Naar inhoud springen

Gebruiker:Stunteltje/Kladblok/Staat der Nederlandse Zeemacht volgens officiële staten in 1857

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

02 februari 1857 Krant: NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Rotterdam, 1 februari. Uit het werkje, getiteld: Koninklijke Nederlandsche Marine, op 1 januari 1857, uitgegeven door het departement van marine, ten koste en ten behoeve van het Fonds voor Oude en Gebrekkige Zeelieden, blijkt dat de Nederlandse zeemacht op dat tijdstip bestond uit: 2 linieschepen der 1ste klasse (KONING DER NEDERLANDEN en DE ZEEUW, ieder van 84 stukken); 3 linieschepen 2de klasse (DE KONINGIN, KORTENAER, wachtschip en instructieschip voor adelborsten te Willemsoord, en TROMP, elk van 74 stukken); 4 fregatten 1ste klasse (de PRINS VAN ORANJE, 52 st, DE RUYTER, 51 st, DOGGERSBANK, 52 st, en DE RIJN, 54 st.); 8 fregatten 2de klasse (PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN), PRINS ALEXANDER DER NEDERLANDEN, DE SAMBRE, PALEMBANG, CERES, en HOLLAND, ieder van 36 st.), en PRINS HENDRIK DER NEDERLANDEN en PRINSES SOPHIA, elk van 38 st.); 1 geraseerd (opm: van masten en tuig ontdaan) fregat (ROTTERDAM, 28 st.); 5 corvetten 1ste klasse (JUNO, VAN SPEIJK en PRINS MAURITS DER NEDERLANDEN ieder van 26 st. en AJAX en BOREAS elk van 28 st.); 2 korvetten 2de klasse (PALLAS, 20st; en URANIA, instructie-vaartuig te Willemsoord, 12 st.), 9 brikken (VENUS, DE KOERIER, DE HAAI, DE LYNX en DE SPERWER, elk van 18 st; HET ZEEPAARD, DE ZEEHOND en DE CACHELOT; ieder van 12 st; en DE AREND, 14 st.); 10 schoonerbrikken (PILADES, adviesbrik, 10 st, SYLPH 5 st; DE LANSIER, EGMOND, BANDA, SAPAROEA, TERNATE, REMBANG, PEDANG en MAKASSAR, elk van 6 st.); 4 schooners (DE WESP, DE ADDER en DE SCHORPIOEN, ieder 3 st, ATALANTE 1 st.); 2 transportschepen (DE MELDIN, 10 st, DE MERWEDE, 8 st.); 44 kanonneerboten, groot model (nieuw, oud en mortier); 12 kanoneerboten klein model; 2 kanonneerboten in West-Indië (NICKERIE en CAPPENAME, 2 st.); 3 fregatten met stoomvermogen (EVERTSEN, ZEELAND, ieder 51 st. en 400 paardenkracht, de ADMIRAAL VAN WASSENAER, 45 st, 300 p.); 2 korvetten met stoomvermogen (MEDUSA en PRINSES AMALIA, 19 st. en 150 p.); 7 schroefstoomschepen GRONINGEN, DORDRECHT en LEEUWARDEN, 12 st, 250 p. (2de klasse); BALI, SOEMBING en MONTRADO, 8 st, de 2 eerste 100 p, de laatste 50 p, en SAWORANG 7 st. en 100 p, (4de klasse); 15 raderstoomschepen (1ste klasse: ARDJOENO GEDEH, AMSTERDAM, 8 st. 300 p; 2de klasse: BROMO en MERAPI, 8 st, 220 p, en CIJCLOOP, 6 st. en 220 p; 3de klasse: ETNA, SINDORO, VESUVIUS en PHOENIX, 6 st; de eerste 170 p. de tweede 150 p, de beide laatsten 140 p; 4de klasse: SURINAME (*), 6 st, 110 p, MADURA (*) 4 st, 100 p;CURAÇAO, 2 st, 106 p; ONRUST (*) en ADMIRAAL VAN KINSBERGEN, 1 st. 70 p); 3 raderstoomschepen, behorende aan het departement van koloniën, doch bemand wordende door de marine (BATAVIA, 2 st, 206 p, CELEBES (*) 4 st, 150 p. BORNEO (*) 1 st, 100 p.); 2 schepen tot verschillende diensten gebezigd (CASTOR, korvet 1ste klasse, exercitie-batterij te Willemsoord, en CERBERUS, rader-stoomschip wordt ingericht tot kolenhulk. (opm: een verklaring van * achter sommige scheepsnamen wordt in het artikel niet gegeven)