Naar inhoud springen

Portaal:Gouda/Uit de geschiedenis

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

/maandag

/dinsdag

/woensdag

/donderdag

/vrijdag

/zaterdag

/zondag

Uitgelicht[brontekst bewerken]

Gouda omstreeks 1573

Gouda werd lange tijd aangeduid onder andere namen als Golde, Die Goude, Ter Goude en Tergouw, allen verwijzend naar de rivier de Gouwe. De Gouwe werd in 1139 voor het eerst vermeld in een oorkonde, onder de Latijnse naam Golda. Hierin werd gesproken over 'nieuwe ontginningen aan de Gouwe': nove culture juxta Goldam.

lees verder > Geschiedenis van Gouda




De enige steun die Jacoba van Beieren had tijdens het beleg, was die van de vloot onder leiding van Willem van Brederode, die in de haven lag.

Het Beleg van Gouda vond plaats in mei 1428 tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten.

In mei van het jaar 1428 begon Filips de Goede met het beleg van Gouda door een enorme Bourgondische legermacht aan te werven en marcheerde vervolgens naar het hof van Jacoba. Aan drie kanten werd Gouda omsingeld door tentenkampen, terwijl aan de rivierzijde bij het kasteel de kapersvloot van Willem van Brederode als enig steunpunt lag. Jacoba stuurde bodes naar Jan van Montfoort en naar bisschop Rudolf van Diepholt, waarmee ze in maart 1427 een verbond had gesloten, om steun te verkrijgen.

lees verder > Geschiedenis van Gouda



In 1139 wordt de naam Gouda voor het eerst vermeld in een oorkonde van de bisschop van Utrecht. In de 13e eeuw werd het riviertje de Gouwe door een kanaal verbonden met de Oude Rijn. De monding van de Gouwe in de Hollandse IJssel werd uitgebreid tot een haven. Het kasteel van Gouda diende om de haven te beschermen.

Lees verder > Geschiedenis van Gouda



De stadsbrand van Gouda in 1438 legde de stad vrijwel geheel in as.

Op 25 augustus 1438 werd Gouda geteisterd door een grote stadsbrand. Bijna alle woningen van de stad brandden af. Het vuur had een gemakkelijk prooi omdat de huizen overwegend van hout waren met rieten daken. Slechts vier of vijf woningen bleven gespaard. Gouda was voor die tijd een tamelijk grote stad. Het stedelijk archief werd door brand verwoest, zodat er nauwelijks documenten voor 1437 bewaard zijn gebleven. Schattingen geven aan dat er rond 1400 al meer dan 5000 inwoners waren.

Direct na de brand werd begonnen met de herbouw.

lees verder > Geschiedenis van Gouda



Het galgenveld in Gouda lag oorspronkelijk op een terrein aan de Gouwe tussen het huidige Regentesseplantsoen en de Nieuwehaven. In de 15e eeuw werd het galgenveld verplaatst naar een terrein buiten de stad langs Schielands Hoge Zeedijk.

Volgens de Goudse historicus Schrijvers is het gebied aan de Gouwe geen galgenveld geweest, maar is de naam afgeleid van gallich (gagel) voor de bereiding van bier, die op deze plek geteeld zou zijn. Ook de voormalige gemeentearchivaris dr. L.A. Kesper vermoedde een verband tussen de namen gagel en galgenveld. Volgens Scheygrond berustte de veronderstelde relatie tussen gagel en galgenveld echter op een misverstand veroorzaakt door een verschrijving in het kohier van het Lantaarn- en Clapgelt in 1678, waar de naam abusievelijk als Gagelkamp werd geschreven.

lees verder > Geschiedenis van Gouda



De Goudse burgemeester James werd tijdens de Tweede Wereldoorlog al in juni 1940 door de Duitsers gearresteerd en in 1941 vervangen door de NSB'er Liera. James nam op de Bevrijdingsdag direct zijn oude ambt weer op.

Door zijn strategische ligging aan water-, weg- en spoorwegen is Gouda een doelwit van geallieerde bombardementen. Met name de spoorlijn met het station en de sluiscomplexen vormen belangrijke doelwitten. Bij deze bombardementen worden ook woonhuizen getroffen en vallen er burgerslachtoffers (in het totaal vallen er 46 doden). Vooral de straten in de omgeving van het station hebben veel te lijden onder deze bombardementen. Maar ook elders in de stad worden door geallieerde bommen, soms per ongeluk, particuliere woningen getroffen. Bij de laatste bombardementen op 6 en 26 november 1944 vallen er minstens 25 doden en nog meer gewonden.[20]

De Joodse bevolking van Gouda is grotendeels weggevoerd naar de vernietigingskampen en vermoord. Slechts 40 van hen hebben de Holocaust overleefd. In totaal zijn van de Goudse Joden er 328 omgebracht lees verder > Geschiedenis van Gouda



Na de Tweede Wereldoorlog worden omvangrijke nieuwbouwprojecten (zie: stadsuitbreidingen) gerealiseerd. In de binnenstad wordt vanaf 1940 een begin gemaakt met de demping van de grachten: de Nieuwehaven en na de Tweede Wereldoorlog volgen de Raam, het Nonnenwater (waar eens een klooster stond), de Naaierstraat en Achter de Vismarkt. Mede door de protesten vanuit de burgerij en de veranderde inzichten bij stedenbouwkundigen wordt niet verder gegaan met het dempen van de historisch waardevol geachte stadsgrachten.

In 1977 verdwijnt de wekelijkse markt van varkens en biggen, de grootste in Nederland, uit de stad. De wekelijks kaasmarkt op donderdag blijft alleen als toeristisch fenomeen gehandhaafd. Het huidige centraal station is gebouwd in 1984.

Gouda telt sinds de jaren 70 en 80 van de 20e eeuw een grote groep inwoners van Marokkaanse afkomst, die oorspronkelijk als gastarbeiders naar Nederland zijn gehaald. In het straatbeeld heeft dat geleid tot opvallende veranderingen door de bouw van een drietal moskeeën: Moskee Nour aan de Raam, Moskee El-Fath in de Spieringstraat en Moskee Sallam in Oosterwei.

lees verder > Geschiedenis van Gouda