Lijst van staten in het Heilige Roomse Rijk (B)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Dit is een lijst van staten in het Heilige Roomse Rijk die beginnen met de letter B.

Naam Type Kreits Bank Gevormd Notities
Baar Landgraafschap Swab 1500: Bij de Zwabische Kreits
Babenhausen Vorstendom 1237: eerste notie van de heerlijkheid Babenhausen
1100s: Babenhausen en Schonegg deel van de heerlijkheid Kellmunz
1200-1300s: Bij de heren van Schonegg
1378: Bij de heren van Rechberg
1539: Anton Fugger kocht de heerlijkheid Babenhausen
1803: heerlijkheiden Babenhausen, Boos en Kettershausen samengebracht in het vorstendom Babenhausen voor de familie Fugger
1806: Bij Beieren
Babenhausen-Mindelheim-Cellmünz Heerlijkheid 1432: Opgedeeld vanuit Staufeneck-Babenhausen 1487: Opgedeeld in Frundsburg en Kronburg
Baden Markgraafschap PR c960 1190: Verdeeld in Baden-Baden en Baden-Hachberg
1362: HRR markgraaf
1387: Kreeg een deel van het graafschap Eberstein
1500: Deel van de Zwabische Kreits
1535: Verdeeld in het oppermarkgraafschap Baden (Baden-Baden) en nedermarkgraafschap Baden (Baden-Durlach)
1582: HRR Raad van Vorsten
1771: Baden-Baden lijn sterft uit; Baden wordt verenigd
1803: Keurvorst
1806: Komt bij de Rijnconfederatie als een groothertogdom
1871: Gaat bij het Duitse Rijk
Titel:Groothertog van Baden, hertog van Zähringen, landgraaf van Nellenburg, etc., erfheer van [Ober- und Erbherr] in Baar & Stühlingen, Heiligenberg, Hausen, Möskirch, Hohenhöwen, Wildenstein & Waldsberg, Mosbach & Dürn, Bischofsheim, Hardheim & Lauda, de Klettgau, Krautheim, Wertheim, Neudenau & Billigheim, graaf van Salem, Petershausen & Hanau
Baden-Baden Markgraafschap Zwab PR 1190: Afgesplitst van Baden 1291: Verdeeld in Baden-Baden, Baden-Eberstein en Baden-Pforzheim
1335: verdeeld tussen Baden-Eberstein en Baden-Pforzheim
1348: Afgesplitst van Baden-Pforzheim
1515: In zichzelf verdeeld, Baden-Durlach en Baden-Sponheim
1536: In zichzelf gedeeld in Baden-Rodemachern
1588: Geannexeerd door Baden-Rodemachern
1622: Afgesplitst uit het Baden-Durlach
1771: Verenigd met Baden-Durlach tot Baden
Baden-Durlach Markgraafschap Zwab PR 1515: Afgesplitst uit Baden 1577: In zichzelf verdeeld, Baden-Hachberg en Baden-Sausenburg
1771: Verenigd met

t Baden-Baden tot Baden

Baden-Eberstein Markgraafschap 1291: Afgesplitst uit Baden 1353: Samengevoegd met Baden-Pforzheim
Baden-Hochberg Markgraafschap Zwab https://web.archive.org/web/20181106003146/https://www.wikidata.org/wiki/Q6641397 1190: Afgesplitst uit Baden Ook genaamd Baden-Hachberg
1290: Verdeeld in zichzelf Baden-Sausenburg
1415: Samengevoegd met Baden-Baden
1482: Afgesplitst van Baden-Baden
1488: Aangehecht bij Baden-Baden
1577: Afgesplitst van Baden-Durlach
1591: Aangehecht bij Baden-Durlach
Baden-Pforzheim Markgraafschap n/a n/a 1291: Afgesplitst van Baden-Baden 1315: In zichzelf verdeeld en Baden-Baden
1361: Aangesloten bij[ Baden-Baden
Baden-Rodemachern Markgraafschap Swab 1537: Afgesplitst uit Baden 1575: In zichzelf verdeeld en Baden-Rodenheim
1596: Aangehecht bij Baden-Durlach
1622: Afgesplitst van Baden-Durlach
1666: Aangehecht bij Baden-Baden
Baden-Rodenheim Markgraafschap Zwab 1575: Afgesplitst uit Baden-Rodemachern 1620: Aangehecht aan Baden-Durlach
Baden-Sausenberg Markgraafschap Zwab PR 1290: Afgesplitst van Baden-Hachberg 1503: Aangehecht bij Baden-Baden
1577: Afgesplitst van Baden-Durlach
1604: Aangehecht bij Baden-Durlach
Baden-Sponheim Markgraafschap Upp Rhen 1515: Afgesplitst van Baden-Baden 1533: Aangehecht bij Baden-Baden
Badenweiler Heerlijkheid 1028: Eerste vermelding
1503: geërfd door Baden-Baden
Baindt Abdij Zwab 1793: Raad van Vorsten
Bamberg Prinsbisdom Franc EC 1007 c1242: Prinsbisdom
1500: Frankische Kreits
1793: Raad van Vorsten
1802: Aangehecht bij Beieren
1803: Geseculariseerd tot Beieren
Bar
Bar-le-Duc
Barrois
Hertogdom Upp Rhen 951 951: Graafschap
959-1033: Neder-Lotharingen
1197-1214: Unie van Bar en Luxemburg
1301: Vazal van de koning van Frankrijk voor het westelijke deel van zijn gebied (Barrois Mouvant) en vazal van het HRR voor het oostelijk deel
1354: Keizer Karel IV gaf hem de titel van markgraaf van Pont-à-Mousson en de rang van prins tot hertog van Bar
1399: Bar erft de heerlijkheid Cassel
1473: Unie van Bar en hertogdom Lotharingen
1480: Permanent verenigd
1508: Geërfd door Lotharingen
1582: HRR Raad van Vorsten
1634-1659, 1670–1697, 1702-1714: Franse bezetting
1766: Samen met Lotharingen, permanent geannexeerd door Frankrijk
Barby Graafschap Upp Sax 1497 961: Eerst vermelding
974: Keizer gaf Barby aan zijn zus, Mathilde, Overste van Quedlinburg
1050: Aan de heren van Arnstein als een keizerlijk leen
Verdeeld in: Barby-Arnstein (1209–1284), Barby-Barby (1213-1651), Barby-Lindow (1211–1372), Barby-Mühlingen (1565–1659) en Barby-Ruppin
1497: HRR graafschap
1524: Barby-Rupin bij Brandenburg
1651: Barby-Barby bij Barby-Mühlingen (1360–1524)
1659: Barby-Mühlingen bij Saksen-Weissenfels
1372: Barby-Lindow bij Anhalt
1659: Bij de keurvorst van Saksen.
Barmstedt Heerlijkheid Verkregen door het graafschap Rantzau
Basel Prinsbisdom Upp Rhen EC 999 1579: Geallieerd met Zwitserland
1792: Aangehecht bij de Rauraakse Republiek
1793: Raad van Prinsen
1801: aangesloten bij Baden en Frankrijk.
Bazel Vrije keizerlijke stad n/a 374: eerste vermelding als "Basilea"
Aan de bisschop van Bazel
1356: Kreeg eigen rechten (Eigen munt, gebruiken en rechtspraak)
1386: Vrije keizerlijke stad
1501: Gaat bij de Zwitserse Confederatie
1648: Verlaat het keizerrijk
Bassenheim Heerlijkheid Bij Waldbott van Bassenheim
1729: HRR heerlijkheid
Beieren Koninkrijk Bav EL 6de eeuw 888: Beieren wordt een stamhertogdom
889-1180: Geregeerd door de Welfen
1180-1918: geregeerd door de Wittelsbachs
1185: Geërfd door de burggraven van Regensburg
1214: Versterkt met het Paltsgraafschap aan de Rijn
1238: Geërfd land van de graven van Valai
Land van de graven van Borgen
Land van de graven van Wassenburg
1255: Eerste verdeling in Opper-Beieren (Paltsgraafschap en Regensburg) en Neder-Beieren
1310: Verdeling Opper-Beieren in Beieren-Munchen en Beieren-Ingolstadt
1314: Verdeling van het Paltsgraafschap (Ook het Opper-Paltsgraafschap) en Beieren
1340: Neder-Beierse lijn sterft uit
1349: Verdeling van het Wittelsbach patrimonium in: Opper-Beieren en Brandenburg; Beieren-Munchen; Neder-Beieren; en Holland, Zeeland, Friesland en Henegouwen
1392: Verdeling in Beieren-Ingolstadt (sterft uit in 1447), Beieren-Landshut (sterft uit in 1503) en Beieren-Munich
1500: Beierse Kreits
1545: Beieren verenigd na vele verdelingen
1582: HRR Raad van Vorsten
1618: Verwerft Mundelheim van de baronnen van Maxlrain
Verwerft het landgraafschap Leuchtenberg
1623: Stem van het paltsgraafschap aan de Rijn en het opper-paltsgraafschap gaan over bij Beieren
1806: Wordt een koninkrijk, en sluit zich dan aan bij de Rijnconfederatie
Titel: “koning van Beieren, paltsgraaf van de Rijn, hertog van Beieren, Frankenland & Zwaben, etc.
Beieren-Ingolstadt Hertogdom 1392: Afgesplitst van Beieren-Landshut 1445: Aangehecht bij Beieren-München
Beieren-Landshut Hertogdom 1353: Afgesplitst uit Neder-Beieren 1503: Aangehecht aan Beieren-München
Beieren-München Hertogdom 1392: Afgesplitst uit Beieren-Landshut 1505: Werd het hertogdom Beieren
Beieren-Straubing Hertogdom 1353: Afgesplitst uit Neder-Beieren 1425: Verdeeld tussen Beieren-Ingolstadt, Beieren-Landshut en Beieren-München
Beiers-Naumburg Heerlijkheid 1316: Afgesplitst uit Querfurt 1496: Samengevoegd met Mansfeld
Bayreuth Vorstendom 1194: Eerste vermelding van Bayreuth
1248: Bij de graven van Zollern & burggraven van Nuremberg
1363: Graaf van Zollern als HRR vorsten
1398: Vorstendom
1420-1440: Neder-Neurenberg
1457-1486: Geregeerd door Ansbach
1495-1515: Geregeerd door Ansbach
1500: Frankische Kreits
1557-1603: Geregeerd door Ansbach
1791: Ondergebracht bij Pruisen
1806: Frans bestuur
1810: Bij Beieren
titel: Prins en markgraaf van Bayreuth
Beckenried Abdij HRR abdij
Bedburg Graafschap 1465: Afgesplitst uit Neuenahr 1519: Aangehecht aan Moers
Beichlingen Heerlijkheid 1144 1275: Verdeeld in Beichlingen-Beichlingen en Beichlingen-Rothenburg
1567: Aangehecht aan Gleichen
Beilstein Graafschap 1500: Nederrijns-Westfaalse Kreits
1512: Keur-Rijnse Kreits
1679: De heerlijkheid werd een graafschap (huis Metternich)
Belfort Rechtsgebied 1200s: Bij de graven van Montbeliard
1307: Kreeg een Charter
Bij Oostenrijk
1648: Afgestaan aan Frankrijk
Lodewijk XIV van Frankrijk gaf het als leen aan Kardinaal Mazarin
Benevento Hertogdom 576 899: Atenulf I van Capua verovert Benevento en verenigt de twee hertogdommen
1053: Bij de Kerkelijke Staat
Bentheim
Graaf van Bentheim, Tecklenburg, Steinfurt & Limburg, heer van Rheda, Wevelinghoven, Hoya, Alpen, Helpenstein, baron van Lennep, erfheer van Keulen
Graafschap (1182)
1486: HRR graafschap
Low Rhen WE 1050 1115: Gegeven aan Otto I van Salm
Huwelijk van Otto's erfgename, Sophia (hertogdom 1176), gravin van Rheineck, Salm en Bentheim met Dirk VI van Holland
1146-1182: een leen van het Prinsbisdom Utrecht
1176: gegeven aan de graven van Holland
1263: Aangehecht aan het graafschap Tecklenburg
1277: verdeeld in Bentheim-Tecklenburg en Bentheim-Bentheim
1421/1468: Bentheim wordt een leen van het keizerrijk
1500: Nederrijns-Westfaalse Kreits
1530-1643: Bij het graafschap Steinfurt
1606/1610: Verdeling in Bentheim-Tecklenburg (met Rheda en Hohenlimburg) en Bentheim-Steinfurt
1752: Bentheim werd ingenomen door de keurvorst van Hannover
1804: Aangehecht aan Steinfurt
1806: aangesloten bij Berg
1810: Aangehecht aan Frankrijk
1815: bij Hannover
Bentheim-Alpen Graafschap (1606–1629)
Bentheim-Bentheim Graafschap (1277–1530, 1643–1753, 1753–1803) 1277: Afgesplitst uit Bentheim (zoals Bentheim-Tecklenburg) 1530: Lijn van Bentheim-Bentheim sterft uit; Bentheim gegeven aan Arnold II van Bentheim-Steinfurt
1753-1803: Ingenomen voor de keurvorst van Hannover
1803: Bentheim verenigd met Bentheim-Steinfurt
Bentheim-Limburg Graafschap (1606–1632)
Bentheim-Lingen Graafschap (1450–1555)
Bentheim-Steinfurt Graafschap (1454-1803)
Prins van Bentheim-Steinfurt in Pruisen
Low Rhen WE 1454: Splitst af van het graafschap Bentheim-Bentheim 1643: Verdeeld in Bentheim-Steinfurt en Bentheim-Bentheim
1806: aangesloten bij Berg (dat Bentheim kreeg) en Pruisen (dat Steinfurt verkreeg)
Bentheim-Tecklenburg Graafschap (1277–1557)
1817: Prins van Bentheim-Tecklenburg in Pruisen
1277: Afgesplitst uit Bentheim (zoals Bentheim-Bentheim)
Bentheim-Tecklenburg-Rheda Graafschap (1606–1806) 1606: Afgesplitst uit Bentheim-Steinfurt 1806: aangesloten bij Pruisen
Bentinck
HRR graaf van Bentinck en Aldenburg, heer van de vrije heerlijkheid Knyphausen, edele heer van Varel
HRR graven (1732) 1733/1800 heer van Knyphausen & Varel
Aug 1806-1807 soeverein heer van Knyphausen & Varel
1814/15 heren van Knyphausen & Varel onder het bewind van Oldenburg
Berchtesgaden
Prins, provoost en heer van Berchtesgaden
Proosdij Bav 1491 1108: Abdij
1491: Proosdij van het HRR
1500: Beierse Kreits
1803: aangehecht bij Salzburg
1793: Raad van Vorsten
1803: Aangehecht bij Salzburg
1805: Aangehecht aan Oostenrijk
1809: Aangehecht aan Beieren.
Berg Hertogdom Low Rhen PR 1077 1077: Graafschap van de graven van Berg (later graven van Isenberg, Altena en Limburg Styrum), en nakomelingen van het Huis Ezzonen
1218: Graafschap, bij het hertogdom Limburg
1380: Hertogdom
1437: Bij het hertogdom Gulik
1511: Bij het hertogdom Kleef
1521: Aangehecht aan Mark en Kleef
1582: HRR Raad van Vorsten
1609: Successieoorlog
1614: Bij het vorstendom Palts-Neuburg
1685: bij het Paltsgraafschap aan de Rijn
1777: Bij Beieren
1806: Bij het groothertogdom Berg
1815: Bij Pruisen
Bern
Berne
Keizerlijke vrijstad (1218) 1218: Afgesplitst van Zähringen 1191: Gesticht door hertog Berthold V van Zähringen
1353: Komt bij de Zwitserse Confederatie
1415: Veroverd door Aargau
1536: Veroverd door Vaud
1648: Verliet het keizerrijk
1798: Franse bezetting
Besançon Prins-aartsbisdom EC 1512: Bourgondische Kreits
1792: Geannexeerd door Frankrijk
1793: Raad van Vorsten
Besançon Keizerlijke stad (1184) Burg 1300s: Ingenomen door de hertogen van Bourgondië
1477-1674: doorgegeven aan het huis Habsburg
1648: Geannexeerd door het vrijgraafschap Bourgondië ("Franche-Comté")
1674: Afgestaan aan Frankrijk
Biberach an der Riß Keizerlijke stad Swab SW 1180 1803: Aangehecht aan Württemberg
Billung Mark Markgraafschap 928 983: Veroverd door de Abodriten
Bilstein Graafschap 1073 1145: Eerste vermelding van de "graven van Bilstein"
1301: Lijn van graven sterft uit; Bilstein verkocht aan Hesse
1303: Aangehecht aanHessen
Binnen-Oostenrijk Hertogdom 1379: Verdeeld uit Oostenrijk 1406: Aangesloten bij Oostenrijk
Birkenfeld Graafschap (1569)
1817: Vorstendom
1444: Deel van Zweibrücken
1801: Geannexeerd door Frankrijk
1816: Pruisische overheersing
1817: Vorstendom Birkenfeld in personele unie met Oldenburg
Bitburg Abdij
Bitche Heerlijkheid Naar Zweibrücken
Blamont Heerlijkheid
Blankenburg Graafschap (1123)
1707: Vorstendom in hetRijksgebied
Low Sax c1082
1180: Afgesplitst uit het oude stamhertogdom Saksen
Before 1180: leen van het oude hertogdom Saksen, tot de keizer Hendrik de Leeuw afzet
1180: Als een leen van prinsbisdom Halberstadt bij de verdeling van het oude hertogdom Saksen
1368: Geërfd door graafschap Regenstein
1599: Graven sterven uit, leen keer terug naar Halberstadt, prins-bisschop beleend een familielid van uit de Welfen
1651: in personele unie met het Brunswick-Luneburse vorstendom Wolfenbüttel
1707: einde van Halberstadt's macht
1731: Brunswick-Lunenburgian Wolfenbüttel sterft uit, Blankenburg erft Wolfenbüttel
1806: Aangehecht aan het koninkrijk Westfalen
1814: Blankenburg en Wolfenbüttel samengevoegd in het hertogdom Brunswijk
Blankenheim Heerlijkheid (1112)
1380: Graafschap
1461: HRR graafschap Manderscheid en Blankenheim
1149: Afgesplitst uit Blankenheim-Schleiden 1112: eerste vermelding van de heer van Blankenheim
Krijgt de heerlijkheden Kronenburg, Junkerath, Dollendorf, Gerolstein, Erp, Neuerburg, Oberkail, Falkenstein, Bettingen, Manderscheid, Osann-Monzel
1406: Graven van Blankenheim stierven uit; doorgegeven door vrouwelijke afstammelingen aan de heren van Heinsberg
Naar de graven van Manderscheid
1699: Keizerlijk domein
Graven van Manderscheid-Blankenheim sterven uit; doorgegeven door huwelijk aan de graven van Sternberg
1803: Geannexeerd door Frankrijk
1816: Bij Pruisen
Blankenheim and Gerolstein Graafschap Low Rhen 1488: Afgesplitst uit Blankenheim 1533: Verdeeld in Blankenheim en Blankenheim-Gerolstein
Blankenheim-Schleiden Heerlijkheid c1115 1149: verdeeld in Blankenheim en Schleiden
Bludenz Graafschap 1394: Bij Oostenrijk
Blumenegg Heerlijkheid
1396: Keizerlijk graafschap
1804: Heerlijkheid Blumenegg-Sankt Gerold bij Oostenrijk
Bohemen Vorstendom (845)
Hertogdom
1198: Koninkrijk
None EL c890: Gaat bij het keizerrijk 1356: Keurvorst
Bonndorf Graafschap Swab
Boos Heerlijkheid 1803: Bij het vorstendom Babenhausen voor het huis Fugger
Bopfingen Keizerlijke vrijstad Swab SW c1250 1803: Aangehecht bij Württemberg
Bouillon Graafschap
Hertogdom
959; 1496; 1559 1095, 1522: Aangehecht bij het prinsbisdom Luik)
1552, 1676: Geannexeerd door Frankrijk
Brabant Landgraafschap (1085/1086)
1090: Hertogdom1183/1184: Hertogdom
Claimt de status van aartshertogdom
Burg PR 1000s: Ontstaat uit de splitsing van het hertogdom Neder-Lotharingen in verschillende kleinere feodale staten. 1283: Jan I van Brabant kocht het hertogdom Limburg van Adolf V van Berg
1430: Doorgegeven aan het hertogdom Bourgondië
1477: Doorgegeven aan het huis Habsburg
1512: Bourgondische Kreits
1556: Doorgegeven aan de Spaanse Habsburgers
1582: HRR Raad van Vorsten
1609: Noord-Brabant toegekend aan de Verenigde Provinciën; zuidelijke deel blijft deel van de Spaanse (later Oostenrijkse) Nederlanden.
Brakel Keizerlijke stad Low Rhen RH Beheerd door de Bp. van Paderborn
Brandenburg Markgraafschap
1356: HRR keurvorst
Upp Sax EL 1157: Originele benaming "Noordmark" 1415: Hohenzollerns kopen Brandenburg van het HRR
Brandenburg Prinsbisdom Upp Sax EC 949 1569: Aangehecht bij de seculiere staat mark Brandenburg
Brandenburg-Ansbach Markgraafschap Franc PR 1440 als verdeling van het Bgv. Neurenberg 1582: HRR Raad van Vorsten
1791: Doorgegeven aan Brandenburg
Brandenburg-Bayreuth Markgraafschap Franc PR 1440 als een verdelding van het Bgv. Neurenberg 1582: HRR Raad van Vorsten
1769: Doorgegeven aan Brandenburg-Ansbach
Brandenburg-Bayreuth Markgraafschap 1655: Afgesplitst uit Brandenburg-Bayreuth 1726: Opnieuw aangehecht aan Brandenburg-Bayreuth
Brandenburg-Küstrin Markgraafschap 1535: Afgesplitst uit Brandenburg 1571: Opnieuw aangehecht aan Brandenburg
Brauneck Graafschap 1230 als een verdeling van Hohenlohe Verschillende keren opgesplitst.
1340, 1391, 1448: Allemaal opnieuw aangehecht aan Hohenlohe
Breda Baronie 1000s: Een directe leen van de Heilig Roomse Keizer
1327: Adelheid van Gaveren verkocht Breda aan Jan III van Brabant
1350: Breda verkocht aan Jan II van Wassebij (hertogdom 1377)
1403: Naar de graven van Nassau bij het huwelijk van Johanna van Polanen, erfgenamen van Breda, met Engelbrecht I van Nassau-Siegen
Bregenz Graafschap Swab SW 950 802: Eerste vermelding van kasteel Bregenz
926: eerste vermelding van Ulrich VI als "Graaf van Bregenz"
970: Opsplitsing van het Huis Bregenz (Pfullendorf, Lustenau)
aangehecht aan Tübingen
1152/1160: Lijn van graven van Bregenz sterft uit
1171: Huwelijk van Hugo II (Hertogdom 1182), Paltsgraaf van Tübingen met Elizabeth (Hertogdom 1216), erfgenamen van Montfort en Bregenz
1180: Aangehecht aan Montfort
1451/1458: Aangehecht aan Oostenrijk
1782: Aangehecht aan Beieren
Brehna Graafschap
Breisgau Graafschap
Landgraafschap
n/a SW 771 1077: aangehecht bij het Huis Zähringen
1512: Oostenrijkse Kreits
Breisgau Hertogdom Aust SW 1801 1803: Hernoemd tot Breisgau-Modena
Breisgau-Modena Hertogdom Aust SW 1803 1805: Verdeeld tussen Baden en Württemberg
Breitenbrunn HRR heerlijkheid
Breiteneck
Breitenegg
HRR heerlijkheid (1631) Bav 1129: Kasteel Breitenegg en de heerlijkheid Breitenbrunn worden geregeerd door de heren van Breitenbrunn
1247-1289: Eerste eigenaar was met zekerheid Werner V van Laaber
1500: Beierse Kreits
Verkocht aan de graven van Hirschberg
1302: Verkocht aan Hadamar II van Laaber
1433: Gekocht door Hendrik van Gumppenberg
1463: Teruggekocht door Ulrich van Laaber
1465: Verkocht aan Koenraad von Pappenheim
1473: Verkocht aan Martin en Lodewijk van Wildenstein
1583: Wildenstein lijn sterft uit
1592: Heerlijkheid verdeeld tussen Neuburg en Beieren
1624: Door Maximiliaan I van Beieren gegeven aan Tilly (sterft uit in 1724) als cadeau
1744: geërfd door de heren van Gumppenberg
1792: verkocht aan Karel Theodoor van Beieren in personele unie
Bremen Prinsaartsbisdom (1072)
1180: HRR prinsaartsbisdom
1648: Hertogdom
Low Sax EC 1180: Afgesplitst uit het stamhertogdom Saksen 805: Prinsbisdom gesticht
848-1072: In personele unie met het prinsbisdom van Hamburg
1648: geseculariseerd als het hertogdom Bremen, geregeerd als Bremen-Verden in personele unie met het vorstendom Verden
Bremen Keizerlijke stad (1646) Low Sax RH 1202 1358: Gaat bij de Hanze
1810: Geannexeerd door Frankrijk
1815: Vrije stad
Bremen-Verden Hertogdom Bremen en vorstendom Verden Low Sax 1648: Het geseculariseerde Bremen en prinsbisdom Verden, altijd bestuurd in een personele unie 1648: In personele unie met Zweden
1712: Deense bezetting
1715: Verkocht aan het keurvorstendom Hannover
1719: in personele unie met Hannover
1807: aangehecht aan het koninkrijk Westfalen
1810: Aangehecht aan Frankrijk
1813: in personele unie met Hannover
1814/1823: Gaat op in het koninkrijk Hannover als regio.
Brehna Baronie 1156 1290: Aangehecht aan het hertogdom Saksen-Wittenberg
Bretzenheim
HRR prins van Bretzenheim en graaf van Lindau
HRR Graaf van Bretzenheim (1774)
1790: HRR vorstendom
Upp Rhen 1790 Voor de tak Wittelsbach-Bretzenheim 1769: Graven van Heydeck
Bij Velen
1780: Heer van Bretzenheim
1790: Keizerlijk domein
1802: Centraal Duits gebied aangehecht bij het Hessen-Darmstadt
1803: Prins krijgt het graafschap Lindau am Bodensee
1804: Zuid Duitse gebieden aangehecht bij Oostenrijk
Brixen Prinsbisdom (1027)
1179: Prinsbisdom
Aust EC 1179 1512: Oostenrijkse Kreits
1793: Raad van Vorsten
1803: Geseculariseerd en aangehecht bij Oostenrijk
Bij Krain (Krain)
1805: Bij Beieren
1814: Bij Oostenrijk
1918: Bij Italië
Broich Heerlijkheid 1093: eerste vermelding van de heren van Broich 883: Kasteel Broich voor de verdediging tegen Vikingaanvallen
Onder het bewind van de hertogen van Berg
Vrij van de hertogen van Berg
1372: Lijn van heren van Broich sterft uit; doorgegeven aan het graven van Limburg-Styrum
1413: Hertogen van Berg winnen het bewind terug van de graven van Limburg
1432: Hertogen van Kleef veroveren Broich
1439: Begin van een nieuwe lijn graven van Limburg-Broich
1508: naar de graven van Dhaun-Falkenstein
1682: Naar de graven van Leiningen
1806: Heerlijkheid Broich verdwijnt
Bruchhausen Graafschap 1199 1234: Opgesplitst
1338, 1388: Aangehecht bij het graafschap Hoya
Bruchsal en Odenheim Abdij 1793: Raad van Vorsten
Brunswijk Hertogdom n/a n/a 1267: Opgesplitst in Brunswijk en Lüneburg
Brunswick-Bevern Hertogdom 1666: Afgesplitst uit Brunswijk-Wolfenbüttel 1735: Aangehecht bij Brunswijk-Wolfenbüttel
1735: Afgesplitst uit Brunswijk-Wolfenbüttel
Brunswijk-Calenberg Hertogdom Low Sax PR 1495: Afgesplitst uit Brunswijk-Wolfenbüttel 1584: Aangehecht bij Brunswijk-Wolfenbüttel
Brunswijk-Calenberg-Göttingen Hertogdom Low Sax PR 1641: Afgesplitst uit Brunswijk-Lüneburg 1692: Werd het Brunswijk-Lüneburg
Brunswijk-Celle Hertogdom Low Sax PR 1527: Afgesplitst uit Brunswick-Lüneburg 1569: Verdeeld in Brunswick-Dannenburg en Brunswijk-Lüneburg
Brunswijk-Celle Hertogdom Low Sax PR 1641: Afgesplitst uit Brunswijk-Lüneburg 1705: Aangehecht aan het keurvorstendom Hannover
Brunswijk-Göttingen Hertogdom n/a n/a 1279: Afgesplitst uit Brunswijk 1345: Verdeeld in zichzelf en Brunswijk-Wolfenbüttel
1442: Aangehecht aan Brunswijk-Wolfenbüttel
Brunswijk-Grubenhagen Hertogdom Low Sax PR 1279: Afgesplitst uit Brunswijk 1322: Verdeeld in zichzelf en Brunswick-Osterode
1526: Aangehecht aan Brunswijk-Osterode
Brunswijk-Lüneburg
Hertog van Brunswijk en Lüneburg
Hertogdommen van Brunswick en Luneburg (1235) Low Sax PR 1235: Keizer Frederik II creëert de hertogdommen van Brunswijk en Lüneburg
1267: Verdeeld in Brunswijk en Lüneburg
1285: Hertogdom Brunswijk verdeeld in Brunswijk-Wolfenbüttel, Brunswijk-Göttingen en Brunswijk-Grubenhagen
1292: Brunswijk-Wolfenbüttel lijn sterft uit
1345: Nieuwe lijn van Brunswijk-Wolfenbüttel gesticht
1369: Lijn van de hertogen van Lüneburg serft uit
1369: Bij Saksen
1388: Lüneburg opgenomen in Brunswijk-Wolfenbüttel
1432: Brunswijk verdeeld in Brunswijk-Calenberg en Brunswijk-Wolfenbüttel
1463: Oude Brunswijk-Göttingen sterft uit
1396: Brunswijk-Grubenhagen lijn sterft uit
1527: Verdeeld
1582: Erft 1/2 van het graafschap Hoya
1585: Erft het graafschap Diepholz
1633: Erft het vorstendom Grubenhagen
1689: Erft het hertogdom Launeburg
Geërfd door Calenberg (personele unie)
Brunswijk-Wolfenbüttel Hertogdom Low Sax PR 1345: Afgesplitst uit Brunswijk-Göttingen 1373: Verdeeld in zichzelf, Brunswijk-Einbeck en Brunswijk-Lüneburg
1495: verdeeld in zichzelf en Brunswijk-Calenberg
1666: Verdeeld in zichzelf en Brunswijk-Bevern
1735: Verdeeld in zichzelf en Brunswijk-Bevern
Buchau Abdij (c. 770)
1447: HRR vorstin-overste
Swab 1625: Verwerft de heerlijkheid Strassberg
1793: Raad van Vorsten
1803: Geseculariseerd en aan de prins van Thurn und Taxis gegeven
1806: Aangehecht aan Württemberg; Strassberg bij Hohenzollern-Sigmaringen
Buchau Keizerlijke stad Swab SW c1250 1803: aangesloten bij Thurn und Taxis
1806: Aangehecht aan Württemberg
Buchhorn (Friedrichshafen) Keizerlijke stad Swab SW 1089 1803: aangesloten bij Württemberg
Burgau Markgraafschap 1212 1301: Verworven door de Oostenrijkse Habsburgers
1304: Keizerlijke leen van Burgau gegeven aan de zonen van koning Albert I
Burgbrohl Heerlijkheid 1451: Afgesplitst uit Saffig 1533: aangehecht aan Saffig-Olbrück
Vrijgraafschap Bourgondië
Franche-Comté
Vrij Graafschap (915)
Paltsgraafschap
Burg PR 1127 1330: Doorgegeven aan het hertogdom Bourgondië
1405-1556: Naar de hertogen van Bourgondië
1556: Naar de Habsburgse koningen van Spanje
1678: Aangehecht aan Frankrijk
Bourgondië Hertogdom 1582: HRR Raad van Vorsten
Bürresheim
Burresheim
Heerlijkheid
Burtscheid Abdij 997 1793: Raad van Vorsten
Butzweiler Heerlijkheid
Buxheim Abdij