Gebruiker:Robert Prummel/Johanniters
De opkomst van het nationaal-socialisme nam een ambivalente houding van de adel. [1] Sinds 1927, prins Oskar van Pruisen, als grootmeester in deze periode was beslissend. Hij genoot met inbegrip van de bescherming van het Reich president Paul von Hindenburg. De Orde van Sint Jan als een instelling werd vertegenwoordigd door zijn nauwe banden met de evangelische kerk en een lid van de adel voor de nazi's een "doorn in het oog." Zelden kwam het op voorhand van de machtsgreep van het verlies van de Orde, bijvoorbeeld, op 20 September 1928 door Friedrich Graf von der Schulenburg. Veel officieren van de Wehrmacht en andere invloedrijke figuren waren echter leden van de Orde, is zo genomen enkel open na de verovering van de macht tegen de Orde.
Op 29 November 1935 werd verboden door het decreet van het Rijk en de Pruisische minister van Binnenlandse Zaken verdere ceremonie van honoraire ridders en ridders kruisen. Op 2 Juli 1938 opgericht bij decreet (78/38) Adolf Hitlers plaatsvervanger Rudolf Hess, de onverenigbaarheid van het lidmaatschap van de NSDAP en de Orde verbiedt de gelijktijdige lidmaatschap van de Orde en de nazi-partij. De Orde is niet ontbonden of verboden, maar kon niet aanvaarden van nieuwe leden. De samenhang van de leden bleef, droeg ze nu een vinger ring met religieuze kruis. Ongeveer 10 procent van de leden dan veranderd in de nationaal-socialisten [2].
John zich onderscheiden in verzet tegen het regime, veel van St. John en de Maltese Ridders waren in verband met de moord van 20 Uitgevoerd in juli 1944, met inbegrip van
[[Datei:Bundesarchiv Bild 183-C05192, Friedrich v. Rabenau.jpg|thumb|Friedrich von Rabenau in Generalsuniform mit Rechtsritterkreuz, April 1937]]
- Rudolph-Christoph Freiherr von Gersdorff
- Eberhard von Breitenbuch
- Alexander von Falkenhausen
- Heinrich Graf zu Dohna-Schlobitten (Rechtsritter)
- Albrecht von Hagen (Ehrenritter)
- Ulrich von Hassell (Rechtsritter)[1]
- Ewald von Kleist-Schmenzin (Rechtsritter)
- Fritz von der Lancken (Ehrenritter)
- Wilhelm Graf zu Lynar (Rechtsritter)
- Friedrich von Rabenau (Rechtsritter)
- Adolf Friedrich Graf von Schack (Rechtsritter)
- Friedrich-Werner Graf von der Schulenburg (Rechtsritter),
- Ulrich Wilhelm Graf Schwerin von Schwanenfeld (Rechtsritter)
- Erwin von Witzleben (Rechtsritter)
- Hans von Sponeck (Ehrenritter)
Weitere Mitglieder des Johanniterordens waren eng mit Personen des Widerstands verbunden.
- Kurt Freiherr von Hammerstein-Equord (Ehrenritter)
- August von Trott zu Solz
- Otto von Stülpnagel
- Helmuth von Pannwitz
- ↑ Genealogisches Handbuch des Adels, Band 19; 1990