Jan Jongebreur

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Jan Jongebreur
Geboren 3 januari 1904, IJsselmonde
Overleden 27 januari 1942, Den Haag
Land Nederland
Groep CPN

Jan Jongebreur (IJsselmonde, 3 januari 1904 - Den Haag, 27 januari 1942) was een Nederlands verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog.

Jongebreur werkte in de haven van Rotterdam als dokknecht. Hij was lid van de CPN en was medewerker van het illegale blad "de Waarheid".

Hij werd op 14 januari 1942 door de Sicherheitsdienst gearresteerd en overgebracht naar het Oranjehotel. Jongebreur woonde ten tijde van zijn arrestatie in Schiedam. Twee weken later, op 27 januari 1942, kwam Jongebreur te overlijden. Over zijn doodsoorzaak bestaat onduidelijkheid. De officiële oorzaak van zijn dood was volgens de Duitse bezetter verhanging in zijn cel. Na de oorlog is, naar aanleiding van de dood van medegevangene Herman Holstege, onderzoek gedaan en bevonden dat verhanging als zeer onwaarschijnlijk kan worden beschouwd. In de cellen waren namelijk geen mogelijkheden om een touw aan te hangen, behalve verwarmingsbuizen op een paar decimeter hoogte. Er bestaat een theorie dat Jongebreur, net als Holstege, door cipiers is doodgeslagen.[1] Volgens documentatie van de Oorlogsgravenstichting uit 1954 is Jongebreur gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte[1] .

Jongebreurs stoffelijk overschot is op 31 januari 1942 begraven op de Algemene Begraafplaats van Schiedam. Later is Jongebreur herbegraven in vak III van de Eregraven op de begraafplaats "Beukenhof" te Schiedam.