Overleg:Graaf (titel)

Raugraaf

Een 'Raugraaf' is een bestuurder van onbewerkt land. De titel was alleen in Duitsland gebruikelijk en werd door de Keurvorsten van Hessen en bij de Rijn verleend aan hun bastaarden.

Er zijn nooit keurvorsten van Hessen en aan de Rijn geweest. EN waar komt de bewering vandaan dat een raugraaf een bestuurder van onbewerkt land is? Känsterle 10 apr 2006 06:50 (CEST)

---

Bron:

1. "Historisches Lexicon der Deutschen Laender". door Gerhard Kobler Muenchen 1988/1999 Blz 508. 2. "La princesse Palatine " door Arlette Lebrige Paris 1996 Blz. 36

Je hebt overigens gelijk met de Keurvorsten, het zijn die van de Palts! Ik zal het corrigeren.

In 1667 verleende Karl Ludwig de titel Raugraf en Raugraefin aan zijn nazaten uit het morganatische huwelijk met Louise von Degenfeld.

Ook via google zult u de Raugraf terugvinden.Over de herkomst van de titel zijn diverse lezingen. "Comes Hirsutus" , Ruegegraf, is volgens 2 een" Graaf zonder versierselen" elders heet het een bestuurder van onbebouwd gebied.

Bron: Raugraf ( Deutschen Rechtswörterbuch) Universitaet Heidelberg Wortklasse: Maskulinum Erklärung: Übs. von comes hirsutus (Graf über nicht bebautes Land); Bez. verschiedener Linien der Emichonen (Grafen im Nahegau) und deren Mitglieder, nach deren Aussterben seit 1667 auch der Söhne des Pfalzgrafen Karl Ludwig mit seiner morganatisch angetrauten Frau Luise von Degenfeld. sprachliche Erläuterung: mit Vorstufen des Kompositums. vgl. Rheingraf, Wildgraf. Wortbildungshinweis: zu rauh (IX).

• Belegtext: der rauchgraf von Stolzenberch Jorge

Datierung: Anf. 14. Jh. Fundstelle: HistVolksl.(Lilienc.) I 17

• Belegtext: der ruhgrave Georie, der lantfaut des kuniges in Spiregau

Datierung: 1305 Fundstelle: OtterbergUB. 264

• Belegtext: zu den sach man auch rucken / von Liningen den werden, / von Zwaienbruck an gefær den / ruhen graven wilde

Datierung: 1314 Fundstelle: Joh.v.Würzb. V. 16911

• Belegtext: und biten ... hern Georien rugreven

Datierung: 1336 Fundstelle: Lamprecht,WL. III 164

• Belegtext: wijr Cuno rugreve van goitz genaden proestz der kirchen zu sent Gereone in Colne

Datierung: 1390 Fundstelle: SGereonUB. 507

• Belegtext: darnach verlibt des rugraven vogt by dem schultheiszen und sitzt by ime zugericht

Datierung: 14. Jh. (Hs. 1589) Fundstelle: ArchHessG. 14 (1875/79) 712

• Belegtext: grave Otte ruwegrefe zu der nuwen Beinburg

Datierung: 1411 Fundstelle: Janssen,RKorr. I 224

• Belegtext: unde roret das dorfe mit aller herlich zu liehen von dem rugrafen von minen alteren unde mir entphangen unde also her bracht

Datierung: 1462 Fundstelle: Lamprecht,WL. III 275

• Belegtext: Jörgen ruhgrauen ich vermerck, herr zu núwn vnd alten Beinbergk

Datierung: nach 1471 Fundstelle: Beheim,RChr. 137

• Belegtext: hr. rau-graf Carl Ludwig

Datierung: 1720 Fundstelle: Lünig,TheatrCerem. II 595b

• Belegtext: were es sach, dass der rugreff [aus der Grafschaft im Ried, zu der Herrschaft Fleckenstein gehörig] dienet einem römischen könig selbdritt über das lampartisch gebürg, benacht er hie, so mag er wol fragen in des heimburg hof, derselbig heimburg soll ine wol enpfahen

Region/Autor/Textsorte: Elsaß Fundstelle: GrW. I 758 Faksimile Informationen zur Quelle vom Heidelberger Hypertextserver (HDHS)

Wort danach: Raugräfin

Dieser Wortartikel stammt aus dem Deutschen Rechtswörterbuch - online verfügbar mit vielfältigen Recherchemöglichkeiten

Robert Prummel

Gebied

Op de doorverwijspagina Graafschap staat dat dit artikel gaat over een gebied dat zich graafschap noemt (in het algemeen dus), wil iemand dit toevoegen??? Rubietje88 6 nov 2006 20:26 (CET)

Inleiding

Ooit en elders (in een eerdere versie van Wiki) stond ongeveer de volgende tekst:

Zoals hertogen marken besturen, besturen graven de (meer rustige) gouwen. Graaf is oorspronkelijk de titel van een Karolingisch ambtenaar, aangesteld en direct verantwoording verschuldigd aan Karel de Grote. De gouwgraaf was verantwoordelijk voor de inning van belastingen - en uiteraard afdracht aan Karel - de markgraaf had een meer militaire functie en moest Karels rijk beschermen tegen hem niet welgezinde volken/stammen. Marken waren een soort bezette (grens)gebieden, de markgraven veelal veldheren. Net als veel andere titels wordt graaf later de erfelijke titel van een gouwheer die zijn gebied onafhankelijk heeft gemaakt van het centrale gezag.

Ik vermeld dit om een paar redenen:

1. Het artikel zou wat meer inleiding mogen hebben, ook bijv. etymologisch over het verband tussen 'graaf' en 'gouw' (en hertog en 'heer' in de betekenis 'leger'.) Misschien zelfs bij elke titel de oudst bekende vindplaats (...)

2. Bij de graaf lag oorspronkelijk inderdaad uitdrukkelijk niet de nadruk op de militaire macht, zoals de inleiding nu suggereert.

3. (Vrijwel) alle adelijke titels waren oorspronkelijk persoongebonden, niet alleen die van graaf.

4. Volgens mij is de opsomming van paltsen niet compleet. Hoe de duitse paltsen overgingen van een veelheid naar eigenlijk alleen de Rheinpalz is een verhaal apart. En trouwens: waarom bij het artikel over palts niet een foto van Neerlands bekendste palts, Nijmegen?

Zie overigens ook mijn opmerking bij adelijke titels over woudgraaf/gravin, wat ik daarom hier van een link heb voorzien.

Ik ben geen expert op dit gebied, maar denk te zien dat de heren boven mij dat wel zijn. Misschien kunnen zij de eigenlijk tekst aanpasen & uitbreiden...

--GvN 28 aug 2007 01:19 (CEST)

Een aanvulling en bron:

Karel trekt veel minder met zijn entourage rond dan zijn voorgangers. Hij resideert behalve in Ingelheim, Nijmegen en Worms sinds 784 meestal in Aken. Vanuit dit centrale punt stuurt hij zendgraven of koningsboden (later meestal een geestelijke – die konden nl. lezen, schrijven en rekenen) uit om de graven in de verschillende gouwen te controleren. In de grensgouwen staan markgraven (mark = grens) aan het hoofd, terwijl een hertog de tijdelijke leiding over een aantal gouwleiders/graven kan krijgen.

P. Schraa, Elseviers repertoria: Geschiedenis I – Oudheid-Middeleeuwen, Amsterdam/Brussel (Elsevier) 1965.

--GvN 28 aug 2007 16:00 (CEST)

en nog een:

De meeste namen van de Frankische gouwen leven thans nog voort, (Salland, Teisterbant en diverse provincies. Enige gouwgraven hebben zich bij de ontbinding van het rijk (van KdG) opgewerkt tot feodale vorsten. Het feodalisme in het latere Nederland wordt enerzijds bevorderd doordat de (noordelijke) Nederlanden een uithoek van het Frankische rijk vormen, anderzijds door de invallen der noormannen, waarbij de bescherming van een heer(ser) broodnodig blijkt. P. Schraa, Elseviers repertoria: Geschiedenis I – Oudheid-Middeleeuwen, Amsterdam/Brussel (Elsevier) 1965. --GvN 28 aug 2007 16:06 (CEST)

De voorbeelden en het perspectief in dit artikel behandelen voornamelijk Nederland en geven misschien geen wereldwijd standpunt over het onderwerp weer. Probeer dit artikel alstublieft te verbeteren aan de hand van deze tips of bediscussieer het probleem op deze overlegpagina.

graaf:niet militair, maar milicia gezag

Ambtelijk, wettelijk, & Milicia gezag (en niet militaire gezag, indien daadwerkelijk een ridder). – De voorgaande bijdrage werd geplaatst door 201.209.217.235 (overleg · bijdragen)

Ehm... wat bedoel je precies te zeggen? Richard 31 jan 2013 16:53 (CET)

Bronnen?

Dit artikel ontbeert elke bron en ik vrees dat hier inderdaad heel wat aan op te knappen valt. Zo zijn er bijvoorbeeld al geen leden van het Koninklijk Huis die de titel graaf voeren. Een hoge titel is relatief. En er zijn graven die tot de hoge adel, prinsen die tot de lage adel worden gerekend. Paul Brussel (overleg) 4 mei 2015 23:30 (CEST)

Titel of functie?

Gaat dit artikel nu over een voormalige functie of ambt of heerser over een bepaald gebied (zie navigatiesjabloon), of gaat dit over een moderne adellijke titel (wat de titel van het lemma en de lead suggereren)? Paul Brussel (overleg) 5 mei 2015 00:58 (CEST)