Jakob Couven

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Altes Kurhaus, ontwerp parkfaçade (1782)
Altes Kurhaus, detail façade Komphausbadstrasse
Haus Monheim, thans Couvenmuseum (ca. 1786)

Jakob Couven (Aken, 13 oktober 1735 – aldaar, 9 oktober 1812) was een Duits architect uit de late Barokperiode, die voornamelijk in de stedendriehoek Aken-Luik-Maastricht werkte. Met zijn vader Johann Joseph Couven, Laurenz Mefferdatis en Joseph Moretti behoort hij tot de grote bouwmeesters van de achttiende eeuw in Aken, en naast de Luikenaren Jean-Gilles Jacob, Barthélemy Digneffe, Jacques-Barthélemy Renoz en Ghislain-Joseph Henry, en de Maastrichtenaren François, Matheius en Mathias Soiron, kan hij gerekend worden tot de belangrijkste vertegenwoordigers van de barokarchitectuur in het Prinsbisdom Luik en omgeving.[1]

Biografische schets[bewerken | brontekst bewerken]

Jakob Couven kwam ter wereld als het derde van zes kinderen van de Akense architect Johann Joseph Couven en zijn Maastrichtse vrouw Maria Dorothea Gertrudis Mesters. Al op 15-jarige leeftijd hielp Jakob mee in het bedrijf van zijn vader, o.a. als landmeter. Van 1760 tot 1782 was hij als kopiist in dienst van de stad Aken, vanaf 1771 ook als raadssecretaris en vanaf 1782 als secretaris van het stedelijk bouwtoezicht. Naast deze ambtelijke functies werkte hij als zelfstandig architect. Tot zijn belangrijkste werken uit deze vroege periode behoort het Haus Fey aan de Seilgraben in Aken, dat hij in 1765 voor de koopman Andreas Ludwig ontwierp.

In 1782 kreeg hij de eervolle opdracht om aan de Komphausbadstrasse een nieuw Kurhaus, het zogenaamde Altes Kurhaus, te bouwen. Het monumentale gebouw, met een imposante balzaal in Lodewijk XVI-stijl (de Neue Redoute), geldt als Couven's belangrijkste werk.[2] Hierna kreeg hij talrijke opdrachten in Aken en omgeving, zoals de verbouwing van het Haus Monheim (thans Couvenmuseum) aan de Hühnermarkt en het Haus Eckenberg in Burtscheid.

Tijdens de tumultueuze periode voorafgaande aan de komst van de Fransen, de Aachener Mäkelei, toonde Couven zich een aanhanger van de conservatieve partij. Op 12 december 1789 werd hij gearresteerd op verdenking van ontduiking van de meelaccijns en pas in juli 1790 vrijgelaten. In 1792 was hij actief als wijnhandelaar.[3] Na de overname van de stad door de Fransen in 1794 bleef hij als raadssecretaris in dienst van de stad Aken.[4] In deze fase bouwde Couven, wiens bouwstijl zich geleidelijk ontwikkelde van Lodewijk XVI-stijl naar Empirestijl, talrijke burgerhuizen in Aken, waaronder het Haus Zum Kardinal aan de Alexanderstrasse. Jakob Couven zelf woonde in deze periode in het huis Am Klüppel op de hoek van de Holzgraben en de Ursulinerstrasse..[5]

Jakob Couven was ongetrouwd en stierf kinderloos.

Werken[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1765–1767: Haus Fey, Seilgraben 34, verwoest (van 1925 tot 1943 was hier het eerste Couvenmuseum gevestigd)
  • ca. 1780: Guaita'sche Treppenanlage, Rococo-trappartij in de Rosstrasse, later overgebracht naar het Aachener Kurpark
  • 1782–1786: Altes Kurhaus met balzaal Neue Redoute (na de oorlog opnieuw opgebouwd)
  • 1783: Haus Troistorff, Monschau
  • ca. 1785: Verbouwing Wylre’sches Haus, ook Palais Heusch genoemd
  • ca. 1786: Verbouwing Coeberghisches Stockhaus voor de apotheker Andreas Monheim (later Haus Monheim, tegenwoordig Couvenmuseum)
  • 1788: Haus Eckenberg, Burtscheid, verwoest (delen van een trapballustrade thans in de pastorie van de Heilig-Kreuz-Kirche[6])
  • 1789: Huis Zum Brüssel met Karlsapotheke, Markt
  • 1806: Villa Tivoli, toegeschreven aan Jakob Couven, verwoest
  • Wandfontein hofzijde Wespienhaus, in 1993 naar Burtscheid overgebracht
  • Verbouwing Haus Lambertz, Markt 7, verwoest
  • Haus zum Kardinal, Alexanderstrasse 12, verwoest
  • Huis Friedrich-Wilhelm-Platz 7, verwoest
  • Huis Großkölnstrasse 19, verwoest
  • Bijgebouwen Abdij Rolduc, Kerkrade, toeschrijving onzeker

Zoals uit bovenstaande opsomming blijkt, zijn veel bouwwerken van Jakob Couven bij bombardementen op Aken tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren gegaan.

Literatuur, bronnen en referenties[bewerken | brontekst bewerken]

  • Marcel Bauer, Frank Hovens, Anke Kappler, Belinda Petri, Christine Vogt en Anke Volkmer, Unterwegs auf Couvens Spuren (ISBN 90-5433-187-9)
  • Joseph Buchkremer, 'Die Architekten Johann Joseph Couven und Jakob Couven', in: Zeitschrift Aachener Geschichtsverein 17, 1895, pp. 89–268 (ZAGV 17)
  • Adam C. Oellers, Die Aachener Architekten Joh. Jos. und Jakob Couven und ihre Tätigkeit in Burtscheid. Brochure bij tentoonstelling 23 april – 21 mei 1993, uitgegeven door Stadtsparkasse Aachen
  1. De vrije Rijksstad Aken was weliswaar geen onderdeel van het (wereldlijke) prinsbisdom Luik, maar behoorde tot 1802 wel tot het (kerkelijke) bisdom Luik. Hetzelfde gold voor enkele andere heerlijkheden. Maastricht was tweeherig en werd in de achttiende eeuw gezamenlijk bestuurd door de bisschop van Luik en de Staten-Generaal van de Hollandse republiek.
  2. Brochure 'Tag des offenen Denkmals', Aken, 2010
  3. T.F. Kraus, 'Auf dem Weg in die Moderne. Bonne ville d'Aix-la-chapelle. Aachen in französischer Zeit - 1792/93, 1794-1814', in: Handbuch-Katalog zur Ausstellung im „Krönungssaal“ des Aachener Rathauses vom 14. Januar bis zum 5. März 1995. Aken, 1994, p. 612.
  4. ibid., p. 178.
  5. 'Jakob Couven' op website Rheinische Geschichte
  6. Unterwegs auf Couvens Spuren
Zie de categorie Jakob Couven van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.