Overleg:Inferieur goed

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Onderwerp toevoegen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Laatste reactie: 16 jaar geleden door Guss

men spreekt van een inferieur goed indien de vraag naar dat goed minder dan proportioneel toeneemt bij een stijging van het inkomen met 1%. Een voorbeeld van een inferieur goed is het openbaar vervoer: als het inkomen stijgt, gaat men ook vaker met het openbaar vervoer maar een groot deel van de bevolking prefereert liever een taxi. De vraag nr het openbaar vervoer zal dus stijgen maar met minder dan 1%.

Dit volgt uit de kruiselasticiteit:

E = (de verandering van Xv / Xv ) / ( de verandering van Y / Y )

 = dXv/dY    .    Y/Xv
      

met Xv = de gevraagde hoeveelheid van goed X

   Y  = het inkomen

indien E positief < 1 : normaal goed (wet van Engel: indien het inkomen stijgt dan daalt het aandeel van een normaal goed) indien E positief > 1 : luxegoed indien E negatief  : inferieur goed (de gevraagde hoeveelheid daalt als het inkomen stijgt

In het bovenstaande zitten twee fouten. Er is hier geen sprake van kruiselasticiteit, maar van inkomenselasticiteit. In het voorbeeld stijgt als gevolg van de inkomensstijging ook de gevraagde hoeveelheid taxiritten. De uitkomst van de inkomenselasticiteit is dus positief en den kan er per definitie geen sprake zijn van een inferieur goed (want dan zou zoals onderaan is gesteld de gevraagde hoeveelheid moeten dalen als het inkomen stijgt). Guss 18 mrt 2008 08:51 (CET)Reageren