Parc national des Grands-Jardins

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Parc national des Grands-Jardins Vlag van Canada
IUCN-categorie II (Nationaal park)
Parc national des Grands-Jardins (Quebec)
Parc national des Grands-Jardins
Locatie Quebec, Canada
Coördinaten 47° 40′ NB, 70° 38′ WL
Nabije plaats Baie-Saint-Paul
Oppervlakte 310 km²
Opgericht 25 november 1981
Bezoekersaantal 75.000 (in [[]])
Beheer SÉPAQ
Website www.sepaq.com.
Uitzicht vanaf de Chouenne

Het Parc national des Grands-Jardins is een provinciaal park[1] in Quebec met een oppervlakte van 310 km². Dit sinds 1981 beschermde gebied ligt in het biosfeerreservaat Charlevoix.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Het gebied waarin het park zich bevindt, werd in vroegere tijden regelmatig bezocht door de Innu en de Wendat. Aan het einde van de negentiende eeuw trokken rijke toeristen naar het gebied vanwege de mogelijkheid om er te vissen en te jagen. Dit leidde uiteindelijk tot de oprichting van de La Roche Hunting and Fishing Club in 1890. Vijf jaar later zorgden natuurbeschermers ervoor dat een deel van de Laurentiden werd uitgeroepen tot wildreservaat.

In 1981 werd door de regering van Quebec besloten om het gebied officieel tot provinciaal park te benoemen, waarmee het een beschermde status kreeg.

Landschap, flora en fauna[bewerken | brontekst bewerken]

Het landschap van het park, met enkele toppen tot 1.100 m., is gevormd tijdens de laatste ijstijd. Ook de meer dan 120 meren, die samen 3,6% van het oppervlak beslaan (11,1 km²), dateren uit die periode. Door het guur klimaat in het park,[2] heeft zich een subarctisch taigalandschap ontwikkeld dat zelden zo zuidelijk voorkomt. De zwarte spar en de balsemzilverspar zijn veelvoorkomende boomsoorten. Ook korstmossen, vooral van het geslacht Cladonia, komen veel voor. Door commerciële bosbouw[3] en enkele grote bosbranden[4] zijn veel bossen in het park relatief jong.

Tot het begin van de twintigste eeuw waren er boskariboes in het gebied die zich voedden met korstmossen. Door de jacht raakten ze echter uitgestorven. Rond 1970 werden deze dieren opnieuw geïntroduceerd, wat heeft geleid tot de aanwezigheid van een kleine kudde van zo'n 150 dieren. Het park is ook een broedgebied voor de Bicknells dwerglijster, een soort die als kwetsbaar op de Rode Lijst van de IUCN staat. Daarnaast komen onder meer elanden, zwarte beren, wolven en lynxen voor.

Toerisme[bewerken | brontekst bewerken]

Jaarlijks worden er ongeveer 75.000 vakantiedagen doorgebracht in het Parc national des Grands-Jardins.[5] Het park heeft twee bezoekerscentra, Mont du Lac-des-Cygnes en Arthabaska, en beschikt over vier campings. Het park is het hele jaar door geopend en biedt talloze activiteiten, zoals wandelen, kanoën, (ijs)vissen en langlaufen.

Afbeeldingen[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Parc national des Grands-Jardins van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.