Het mini-mierennest

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het mini-mierennest
Stripreeks Suske en Wiske
Volgnummer 71
Scenario Willy Vandersteen
Tekeningen Willy Vandersteen
Lijst van verhalen van Suske en Wiske
Portaal  Portaalicoon   Strip

Het mini-mierennest is het eenenzeventigste stripverhaal uit de reeks van Suske en Wiske. Het is geschreven door Willy Vandersteen en gepubliceerd in De Standaard en Het Nieuwsblad van 24 maart 1967 tot en met 4 augustus 1967.

De eerste albumuitgave in de Vierkleurenreeks was in november 1967, met nummer 75.

Personages[bewerken | brontekst bewerken]

  • Suske, Wiske, Lambik, tante Sidonia, Jerom professor Barabas, stuurman, Jakke, kapitein Kwovadis (Quo vadis), Loumba en Amalia, Sitting Chief en Pin-Hu-Pe, Rajam en Kala en hun heilige koe, Rebecca en haar man (Israëlieten), Ben Amaij en zijn vrouw (Arabieren), Kwancy Nang en haar man, internationaal spion, wapenhandelaar, piloten, pers

Het verhaal[bewerken | brontekst bewerken]

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

De vrienden willen een trip maken met de boot van professor Barabas, maar de stuurman weigert omdat hij een zeemonster heeft gezien. Jakke wil de boot wel besturen, maar in het Kanaal botst de boot inderdaad tegen het “zeemonster” en zinkt. Tante Sidonia wordt per ongeluk in het “zeemonster” gegooid en Lambik ontwaakt de volgende dag met Jerom op een rubberbootje nadat ze een slaapmiddel hebben gedronken. Ze zien een soort vliegdekschip en gaan aan boord van het schip van kapitein Kwovadis; van verschillende bevolkingsgroepen van de wereld zijn mensen aan boord. Kapitein Kwovadis denkt dat de wereld zal vergaan door vuur en heeft een moderne ark van Noach gebouwd. De mensen zijn niet vrijwillig aan boord, er is een stroom op het schip die iedereen beïnvloedt en als mensen vertrekken zal de boot ontploffen.

Jakke wordt door een koopvaardijschip opgepikt en praat met de pers. Het nieuws verspreidt zich over de wereld en al snel wordt het schip ontdekt op zee. Kapitein Kwovadis beschikt over een schuimwapen en verslaat een eskader vliegtuigen en een slagschip. Ze ontsnappen door de boot over een eiland te vervoeren maar varen in de baai tegen een mijn. Als de boot dreigt te zinken besluit Kwovadis de stroom uit te schakelen, zodat de mensen van boord kunnen gaan. Ze ontsnappen op een vlot, maar Kwovadis blijft aan boord en Jerom gaat hem achterna. Het vlot bereikt een eiland en de mensen moeten daar met elkaar samenleven, Jerom heeft het schip van Kwovadis niet meer gevonden. De onderlinge verschillen leiden al snel tot discussies en tante Sidonia besluit in te grijpen. Professor Barabas zegt de mensen dat ze een gezamenlijke leider moeten kiezen en al snel loopt Lambik met een eigen verkiezingsbord rond.

Lambik praat op iedereen in, maar door zijn lovende woorden over vrouwen wordt tante Sidonia als president verkozen. Professor Barabas wordt minister van comfort, Lambik is minister van welvaart en Jerom is de mini-politie en veiligheidsdienst van het eiland. Dan ontdekken de vrienden levende planten en ze komen Kwancy Nang te hulp als ze vertelt dat ook bij hun levende planten aanvallen. Als de vrienden aankomen is de plant al verslagen. De plant is door een harpoen van een onderwatergeweer geraakt en Suske vraagt zich af of er nog andere mensen op het eiland wonen. Sitting Chief ontdekt goud en geeft dit weg, waardoor ruilhandel ontstaat, en er ontstaat ruzie tussen hem en Rajam om de heilige koe. Net voordat hierdoor een oorlog begint blijkt het goud te zijn verdwenen, maar dan horen de vrienden dat professor Barabas wordt aangevallen door een groep planten. De planten worden verslagen en de mensen leven nu vreedzaam samen, maar tante Sidonia is bang dat er petroleum of erts gevonden zal worden waardoor er opnieuw ruzie zal ontstaan.

Lambik besluit auto’s te bouwen en Suske en Wiske komen met een wagentje in zee terecht. Als ze aangevallen worden door een haai worden ze net op tijd gered door een harpoen. Tante Sidonia gooit een fles met een briefje in zee en deze wordt gevonden door een internationaal spion. Als hij leest dat er geen oorlog is en geeft alles door aan zijn baas, die handelt in tweedehands wapens. Hij geeft een groep piloten opdracht het mini-mierennest uit te roeien. Op het eiland heeft professor Barabas een tv gemaakt, ook is er alvast een operatietafel gemaakt voor slachtoffers die met de auto bergafwaarts rijden en in zee komen. Maar dan is er een enorme aardschok waardoor een deel van het eiland in zee verdwijnt, Jerom kan Rajam en Kala (en hun koe) nog net op tijd redden. Lambik, Suske en Wiske en Jerom gaan met een heteluchtballon op zoek naar hulp maar worden door vliegtuigen aangevallen. Ze kunnen het eiland nog waarschuwen voor de aanval, maar komen op een rots in zee terecht. Wiske is ernstig gewond en Jerom wordt geraakt door een pijl met verdovingsmiddel.

Door een list weet professor Barabas het eiland te beschermen tegen de bommen (hij maakt een maquette van het eiland). Als Jerom ontwaakt gaat hij op zoek naar hulp en op zee ziet hij een bootje. De mensen van het mini-mierennest zijn aan boord en halen de vrienden weer naar het eiland. Door een geheimzinnig briefje wisten ze dat de vrienden op de rots in zee waren beland. Ze volgen geheimzinnige voetsporen en zien dan dat de ark van kapitein Kwovadis in een baai ligt. Kwovadis vertelt dat hij met opzet verdween, zodat de mensen konden bewijzen dat vreedzaam samenleven echt mogelijk is. Kwovadis heeft wel stiekem wat hulp verleend en wil iedereen nu naar huis laten gaan, want het eiland zal helemaal in zee verdwijnen. Kwovadis laat een duif los, en deze komt terug met een krant. Er staat veel nieuws in over de oorlogen die nog altijd over de hele wereld worden uitgevochten. Kwovadis is verdrietig en zegt dat de wereld nog steeds zal vergaan door het vuur, de vrienden zullen altijd welkom zijn op zijn ark om aan het geweld te ontsnappen. De vrienden worden opgepikt door een schip en ze worden door de pers ondervraagd op weg naar huis, terwijl Kwovadis naar Kaap de Goede Hoop afreist.

Achtergronden bij het verhaal[bewerken | brontekst bewerken]

  • Het verhaal is gebaseerd op Het geheimzinnige eiland (1877) van Jules Verne.
  • De naam Kwovadis is afgeleid van de Latijnse uitdrukking Quo vadis, en betekent "waar ga je heen/naartoe".
  • Met Kapitein Kwovadis wordt verwezen naar kapitein Nemo uit Jules Verne's "20.000 mijlen onder zee".
  • De ark van kapitein Kwovadis (bescherming tegen vuur) is een moderne ark van Noach (bescherming tegen water), de duif van de ark van Noach komt terug met een takje waardoor de mensen weten dat het water zich teruggetrokken heeft (helaas komt deze duif niet met goed nieuws terug).
  • Tante Sidonia draagt een minirokje als ze presidente van het mini-mierennest is, ze besteedt in het hele album ook veel aandacht aan haar uiterlijk. De minirok was nog vrij nieuw (en controversieel) toen dit verhaal gepubliceerd werd.
  • In het verhaal wordt ook verwezen naar Charles de Gaulle, die toen president van Frankrijk was.

Uitgaven[bewerken | brontekst bewerken]

Publicaties
Krant of tijdschrift Nummer Publicatiedatum Voorganger Opvolger
De Standaard / Het Nieuwsblad 61 24 maart 1967 - 4 augustus 1967 Wattman De zeven snaren
Het Nieuwsblad van het Zuiden 42 27 juni 1967 - 2 november 1967 Wattman De zeven snaren
Het Binnenhof 9 28 juni 1967 - 7 november 1967 Wattman De zeven snaren
Albumuitgaven
Stripreeks of collectie Nummer Eerste druk Voorganger Opvolger
Vierkleurenreeks 75 november 1967 De koddige kater De ijzeren schelvis
Suske en Wiske Collectie 3 1987
Uitgave voor Albert Heijn 9 19 mei 2003 De koddige kater De ijzeren schelvis
Uitgave voor Shell 11 Het dreigende dinges De gekke gokker

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]