Naar inhoud springen

Ischnocoris angustulus

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ischnocoris angustulus
Ischnocoris angustulus
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Hemiptera (Halfvleugeligen)
Onderorde:Heteroptera (Wantsen)
Familie:Lygaeidae (Bodemwantsen)
Geslacht:Ischnocoris
Soort
Ischnocoris angustulus
Boheman, 1852
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

De Ischnocoris angustulus is een wants uit de onderfamilie Rhyparochrominae en uit de familie bodemwantsen (Lygaeidae). 'Bruinpootheidebodemwants' is de Nederlandse naam voor deze wants op Waarneming.nl, waar voor alle in de Benelux voorkomende wantsen eenduidige Nederlandse namen zijn ingevoerd.[1][2]

De onderfamilie Rhyparochrominae wordt ook weleens als een zelfstandige familie Rhyparochromidae gezien in een superfamilie Lygaeoidea.[3] Lygaeidae is conform de indeling van bijvoorbeeld het Nederlands Soortenregister.

Uiterlijk[bewerken | brontekst bewerken]

De bruinpootheidebodemwants is 2,4 tot 3 mm lang. Het is een overwegend zwarte wants. De poten en de antennes zijn gedeeltelijke lichtbruin en gedeeltelijk donkerbruin. Van het zwarte halsschild (pronotum) is het onderste deel bruin met donkere stippels. De voorvleugels zijn licht grijsbruin met donkerbruine stippellijnen. Ze zijn gewoonlijk kortvleugelig (brachypteer), langvleugelige (macropteer) wantsen zijn zeldzaam. Hij lijkt veel op de zwartpootheidebodemwants (Macrodema microptera). Die heeft echter geheel zwarte poten en antennes en heeft iets kleinere ogen.

Verspreiding en habitat[bewerken | brontekst bewerken]

De soort komt voor in Europa van het zuidelijk deel van Scandinavië tot het westelijke deel van Noord-Afrika. De wantsen leven vooral op zandgronden in heidevelden.

Leefwijze[bewerken | brontekst bewerken]

De wantsen zuigen aan zaden van heide en waarschijnlijk van andere planten, maar dat is niet vastgesteld. Men vindt ze in het mos en in de strooisellaag behalve onder heide ook onder jeneverbes (Juniperus) en brem (Cytisus). De imago’s overwinteren en paren in mei, waarna er in juli, augustus een nieuwe generatie volwassen wantsen verschijnt.

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]