Kunstrijden op de Olympische Winterspelen 2006

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het podium bij de mannen.
Het Palavela, waar de kunstschaatswedstrijden gehouden werden.
De kunstijsbaan van het Palavela.

Het kunstrijden op de Olympische Winterspelen 2006 in Turijn werd georganiseerd door de Internationale Schaatsunie (ISU) onder auspiciën van het Internationaal Olympisch Comité (IOC). Het was de 22e keer dat het kunstrijden op het olympische programma stond. In 1908 en 1920 stond het op het programma van de Olympische Zomerspelen. De wedstrijden vonden plaats van 11 tot en met 23 februari in het Palavela.

De olympische medailles waren te verdienen in de vier traditionele sportdisciplines; mannen, vrouwen, paren (sinds 1908 op het programma) en het ijsdansen (sinds 1976 op het programma).

Het Litouwse ijsdanspaar Margarita Drobiazko en Povilas Vanagas nam voor de vijfde keer deel aan de Olympische Spelen, een record bij het olympische kunstschaatsen in alle vier de disciplines. De soliste Elena Liasjenko en ijsdanseres Tatjana Navka namen voor de vierde keer deel. Zeventien personen namen voor de derde keer deel en 41 peresonen voor de tweede keer.

Drie personen veroverden hun tweede medaille. Bij de mannen won Jevgeni Pljoesjtsjenko na zijn zilveren medaille in 2002 nu de olympische titel. Irina Sloetskaja won na haar zilveren medaille in 2002 nu de bronzen medaille. Bij de paren werden Shen Xue / Zhao Hongbo net als in 2002 derde.

Programma[bewerken | brontekst bewerken]

11 februari 13 februari 14 februari 16 februari 17 februari 19 februari 20 februari 21 februari 22 februari 23 februari
Paren korte kür lange kür Gala
Mannen korte kür lange kür
IJsdansen verplichte kür originele kür lange kür
Vrouwen korte kür lange kür

Medaillewinnaars[bewerken | brontekst bewerken]

Discipline Goud Zilver Brons
Mannen Vlag van Rusland Jevgeni Pljoesjtsjenko Vlag van Zwitserland Stéphane Lambiel Vlag van Canada Jeffrey Buttle
Vrouwen Vlag van Japan Shizuka Arakawa Vlag van Verenigde Staten Sasha Cohen Vlag van Rusland Irina Sloetskaja
Paren Vlag van Rusland Tatjana Totmjanina / Maksim Marinin Vlag van China Zhang Dan / Zhang Hao Vlag van China Shen Xue / Zhao Hongbo
IJsdansen Vlag van Rusland Tatjana Navka / Roman Kostomarov Vlag van Verenigde Staten Tanith Belbin / Benjamin Agosto Vlag van Oekraïne Olena Hroesjyna / Roeslan Hontsjarov

Uitslagen[bewerken | brontekst bewerken]

Mannen[bewerken | brontekst bewerken]

Vooraf was Evgeni Plushenko al de grote favoriet voor de titel. Tijdens de wedstrijd liet hij er dan ook geen gras over groeien. Al na de korte kür nam hij een voorsprong van meer dan 10 punten op zijn op dat moment naaste belager, de Amerikaan Johnny Weir. Met die prestatie kon de zege hem nauwelijks nog ontgaan. De lange kür van Plushenko was imponerend. Foutloos schaatste hij naar de overwinning en kwam tot een score van 167.67 wat hem een totaal van 258.33 opleverde, een persoonlijk record.

Het verschil met de concurrentie was groot, uiteindelijk meer dan 27 punten met de zilverenmedaillewinnaar. Johnny Weir die na de korte kür nog tweede stond maakte enkele foutjes tijdens zijn lange kür en zakte in het klassement naar de vijfde plaats. De strijd om het zilver en brons ging tussen een andere Amerikaan, Evan Lysacek, de Zwitser Stéphane Lambiel en de Canadees Jeffrey Buttle.

Van de drie had Lambiel de hoogste score bereikt in de korte kür, voor Buttle en Lysacek volgde al op 13 punten. Lysacek zette echter een goede lange kür neer en scoorde daarin 152.58 punten en nam zodoende op dat moment ruim de zilveren medaille in zijn bezit. Vervolgens was het de beurt aan Buttle, die een nog betere score neer wist te zetten. Zijn 154.30 was goed genoeg om Lysacek voorbij te gaan en om Lambiel onder druk te zetten.

Lambiel op zijn beurt zette de minste kür van de drie neer. De Zwitser wist de score te beperken en kwam tot een resultaat van 152.17 punten, wat hem op een eindtotaal bracht van 231.21. Die score leverde hem het zilver op, terwijl het brons was weggelegd voor Jeffrey Buttle.

rang sporter(s) land korte kür lange kür totaal
Goud Jevgeni Pljoesjtsjenko Vlag van Rusland RUS 90.66 167.67 258.33
Zilver Stéphane Lambiel Vlag van Zwitserland SUI 79.04 152.17 231.21
Brons Jeffrey Buttle Vlag van Canada CAN 73.29 154.30 227.59
4 Evan Lysacek Vlag van Verenigde Staten USA 67.55 152.58 220.13
5 Johnny Weir Vlag van Verenigde Staten USA 80.00 136.63 216.63
6 Brian Joubert Vlag van Frankrijk FRA 77.77 135.12 212.89
7 Matthew Savoie Vlag van Verenigde Staten USA 69.15 137.52 206.67
8 Daisuke Takahashi Vlag van Japan JPN 73.77 131.12 204.89
9 Kevin Van der Perren Vlag van België BEL 65.36 132.03 197.39
10 Zhang Min Vlag van China CHN 67.39 128.88 196.27
11 Ilja Klimkin Vlag van Rusland RUS 61.61 130.19 191.80
12 Shawn Sawyer Vlag van Canada CAN 67.20 123.63 190.83
13 Emanuel Sandhu Vlag van Canada CAN 69.75 120.49 190.24
14 Gheorghe Chiper Vlag van Roemenië ROU 67.66 118.53 186.19
15 Sergej Davydov Vlag van Wit-Rusland BLR 64.65 119.94 184.59
16 Li Chengjiang Vlag van China CHN 60.23 121.98 182.21
17 Ivan Dinev Vlag van Bulgarije BUL 63.64 116.47 180.11
18 Tomáš Verner Vlag van Tsjechië CZE 59.71 120.36 180.07
19 Frédéric Dambier Vlag van Frankrijk FRA 61.17 116.42 177.59
20 Anton Kovalevski Vlag van Oekraïne UKR 63.41 109.43 172.84
21 Stefan Lindemann Vlag van Duitsland GER 60.52 112.05 172.57
22 Viktor Pfeifer Vlag van Oostenrijk AUT 62.17 101.70 163.87
23 Kristoffer Berntsson Vlag van Zweden SWE 59.55 102.40 161.95
24 Zoltán Tóth Vlag van Hongarije HUN 55.07 90.40 145.47
vrije kür niet bereikt
25 Karel Zelenka Vlag van Italië ITA 53.46
26 Trifun Zivanovic Vlag van Servië en Montenegro SCG 53.40
27 Jamal Othman Vlag van Zwitserland SUI 52.18
28 Vachtang Moervanidze Vlag van Georgië GEO 49.68
29 Gregor Urbas Vlag van Slovenië SLO 46.48
30 Han Jong-in Vlag van Noord-Korea PRK 42.11

Vrouwen[bewerken | brontekst bewerken]

rang sporter(s) land korte kür lange kür totaal
Goud Shizuka Arakawa Vlag van Japan JPN 66.02 125.32 191.34
Zilver Sasha Cohen Vlag van Verenigde Staten USA 66.73 116.63 183.36
Brons Irina Sloetskaja Vlag van Rusland RUS 66.70 114.74 181.44
4 Fumie Suguri Vlag van Japan JPN 61.75 113.48 175.23
5 Joannie Rochette Vlag van Canada CAN 55.85 111.42 167.27
6 Kimmie Meissner Vlag van Verenigde Staten USA 59.40 106.31 165.71
7 Emily Hughes Vlag van Verenigde Staten USA 57.08 103.79 160.87
8 Sarah Meier Vlag van Zwitserland SUI 55.57 100.56 156.13
9 Carolina Kostner Vlag van Italië ITA 53.77 99.73 153.50
10 Elene Gedevanisjvili Vlag van Georgië GEO 57.90 93.56 151.46
11 Liu Yan Vlag van China CHN 49.84 95.46 145.30
12 Mira Leung Vlag van Canada CAN 50.61 94.55 145.16
13 Susanna Pöykiö Vlag van Finland FIN 53.74 89.48 143.22
14 Jelena Sokolova Vlag van Rusland RUS 46.69 95.66 142.35
15 Miki Ando Vlag van Japan JPN 56.00 84.20 140.20
16 Kiira Korpi Vlag van Finland FIN 44.84 92.36 137.20
17 Elena Liasjenko Vlag van Oekraïne UKR 52.35 81.73 134.08
18 Júlia Sebestyén Vlag van Hongarije HUN 49.58 79.68 129.26
19 Idora Hegel Vlag van Kroatië CRO 47.06 80.01 127.07
20 Halina Fefremenko Vlag van Oekraïne UKR 41.25 84.12 125.37
21 Tugba Karademir Vlag van Turkije TUR 44.20 79.44 123.64
22 Silvia Fontana Vlag van Italië ITA 42.47 77.90 120.37
23 Viktória Pavuk Vlag van Hongarije HUN 46.40 73.45 119.85
24 Fleur Maxwell Vlag van Luxemburg LUX 44.53 65.04 109.57
vrije kür niet bereikt
25 Joanne Carter Vlag van Australië AUS 40.86
26 Roxana Luca Vlag van Roemenië ROU 39.37
27 Kim Yong-suk Vlag van Noord-Korea PRK 39.16
28 Elena Glebova Vlag van Estland EST 38.47
29 Anastasia Gimazetdinova Vlag van Oezbekistan UZB 38.44

Paren[bewerken | brontekst bewerken]

Kende het paarrijden in Salt Lake City 2002 een sensationele ontknoping met het dubbele goud na de omkoping van een jurylid, zo kende dezelfde discipline in 2006 opnieuw een merkwaardig en sensationeel slot. Dat het evenement werd gedomineerd door de Russen en de Chinezen stond op voorhand al min of meer vast.

Totmianina/Marinin reden hun laatste toernooi en zetten alles op alles om hun eerste Olympische medaille te veroveren. Nadat ze in de korte kür als eerste stonden op de ranglijst reden ze ook in de lange kür vrijwel foutloos en konden alleen de Chinezen Zhang/Zhang hen nog van het goud afhouden.

Bij de eerste weggeworpen sprong zakte Dan Zhang echter weg door haar knie en leek ze haar wedstrijd niet voort te kunnen zetten. Na een onderbreking van enkele minuten vervolgde ze onder luid applaus van het publiek toch haar kür. Het springen ging niet meer van harte, maar met enkele spectaculaire lifts behaalden ze toch nog een score die goed genoeg was voor het zilver.

rang sporter(s) land korte kür lange kür totaal
Goud Tatjana Totmjanina / Maksim Marinin Vlag van Rusland RUS 68.64 135.84 204.48
Zilver Zhang Dan / Zhang Hao Vlag van China CHN 64.72 125.01 189.73
Brons Shen Xue / Zhao Hongbo Vlag van China CHN 62.32 124.59 186.91
4 Pang Qing / Tong Jian Vlag van China CHN 63.19 123.48 186.67
5 Maria Petrova / Aleksej Tichonov Vlag van Rusland RUS 64.27 117.42 181.69
6 Aliona Savchenko / Robin Szolkowy Vlag van Duitsland GER 60.96 119.19 180.15
7 Rena Inoue / John Baldwin Vlag van Verenigde Staten USA 61.27 113.74 175.01
8 Joelija Obertas / Sergej Slavnov Vlag van Rusland RUS 60.25 106.29 166.54
9 Dorota Zagórska / Mariusz Siudek Vlag van Polen POL 56.10 109.85 165.95
10 Jessica Dubé / Bryce Davison Vlag van Canada CAN 55.48 104.23 159.71
11 Valérie Marcoux / Craig Buntin Vlag van Canada CAN 55.62 102.59 158.21
12 Tatjana Volosozjar / Stanislav Morozov Vlag van Oekraïne UKR 50.14 98.24 148.38
13 Marcy Hinzmann / Aaron Parchem Vlag van Verenigde Staten USA 49.58 97.47 147.05
14 Marylin Pla / Yannick Bonheur Vlag van Frankrijk FRA 44.24 88.60 132.84
15 Eva-Maria Fitze / Rico Rex Vlag van Duitsland GER 43.83 76.37 120.23
16 Marina Aganina / Artem Knyazev Vlag van Oezbekistan UZB 44.02 75.53 119.55
17 Diana Rennik / Aleksei Saks Vlag van Estland EST 39.72 78.41 118.13
18 Joelia Belohlazova / Andrej Bech Vlag van Oekraïne UKR 43.85 71.77 115.62
19 Roemjana Spassova / Stanimir Todorov Vlag van Bulgarije BUL 37.27 73.98 111.25
- Phyo Yong-myong / Jong Yong-hyok Vlag van Noord-Korea PRK 33.36 t.z.t. 33.36

IJsdansen[bewerken | brontekst bewerken]

De verrassing van het IJsdansen van deze spelen was de eerste plaats van Barbara Fusar Poli en Maurizio Margaglio, het Italiaanse paar na de verplichte dans. Zij maakten na vier jaar afwezigheid hun rentree. Het Italiaanse publiek reageerde enthousiast na hun dans en beloonde hen met een omstreden eerste plaats.

Zij vergooiden hun kansen echter tijdens de originele dans. In de laatste vijf seconden van hun dans ging Margaglio onderuit en liet hij Fusar Poli uit zijn handen glippen. De leiding werd overgenomen door de favorieten en wereldkampioenen Tatjana Navka en Roman Kostomarov uit Rusland. Tanith Belbin en Benjamin Agosto uit de Verenigde Staten volgden op de tweede plaats, terwijl Olena Hroesjyna en Roeslan Hontsjarov uit Oekraïne op brons stonden. De originele dans werd gekenmerkt door de vele valpartijen, waardoor grote verschuivingen ontstonden.

Tijdens de vrije dans waren er minder grote verschuivingen, maar klommen enkele combinaties die eerder minder presteerden omhoog op de ranglijst. Dat was echter niet genoeg om invloed te hebben op de medailleverdelingen.

Tatiana Navka en Roman Kostomarov dansten op de muziek van Bizets Carmen en lieten met hun geografie aan de jury zien waar ze toe in staat waren. Deze performance werd met 101,37 punten beloond. De nieuwe puntentelling maakte het voor vele rijders moeilijker, echter voor de volgers leverde dit een uitdagendere strijd op.

rang sporter(s) land verplicht origineel vrij totaal
Goud Tatjana Navka / Roman Kostomarov Vlag van Rusland RUS 38.20 61.07 101.37 200.64
Zilver Tanith Belbin / Benjamin Agosto Vlag van Verenigde Staten USA 37.36 60.53 98.17 196.06
Brons Olena Hroesjyna / Roeslan Hontsjarov Vlag van Oekraïne UKR 37.39 59.29 99.17 195.85
4 Isabelle Delobel / Olivier Schoenfelder Vlag van Frankrijk FRA 36.44 58.34 99.50 194.28
5 Albena Denkova / Maksim Staviski Vlag van Bulgarije BUL 37.65 55.85 96.03 189.53
6 Barbara Fusar Poli / Maurizio Margaglio Vlag van Italië ITA 38.78 51.73 92.95 183.46
7 Margarita Drobiazko / Povilas Vanagas Vlag van Litouwen LTU 35.23 52.79 95.19 183.21
8 Galit Chait / Sergei Sakhnovski Vlag van Israël ISR 31.07 55.65 94.44 181.16
9 Oksana Domnina / Maksim Sjabalin Vlag van Rusland RUS 33.37 52.36 88.03 173.76
10 Sinead Kerr / John Kerr Vlag van Verenigd Koninkrijk GBR 31.58 50.28 85.57 167.43
11 Megan Wing / Aaron Lowe Vlag van Canada CAN 31.42 49.17 85.81 166.40
12 Jana Chochlova / Sergej Novitski Vlag van Rusland RUS 30.90 47.15 86.43 164.48
13 Federica Faiella / Massimo Scali Vlag van Italië ITA 33.20 43.25 87.92 164.37
14 Melissa Gregory / Denis Petukhov Vlag van Verenigde Staten USA 30.51 47.00 81.64 159.15
15 Nozomi Watanabe / Akiyuki Kido Vlag van Japan JPN 27.95 46.59 78.87 153.41
16 Jamie Silverstein / Ryan O'Meara Vlag van Verenigde Staten USA 27.53 46.00 76.87 150.40
17 Nóra Hoffmann / Attila Elek Vlag van Hongarije HUN 27.53 44.04 77.90 149.47
18 Nathalie Pechalat / Fabian Bourzat Vlag van Frankrijk FRA 28.59 44.07 76.65 149.31
19 Kristin Fraser / Igor Loekanin Vlag van Azerbeidzjan AZE 27.27 43.83 77.14 148.24
20 Anastasia Grebenkina / Vazgen Azrojan Vlag van Armenië ARM 24.28 43.83 69.88 137.99
21 Aleksandra Kauc / Michał Zych Vlag van Polen POL 24.93 42.06 69.61 136.60
22 Alexandra Zaretski / Roman Zaretski Vlag van Israël ISR 23.51 42.21 71.08 135.80
23 Joelia Holovina / Oleg Voiko Vlag van Oekraïne UKR 23.88 39.92 64.69 128.49
- Marie-France Dubreuil / Patrice Lauzon Vlag van Canada CAN 37.44 54.36 t.z.t. 91.80

Medaillespiegel[bewerken | brontekst bewerken]

rang land Goud Zilver Brons totaal
1 Vlag van Rusland Rusland 3 0 1 4
2 Vlag van Japan Japan 1 0 0 1
3 Vlag van de Verenigde Staten Verenigde Staten 0 2 0 2
4 Vlag van China China 0 1 1 2
5 Vlag van Zwitserland Zwitserland 0 1 0 1
6 Vlag van Canada Canada 0 0 1 1
Vlag van Oekraïne Oekraïne 0 0 1 1
Zie de categorie Figure skating at the 2006 Winter Olympics van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.