Gebruiker:Zefna/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

> de eerste alinea is in de verleden tijd gesteld, maar de volgende alinea's in de tegenwoordige tijd. Dat zou allemaal naar de verleden tijd moeten worden omgezet

> geen hyperlinks invoegen in de tekst van tussenkopjes zelf

> bewerking pagina Tone Brulin :https://nl.wikipedia.org/wiki/Tone_Brulin?veaction=edit

> aanmaken kladblok voor Tiedrie. (11 december)

> aanvullen pagina van Tone brulin met de theatrografie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Tone_Brulin?veaction=edit

> mijn gehele tekst van Tone Brulin is totaal aangepast door mede klasgenoot. Jammer, want ik denk dat ik de informatie die ik had goed had uitgrschreven met zeer duidelijke verzijzingen en links naar andere pagina's.

> de 'nieuwe' tekst van Tone Brulin naar verleden tijd gezet. Deze was geheel in tt geschreven door mijn 'verbeteraar'.

Theater van de Derde Wereld in Europa[bewerken | brontekst bewerken]

Het Theater van de Derde Wereld in Europa (afgekort als Tiedrie of TIE 3) was een theatergezelschap die werd opgericht in 1975 door de Vlaamse toneelschrijver en regisseur Tone Brulin en de Maleisische actrice Siti Fauziah. Het gezelschap vestigde zich in Antwerpen en werd gekenmerkt door een multicultureel repertoire van met name Afrikaanse en Aziatische stukken, die ook tot ver buiten België vertoond werden.

1975–1985: Tone Brulin[bewerken | brontekst bewerken]

Ontstaansgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

In 1972 was Brulin te gast in Maleisië, waar hij drie jaar lang werkte voor de Universiti Sains Malaysia (afgekort als USM) in Penang. Hij maakte hier een aantal voorstellingen en bestudeerde er het Aziatische theater. Samen met Fauziah, waarmee hij later trouwde, werkte hij aan de opbouw van het nieuwe gezelschap TIE 3, Het Theater van de Derde Wereld in Europa. Het gezelschap werd in 1975 gevestigd in Antwerpen.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Brulin schreef in 1953, de tekst 'Toneel der Wreedheid' als bijdrage voor het tijdschrift Tijd en Mens.(1) Het was een introductie van het ideeëngoed van Antonin Artaud in de Vlaamse kunstwereld. Brulin onderschreef de stelling van Artaud dat het westen een kunstmatige cultuur heeft opgetrokken die gebaseerd is op de omvang van boekenverzamelingen, bibliotheken en instellingen; daar waar de scheiding tussen leven en kunst onaanvaardbaar is. Hij houdt een pleidooi om in de kunst het leven te (her)ontdekken en vice versa, en om via leven en kunst ook zichzelf te ontdekken. Hier valt het betoog van Artaud samen met de existentialistische inzichten van Brulin.(2) 'Als het volk het toneel ontwend is, is een der redens de leugens van een valse esthetiek', aldus Brulin(1). Brulin hoopte dat het volk via theater zijn oervitaliteit en daardoor ook zijn eigen identiteit zou kunnen terugvinden. Deze gedachten bleken een basis voor het project van TIE 3.

Met TIE 3 wilden Brulin en Fauziah de niet-Europese culturen meer bekend maken in Vlaanderen. TIE 3 richtte zich in eerste instantie op eeuwenoude volkse verhalen en mythes afkomstig uit verschillende culturen. Het resulteerde in een zeer geëngageerd multicultureel repertoire, die later ook gebaseerd werd op teksten van auteurs afkomstig uit Derde Wereldlanden. Er werd met Vlaamse en buitenlandse acteurs gewerkt, die zowel als professional of als amateur actief waren. Voor elke productie werden nieuwe medewerkers benaderd. Kenmerken voor het werk van TIE 3, onder de leiding van Brulin, was het gebruik van 'objets trouvés'; papier, afval en gevonden voorwerpen en mensen die werden gerecycleerd in dramatische collages.(3)

Producties[bewerken | brontekst bewerken]

Het gezelschap had veel internationale voorstellingen en gaf regelmatig workshops in binnen- en buitenland.

De meest succesvolle productie was ‘Kapai Kapai’ uit 1979, naar een sprookje van Arifin Chairin Noer. Na die productie kreeg TIE 3 voor het eerst subsidies van de Vlaamse Executieve. Brulin ontving in 1980 de Oscar de Gruyterprijs voor zijn regie van dit stuk.

TIE 3 stond vooral bekend als professioneel gezelschap voor volwassenen maar maakte ook enkele kindervoorstellingen.

1986–1987: Eugène Bervoets[bewerken | brontekst bewerken]

In 1986 laat hij het roer over aan zijn opvolger Eugène (Gene) Bervoets. Bervoets zette de producties verder, maar richtte zich hiermee ook meer op de problemen van de vierde wereld, en maakte gebruik van een nieuwe theatertaal, en importeerde andere disciplines zoals muziek. Bervoets werkte regelmatig samen met scenograaf Niek Kortekaas. Samen werkte ze onder meer aan 'Ali, de 1001 nachtmerrie', die werd getoond op Het Theaterfestival in 1987. Eind van de jaren tachtig stond het gezelschap met Bervoets op grotere Europese festivals, net als Rosas en Ultima Vez (een internationaal dansgezelschap opgericht door Wim Vandekeybus en gevestigd in Brussel en Vlaanderen).

Aan het begin van de jaren negentig gaf Bervoets de leiding van TIE 3 over aan Ward Rooze.

Einde TIE 3[bewerken | brontekst bewerken]

De focus van TIE 3 lag al enkele jaren op de internationale werking. Hierdoor lukte het de organisatie niet om in eigen land voldoende voorstellingen te spelen. Dit was echter wel belangrijk voor het binnenhalen van de noodzakelijke subsidies. Een negatief advies van de Raad van Advies voor Toneel (afgekort als RAT) zorgde ervoor dat de Vlaamse Executieve in 1993 een einde maakte aan de subsidiëring. Hierdoor was TIE 3 genoodzaakt te stoppen.(1)

Theatrografie[bewerken | brontekst bewerken]

(NB. informatie geheel afkomstig uit het artikel 'Tone Brulin', geschreven voor het Kritisch Theater Lexicon in 1997 door Geert Opsomer).(2)

'Achtereenvolgens vindt u, per seizoen gerangschikt: de titel van de productie in cursief, de naam van de auteur tussen haakjes, de plaats (gezelschap of producent) waar het stuk werd opgevoerd, de naam van de regisseur, de vermelding van andere functies van Brulin in de voorstelling (gewoonlijk wordt vermeld welke rol hij speelt in het stuk; als de gegevens ontbreken over welke rol hij precies speelde, volstaat de eenvoudige aanduiding: ‘Rol’), de plaats (gezelschap, producent) waar het stuk is opgevoerd. Achteraan wordt de premièredatum toegevoegd. Indien die niet achterhaald kon worden, werd het seizoen aangeduid. Indien één van deze gegevens ontbreekt, hebben we dit aangeduid met een *. Van een aantal stukken hebben we de creatie aangeduid (‘creatie’), ook als die niet door Tone Brulin gebeurde (selectief). Gezien de vele producties in het buitenland en de vele workshops in de marge van het theaterbestel, kan hier geen volledigheid gegarandeerd worden. De gegevens werden opgenomen voor zover de stand van het onderzoek dit toelaat.' (Opsomer, 1997, p. 49.)

NB. Onderstaande lijst bevat alleen de producties van TIE 3, met medewerking van Brulin.

1975-1976 (Oprichting TIE 3)[bewerken | brontekst bewerken]

A tale of the Mah-Meri[bewerken | brontekst bewerken]

(Tone Brulin). Regie & decor: Tone Brulin. Rollen van Siti Fauziah, Franklin D. Lafour. Rol Tone Brulin: Het Ei-ding. TIE 3. Première: Mechels Miniatuurtheater. 9 oktober 1975. (Festival Mondial de Théâtre Caracas Venezuela. april 1975. Tournee door Nederlandse Antillen, mei 1975).

A tale of two worlds [bewerken | brontekst bewerken]

(Tone Brulin). Regie: Tone Brulin. Rol van Siti Fauziah. TIE 3. Première: Youth Centre Saba Nederlandse Antillen. 8 mei 1976. (Festival Nancy, april 1976. Festival Baltimore, mei 1976. Tournee door Verenigde Staten o.a. Philadelphia. Festival Saint-Andrews, mei 1976. Tournee Denemarken, september 1976).

1978-1979[bewerken | brontekst bewerken]

The world of Nata Daha [bewerken | brontekst bewerken]

(Tone Brulin). Regie: Tone Brulin. TIE 3. Première Normaalschool Genk. 18 mei 1978.

 === 1979-1980 ===

Kapai Kapai [bewerken | brontekst bewerken]

(Arifin C. Noer). Regie: Tone Brulin. TIE 3 Antwerpen. Première Hoger Instituut voor Dramatische Kunst. 28 september 1979. (met Eric van Herreweghe en Brigitte de Man). (Bochum Fidena Festival, mei 1980. Festival Erlangen, mei 1980)

1980-1981[bewerken | brontekst bewerken]

Ba Anansi [bewerken | brontekst bewerken]

(Edgar Cairo). Regie: Tone Brulin. TIE 3 Arenbergschouwburg Antwerpen. 18 september 1980. (met o.m. Alida Neslo, Michel van Dousselaere) (Tournee op de Nederlandse Antillen. Thalia Theater Paramaribo)

Droom op Apenberg [bewerken | brontekst bewerken]

(Derek Walcott). Regie: Edsel Samson. Productie: Tone Brulin. TIE 3 Nederland. Stadsschouwburg Arnhem. 26 augustus 1981.

1981-1982[bewerken | brontekst bewerken]

Charkawa [bewerken | brontekst bewerken]

(Tone Brulin, naar Le voyageur de minuit van Salah Abdel Sabor). Regie: Tone Brulin; Peter Gorissen en Mostafa el Madour. TIE 3. (met o.m. Siti Fauziah, Michel van Dousselaere). Première: Bo-Fabrik Bochum 24 mei 1981 (Festival Bochum. Festival Erlangen, mei 1982.).

1982-1983[bewerken | brontekst bewerken]

Gilgamesh [bewerken | brontekst bewerken]

(Bew. Tone Brulin). Regie: Tone Brulin. TIE 3. Première: Feestzaal Nieuwenrode. 11 december 1982. (met o.m. Eric Van Herreweghe, Alida Neslo, Siti Fauziah, Luk Mishalle). (Festivals Bochum en Erlangen, mei 1982. Tournee door Engeland. Festival Hongkong, juli 1982)

Prisiristari [bewerken | brontekst bewerken]

(Thea Doelwijt). Regie: Tone Brulin en Henk Tjon. TIE 3. Paleis voor Schone Kunsten Brussel. 22 september 1983. (met Greta Van Langendonck, Alida Neslo, Kélountang Ndiaye).

Kapai Kapai[bewerken | brontekst bewerken]

(Arifin C. Noer). Regie: Tone Brulin. Ostgötateatern Norrköping. 23 maart 1984. (cf. ook in Dramaten Stockholm.)

1984-1985[bewerken | brontekst bewerken]

Mutaties van een kikker [bewerken | brontekst bewerken]

(Sherub Huang-Dü, Tibetaans sprookje). Regie & Scenografie: Tone Brulin. TIE 3. Ancienne Belgique Brussel. 16 oktober 1984.

Prostituées van Djakarta [bewerken | brontekst bewerken]

(W.S. Rendra). Regie & Scenografie: Tone Brulin. TIE 3. Studio Herman Teirlinck. 15 december 1984 (Tournee in Zweden, februari 1984).

1985-1986[bewerken | brontekst bewerken]

A Djumbie at Crook’s Castle [bewerken | brontekst bewerken]

(Tone Brulin). Regie: Eugène Bervoets. Rollen: Tone Brulin, Siti Fauziah. TIE 3. Antwerpen. januari 1986.

1986-1987[bewerken | brontekst bewerken]

Zes Chinese sprookjes [bewerken | brontekst bewerken]

(Bew. Tone Brulin). Regie: Tone Brulin en Siti Fauziah. TIE 3. 14 december 1986 (jeugdproductie).

1987-1988[bewerken | brontekst bewerken]

Het nieuwe kostuum van vrijdag[bewerken | brontekst bewerken]

Regie: Siti Fauziah. TIE 3. 15 december 1987.

Van een koning die een levende phenix wou vangen[bewerken | brontekst bewerken]

Regie: Tone Brulin. Rol. TIE 3. 1987-1988.

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Brulin, Tone. ‘Toneel der wreedheid’, in: Tijd en Mens, 1948, 189-200
  2. Opsomer, G., (1997). Kritisch Theater Lexicon - Tone Brulin. Kritisch Theater Lexicon, aug 1997, Brussel: Vlaams Theater Instituut vzw.
  3. [Archief TIE 3]. (n.d.). Geraadpleegd op http://depot.vti.be/dspace/bitstream/2147/402/1/ISAD_Tie3.pdf