Luigi Dallapiccola

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Handtekening van Dallapiccola

Luigi Dallapiccola (Pazin (Istrië), 3 februari 1904Florence, 19 februari 1975) was een Italiaans componist en pianist.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

In 1917, hij was toen 13 jaar oud, werd zijn vader, die leraar aan en directeur van een Italiaanse middelbare school was, met het gehele gezin naar Graz gedeporteerd, waar zij tot 1918 de status van ongewenste buitenlander hadden.

Zijn muziekopleiding genoot hij o.a. aan de conservatoria van Graz, Triëst, Florence en het Berkshire Music Center in de Verenigde Staten.

Van 1934 tot 1967 was hij, als pianodocent, verbonden aan het conservatorium van Florence.

Op kunstgebied was de opvoering van de liederencyclus Pierrot Lunaire van en met Arnold Schönberg in 1924 in Florence een belangrijke ervaring voor hem. Het in dit werk tot uitdrukking gebrachte protest tegen de valse welvaart, was, zo beleefde hij het, de vertolking van zijn eigen gevoelens. Tevens was hij een bewonderaar van de dodecafonie-technieken van Alban Berg en Anton Webern.

Hij schreef naast zijn composities ook diverse studiewerken, waaronder Appunti, incontri, meditazioni (1970).

Werken[bewerken | brontekst bewerken]

Opera's[bewerken | brontekst bewerken]

Overige werken[bewerken | brontekst bewerken]

  • Balletten
    • Marsia (1948)
  • Vocale muziek
    • Sei cori di Michelangelo Buonarroti il giovane (1933-1936)
    • Canti di prigionia (1938-1941)
    • Liriche greche (1942-1945)
    • Job 1950, Rome (een dramaspel)
    • Goetheliederen (1953)
    • Canti di liberazione (1955)
    • Cinque canti (1956)
    • Parole di San Paolo (1964)
    • Sicut umbra (1970)
    • Commiatio (1972)
    • Sex Carmina Alcaei
  • Orkestwerken
  • Filmmuziek