Oranje Vrijbuiters

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Nieuwegracht 151 te Utrecht vormde het hoofdkwartier van de Oranje Vrijbuiters.

De Oranje Vrijbuiters was een Nederlandse verzetsgroep in de Tweede Wereldoorlog.

De verzetsgroep werd begin 1941 opgericht door Klaas Postma en Frits Meulenkamp en had het hoofdkwartier aan de Nieuwegracht in Utrecht. De groep hield zich onder leiding van Postma bezig met het mensen onderbrengen op onderduikadressen op de Veluwe en elders (o.a. Woerden en Utrecht) in het land. Meulenkamp had de leiding over het verzet. In 1943 werd een knokploeg opgericht. Deze zorgde onder meer voor bonkaarten en blanco persoonsbewijzen. Meulenkamp werd in 1943 opgepakt maar wist te ontsnappen, waarna hij weer bij de Vrijbuiters terugkwam.

Verraad[bewerken | brontekst bewerken]

Bertus Meulenkamp, Joop de Heus, Heinz Loewenstein en Leo Fischer werden op 24 augustus gevangengenomen, Klaas Postma en Jacques Martens een dag later. Andere leden werden in de weken erna opgepakt. Allen werden naar het Oranjehotel gebracht, op 28 februari 1944 ter dood veroordeeld en op 29 februari 1944 naar de Waalsdorpervlakte gebracht om gefusilleerd te worden. De veroordeling van de door de nazi's "saboteurs" genoemde mensen werd gepubliceerd in onder andere het Rotterdamsch Nieuwsblad.[1] Twee van hen kregen gratie, Jan v.d. Voort en Bart Heij omdat hij dezelfde verjaardag had als Hitler.

Joop de Heus werd wel opgepakt maar niet veroordeeld. Hij verkoos voor de Sicherheitspolizei te gaan werken en pleegde verraad. Hij kreeg na de oorlog een celstraf van 18 jaar, waarvan hij ongeveer de helft uitzat. Hij woonde daarna in Assen.

De stoffelijke overschotten van de 18 gefusilleerde Vrijbuiters werden in een kuil gegooid. Frits Meulenkamp en Kees van Koert zijn nooit gearresteerd en zij overleefden de oorlog.

In Woerden vond op 25 augustus 1943 een grote razzia plaats in het pand van Jan van Elk, lid van de Oranje Vrijbuiters. Meer dan 25 joodse onderduikers en verzetsmensen werden opgepakt en niemand overleefde de oorlog. Een plaquette aan de gevel van het pand in de Rijnstraat herinnert aan deze grote razzia:

'IN HET PAND RIJNSTRAAT 75A HUISVESTTE JAN VAN ELK TUSSEN 8 MAART 1943 EN 25 AUGUSTUS 1943 JOODSE ONDERDUIKERS. DOOR VERRAAD ZIJN ONDERDUIKERS EN VERZETSMENSEN OP 25 AUGUSTUS 1943 TIJDENS EEN RAZZIA GEARRESTEERD. NA ZIJN GEVANGENSCHAP IS JAN VAN ELK IN DUITSE GEVANGENSCHAP OP 27 FEBRUARI 1945 OVERLEDEN IN DACHAU.'

Plaquette aan het pand Rijnstraat 75A te Woerden. Onthuld door de ambassadeur van Israël in Nederland, Z.E. dhr. Aviv Shir-On, en de burgemeester van de gemeente Woerden, dhr. Victor Molkenboer, op 3 mei 2018. De plaquette herinnert aan het verzetswerk van Jan van Elk, lid van de Oranje Vrijbuiters te Woerden.

Graf[bewerken | brontekst bewerken]

De lichamen van de 18 mannen zijn herbegraven op de begraafplaats Tolsteeg te Utrecht. In 1947 werden de graven voorzien van een grafmonument met een gedicht van Adriaan Roland Holst. Het monument bestaat uit negen naast elkaar liggende stenen, op iedere steen staan twee namen. De stenen worden beschermd door een muur waarin een herdenkingssteen is aangebracht.


Leden van de Vrijbuiters[bewerken | brontekst bewerken]

Gefusilleerde leden:

Overige leden:[2]