Gezicht in Delft

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Gezicht in Delft
Gezicht in Delft
Kunstenaar Carel Fabritius
Signatuur C. FABRITIVS / 1652
Jaar 1652
Ontstaan in Delft
Stijl barok
Genre stadsgezicht, perspectief
Techniek olieverf op doek
Afmetingen 15,4 × 31,6 cm
Museum National Gallery, Londen
Inventarisnummer 3714
Werken van Carel Fabritius
Vorige Portret van Abraham de Potter
Volgende Zelfportret met bontmuts en kuras
RKD-gegevens
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Gezicht in Delft is een schilderijtje van Carel Fabritius uit 1652, het jaar waarin Fabritius zich liet inschrijven bij het Sint-Lucasgilde van Delft, nadat hij er al twee jaar had gewoond. Het heeft waarschijnlijk onderdeel uitgemaakt van een perspectiefkast. Het is het enige bewaard gebleven voorbeeld van Fabritius' belangstelling voor perspectief, een discipline waar hij volgens tijdgenoten een expert in was.[1]

Voorstelling[bewerken | brontekst bewerken]

Een detail van de 17e-eeuwse Kaart figuratief met de Markt en omgeving; het gezichtspunt van het schilderij bevindt zich bovenaan, rechts van de Nieuwe Kerk.
Detail met de Nieuwe Kerk en links in de verte het Stadhuis van Delft

Het schilderij is een natuurgetrouw stadsgezicht van een plek in het centrum van Delft anno 1652. De denkbeeldige kijker bevindt zich in het portiek van een handelaar in muziekinstrumenten op de hoek van het Vrouwenregt (de huizen rechts) en de Oude Langedijk (links) die parallel aan de Markt loopt en waar op dat moment, een eindje verderop, de toekomstige schoonfamilie van Johannes Vermeer woonde, en ten minste vanaf 1660 ook Vermeer zelf.[2] In het midden wordt het beeld gedomineerd door de Nieuwe Kerk. Op de voorgrond zijn de luit en vooral de viola da gamba in extreme verkorting getekend. De eventuele vanitas-symboliek van het tafereel lijkt ondergeschikt te zijn aan de vernuftige perspectivische uitbeelding ervan.

Functie[bewerken | brontekst bewerken]

Er is onder kunsthistorici lange tijd discussie geweest over de oorspronkelijke functie van het schilderijtje. Wilhelm Martin zag het in 1936 als een ontwerp voor een muurschildering.[3] In de jaren 1970 dacht de Amerikaanse kunsthistoricus Walter Liedtke dat het onderdeel had uitgemaakt van een driehoekige kijkdoos, een zogenoemde perspectiefkas(t). De hypothese van Arthur K. Wheelock Jr., die het schilderijtje verbindt met 17e-eeuwse wetenschappelijke theorieën over optica en lenzen, wordt door de meeste andere kunsthistorici als te spitsvondig en nodeloos ingewikkeld gezien.[4]

Tijdens de restauratie van het schilderij in 1994 werd ontdekt dat het doek waarschijnlijk op een gebogen koperen plaat gelijmd heeft gezeten. Dit wees erop dat de hypothese van Liedtke klopte. Proefondervindelijk kon worden vastgesteld dat als de afbeelding werd gebogen en van dichtbij met één oog werd bekeken, de vervormingen verdwenen en er een overtuigende dieptewerking tot stand kwam. Waarschijnlijk ging de voorgrond verder op de bodem van de kast met een anamorfe beschildering, zoals ook op de bewaard gebleven perspectiefkasten van andere schilders, onder wie Pieter Elinga en Samuel van Hoogstraten, die tegelijk met Fabritius een leerling van Rembrandt was geweest. Gezicht in Delft is uniek ten opzichte van de zes bewaard gebleven perspectiefkasten, omdat het op doek is geschilderd. In de andere gevallen is de voorstelling direct op de binnenkant van de houten kast geschilderd.[5]

In zijn boek Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst uit 1678 benadrukt Samuel van Hoogstraten dat het voor kunstschilders belangrijk is dat ze een gedegen kennis hebben van het lijnperspectief of Deurzigtkunde, zoals het toen heette. Als een van de toepassingen daarvan noemt hij de perspectyfkas, waarvan er ook een van zijn hand bewaard is gebleven (in de National Gallery in Londen). Hij schrijft hierover: "Door de kennisse van deeze weetenschap [=lijnperspectief] maekt men ook de wonderlijke perspectyfkas, die, als ze regt en met kennisse geschildert is, een figuur van een vinger lang als leevensgroot vertoont."[6] Fabritius gaat nog een stap verder: bij hem is de toren van Nieuwe Kerk nog geen vinger lang en de vrouw die op de kade van de gracht staat, amper een centimeter groot.

Herkomst[bewerken | brontekst bewerken]

Volgens een oude vermelding achter op het schilderij was het in 1836 gekocht in Napels. Aan het begin van de 20e eeuw bevond het zich de collectie van Sir William Eden in Ferry Hill, Durham. Zijn zoon Timothy Calvert Eden verkocht het Gezicht in Delft in 1922 aan de National Gallery in Londen.[7] In 1992-1993 werd het schilderijtje gerestaureerd.[8]

Ter vergelijking[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • (nl) Blankert, Albert; John Michael Montias & Gilles Aillaud (red.) (1987/1992): Vermeer, Meulenhoff Amsterdam
  • (nl) Bleyswijck, Dirck van (1667): Beschryvinge der stadt Delft, Delft, Arnold Bon; geraadpleegd op Google Books: deel 1 en deel 2
  • (en) Brown, Christopher (1981): Carel Fabritius, Phaidon, Oxford
  • (nl) Duparc, F.J. (2004): Carel Fabritius (1622-1654). Zijn leven en zijn werk, in: Carel Fabritius, 1622-1654, Zwolle, Waanders, p. 53-57
  • (nl) Hoogstraten, Samuel van (1678): "Van de Deurzigtkunde", in: Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst: anders de zichtbaere werelt, Rotterdam, Fransois van Hoogstraeten; in zijn geheel te lezen op DBNL (KB)
  • (nl) Martin, Wilhelm (1936): De Hollandsche schilderkunst in de 17e eeuw: Rembrandt en zijn tijd, Amsterdam, J.M. Meulenhoff; te lezen op DBNL(KB)
  • (en) Keith, Larry (1994): Carel Fabritius' "A View in Delft": Some Observations on its Treatment and Display, National Gallery Technical Bulletin, Vol. 15, p 54–63; geraadpleegd op National Gallery
  • (nl) Lokin, Daniëlle (red.) (1996): "Gezichten op en in Delft van 1650 tot 1675", in: Delftse meesters, tijdgenoten van Vermeer. Een andere kijk op perspectief, licht en ruimte, Zwolle, Waanders
  • (nl) Suchtelen, A. van & Seelig, G. (2004): Catalogus, in: Carel Fabritius, 1622-1654, Zwolle, Waanders, p. 121-128 (cat. 9)