Overleg:Radiolamp

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Onderwerp toevoegen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Laatste reactie: 11 jaar geleden door Madyno in het onderwerp Categorie

Samenvoegen[brontekst bewerken]

Ik stel voor om de tekst in te voegen op Elektronenbuis: het gaat over hetzelfde ding, alleen is "lamp" een oude benaming (die bovendien hoofdzakelijk door leken gebezigd werd). - Erik Baas 10 jan 2008 00:45 (CET)Reageren


Aangezien Nederland buiten de Eerste Wereldoorlog was gebleven, waren de Nederlandse inspanningen op het gebied van radiolampen niet al te groot. Toen er echter een Duits watervliegtuig op 7 aug 1917 gevonden werd bij De Cocksdorp een Friedrichshafen 33J/S -1101 en deze Norderney als thuishaven had. Aangezien deze vliegtuigen nog niet beschikten over navigatiemiddelen, moesten piloten zich oriënteren op land en zee. Hierdoor werd nogal eens langer gevlogen dan mogelijk, raakte men de weg kwijt en ontstond benzinetekort. Hierdoor moest dan een noodlanding worden gemaakt. De Flug-obermaat Herman Wurz en Flug-matrose Oswald Zeieter werden geïnterneerd. In dit vliegtuig vonden ze een Telefunkenvliegtuigzender en ontvanger. Deze werd aan de radiodienst van het leger, die al vanaf 1906 met draadloze telegrafie werkte, afgegeven. Het vliegtuig zelf werd op 1 okt 1917 opgenomen als V2 in de vloot van de Marine Luchtvaartdienst, die op 21 aug 1917 was opgericht. Deze V2 werd afgeschreven na een noodlanding op 3 okt 1919. Het was niet Philips die deze primeur mocht namaken. De Genie deze dienst bracht op 15 november 1917 de radiolamp naar de metaaldraadgloeilampenfabriek 'Holland' in Utrecht en gaf de bedrijfsleider K.M.E. Schuurman opdracht om in het geheim deze radiolamp na te maken volgens dezelfde elektrische karakteristiek. De werknemers: ir. F.B.A. Prinsen en glasblazer lampdeskundige Hendrik Schmitz werden met dit project belast. Zij slaagden er al op 19 nov 1917 in de eerste Nederlandse laagvacuüm radiolamp te maken. Aangezien het rooster- en anodenikkel nog restgas bevatte, was het vacuüm van deze lamp onvoldoende. Direct nadat Prinsen en Smitz in hun missie waren geslaagd, werd op zoek gegaan naar verbeteringen. De nikkel-elektroden (anode en stuurrooster) kregen een speciale temperatuur-behandeling zodat het restgas verdween. De gloeidraad werd van zinkoxide-draad gemaakt. Daarbij werden molybdeen aansluitdraden gebruikt, en werden deze luchtdicht met schellak afgesloten. Door het toepassen van een Langmuir kwikdamppomp ontstond zo op 22 nov 1917 de eerste Nederlandse hoogvacuümradiolamp. Uitgebreid getest door legerautoriteiten, waarbij directeur Dr. Egidius van de fabriek 'Holland' en Ir Nicolaas Koomans van de PT&T als getuige aanwezig waren. Er volgde een order van 26 stuks door het ministerie van Defensie. Deze radiolampen waren op 1 jan 1918 gereed voor aflevering.
(Ccfr. (dAb) 86.83.155.44 2 feb 2009 18:03 (CET) )Reageren

Zie ook: overleg: Lamp

Categorie[brontekst bewerken]

De categorieen zijn verdwenen.Madyno (overleg) 9 apr 2013 23:28 (CEST)Reageren