Rosa voelt de spanningen en probeert zonder partij te kiezen een eigen weg te vinden. Ze wonen in Antwerpen, eind jaren vijftig, de jaren van de Koude Oorlog. Het vertelperspectief wisselt steeds: Raymond, Rika en Rosa zijn wisselend aan het woord. Jean-Pierre doet daar niet aan mee.

Als hij 's avonds na een lange dag naar huis gaat:

Raymond: "op vijftig stappen van mijn voordeur steekt het de kop op. Een klem op hart en keel. Nooit van tevoren weten of je haar van voren of van achteren hebt. Omdat ik mijn gezond verstand gebruik, omdat ik de kerk in 't midden probeer te houden. Hoe krijgt een mens het voor elkaar het tij te keren, dat zij denkt: Oei, oei, hij is op komst, ik zal me maar een beetje voegen."

Hierop volgt een soort dialoog tussen hem en zijn vrouw Rika. Hun onuitgesproken gedachten, de reacties op elkaar.

Rika: "Hij is er, je kan er de klok op gelijk zetten. De kille klik van het verspringende slot, de eerste voetstap op de marmeren tegels, witte en zwarte, ruitvormig gelegd. Hij zal zorgvuldig zijn voeten vegen, zo is hij. Onlangs zei ik hem nog: 'zoals jij je voeten veegt, is binnen de kortste keren de hele vloermat kaal, al een geluk dat het echt kokos is.' Je had die blik in dat afgetobde gezicht moeten zien..."

Het is een meesterlijke tekst. Je volgt de feitelijke gebeurtenissen en de gedachten die er bij horen van twee kanten, je proeft de ergernissen, de spanning, de kribbigheid. In dit stukje wordt de toon gezet voor het hele boek.

Het is het verhaal over een mislukt huwelijk, socialistische idealen tegenover katholieke schijnheiligheid. Het is ook het verhaal over de jaren vijftig. De politieke gebeurtenissen klinken door in de persoon van Raymond; de katholieke kleinburgerlijkheid wordt vooral door Rosa verwoord, en bij monde van Rika proeven we de economische veranderingen in de maatschappij.

Door steeds van verteller te wisselen is er een fraaie uitdieping van karakters maar wordt ook het verhaal levendig. Dat doen ook de vele dialogen en een sappig Vlaams taaltje.

Het wederzijdse onbegrip, de irritaties, ze leiden onontkoombaar naar een climax. Politiek en religie vormen een belangrijk onderdeel van het verhaal, en dat samen met het onvervalste Vlaamse taalgebruik doet onmiskenbaar denken aan Hugo Claus. Ook Marcella Baete zou wel eens invloed gehad kunnen hebben op deze nieuwe schrijfster. Een nieuwe schrijfster in een oude traditie, het levert een prachtige roman op, genieten van begin tot einde, zelfs al ken ik de betekenis van vele Vlaamse woorden niet... blaffeturen? Gardevil? Jappekes?

Hardcover | 415 Pagina's | Uitgeverij De Geus ISBN10: 9044511149 | ISBN13: 9789044511147

© Marjo, juli 2008

Lees de reacties op het forum, klik hier


Spinnenverdriet

Wie meer verwacht in de stijl van 'Zeewater is zout...' komt bedrogen uit. Dit tweede boek van Lenaerts is totaal anders. Natuurlijk zijn er overeenkomsten, een schrijver stopt nu eenmaal altijd iets van zichzelf in een boek, dus we komen het katholicisme en het socialisme tegen, als ook de bekrompen sfeer van de jaren vijftig en zestig.  Maar in dit boek ontbreken de sappige Vlaamse dialogen, Lenaerts ontpopt zich als een verhalende verteller, en omdat het verhaal ook nog gebaseerd is op een ware gebeurtenis krijgt dit boek de sfeer van verhalende non-fictie.

De ware gebeurtenis is een moord: een vrouw vermoordt haar man. Maar het is niet zo simpel als het lijkt: uit het proces blijkt dat de vrouw niet anders kon. Voor haar was moord de enige uitweg uit een vreselijk leven.

Maar ja, is moord ooit gerechtvaardigd? Kun je een mens van het leven beroven en dan vrijuit gaan? Dat zijn de thema's die Lenaerts aanpakt in dit boek.

Het verhaal:

Als ze al neigt naar de middelbare leeftijd, haar man van haar weg is en haar dochter uit huis, schrijft Linda Relecom een verhaal en zendt dat in voor een verhalenwedstrijd. Dat verhaal over vakantieherinneringen wordt

geplaatst in de krant. Odette Olbrecht leest het. Het roept ook bij haar herinneringen op. Ze neemt contact op met Linda. Als tieners waren zij vriendinnen, maar nu heeft Linda helemaal geen zin om een soort reünie te

houden. Ze verandert van gedachten als ze hoort dat Nelly Serneels al een jaar of tien inwoont bij Odette.

Odette wil het verhaal vertellen van Nelly's noodlot. Een noodlot dat al begint in de tijd dat zij met z'n drieën bevriend waren. Aanvankelijk alleen Linda en Nelly. De laatste bewonderde Odette, die haar op haar beurt niet zag staan.

'Telkens wanneer ze voor de spiegel aan de binnenkant van haar kleerkast met haar ogen haar lijf afzocht, en mat, kreeg heel lage eigendunk toch weer de overhand. Het te kleine hoofd, in verhouding tot de geblokte romp, die twee broodjes van borsten. En wat als ze op haar eten lette? Ingevallen wangen en een verzakt mondje, terwijl haar lijf vanaf haar heupen niet aan de minste erosie onderhevig leek.'

Odette was anders:

'Odettes volle lippen en haar vurige, donkere ogen, alsof een natuurlijk zwart streepje om haar oogleden zat, wat met ene potlood aangezette omlijningbij haar overbodig maakte. Het bestudeerd warrige, opgestoken haar, of soms de twee ondeugende vlechtjes, die vrolijk mee zwiepten op de maat van haar voetstappen.'

Lenaerts gaat verder met vertellen hoe de drie meiden ouder worden en hun levens invullen. Daarbij komen bovengenoemde thema's aan de orde. Een lang voorbetoog voordat we eindelijk uitkomen bij het leven van Nelly en haar man Alex. De man is de enige zoon van een claimende moeder, die de twee jonggehuwden niet loslaat. Niets is goed genoeg voor haar zoon, zeker deze vrouw niet. Hoe Nelly getergd wordt en hoe ze tot haar daad komt, het wordt allemaal heel aannemelijk gemaakt. Toch: waarom neemt de een haar toevlucht

tot moord en neemt een ander andere maatregelen? Moeten wij als lezer de voorgeschiedenis als excuus accepteren?

Het is geen geheim: Nelly wordt veroordeeld en komt in de gevangenis. Maar Lenaerts is nog niet klaar met haar verhaal: waarom immers eerst Linda en Odette lanceren als zij geen rol meer zouden spelen?

Zo blijkt het tenslotte een soort raamvertelling te zijn, het verhaal van Nelly, omlijst door het verhaal van Linda. Niet los van elkaar, maar verweven. Een roman dus toch, over liefde en wraak, over het noodlot, dat toch

onontkoombaar blijkt. Lenaerts tweede boek: anders dus, maar zeker niet minder.

Isbn 978 90 445 1498 8 Hardcover 254 pagina's | Uitgeverij De Geus | oktober 2009

© Marjo, februari 2010

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

https://www.dbnl.org/tekst/_str010201301_01/_str010201301_01_0019.php

[p. 185]

Boeken

Kerk en theologie

Kan een nieuw concilie de kerk redden?

In oktober 2012 was het vijftig jaar geleden dat het Tweede Vaticaans Concilie van start ging. Deze gebeurtenis kreeg opvallend weinig aandacht. En het is nog maar de vraag of dat in 2015 bij de vijftigste verjaardag van de slotzitting van Vaticanum II anders zal zijn. De ironie van de geschiedenis wil bovendien dat we anno 2013 vierhonderdvijftig jaar na het einde van het Concilie van Trente zitten. De Leuvense kerkhistoricus en theoloog Jürgen Mettepenningen (o1975), die bij het grote publiek vooral bekend werd toen hij in 2010 enkele maanden woordvoerder was van aartsbisschop Léonard, stelt zich in een nieuw boek de vraag of de katholieke kerk nog wel te redden is. Zeker sinds de schandalen rond seksueel misbruik staat het instituut op alarmpeil rood. Zou een nieuw concilie de situatie kunnen keren?

Mettepenningen sluit zich met zijn denkoefening aan bij een hele rij andere critici. De bekendste vertegenwoordiger van die groep is wellicht de Zwitserse theoloog Hans Küng die in 2001 aan het einde van zijn Kleine Geschichte der katholische Kirche poneerde dat de kerk een Johannes XXIV nodig heeft die een Vaticanum III bijeenroept. In april 2010 herhaalde Küng zijn pleidooi voor een nieuw concilie in een open brief aan paus Benedictus XVI, een jaar later onderbouwd in Ist die Kirche noch zu retten? Enkele dagen na de verschijning van dat boek publiceerde Jürgen Mettepenningen Welke kerk? Vandaag en morgen met een voorwoord van Hans Küng. Opvallend is overigens dat Mettepenningen het in de context van een nieuw concilie liever heeft over Rio I, Santiago I of Johannesburg I dan over Vaticanum III.

Kan een nieuw concilie de kerk redden? Vragen bij de verjaardag van Vaticanum II zet alles nog eens op een rij. Het belangrijkste gedeelte van het boek is hoofdstuk 4 ‘Welk concilie’ waarin Mettepenningen stilstaat bij de vraag waarover een nieuw concilie zou moeten gaan. Daarbij stelt hij voor het doopsel als centraal sacrament te gebruiken binnen de kerk in plaats van de priesterwijding. Hij verwijst in dit verband naar de mooie passage uit Paulus' Galatenbrief: ‘Allemaal bent u in Christus gedoopt, met Christus bekleed. Er is geen Jood of Griek meer, er is geen slaaf of vrije, het is niet man en vrouw; u bent allemaal één in Christus Jezus’ (Gal 3, 27-

Over dit hoofdstuk/artikel

TITELS

over De onvervangbare

AUTEURS

Stijn Geudens

Erwin Jans

Erik De Smedt

Joris Gerits

over Jürgen Mettepenningen

[p. 186]

28). De hele structuur van de huidige kerk is gebouwd op het onderscheid tussen priesters en leken op grond van hun wijding, in plaats van op het verbindende tussen allen op grond van het doopsel. Voorts gaat Mettepenningen in op de thema's ‘Terugkeer naar de basisverhalen’, ‘Geloof woorden geven’, ‘Geloof vieren’ en ‘Geloof doen’.

Toen hij woordvoerder was van het aartsbisdom en de Belgische bisschoppenconferentie kwam Jürgen Mettepenningen zwaar in botsing met André Léonard. ‘Hij heeft zich soms gedragen als een spookrijder die denkt dat alle anderen fout zijn’, verklaarde hij achteraf. Die onvrede zindert nog altijd na. Kan een nieuw concilie de kerk redden? is een eerlijk maar vooral ook verontrustend getuigenis. De ontgoocheling was blijkbaar zo groot dat Mettepenningen aangaf dat dit meteen het laatste boek is dat hij de komende jaren over de kerk wil publiceren. Die uitspraak dient men echter met enige nuance te begrijpen want onlangs kondigde uitgeverij Pelckmans aan dat Jürgen Mettepenningen samen met zijn Leuvense collega Karim Schelkens in 2015 een biografie zal uitbrengen van kardinaal Danneels.


□ Stijn Geudens

Jürgen Mettepenningen, Kan een nieuw concilie de kerk redden? Vragen bij de verjaardag van Vaticanum II, Pelckmans, Kalmthout, 2012, 62 blz., 9,50 euro, ISBN 978-90-2895-656-8.

Filosofie

Onenigheid of gemeenschap?

Van Carl van Clausewitz stamt de beroemde en beruchte uitspraak dat oorlog de verderzetting is van politiek maar met andere middelen. Een andere opvatting zegt dat politiek eindigt waar oorlog begint. De spanning tussen politiek en oorlog, tussen (gewelddadig) conflict en onderhandeling is ook het uitgangspunt van het boek Onenigheid en gemeenschap van Marin Terpstra (red.): ‘Wetten of gevechten, dat is de kwestie’, zo luidt het kort en bondig in de inleiding, met een verwijzing naar een versregel van de dichter Armando. Politiek is de manier waarop mensen hun samenleven proberen te organiseren. In die zin is de mens wezenlijk een ‘politiek dier’ (Aristoteles). De vraag naar de gemeenschap is op dit ogenblik dé politieke vraag bij uitstek. Hoe leven we in gemeenschap met hen die er andere ideeën over samenleven op na houden? Wat houdt ons nog samen als traditie, etnische afkomst en nationalisme dat niet langer kunnen? Die vraag stelt zich in deze tijden van globalisering, groeiende mobiliteit en migratie scherper en dwingender dan ooit voorheen. Maar hoe actueel die vraag ook is, ze is zo oud als de politiek en het politieke denken zelf. Het systematische denken over politiek, samenlevingsvormen en machtsdeling gebeurt in de politieke filosofie. Voor Terpstra, die zichzelf omschrijft als leerling van denkers als Carl Schmitt en Louis Althusser, is politiek (en dus ook

[p. 187]

de politieke filosofie) wezenlijk ‘conflict’: ‘De onenigheid moet het uitgangspunt van de politieke filosofie zijn, simpelweg omdat de mensheid geen gemeenschap is - nog niet of onvermijdelijk niet, ook daarover verschillen de denkers van mening’. Een van de grote vragen is of de globale wereldorde evolueert in de richting van een verscherping van de onenigheid - de vele (burger)oorlogen zouden daarop kunnen wijzen - of juist in de richting van meer mogelijkheden tot samenleven - de nood aan internationale en transnationale overlegstructuren wijzen in deze richting. In meer dan vijfhonderd pagina's geeft Onenigheid en gemeenschap een overzicht van de grondbegrippen, de belangrijkste denkers en de hedendaagse vraagstukken van de politieke filosofie. Het systematische en het historische deel werden geschreven door Marin Terpstra. Het derde deel, dat de twintigste eeuw behandelt, werd door een hele reeks van specialisten uit Nederland en Vlaanderen geschreven. De aanwezigheid van meerdere auteurs in dit deel concretiseert wat Terpstra schrijft in zijn inleiding: ‘Ik ga er in dit Basisboek politieke filosofie van uit dat alles wat met politiek van doen heeft, met inbegrip van de politieke filosofie, omstreden is’. Het systematische deel behandelt onder andere de vraag of de mens van nature is ingesteld op samenleven of niet. Aanhanger van de eerste stelling is Aristoteles, aanhanger van de tweede is Hobbes, voor wie het vooral de vrees voor de anderen is die mens ertoe brengt een vredestichtende politieke macht - een staat - te aanvaarden. Het historische deel concentreert zich uitboeken sluitend op de westerse politieke filosofie waarvan Plato, Aristoteles, Cicero, Augustinus, Thomas van Aquino, Hobbes, Machiavelli, Spinoza, Kant, Rousseau, John Stuart Mill, Tocqueville, Hegel en Marx de intellectuele lichtbakens zijn. Langzaam wordt duidelijk hoe zich de moderne democratie en haar uitdagingen hebben ontwikkeld. Het is jammer dat er niet ook aandacht besteed wordt aan de Arabisch-islamitische en oosterse politieke filosofie, gezien het grote belang van die regio's in onze geglobaliseerde wereld. Het derde deel is in hoofdzaak thematisch opgebouwd. Het bevat hoofdstukken over politiek en... moraal, rechtvaardigheid, religie, media, emancipatie, totalitarisme, ecologie, multiculturalisme, markteconomie en Europa. Omdat deze hoofdstukken geschreven zijn door verschillende auteurs, komen hier ook verschillende benaderingswijzen aan bod. Omwille van zijn actualiteitswaarde zal het vooral dit laatste deel zijn dat de geïnteresseerde lezer aanspreekt, maar wie zich de fundamenten van de politieke filosofie eigen wil maken, zal zich ook door de wat taaiere materie van vooral het eerste deel heen moeten werken.


□ Erwin Jans

Marin Terpstra (red.), Onenigheid en gemeenschap. Basisboek politieke filosofie, Boom, Amsterdam, 2012, 320 blz., 39,50 euro, ISBN 978-94-6105-260-5.

[p. 188]

Literatuur

Levenskunst in duistere tijden

Als je afgaat op de titel, lijkt de biografie van Bertolt Brecht (1898-1956) die is geschreven door de Duitse germanist Jan Knopf, sterk te zullen inzoomen op Brecht als privépersoon. Het tegendeel is het geval. Natuurlijk kun je uit het levensverhaal veel afleiden over wat voor iemand Brecht was (soms zelfs intieme details, zoals dat hij zich niet graag waste), maar veel belangrijker is het voor Knopf te achterhalen waar het Brecht om ging en onder welke voorwaarden hij zijn werk heeft gecreëerd.

De hoofdstukken verwijzen dan ook naar de uiteenlopende maatschappelijke systemen en politieke regimes waarin de schrijver heeft geleefd: het Duitse keizerrijk, de Republiek van Weimar, het Duitse fascisme en als gevolg ervan de Duitse tweedeling. Brechts leven en werk zijn er onafscheidelijk mee verbonden. Hij was immers niet het type schrijver dat aan zelfexpressie wilde doen; hij wilde de maatschappij en de tijd waarin hij leefde veranderen. Wie iets van Brecht afweet, associeert hier automatisch de begrippen ‘marxisme’ en ‘communisme’, maar Knopf wijst er herhaaldelijk op hoe moeilijk diens kritisch-materialistische houding te begrijpen is.

Brecht kantte zich tegen vaststaande wereldbeelden, wantrouwde alleen al het begrip ‘ideologie’ en vond niets erger dan ‘idealisme’. Dat laatste verweet hij trouwens zijn zogenaamde leermeester in het marxisme, Karl Korsch. In zijn onvoltooide Tui-roman dreef hij de spot met de wereldvreemde intellectuelen voor wie het bewustzijn het zijn bepaalt. ‘Denken’, schreef hij, ‘is iets dat op problemen volgt en aan het handelen voorafgaat’. Het moest dus betrokken zijn op de praktijk, die veelal complexer is dan een denksysteem kan bevatten. Maar dat belet niet dat juist in het blootleggen van tegenstellingen, in het ontmaskeren van valse pretenties, vooruitgang kan worden geboekt.

In de late jaren van de Republiek van Weimar en net voor de nazitijd was Brecht volgens zijn biograaf het productiefst. Hij ontdekte de voordelen van het collectieve scheppingsproces, vond talrijke nieuwe genres uit, zag als een van de eersten het belang in van de techniek en de moderne media (radio, film) en van de zogenaamd populaire cultuur (boksen, variété) voor een theater en een literatuur die rekening hielden met de gewijzigde omstandigheden. Voor Brecht was het klassieke individu verdwenen voor een ‘dividu’, een door allerlei machtsinvloeden en belangen verdeeld wezen.

Knopf verdeelt zijn hoofdstukken in korte onderdelen van telkens een paar bladzijden, onder een intrigerende titel en voorafgegaan door een treffend en vaak weinig gekend citaat van Brecht. Hij schrijft levendig maar compact, en gaat er duidelijk van uit dat de lezer al enigszins met Brechts leven en werk vertrouwd is. Dat kan storend werken, wanneer bijvoorbeeld onvoorbereid de naam Helene Weigel valt (en pas later wordt uitgelegd hoe deze Weense actrice zijn vrouw en, zoals al zijn geliefden, belangrijke medewerkster werd) of wanneer een van de vele stukken van

[p. 189]

Brecht wordt geanalyseerd zonder dat vooraf de korte inhoud wordt gememoreerd.

Deze biograaf heeft duidelijk niet gekozen voor sensatie (zoals John Fuegi die Brechts polygamie ten onrechte als uitbuiting interpreteerde - onder het motto ‘sex for text’) of voor het gladstrijken van plooien (zoals Werner Mittenzwei die Brechts moeilijkheden in de DDR onder tafel veegt). De samenwerking met vrouwen en vrienden (zoals de componisten Kurt Weill, Hanns Eisler en Paul Dessau en de decorontwerper Caspar Neher) komt goed uit de verf. Weldoend is ook dat de intermedialiteit, bijvoorbeeld de vernieuwing in het muziektheater en de film, niet alleen literair of theatraal maar ook muzikaal en filmisch wordt geanalyseerd. De ballingschap in Scandinavië en de Verenigde Staten krijgt veel scherpere contouren dan totnogtoe het geval was. Ook op de omgang met Walter Benjamin, George Grosz en met rechtsnationalisten omstreeks 1930 laat Knopf nieuw licht schijnen. Telkens valt op hoezeer de auteur, decennialang leider van het Brechtcentrum in Karlsruhe, behalve de archiefstukken ook het tijdskader tot in de finesses kent.

Hallucinant om te lezen is het slothoofdstuk over de tijd in de DDR, waar Brecht ‘volksvreemde decadentie’ wordt verweten, alsof de nazi's niet van het toneel verdwenen zijn; Jan Knopf lijkt bijna moedeloos te worden. Het is jammer dat hij hier nauwelijks op Brechts poëzie ingaat; helemaal omdat hij in andere publicaties subtiel de politieke verzetskracht in de Buckower Elegien uit de jaren 1950 heeft aangetoond. Soms lijkt de buitengewone vertrouwdheid met zijn onderwerp de biograaf te hinderen om informatie te doseren en zo nodig te introduceren, omdat ze voor hemzelf vanzelfsprekend is. De ideale volgorde: eerst Klaus Volkers in het Nederlands vertaalde, degelijke en vlot leesbare Bertolt Brecht. Een biografie lezen, vervolgens je kennis uitdiepen met Lebenskunst in finsteren Zeiten.


□ Erik de Smedt

Jan Knopf, Bertolt Brecht. Lebenskunst in finsteren Zeiten. Biografie, Carl Hanser Verlag, München, 2012, 558 blz., 27,90 euro, ISBN 978-34-4624-001-8.

Imponerende getuigenis

De onvervangbare, de derde roman van Simone Lenaerts, is het verhaal van de verzetsdaden en de gruwelijke kampervaringen van Germaine, een schippersvrouw die met haar man voor het verzet koos, wapens smokkelde, pamfletten verspreidde, verklikt werd en gevangen gezet, eerst in België, nadien in Duitse tuchthuizen en concentratiekampen.

Het fictionele verhaal van Germaine is gestoeld op de reële verhalen van Lucia Rombaut, schoonmoeder van de schrijfster en moeder van de schilderdichter Jan Vanriet. Op haar overlijdensbericht (5 februari 2011) stond heel kort vermeld dat ze verzetsstrijder is geweest en politieke gevangene in de kampen van Ravensbrück en Maut-

[p. 190]

hausen. Simone Lenaerts heeft ook een beroep gedaan op getuigenissen van andere overlevenden en historische studies over de kampen, waarvan ze er een aantal heeft bezocht.

In het eerste deel van de roman met de titel ‘Slotzang’ situeert Lenaerts de familierelaties van de ik-verteller, Robbie, kleinzoon van Germaine. Hij is afgestudeerd van de toneelschool, heeft met vrienden een theatergezelschap opgericht en werkt aan een monoloog in een stuk over Kurt Gerstein, die ondanks zijn diepe geloofsovertuiging lid was van de NSDAP, in 1941 toetrad tot de Waffen SS en meehielp aan de ontwikkeling van Zyklon B. Het was zijn bedoeling de geallieerden te informeren over de Holocaust.

Aan kleinzoon en acteur Robbie vertrouwt oma Germaine de schriftjes toe waarin zij herinneringen van haar zelf en van overlevenden van de Duitse gevangenissen en concentratiekampen heeft genoteerd. Robbie is er verbaasd over dat hij niets over die verhalen gehoord heeft. Lenaerts vermeldt in dat eerste deel een aantal voorvallen die verklaren hoe dat is gekomen. Robbies moeder heeft bij zijn geboorte haar moeder verboden er nog over te praten omdat ze niet wou dat hij en zijn zus als derdegeneratiekinderen opgezadeld zouden worden met de ouderlijke oorlogstrauma's.

In het tweede deel met de titel ‘De onvervangbare’ krijgen we chronologisch het tragische verhaal van oma Germaine vanaf haar huwelijk in 1938 tot haar thuiskomst in 1945 in haar gebombardeerde woning. Het verhaal vertelt ze voor de videocamera van Robbie. Het wordt onderbroken door reacties en reflecties van Robbie op wat zijn oma beleefd en doorstaan heeft. Zijn parallelle verhaal over Kurt Gerstein, die zichzelf als een verzetsheld zag omdat hij als een soort luis in de pels van de Waffen SS later zou kunnen getuigen van de omvang van de Holocaust, komt onvoldoende uit de verf. Het is te schraal en eigenlijk overbodig.

Het verhaal van Germaine over de onmenselijkheid in de gevangenissen en kampen die tot in de gruwelijkste details wordt beschreven, is ook een verhaal over solidariteit tussen de gevangenen, over het bewaren van waardigheid in de meest mensonterende situaties, over de kracht van de menselijke geest. Simone Lenaerts heeft in deze roman een monument opgericht voor een vrouw die aan haar kleinzoon zegt: ‘Sterven in het kamp was vanzelfsprekender dan overleven. Sterven was banaal, overleven bijzonder’.

Door haar overleven kunnen wij een bijzondere roman lezen.


□ Joris Gerits

Simone Lenaerts, De onvervangbare, De Geus, Breda, 2012, 377 blz., 22,50 euro, ISBN 978-90-4452-409-3.

https://www.demorgen.be/nieuws/62-jarige-lenaerts-wint-debuutprijs-2009~b2fb581d/

62-jarige Lenaerts wint Debuutprijs

2009

antwerpen

7 oktober 2009, 00:00

De gemiddelde leeftijd van de vijftien Vlaamse debutanten in

2008 was vijfenveertig jaar en dat heeft volgens juryvoorzitster

Anna Luyten zo zijn gevolgen. ‘Het ijle is weg uit het Vlaamse

debuut.’

“Ik zie er veeleer uit als de moeder van een debuterende auteur

dan als de debutant zelf, maar ik ben verheugd dat ik blijkbaar

geen ouderwets boek geschreven heb.” De Antwerpse schrijfster

Simone Lenaerts reageerde met een mengeling van trots en ironie

op haar bekroning voor Zeewater is zout, zeggen ze. De roman is

het portret van een uiteenvallende familie in het Antwerpen van

de jaren vijftig. Vader is communist en overtuigd antiklerikaal,

moeder liberaal en overambitieus, en Rosa het kind van de

rekening. Zij voelt zich aangetrokken door het mystieke, maar ze

weet niet goed wat ze daarmee aan moet vangen.Lenaerts schreef

haar boek vanuit het hoofd van de drie hoofdpersonages, via

steeds wisselende monologues intérieurs. Volgens de jury, die

bestond uit journaliste Anna Luyten, Lisbeth Imbo van de VRT,

Dirk Leyman van De Morgen, Kristoff Tilkin van Humo en Peter

Van den Eede van Vooruit, is het “een roman die op een zeer

Advertentie

Live Editie

Net binnen

Zoeken Rubrieken

intelligente wijze door taal en stijl wordt gedreven”. “Het is

literatuur die een ode is aan de kracht en macht van taal.”“Mooie

woorden”, vindt Lenaerts. “Voor mij is dat juryverslag het

belangrijkst, ook al omdat het boek niet zoveel stof heeft doen

opwaaien.”In Nederland lijkt het succes groter. De eerste -

positieve - recensie stond in de Volkskrant en Lenaerts haalde er

ook de shortlist van de Academica Debutantenprijs. “Geen sant in

eigen land: zo voelde ik me in het begin”, zegt Lenaerts, “maar

deze prijs bewijst dat dat relatief is. Al zal ik in Nederland zeker

meer boeken verkocht hebben dan hier.”De 6.200 euro die

verbonden is aan de prijs heeft de gewezen onderwijzeres en

echtgenote van kunstenaar Jan Vanriet niet zomaar in de wacht

gesleept. Er ging bij de jury heel wat discussie aan vooraf. “We

wilden de romans niet beoordelen als beginnend literair werk,

maar als literair werk tout court”, zegt juryvoorzitster Anna

Luyten. “We hebben dan ook enkel met de inhoud en de stijl van

de debuten rekening gehouden, niet met factoren als leeftijd of

eerder succes.”Dat de gedoodverfde winnaar, Paul Baeten

Gronda, die samen met Vera Marynissen een speciale vermelding

kreeg, niet won, heeft dus niets te maken met het feit dat hij zo

gehypet is? “Zeker niet”, zegt Luyten. “Met die hype hebben we

geen rekening gehouden. We hebben een positieve keuze gemaakt

voor Lenaerts.”

AMBITIES

Opvallend is de steeds stijgende leeftijd van de Vlaamse

debutanten. Vorig jaar al was de gemiddelde leeftijd van de

kandidaat-winnaars vierenveertig, dit jaar was dat vijfenveertig.

“We kregen veel boeken te lezen van mensen met schrijf- en

leefervaring”, zegt Luyten. “Dat maakt de romans vaak

doorleefder. Het ijle is weg uit het Vlaamse debuut.”Met haar

tweeënzestig jaar zit Lenaerts ruim boven die gemiddelde leeftijd.

“Ik liep al langer rond met het idee ooit een roman te schrijven”,

zegt Lenaerts. “Maar ik had er nooit de tijd voor. Ik was ook niet

bezig met een boek, ik was bezig met een tekst. Ik had nooit

verwacht dat Zeewater is zout, zeggen ze zo snel gepubliceerd zou

Live Editie

Net binnen

Zoeken Rubrieken

worden. Ik durfde die ambitie haast niet te koesteren. Dat heeft

met mijn generatie te maken, denk ik. Toen wij twintig, dertig

waren, was het absoluut niet bon ton om openlijk voor je ambities

uit te komen.”Maar nu is het hek van de dam. Op 15 oktober komt

Lenaerts’ tweede boek al uit bij haar uitgeverij De Geus:

Spinnenverdriet, het verhaal van drie vriendinnen die het toeval

na jaren weer bij elkaar brengt. Lenaerts: “Dat boek zat al in mijn

hoofd toen ik nog aan het eerste bezig was en nu is er al een

derde aan het rijpen.”


https://www.groene.nl/artikel/citybooks-simone-lenaerts

citybooks: Simone Lenaerts[bewerken | brontekst bewerken]

Voordat Simone Lenaerts naar Graz ging wist ze het zeker: ‘Ik ga het, 63 Jahre danach, niet nog een keer over het duistere verleden hebben.’ Ondanks het feit dat ze het werk aan haar nieuwe oorlogsroman even had stilgelegd om voor *citybooks * naar Oostenrijk af te reizen, komt ze de oorlog onvermijdelijk op al haar wandelingen door Graz tegen.

30 mei 2012

https://www.standaard.be/cnt/ko2h85r5

DE FRISHEID VAN SIMONE LENAERTS

De enige oplossing

30 OKTOBER 2009 OM 00:00 UUR | Sarah Vankersschaever

Spinnenverdriet is de tweede roman van Simone Lenaerts. Voor haar eerste krijgt ze vanavond de Debuutprijs.

Het leven begint op je zestigste. Simone Lenaerts heeft een carrière als onderwijzeres en als moreel consulente in strafinrichtingen achter de rug, en lanceert zich nu als schrijfster. Lenaerts heeft altijd geschreven. In haar huis slingert ergens een halve roman rond, en in archieven vind je nog wel een aantal teksten van haar hand. Een reisreportage, een theatervertaling.

Vorig jaar debuteerde ze met de familiekroniek Zeewater is zout, zeggen ze. 'Onbegrijpelijk dat dit prachtige boek niet meer aandacht krijgt', schreeuwde Rik Torfs in deze krant. Vanavond wordt die achterstal goedgemaakt tijdens de opening van de Boekenbeurs. Dan krijgt Simone Lenaerts de Debuutprijs 2009.

Lenaerts heeft de smaak van het publiceren te pakken, want haar tweede boek liet niet lang op zich wachten. De aanleiding voor Spinnenverdriet was een strafproces waarin Lenaerts twintig jaar geleden jurylid was. Aangegrepen door het verhaal van de beklaagde, een vrouw die gekneld zat in haar huwelijk met een barbaarse man en hem vermoordde, besloot Lenaerts dat verhaal een tweede leven te geven op papier. 'Ik herkende een problematiek in het verhaal die de anekdotiek oversteeg: de tragiek van het toeval', is haar verklaring voor die jarenlange fascinatie.

In Spinnenverdriet lezen we hoe de tienermeisjes Linda, Nelly en Odette elkaar vinden en uiteindelijk ook weer verliezen door jongens en uiteenlopende idealen. Wanneer de drie jeugdvriendinnen elkaar op latere leeftijd opnieuw ontmoeten, blijken de drie door een gril van het lot betrokken te zijn bij hetzelfde verhaal.

Uitmelken

Wie durft toe te geven aan het Dag Allemaal-verlangen dat latent in ieder van ons sluimert, zal tijdens het grasduinen in Simone Lenaerts' leven ontdekken dat Spinnenverdriet heel wat autobiografische elementen recycleert. Tenzij u dacht dat het toeval was dat er halverwege een moreel consulent opduikt? Ook Linda's succesvolle deelname aan een verhalenwedstrijd in de krant en de talloze uitweidingen over hedendaagse kunst gaan terug op Lenaerts' leven als ongepubliceerd schrijfster en als echtgenote van de schilder-galeriehouder Jan Vanriet.

'Aan het uitmelken van die eigen ervaringen merk ik dat ik als schrijfster best nog jong ben', bekent Lenaerts.

Die zin voor realisme is een constante in Spinnenverdriet. Simone Lenaerts is op haar sterkst in de karaktertekening van haar personages. Ze wurmt zich een weg door gezinnen en relaties om een beeld te schetsen van de context waarin de vriendinnen opgroeien. De gevoeligheid van de schrijfster voor wat in de jaren vijftig woelde, valt ook in haar tweede boek op: de jeugd en de vriendschap tussen de drie vrouwen wordt getekend door het katholicisme en de gesmoorde bloei van het socialisme.

Zelfbeheersing

Lenaerts roept haar personages met kracht tot leven om ze daarna plaats te laten maken voor Nelly's tragedie. In het kernverhaal over Nelly's huwelijksleven toont Simone Lenaerts zich een begenadigd vertelster. Ze baseert zich op wat ze in de gerechtszaal aan getuigenissen heeft gehoord. Maar het verhaal neemt zo'n vaart dat het vaak zoeken is naar de stem van Lenaerts.

Meer zelfs, in de verte hoor je Gust Verwerft, gerechtsjournalist en auteur van boeken als Familiedrama's en Moord als enige oplossing, waarin de opmerkelijkste assisenzaken worden verzameld als waren het kortverhalen. Pas wanneer we opnieuw inpikken op de levens van Linda en Odette neemt Spinnenverdriet het tempo en het intimistische realisme uit de eerste hoofdstukken weer op. De personages blikken terug op de gebeurtenissen en stellen zich vragen die Simone Lenaerts zich tijdens het proces ongetwijfeld ook heeft gesteld: wiens zelfbeheersing wordt nooit op de proef gesteld? Waarom loopt het bij sommigen zo onverbiddelijk uit de hand?

Simone Lenaerts profileert zich met Zeewater is zout, zeggen ze en met haar tweede roman, Spinnenverdriet, als een rijpe debutante die levenservaring met schrijflust combineert. Het cliché dat deze debutante een 'voor haar leeftijd ongekende maturiteit kent', gaat deze keer niet op. Maar wat we wel kunnen zeggen, is dat deze schrijfster ondanks een halve eeuw levenservaring appetijtelijk fris blijft. Het leven stopt niet na je zestigste, zeggen ze.

www.simonelenaerts.be

DE AUTEUR: krijgt de Debuutprijs voor een vorige roman.

HET BOEK: het toeval brengt drie vriendinnen weer samen.

ONS OORDEEL: levenservaring en schrijflust vinden elkaar in deze roman.

SIMONE LENAERTS

Spinnenverdriet.

De Geus, 256 blz., 18,90 .

BOEKENBEURS: Op 1 november praat Koen Fillet met Simone Lenaerts over 'Debuteren, hoe doe je dat?', om 14u in de Blauwe Zaal. Zij signeert op 1, 7 en 11 november.

http://mededelingen.over-blog.com/article-simone-lenaerts-pakkende-kroniek-van-hoop-en-vervreemding-110636802.html

28 septembre 2012

Simone Lenaerts: pakkende kroniek van hoop en vervreemding


SimoneLenaerts.jpg

Voor haar derde, op biografische en historische feiten gebaseerde roman De onvervangbare liet Simone Lenaerts (°1947) zich inspireren door de kampervaringen van haar familieleden:

Ik laat zien wat er gebeurt met mensen als ze van de ene op de andere dag uit een gewoon, kleinburgerlijk beschermd milieu worden gerukt en in de maalstroom van de ergste verschrikkingen terechtkomen.

De onvervangbare werd donderdag 27 september voorgesteld in Villanella, het gebouw van de voormalige Studio Herman Teirlinck, dat werd aangekocht door de Provincie Antwerpen en in erfpacht gegeven aan vzw Villanella.

Prof. dr. Dirk Verhofstadt nam de laudatio voor ziin rekening, fragmenten uit de roman werden gelezen door Peter van den Eede en Anneke de Keersmaeker, cellist Roel Dieltiens speelde stukken van Benjamin Britten, Sofia Gubaidulina en György Ligeti. Uitgever Nederlandse fictie en non-fictie bij De Geus Sander van Vlerken rondde de feestelijke presentatie af.

Tussen het publiek: Dr Jean de Crée, Marleen de Crée-Roex, Henri-Floris Jespers, Pruts Lantsoght, Dr Jan Maniewski, Guy Mortier, Gerd Segers en Herman Selleslags.

SimoneCOVER.jpg


Simone LENAERTS, De onvervangbare, Breda, De Geus, 2012, 377 p., 22,50 €. Omslagontwerp en -illustratie: Jan Vanriet i.s.m. Thomas Soete.

https://bibliotheekgent.wordpress.com/2010/11/08/schrijfster-simone-lenaerts-in-paarse-zetel-bib-zuid-1811/SCHRIJFSTER SIMONE LENAERTS IN PAARSE ZETEL BIB ZUID (18/11)

08/11/2010bibliotheekgentKeuzelijsten, Literatuur, Paarse Zetel

Rate This

Foto Jan Vanriet

Op donderdag 18 november interviewt Griet Pauwels auteur Simone Lenaerts in de Paarse zetel van 12.30u tot 13.15u (Achilles Musschezaal). Gratis toegang, deuren dicht om 12.30u of zodra volzet, geen reservering.

Pas na een carrière in het onderwijs en als moreel consulente zette Simone Lenaerts, partner van schilder Jan Vanriet, de stap naar publicatie.  De combinatie van levenservaring en schrijflust leverde alvast  twee opmerkelijke titels op die zeer gunstig werden onthaald. Met haar debuut ‘Zeewater is zout’, een zedenschets over een arbeidersgezin in het Antwerpen van de jaren ‘50 oogstte ze veel lof. Ze won er de Debuutprijs 2009 mee. ‘Spinnenverdriet’ is een rauwe psychologische roman over een moegetergde echtgenote die haar man vermoordt.

De voorbije Paarse Zetellezingen via podcast

Foto’s op Flickr

Volgende Paarse Zetellezing: 2 december Rudi Rotthier

https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2009/10/06/62-jarige_oud-onderwijzereswintdebuutprijs-1-611457/62-jarige oud-onderwijzeres wint Debuutprijs

Simone Lenaerts heeft de Debuutprijs 2009 gewonnen met haar roman "Zeewater is zout, zeggen ze". De winnares zal de prijs voor de beste debuutroman van Vlaanderen in ontvangst nemen bij de opening van de Boekenbeurs in Antwerpen.

di 06 okt 2009  14:07"Zeewater is zout, zeggen ze" verscheen in maart 2008 bij De Geus. Het is het verhaal van een Antwerpse familie in de jaren 1950 tegen de achtergrond van de Koude Oorlog en een overheersend katholicisme.

"Literatuur die een ode is aan de kracht en macht van taal", vindt de jury. "Lenaerts toont met het boek haar meesterschap als realistische en intimistische tijdschroniqueur".

Simone Lenaerts is een oud-onderwijzeres die pas na haar 60e debuteerde. Midden oktober verschijnt de tweede roman van de 62-jarige winnares van de Debuutprijs, "Spinnenverdriet".

De Debuutprijs is 6200 euro waard.  De jury bestond dit jaar uit Anna Luyten (voorzitter), Lisbeth Imbo (VRT), Dirk Leyman (De Morgen/De Papieren Man), Kristoff Tilkin (Humo) en Peter Van den Eede (Vooruit). Er waren 15 debuten ingediend.

Boekenbeurs gaat dit jaar eco[bewerken | brontekst bewerken]

De winnares van de Debuutprijs werd bekendgemaakt tijdens de voorstelling van de komende Boekenbeurs in Antwerpen, die dit jaar loopt van 31 oktober tot 11 november.

"De Boekenbeurs gaat dit jaar eco", kondigde organisator boek.be aan. De beurs zal dit jaar haar ecologische voetafdruk in kaart brengen. "Ze zet in op duurzame verlichting, spoort bezoekers aan om met het openbaar vervoer te komen en werkt samen met Natuurpunt voor papierophaling om de afvalberg te verminderen".

Samen met Ecolife zal boek.be voor het eerst ook een prijs uitdelen aan de "groenste stand".

Er zijn dit jaar vijf themadagen op de Boekenbeurs. De bekendste gast is de Israëlische auteur David Grossman.

https://m.nieuwsblad.be/cnt/rl2hmlhp?journeybuilder=nopaywallIk wou een historische, psychologische en Bildungsroman schrijven over een Antwerpse familie in de jaren vijftig tegen de achtergrond van de Koude Oorlog en het overheersend katholicisme.'

Maandag 9 november 2009 om 00:00

Hoe lang heeft u aan deze roman geschreven?

'Zo'n twee tot tweeënhalf jaar. Ik heb er nogal constant aan geschreven en zelfs als ik er niet fysiek aan werkte, dan liep ik er toch voortdurend aan te denken.'

Hoe ziet een schrijfdag er uit?

'Ik leid een vrij regelmatig leven en ik schrijf dan ook elke dag. Ik begin om 10uur 's ochtends, neem een middagpauze om met mijn echtgenoot een boterham te eten en ga daarna weer verder. Soms schrijf ik zelf 's avonds nog voort, dat hangt af van de inspiratie van het moment. Ik werk trouwens niet strikt volgens de klok. Als mijn kleinkinderen langskomen, dan gaat het schrijven echt wel even aan de kant.'

Waar schreef u dit boek?

'In Antwerpen waar ik een aparte schrijfkamer heb en in de Provence. In Le Comtat Venaissin, nabij Carpentras en niet zo ver van de Mont Ventoux hebben we een huis. Daar schrijf ik tijdens de zomermaanden verder op mijn laptop. Thuis werk ik op een vaste computer.'

Wie heeft de cover bedacht?

'Op de eerste druk staat een oude foto van mijn vader die de sfeer van het boek perfect weergeeft. Het is een familiefoto die ik thuis heb gevonden en aan de uitgever bezorgd als mogelijk coverbeeld. Op de kaft van de tweede druk staat een foto van de tunnel tussen de Antwerpse rechter- en linkeroever. Die tunnel speelt een grote rol in mijn roman. De foto werd gemaakt door een Nederlandse fotografe.'

In deze rubriek belichten we de bestsellers van de Boekenbeurs. Telkens vragen we aan de auteur hoe zijn of haar boek tot stand kwam. Simone Lenaerts (62) won met 'Zeewater is zout, zeggen ze' de Debuutprijs 2009

https://deburen.eu/magazine/een-schijn-van-tijd-simone-lenaertsEen schijn van tijd

Een schijn van tijd en een interview met Simone Lenaerts werden op 25 juli 2012 gepubliceerd als speciale bijlage in De Morgen in een reeks citybooks.

https://www.demorgen.be/nieuws/wie-is-simone-lenaerts~b39985ec/

Wie is Simone Lenaerts? 25 juli 2012, 00:00 Simone Lenaerts (°Antwerpen, 1947) werkte als docente en is nauw betrokken bij de tentoonstellingen van de kunstenaar Jan Vanriet, haar echtgenoot. Ze organiseerde meerdere tentoonstellingen voor galerie BBL (Antwerpen) met werk van Breyten Breytenbach, E.L.T. Mesens, René Magritte, Marcel Broodthaers, Peter Klasen, Oswaldo Romberg en Denis de Rudder. In samenwerking met Gerdi Esch en De Morgenmedewerkster Agnes Goyvaerts publiceerde Lenaerts Mode in de lage landen: België. Ze vertaalde het toneelstuk Teibele en haar Demon en schreef reisverhalen voor de krant De Morgen over Harlem (New York) en de Provence. Haar debuutroman Zeewater is zout, zeggen ze verscheen in 2008. Lenaerts ontving hiervoor de Vlaamse Debuutprijs; uitzonderlijk voor een (toen) 62-jarige. "Ik weet dat ik inderdaad niet zozeer voor de winnende debutant zelf zou kunnen worden aanzien, maar eerder voor de moeder, die vandaag wegens omstandigheden de honneurs waarneemt", zei Live Editie Net binnen Zoeken Rubrieken 05-06-2024, 13:56 Wie is Simone Lenaerts? | De Morgen https://www.demorgen.be/nieuws/wie-is-simone-lenaerts~b39985ec/ 1/5 ze laconiek toen ze de prijs in ontvangst nam. In oktober 2009 kwam haar tweede roman Spinnenverdriet uit. De Morgenrecensent Dirk Leyman loofde daarin haar "authentieke vertelstem" Info: simonelenaerts.be Volgende week: Anna Luyten in


https://www.demorgen.be/nieuws/wij-zijn-allebei-trots-ja~bfb49b75/

Wij zijn allebei trots, ja[bewerken | brontekst bewerken]

10 oktober 2009, 00:00


Bijna veertig jaar zijn ze een koppel, en ze spreken min of meer als de neefjes Duck: de ene begint een zin, de ander valt in. Meestal is het Simone die invalt, corrigeert en aanvult, en Jan die zich terugtrekt. Hoffelijk. Zeker nu, het is immers haar moment de gloire. Haar eerste roman kreeg in Vlaanderen de Debuutprijs 2009, uitgereikt door Boek.be, en werd in Nederland genomineerd voor de Academica Debutantenprijs.Als plastisch kunstenaar heeft Jan Vanriet een indrukwekkend oeuvre op zijn naam staan, volgend jaar krijgt hij in het Museum voor Schone Kunsten een grote tentoonstelling, waar hij eigen werk zal confronteren met stukken uit de collectie. Lezers van De Morgen kennen zijn illustraties bij essays in Zeno (zie ook pagina 66 en 67) en zijn stukjes die een tijdlang op de laatste pagina van het dmmagazine verschenen. Want Vanriet is ook schrijver en dichter. Hij begon zijn carrière nota bene als journalist bij Panorama.Was zijn vroege plastische werk vooral licht en decoratief, dan kwam er met de jaren meer diepgang en plaats voor de donkere kanten van het bestaan. Ook de eerste en meteen bekroonde roman van Simone Lenaerts, Zeewater is zout, zeggen ze, schuwt de rauwe kanten van het leven niet. Hij speelt zich af in een Antwerps arbeidersgezin in de jaren vijftig. ‘Over grote idealen, kleinburgerlijkheid en de warmte van taal’, zo staat er op de omslag. Thema’s die Lenaerts en Vanriet allebei raken. Advertentie Live Editie Net binnen Zoeken Rubrieken DE PRIJS VOOR HET BESTE DEBUUT KRIJGEN OP JE 62STE, DAN MAG JE EEN LAATBLOEIER HETEN. Simone: “Ik ben mijn hele leven bezig geweest met schrijven, maar nooit met het idee om te publiceren. Door een aantal praktische omstandigheden - ik werkte, er waren drie kinderen, mijn leven met Jan - heb ik me nooit geconcentreerd op een tekst die echt een boek zou worden. Beneden liggen stapels schriftjes die ik ooit heb volgeschreven en ik heb er ook al veel weggegooid. Ik heb ooit een roman geschreven, nog op zo’n oude Commodorecomputer, en een printer waar het papier in viervoud uitkwam. Je moest de exemplaren losmaken door er opzij een strookje af te scheuren. Ik had die laten inbinden, telkens in twee delen, anders werd het te dik. Bij de grote schoonmaak dacht ik ‘één exemplaar is wel genoeg’ en heb ik twee bundels weggegooid. Toen bleek dat ik twee dezelfde delen had weggegooid, zodat ik nu nog twee exemplaren bezit van een halve roman van twintig jaar geleden. (lacht) Maar onlangs heb ik er weer eens in zitten lezen, en ik vind er toch stukken in die niet zo slecht waren. Maar het is moeilijk om zelf te oordelen, en ik heb mijn schrijfsels nooit aan iemand laten lezen.” OOK NIET AAN JAN? Jan: “Ik heb van Zeewater is zout, zeggen ze pas de definitieve proef gelezen, een tiental dagen voor het boek in druk ging. Met heel veel angst. Het was fundamenteel voor me dat ik het manuscript niet zou lezen, want indien ik kritiek zou hebben was dat fnuikend geweest. Heel waarschijnlijk had Simone dan haar hoofd laten hangen, en daarom wou ik me er niet mee bemoeien. Ik heb zelf een heel andere stijl, en ik ben ook al geen romanlezer. Ik bleef er dus beter ver van.“Zelfs toen het bericht kwam dat De Geus het wilde publiceren heb ik nog gewacht, werkelijk tot de allerlaatste fase. Simone had zoveel research gedaan, en ik wou toch wel even checken of alles klopte. Uiteindelijk bleek dat wel nuttig, ik heb er namelijk een neus voor om op inhoudelijke fouten te vallen, zoals een onmogelijke datum of een verkeerde architect. Zo heb ik gezien dat Simone de leider van het koor van Live Editie Net binnen Zoeken Rubrieken het Rode leger een verkeerde naam had gegeven. Taalkundig moeide ik me echter niet, want daarin is Simone veel sterker.”Simone: “Ik ben altijd schooljuffrouw geweest en gedrild om foutloos te schrijven. Maar zelfs dan is het goed dat er nog iemand van de uitgeverij overheen gaat.” IN RECENSIES NOEMDE MEN JE TAAL ‘EEN BALLET VAN WOORDEN’. Simone: “Aanvankelijk had ik het geschreven vanuit het perspectief van de verteller. De schrijver is degene die alle touwtjes in handen heeft en die de dingen laat gebeuren. Ik was al heel trots dat ik erin geslaagd was om iets van a tot z af te ronden. Ik heb het boek maanden laten liggen, maar ik had het gevoel dat ik er geen afscheid van kon nemen. Toen dacht ik: er zit tenslotte niemand achter me aan, ik ga proberen het op een filmische wijze te vertellen. Ik wou bijvoorbeeld aangeven hoe die mensen elke avond in dat huisje zaten, dat claustrofobische, zonder het echt te beschrijven. Ik denk dat het een beetje de invloed is van mijn zoon Bram, die is filmregisseur. Als we samen naar een film van Ken Loach zaten te kijken - dat is een beetje diezelfde sociale achtergrond als in mijn boek - maakte hij mij er attent op hoe er wordt ingezoomd op een rekwisiet, zonder dat je als kijker weet waarom. Pas later in de film blijkt het een functie te hebben. Er wordt bijvoorbeeld gefocust op een pak Tampax. Dan weet je: ja, het gaat over een vrouw die geen kinderen kan krijgen, ze heeft weer haar regels, het is weer eens mislukt. Dat moet je zelf aan elkaar knopen, zonder dat het wordt gezegd. Zo ben ik ook trucs gaan zoeken, bijvoorbeeld de man die zegt ‘de lampenkap hangt vol stof’ en ‘zie daar haar Oost-Indische vaasjes staan’. Op het einde van de avond, als ze naar bed gaan, weet je als lezer hoe ze wonen, zonder dat je het moet vertellen. Zo heb ik ook elk personage zijn eigen taal laten spreken. Ook dat vertelde iets over hen, zonder dat ik het moest uitleggen.“Met die fase ben ik nog langer dan een jaar bezig geweest, en daar heb ik veel plezier aan beleefd. Het was niet altijd simpel, want het mocht niet gekunsteld overkomen. Maar al schrijvende kwamen er ook Live steeds nieuwe h Editie erinneringen bNet binnen oven.”Jan: “Simon Zoeken e heeft het Rubrieken geheugen van een mammoet. Ze herinnert zich heel scherp data, plekken, mensen, hele gesprekken. Vandaar dat ze zulke sterke dialogen neerschrijft. Je kunt er zo de planken mee op. Ik heb dat niet. Bij mij gaat het het ene oor in, het andere weer uit. Mij moet je op weg helpen vooraleer iets begint te dagen. Ik delete. Simone herinnert zich verpakkingen, interieurs, specifieke handelingen, bijvoorbeeld hoe men vroeger de was deed. Maar dan ook in alle details, van naaldje tot draadje. Aan de reacties op haar boek kon je uitmaken dat ze ook bij heel veel van die lezers de schuif met herinneringen had opengetrokken, hoe die in gedachten zelfs de geuren uit hun jeugd opsnoven. Simone had daarvoor geen research nodig, dat borrelt maar naar boven.”Simone: “Ik wou vooral dat er een soort naturel van uitging. Toen ik dat spelletje volbracht had, heb ik het manuscript opgestuurd.” ALS SIMONE LENAERTS, TERWIJL JE AL VELE JAREN DOOR HET LEVEN GING ALS SIMONE VANRIET. Simone: “Ik heb het inderdaad onder mijn meisjesnaam naar De Geus gestuurd, niet naar de Bezige Bij, omdat we daar te veel mensen kennen. Eerst dacht ik nog dat er met de naam Vanriet misschien sneller een licht zou opgaan, maar uiteindelijk is het iets van mij, Jan heeft er niets mee te maken. Men hoefde niet te weten dat ik de vrouw van Jan was. Psychologisch was dat beter.” VOLGENDE WEEK WORDT IN ANTWERPEN JE TWEEDE ROMAN SPINNENVERDRIET GEPRESENTEERD, SAMEN MET WERKEN EN EEN BOEKJE VAN JAN OVER JEF VAN EXTERGEM, DE COMMUNIST. Jan: “Jean Van de Sande, die restaurant-galerij De Rode 7 in Antwerpen openhoudt, is een vriend van mij. Hij kent nogal wat mensen uit de kunstwereld. Jan Fabre heeft er al geëxposeerd, Panamarenko ook, en nu was het aan mij. Ik heb speciaal een aantal werken gemaakt over de wereld van Jef Van Extergem. In plaats van een catalogus hebben de mensen van De Rode 7 een fantastisch schoon boekje samengesteld met documenten uit het archief van de Kommunistische Partij en documenten die we hebben gekregen van het Letterenhuis. Die waren aan het Live Editie Net binnen Zoeken Rubrieken verpulveren en nu zijn ze gereproduceerd en bewaard voor de eeuwigheid. Het milieu van dit boekje over Jef, van de twee romans van Simone en van mijn laatste tentoonstelling liggen in wezen heel dicht bijeen.” IS DAT OOK HET MILIEU WAARUIT JULLIE AFKOMSTIG ZIJN? Simone: “Wij komen allebei uit een antiklerikaal milieu. Ik ben atheïstisch opgevoed met een communistische vader, we gingen naar het officieel onderwijs, wij zaten in de socialistische turnkring, waarna we samenkwamen in het Volkshuis. Mijn vader was geen vakbondsafgevaardigde of zo maar wel een overtuigde communist. Discussies over politiek waren er thuis niet echt, maar hij reageerde wel luidop op dingen die hij in het radionieuws hoorde. De manier waarop hij commentaar gaf, alsof hij tegen de muren sprak, dat is altijd in mijn oren blijven hangen. Bijvoorbeeld toen Foster Dulles stierf (Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken onder president Eisenhower in de jaren vijftig, AG), begon mijn vader - die eigenlijk een triestige mens was - ineens in het rond te dansen en ‘hoera hoera’ te roepen. Mijn jongste broer zei me: nu ik dat boek lees, hoor ik mijn vader weer spreken.” DIE HELE ACHTERGROND VAN SOCIALISME, COMMUNISME EN VERZET HEBBEN JULLIE GEMEEN EN DUIKT OP IN HET WERK VAN JULLIE BEIDEN. Jan: “Natuurlijk. Ik vind dat een belangrijk gegeven. Als je een mening hebt, moet je daar voor uitkomen. Of je nu schildert of schrijft, je moet dat op de goede manier doen. Het mag niet vrijblijvend zijn, maar toch ook geen pamflet worden. Ik ben altijd zeer geïnteresseerd geweest in de avant-gardekunst van de jaren twintig, die ook maatschappelijk avant-gardistisch was, links dus. Wat me boeit, is hoe die bevlogen ideeën ontspoord zijn, en hoe heel veel mensen vandaag met een kater zitten. er is een gebrek Advertentie Live Editie Net binnen Zoeken Rubrieken aan ideologisch perspectief. “In de jaren twintig was er iets raars, je had linkse mensen die ook geweldig Vlaams-nationalistisch waren. Jef Van Extergem had een grote sympathie voor August Borms, die toen nog niet de grote collaborateur was die hij later zou worden. Van Extergem is in de Tweede Wereldoorlog zelf in het verzet gegaan, opgepakt, naar een concentratiekamp gevoerd en niet meer teruggekomen. (Vanriets ouders zaten ook in het verzet, en werden weggevoerd, een thema dat in zijn werk herhaaldelijk terugkeert, ag).“Wat er in de Rode Zeven gaat gebeuren, daar past het boek van Simone perfect in. De Club Jef Van Extergem komt er zelfs in voor. Wanneer de Suezkwestie ter sprake komt, zegt de vrouw: ‘Hij moet weer naar ’t Sint-Jansplein.’ Daar was dus het lokaal van de Kommunistische Partij.” HOE HEBBEN JULLIE ELKAAR LEREN KENNEN? Simone: “Op 17 februari 1968 in de Sint-Mathijs.”Jan: “Ik had daar afgesproken met een kameraad van de SJW (Socialistische Jonge Wacht, ag) en plots kwam daar een soort indiaan binnen.”Simone: “Ik had toen heel lang, zwart haar, in twee staartjes.”Jan: “We hebben de eerste keer gezoend in De Mok. Ik zat in het eerste jaar van de academie, Simone was afgestudeerd aan de normaalschool.”Simone: “Als je in die tijd je diploma had, was je klaar om te trouwen en kinderen te krijgen. De meeste meisjes van mijn klas leerden dan een onderwijzer kennen en trouwden. Ik wist dat Jan nog drie jaar te gaan had en thuis zou blijven wonen. Thuis was het bij mij niet echt gezellig en mentaal had ik er niet genoeg aan om voor de klas te staan. Omdat ik altijd graag toneel gespeeld heb, ging ik daarnaast cursussen volgen aan het conservatorium. Ik kreeg er onder andere les van Jet Naessens en Luc Philips, en toen ik er pas drie maanden zat, botste ik op straat op Jet, die zei: ‘Jou heb ik nodig!’ Ze nam mij langs de artiesteningang mee naar binnen in de KNS. Dat was toen nog een monument, en naar die acteurs keek je ontzettend op. Voor een stuk dat Hugues C. Pernath had vertaald hadden ze een jong meisje nodig voor de hoofdrol. ‘Deze hier moet die rol spelen’, zei Jet. Ik ben toen totaal in paniek geslagen. Ik had mijn job moeten Live Editie Net binnen Zoeken Rubrieken opzeggen, maar dat geld had ik nodig. Uiteindelijk heeft Frieda Pittoors de rol gespeeld. Toen heb ik voor mijzelf gezegd: als je deze kans niet grijpt, betekent het dat het niet echt is. Indien je ambitie zou hebben om in het theater verder te gaan, dan had je deze kans met twee handen gegrepen en alles ervoor laten vallen.“Zo denk ik ook over schrijven. Als je iets wilt doen, doe het dan. Je moet niet zeggen: ik heb het niet eerder kunnen doen, want ik had werk en een gezin, dat is eigenlijk bullshit. Jarenlang heb ik met het latente gevoel geleefd dat het ooit zou gebeuren.” WAT SCHREEF JE DAN? Simone: “Geen sprookjes. Als kind zag ik soms een foto in de krant staan, en daar begon ik zinnetjes rond te schrijven. Wat ik ook altijd graag deed, was opstellen maken. In de normaalschool kregen we in het begin van de maand een titel, en moesten we op het eind een opstel afgeven. De meesten vonden dat een verschrikkelijke calvarietocht, ik deed het graag. Op ministerpapier, weet je nog? Van die grote, gelijnde bladen, met een marge van zeven centimeter om de verbeteringen in te schrijven.“Weet je trouwens dat ik eens een prijs heb gewonnen bij De Morgen? Er was een verhalenwedstrijd uitgeschreven en jij zat in de jury. Wij kenden elkaar en om je niet in verlegenheid te brengen heb ik mijn verhaal over Haarlem door een vriendin laten insturen, onder haar naam. Want als je het goed had gevonden, was het vervelend voor jou, en als het slecht was ook.”Jan: “En daardoor kom jij onrechtstreeks in de aanhef van Spinnenverdriet, de tweede roman. (leest voor) ‘Linda schrijft voor het dagblad De Dageraad een verhalenwedstrijd.’“Die roman gaat over drie vrouwen, maar ook over veel meer, over moederliefde, politieke overtuigingen, kinderwens, religie... Er gebeuren vreselijke dingen in. Toen ik het uit had, was mijn eerste reactie: ik zit hier wel met een zieke geest in huis. (lacht) Het is een echte Griekse tragedie. Het gaat over mensen die seksueel niet aan hun trekken komen, over mensen die geweldig aan hun trekken komen, er zit een enorme wraakzucht in. Het is de kroniek van een aangekondigde moord.”Simone: “Het is een heel Live Editie Net binnen Zoeken Rubrieken geconstrueerd boek. Het verhaal is gebaseerd op ware feiten, iets waarmee ik in aanraking ben gekomen, dat al jaren in mijn hoofd speelde en dat ik wou verwerken. Maar hoe? Ik wou geen novelle schrijven over een moord, maar weten hoe het zo ver was kunnen komen. Daarom had ik die twee andere vrouwen nodig. Het zijn allemaal facetten van mij en hun verhalen zijn gesponnen rond dat van de eerste. Daardoor komen verschillende kringen aan bod. Er zit bijvoorbeeld een passage in over hedendaagse kunst - je schrijft natuurlijk altijd over wat je kent - en ik heb me gebaseerd op het type West-Vlaamse industrieel die zich financieel ontwikkelt en dan ineens kleren van Yamamoto gaat dragen en kunst begint te verzamelen.”Jan: “Ik wist niet dat Simone daarover kon schrijven, maar ik moet toegeven dat ze op een prachtige manier een vernissage heeft beschreven.”Simone: “Maar er komt ook vierde wereld in voor. Het feit dat ik jaren in gevangenissen heb rondgelopen...” HOEZO? Simone: “Het boek is gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Op een zeker ogenblik werd ik van nabij geconfronteerd met een moordzaak. Dat heeft mij enorm aangegrepen. Ik stelde vast dat ik op een of andere manier begrip ging krijgen voor de dader. Als gevolg daarvan wou ik mensen in de gevangenis helpen en heb ik me kandidaat gesteld als moreel consulente, met de intentie om die mensen te helpen. Dat heb ik een jaar of twee, drie gedaan, en elke week praatte ik met ‘mijn’ gevangenen, maar op de duur kreeg ik gewetensproblemen, Aanvankelijk waren dat sukkelaars die een klein vergrijp hadden gepleegd. Maar op de duur kreeg ik te maken met zware gevallen, die me soms probeerden te manipuleren en die soms zo met zichzelf bezig waren in de gevangenis dat ze de schuld gaven aan het slachtoffer. In die periode werd er bij mij borstkanker vastgesteld, en als je zelf Advertentie Live Editie Net binnen Zoeken Rubrieken problemen hebt, is het niet ideaal om anderen te helpen. Toen ben ik ermee opgehouden.” UIT UW BEIDER WERK SPREEKT EEN GROOT ENGAGEMENT. HEEFT ZICH DAT OOIT IN ACTIEVE POLITIEK VERTAALD? BEN JE NOOIT AANGEZOCHT, JAN? Jan: “Eén keer, toen de PVV overging in VLD, hebben ze me gevraagd om naar een vergadering te komen, als verruimingskandidaat. Daar heb ik beleefd voor bedankt. Ik hou niet zo van dat ‘verbreden’ met mensen die bekend zijn omdat ze in een of ander televisieprogramma hebben gezeten.“Ik ben wel heel even actief geweest in de SP van Hoboken, maar heb daar een serieuze aanvaring gehad met iemand die me op een partijvergadering compleet heeft afgemaakt. Als dit het partijleven is, dacht ik, laat het dan maar aan mij voorbijgaan. Sindsdien loop ik er met een grote bocht omheen.“Ik heb wel in de periferie gewerkt, heb in de redactie gezeten van Links, het weekblad voor een strijdend socialisme, ik heb ooit geschreven voor De Nieuwe, ben gevraagd om mee in de groep van De Nieuwe Maand te stappen. Ik vind politiek ontzettend boeiend, maar ik weet dat het niets voor mij is. Ik zou eraan ten onder gaan. Ik heb daar geen karakter voor, ben er niet weerbaar genoeg voor.”Simone: “Jij bent soms wat te oprecht en te naïef. Het moet bij Jan al heel erg zijn voor hij doorheeft dat iemand slechte bedoelingen heeft. Misschien komt dat door mijn jeugd, maar ik ben nooit argeloos geweest. Als kind zat ik altijd in een soort oorlogssituatie, waardoor ik het sneller dan Jan ervaar wanneer er dingen worden gezegd die slecht bedoeld zijn. Ik heb hem toch al een paar keer op iets gewezen.” HOE KIJKEN JULLIE DAN NAAR DE HUIDIGE POLITIEKE TOESTAND IN ANTWERPEN? DE LANGE WAPPERAFFAIRE, OM MAAR IETS TE NOEMEN? Jan: “Ik vind het pure volksverlakkerij om de Antwerpenaar op te roepen om te stemmen over iets waarvan hij technisch niets begrijpt. Je moet de modale Antwerpenaar, die nog geen plan van een huis kan lezen, daar zijn gedacht niet over laten zeggen. Dat is Live Editie Net binnen Zoeken Rubrieken vaandelvlucht van de politiek. Er is al een volksraadpleging geweest. Drie jaar geleden hebben wij verkiezingen gehad voor de gemeenteraad en het was toen al een issue. Intussen hebben we verkiezingen gehad voor het Vlaams Parlement. Wij hébben ons al kunnen uitspreken. We hebben de verantwoordelijkheid gelegd op de schouders van onze mandatarissen en die hadden niet de hete aardappel moeten doorschuiven en zich verschuilen achter het oordeel van mensen die er geen fluit van afweten en zich laten opjutten door actiegroepen en door de BAM. Als je het mij vraagt, kies ik voor een brug, maar intellectueel denk ik dat een tunnel beter is.” JAN, BEN JE TROTS OP SIMONE? Jan: “Ja, ik vind het fantastisch wat ze heeft gedaan. Ik weet ook dat het niet afgelopen is. Met die eerste roman denken ze nog: dat madammeke moet haar ei kwijt, ze heeft het gelegd en het zal nu wel afgelopen zijn. Maar nu ligt nummer twee er al en aan de derde is ze volop bezig. Het is een fantastisch thema, iets wat weer totaal buiten deze staat.”Simone: “Ik ben al mijn hele leven trots, dan mag hij nu ook wel eens zijn.” EN JAN, BEN JE NIET GEFRUSTREERD DAT ZIJ DAG EN NACHT MET HAAR BOEKEN BEZIG IS? Simone: “Dag en nacht, kom...”Jan: “Simone, jij kunt toch om negen uur ’s morgens beginnen en doorwerken tot een uur of elf ’s avonds of tot twee uur ’s nachts.“Ik zit hier ’s avonds eenzaam naar filmpjes te kijken op tv, terwijl zij haar uren klopt. Ik vond het heel handig dat er beneden iemand zat te tikken. We hebben een vriend die zou zeggen: als ze dat doet, doet ze geen ander kwaad. (lacht)”Simone: “Maar toen ik telefoon kreeg van De Geus was het wel een kick hoor! Ik had mijn tekst ingestuurd in de overtuiging dat ik vier, vijf maanden later een beleefd briefje zou krijgen. Met het eerste boek had ik niet het gevoel dat ik een roman aan het schrijven was. Ik stuurde het manuscript op met de gedachte: als ze het weigeren stuur ik het nog naar drie, vier andere uitgeverijen, zeker niet meer. Ik zou me erbij neergelegd hebben dat ik het niet kon. Ik ben daar heel nuchter in, ik zou niet Live Editie Net binnen Zoeken Rubrieken depressief of chagrijnig geworden zijn. Met de tweede was het al anders, psychologisch werk je niet meer op dezelfde manier. Je beseft dat je aan een object bezig bent dat waarschijnlijk uitgegeven zal worden.” SIMONE, HET WAS NIET ZO DAT JE JEZELF ‘HET AANHANGSEL VAN DE KUNSTENAAR’ VOELDE EN EINDELIJK ZELF EENS IETS WOU REALISEREN? Simone: “Neen, ik heb mij nooit ‘de vrouw achter de kunstenaar’ gevoeld, ik was nooit gefrustreerd. Ook zonder het schrijven had ik altijd mijn eigen leven.”Jan: “Kijk, ik krijg hier net een sms’je: Gefeliciteerd mijnheer Lenaerts. (lacht) U hebt veel geld verdiend.”Simone: “Ik heb het altijd leuk gevonden dat ik getrouwd was met een boeiende mens. Stel je voor dat ik op een van onze bals in de Billiard Palace verliefd was geworden, dan was ik waarschijnlijk een getrouwde onderwijzeres, en waarschijnlijk al twintig jaar gescheiden. Het leven met Jan is alleen maar een surplus geweest, het heeft mijn leven een extra gegeven. Jan heeft altijd zijn eigen zaken geregeld, ik ben nooit zijn secretaresse geweest - wat hij nu wel is voor mij. Hugo (Claus, AG) schreef boeken, punt uit. Veerle moest al de rest doen. Dat was hier niet zo. Jan heeft zijn zaken zelf beredderd. “Wat ik wel mee doe, zeker de laatste jaren, is de accrochage. Daar heb ik een goed oog voor.”Jan: “Ze reikt me goeie researchideeën aan, omdat ze weet waarmee ik bezig ben en wat ik zoek. Ik heb ook graag dat Simone meegaat als we een tentoonstelling voorbereiden. Ze is een klankbord.”Simone: “Ik heb natuurlijk bewondering voor zijn werk, maar ik durf ook kritiek te geven, ik sta niet in beate adoratie.”Jan: “Meestal ben ik het met haar eens, want vaak merkt ze iets op waaraan ik zelf twijfel. Het is het nuttig dat iemand je in zo’n geval over de meet trekt. Dan heb ik maar een paar dagen voor niets gewerkt. Het gebeurt maar zelden dat ze absoluut fout is en dat ik zeg: ‘Mens, je begrijpt er niets van.’ En dan blijf ik ook op mijn stuk staan.” Live Editie Net binnen Zoeken Rubrieken Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek. Neem een abonnement op De Morgen Alge

DE PRIJS VOOR HET BESTE DEBUUT KRIJGEN OP JE 62STE, DAN MAG JE EEN LAATBLOEIER HETEN.[bewerken | brontekst bewerken]

Simone: “Ik ben mijn hele leven bezig geweest met schrijven, maar nooit met het idee om te publiceren. Door een aantal praktische omstandigheden - ik werkte, er waren drie kinderen, mijn leven met Jan - heb ik me nooit geconcentreerd op een tekst die echt een boek zou worden. Benede

  1. De onvervangbare – Simone Lenaerts****. Blauwkruikje maakt kant-tekeningen. (24 april 2013). Geraadpleegd op 6 juni 2024.
  2. a b Simone Lenaerts. Leestafel. Geraadpleegd op 6 juni 2024.
  3. De Potter, Linde, Simon Vinkenoogs geëngageerde proza in Weergaloos. Ontdekkingsreizen naar de waarheid (1968. OPROER IN DE LETTEREN Sixties-protest in de Lage Landen. U Gent (2021). Geraadpleegd op 23 april 2024.
  4. Yves T'Sjoen, Lynn Custers, Els van Damme (2012). 'Jarig in mijn schitterend woord': opstellen over Hugues C. Pernath. Academia Press. ISBN 9789038220291.
  5. De Potter, Linde (2011). ‘Gecensureerden? Wij zijn het allemaal’ Poëtisch protest in ‘Aan de gecensureerden’ van Hugo Claus en ‘Index-gedicht 42-44’ van Hugues C. Pernath op de Anti Censuur Protest Read In (1968). Masterproef. Universiteit Gent.
  6. Redactie Knack (2009-12-01 (bijgewerkt 2021-01-10)). [s://www.knack.be/magazine/een-heldenaureool-straalde-op-ons-af/ 'Een heldenaureool straalde op ons af']. Knack 2009
  7. a b Vankersschaever, Sarah, "De enige oplossing", De enige oplossing, 30 oktober 2009. Geraadpleegd op 6 juni 2024.
  8. "Wie is Simone Lenaerts?", De Morgen, 25 juli 2012. Geraadpleegd op 6 juni 2024.
  9. "Wij zijn allebei trots, ja", De Morgen, 10 oktober 2009. Geraadpleegd op 6 juni 2024.
  10. Lenaerts, Simone. Schrijversgewijs. Geraadpleegd op 6 juni 2024.
  11. Brouwers, Gertie, TWINTIG JAAR RAAMTHEATER Een zoektocht naar de geschiedenis van een theater (1978-1998). Thesis universiteit Gent (1999). Geraadpleegd op 5 juni 2024.
  12. "Simone Lenaerts over 'Zeewater is zout, zeggen ze'", Het Nieuwsblad, 9 november 2009. Geraadpleegd op 6 juni 2024.
  13. 62-jarige oud-onderwijzeres wint Debuutprijs. VRT nws (6 oktober 2009). Geraadpleegd op 6 juni 2024.
  14. De Roo, Kimberly, Onderzoek naar niet-mainstreamliteratuur in de Vlaamse openbare bibliotheken en Brussel. Masterproef UGent (2011). Geraadpleegd op 6 juni 2024.
  15. Waarom Graz een bezoekje waard is. De Morgen (25 juli 2012). Geraadpleegd op 5 juni 2024.
  16. Lenaerts, Simone, Een schijn van tijd. Simone Lenaerts. Citybooks. DeBuren (24 februari 2022). Geraadpleegd op 6 juni 2024.
  17. Huwelijk Jan Vanriet en Simone Lenaerts © Collectie Fotomuseum Antwerpen. Paukeslag digitaal platform voor levend poëzie-erfgoed. Geraadpleegd op 6 juni 2024.
  18. Kregting, Marc (1 januari 2019). Jan Vanriet, Radeloos geluk. De Witte Raaf 2019