Overleg:Dogmageschiedenis

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Onderwerp toevoegen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Laatste reactie: 18 jaar geleden door Jdv

Dit artikel vond ik in zijn oorspronkelijke vorm meer een essay dan een encyclopedisch lemma dat de lezer uitlegt wat nu eigenlijk 'dogmageschiedenis' is. Aangezien er kennelijk toch wel enkele mensen het passend vonden voor Wikipedia, heb ik geprobeerd om de tekst wat te verhelderen.

Het lijstje 'credo's en geloofsregels' heb ik verplaatst naar het artikel Dogma (religie).

Ik heb de volgende zin toegevoegd:

Hoewel de christelijke theologie pas achteraf ontstond, kan men toch spreken van een theologie van het eerste uur.

Dat stond er eerst niet, maar ik kon het afleiden uit de zinnen:

  • De theologie van het Christendom wordt gekenmerkt door een theologie die pas achteraf is gevormd.
  • De theologie van het eerste uur, die vooral ingegeven werd ...

Het zinnetje "De theologie van het Christendom wordt gekenmerkt door een theologie die pas achteraf is gevormd. " heb ik samengevat tot "De theologie van het Christendom is pas achteraf gevormd. "

Er is dus sprake van een 'theologie die achteraf is gevormd' en een 'theologie van het eerste uur'.

Ik hoop dat iemand dit artikel met meer feiten kan onderbouwen. Johan Lont 31 mei 2005 15:17 (CEST)Reageren

Er is dus sprake van een 'theologie die achteraf is gevormd' en een 'theologie van het eerste uur'.
Siegfried Grossmann stelt in zijn boek "Genadegaven in evenwicht van Charismatische beweging tot Charismatische gemeentevernieuwing" het volgende : "De christelijke theologie is van achteraf. De Heilige Geest werd uitgestort en de gelovigen moesten het gaan opzoeken in hun Bijbel. Deze ervaring was ook in het NT. De gelovigen hadden wel inzicht in de Schrift, maar hoe het nu allemaal juist in elkaar zat, hoe je die kracht ervaardde, dat konden zij pas en volle beseffen, toen de Geest zich meester maakte van hun zijn."
Charles Finey (opwekkingspredikant rond het midden van de 19e eeuw) getuigt het volgende : " Ik stond op het punt om een stoel te halen en me aan de open haard te zetten, toen plotseling de Geest van God op me neerviel en me helemaal naar geest, ziel en lichaam overstroomde, zonder dat ik ooit van een Geestesdoop had gehoord, laat staan dat ik deze verwacht of enorm gebeden had (P.26)
Tolstoi vermeldt, dat hij toen hij vijftig was, ogenblikken van verwarring begon te kennen, van wat hij stilstand noemt, alsof hij niet wist "hoe te leven', of wat te doen. Het is duidelijk dat dit ogenblikken waren, waarin de activering, die onze functies vanzelf teweegbrengen, verdwenen was. Het leven was betoverend geweest, het was nu dof en nuchter, erger dan nuchter, dood. ...... De vragen "waarom ?", "waartoe ?", "waarvoor ?" vonden geen antwoord.
Tolstoi getuigt het volgende :' Ik had het gevoel dat er iets in me gebroken was, waarop mijn leven altijd gerust had, dat ik niets meer had, om mij aan vast te houden, en dat het leven zijn zin had verlogen. Een onoverwinnelijke kracht drong mij, mij op de een of andere manier van het leven te ontdoen. Het kan eigenlijk niet worden gezegd, dat ik mijzelf wenste te doden, want de kracht, die mij wegrok van het leven, was intenser, machtiger en van meer algemene aard dan enig verlangen.... Stel u voor : ik, een mens, gelukkig en gezond, verborg het touw om mezelf niet op te hangen aan de dakspanten van de kamer, waarin ik iedere nacht alleen sliep; en ik ging niet langer op jacht, om niet te bezwijken voor de al te gemakkelijke verleiding er een eind aan te maken met mijn geweer .... Maar misschien, heb ik dikwijls tot mijzelf gezegd, is er iets dat ik niet heb opgemerkt, of begrepen. Het is niet mogelijk dat deze staat van vertwijfeling iets natuurlijks is voor de mensheid. En ik zocht naar een verklaring op al de gebieden van menslijke wetenschap. Ik vroeg moeizaam en langdurig en zonder ijdele nieuwsgierigheid. Ik zocht, niet met traagheid, maar ijverig en onverzettelijk, dagen en nachten aaneen. Ik zocht als iemand, die verloren is en tracht zich te redden - en ik vond niets ..... om dze stelling te bewijzen citeert Tolstoi Boeddha, de Spreukendichter en Schopenhauer..... zelfmoord was natuurlijk de consequente weg, voorgeschreven door het logische verstand ..... Terwijl mijn intellect aan het werk was, was iets anders in me ook aan het werk en hield mij terug van de daad, een bewustzijn van leven, als ik het zo noemen mag, een kracht die mijn geest dwong zich in een andere richting te concentreren en mij weg te halen uit mijn wanhoopsituatie .... Gedurende de hele loop van dat jaar, waarin ik mij bijna zonder ophouden afvroeg, hoe ik er een eind aan zou maken, door het touw of de kogel, gedurende al die tijd en gegelijk met al die bewegingen van mijn gedachten en waarnemingen, was er in mijn hart een ander kwellend smachtend gevoel. Ik kan dit niet anders noemen dan dorst naar God. Dit verlangen had niets te maken met de bweging van mijn gedachten - feitelijk vormde het een rechtstreeks contrast met die beweging - maar het kwam uit mijn hart. Het leek op een angstgevoel, waardoor ik mijzelf als wees voelde, eenzaam temidden van al die dingen die zo vreemd waren. En dit angstgevoel werd verzacht door de hoop, hulp bij iemand te vinden ... In het algemeen was ik bang om alleen te zijn. Ik herinner me dat ik me verwonderde hoe andere mensen konden leven, hoe ik zelf altijd had geleefd, zo onbewust van die kuil van onveiligheid onder de oppervlakte .... ik heb altijd gedacht, dat deze ervaring van melancholie een religieuze betekenis had. .... Ik bedoel, dat de angst zo indringend en sterk was, dat ik als ik mij niet had vastgeklemd aan bijbelteksten als "De eeuwige God is mijn toevlucht"; "Komt tot mij allen die belast en beladen zijn, enz.." "Ik ben de opstanding en het leven" Ik zou gek zijn geworden, gelook ik." uit De Varianten van Religieuze ervaringen door William James.
Een boek dat vol staat van gelijkaardige voorbeelden van mensen die eerst de ervaring kregen en pas nadien er de invulling ervan konden terugvinden in de verwoording er van.
jdv 2 jun 2005 00:50 (CEST)Reageren