Max von Hausen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Max von Hausen
Max von Hausen
Geboren 17 december 1846
Dresden, Koninkrijk Saksen
Overleden 19 maart 1922 (op een leeftijd van 75 jaar)
Dresden, Provincie Saksen
Land/zijde Koninkrijk Saksen
Duitse Rijk
Onderdeel Deutsches Heer
Dienstjaren 1864-1914
Rang Generaal
Bevel Duits Derde Leger (1914)
Slagen/oorlogen Duitse Oorlog, Frans-Duitse Oorlog en Eerste Wereldoorlog
Onderscheidingen Orde van de Zwarte Adelaar, Orde van de Rode Adelaar, IJzeren Kruis

Max Clemens Lothar Freiherr von Hausen (17 december 1846 - 19 maart 1922) diende als een legercommandant in de Deutsches Heer in het begin van de Eerste Wereldoorlog.

Militaire Carrière[bewerken | brontekst bewerken]

Als telg van een militaire familie schreef von Hausen zich in in het leger van Saksen bij de militaire school, waar hij als cadet begon. Hij werd in 1864 tot tweede luitenant gepromoveerd en werd bij het 3de Jägerbatallion ingedeeld. Twee jaar later vocht hij met dezelfde eenheid in de Duitse Oorlog tegen Oostenrijk, waar hij de Slag bij Königgratz meemaakte. Na deze oorlog allieerde Saksen zich met Pruisen en in 1871 werd het, na de Frans-Pruisische Oorlog deel van het nieuwe Duitse Keizerrijk. Van 1871 tot 1874 gaf von Hausen les aan de Pruisische Militaire Academie en van 1875 tot 1877 diende hij aan de Duitse generale staf (de Oberste Heeresleitung). Van 1892 tot 1895 was hij de chef-staf van het Saksische Leger, van 1897 tot 1900 commandeerde hij de 3de Saksische Divisie en van 1900 tot 1902 het 1ste Saksische Korps. Daarna was hij tot 1914 Minister van Oorlog van Saksen. In deze periode, meer specifiek in 1910, werd hij tot Generaloberst bevorderd.

Eerste Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de mobilisatie in 1914 werd het Saksische Leger het Duitse 3de Leger, waarover von Hausen het bevel kreeg. Zijn leger vocht in de Slag der Grenzen, onder andere in de Slag bij Dinant, waar zijn troepen meer dan 600 inwoners (waaronder vrouwen en kinderen) executeerden, de Slag bij Charleroi, en zijn leger was ook verantwoordelijk voor de gedeeltelijke verwoesting van Reims. Wanneer men hem vroeg of zulke daden in de toekomst geweten zullen zijn, antwoordde hij:

"We zullen zelf de geschiedenis schrijven"

Na de terugtrekking van het Tweede Leger na de Eerste Slag bij de Marne werd zijn eigen rechterflank blootgesteld en beval een terugtocht tot aan de Aisne. Na de stabilisatie van het front op 9 september 1914, werd hij wegens ziekte vervangen door Karl von Einem.

Hij verliet hierna het leger en stierf kort na het einde van de oorlog, in 1922.

Promoties[bewerken | brontekst bewerken]

Onderscheidingen[bewerken | brontekst bewerken]

Grootkruis in de Albrechtsorde