Overleg:Sacha Guitry

Was - Is ... gehuwd : Hij is vijfmaal gehuwd

Eigenlijk in het Nederlands "a tricky question". Zeker bij werkwoorden waarvan het voltooid deelwoord een toestand (en geen activiteit) uitdrukt zoals "huwen - gehuwd"... niemand denkt hier aan de activiteit van de burgerlijke ambtenaar en/of de priester die de trouwceremonie voltrokken heeft. Trouwen drukt beslist meer die activiteit uit. Maar getrouwd en gehuwd zijn inwisselbaar.

• Stel, je schrijft: "Hij is vijfmaal gehuwd geweest": in Vlaanderen vooral voegen ze makkelijk voor de duidelijkheid geweest toe onder invloed van het Frans (of "geworden" in Limburg o.i.v. het Duits?).
• Hij was vijfmaal gehuwd: kan ook niet, omdat dit kan suggereren dat hij aan polygamie deed. Maar dat een wikiër dit schreef is heel wel te begrijpen: dan congrueert de zin met de vorige zin(nen) in de o.v.t. ... Maar hier moet je een voltooide tijd gebruiken.
• Dus is de enige mogelijkheid Hij is vijfmaal getrouwd of Hij is vijfmaal gehuwd.

Wat denken anderen hierover? Taaladvies verwijst alvast (onder 4. a.) naar deze werkwoorden en verwijst op zijn beurt naar de ANS: bedaren, eindigen, genezen, minderen, smelten, stoppen, trouwen, veranderen, verbranden, vermeerderen, verminderen en verteren.
Dartelaar [geef een gil!] 24 jan 2013 18:20 (CET)

Ik zou zeggen: "trouwen met". Huwen is wat archaïsch. Je geeft dat zelf ook al aan met het woord 'enige' en noemt er vervolgens twee... Maak er nu geen halszaak van ajb  |Klaas ‌ V| 29 jan 2013 10:17 (CET)