Lepidocybium flavobrunneum

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Lepidocybium flavobrunneum
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2012)
Lepidocybium flavobrunneum
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Superklasse:Osteichthyes (Beenvisachtigen)
Klasse:Actinopterygii (Straalvinnigen)
Orde:Perciformes (Baarsachtigen)
Familie:Gempylidae (Slangmakrelen)
Geslacht:Lepidocybium
Soort
Lepidocybium flavobrunneum
(Smith, 1843)
Originele combinatie
Cybium flavobrunneum Smith, 1843
Synoniemen
  • Diplogonurus maderensis Noronha, 1926
  • Lepidosarda retigramma Kishinouye, 1926
  • Nesogrammus thompsoni Fowler, 1923
  • Xenogramma carinatum Waite, 1904
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vissen

Lepidocybium flavobrunneum ook wel escolar of botermakreel genoemd, is een straalvinnige vissensoort uit de familie van slangmakrelen (Gempylidae).[2] De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1843 door Smith.

De vis kan 200 cm lang worden en 45 kg wegen, de gemiddelde lengte is 150 cm. De rugvin heeft 8-9 stekels en 16-18 vinstralen en de buikvin 1 tot 2 stekels en 12 tot 14 vinstralen.

Verspreiding en leefgebied[bewerken | brontekst bewerken]

Het is een vis die leeft op de bodem van oceanen in zowel de tropen als de gematigde klimaatzone op een diepte tussen 100 en 1100 meter.

Belang voor de mens[bewerken | brontekst bewerken]

De vis is van ondergeschikt belang voor de (beroeps)visserij.

Deze vis bevat een sterk laxerende olie, gempylo-toxine een niet-verteerbare was-ester. Was-esters bestaan uit zeer lange ketens, het zijn C32, C34, C36 en C38 vetzuren. Na het eten escoloar kan men een oranje olie in de ontlasting vinden van een mens.[3]