Portaal:Luchtvaart/Uitgelicht/29

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een gecoördineerde bocht vliegen is door middel van de ailerons (stick links/rechts) en het richtingsroer (voetenstuur) er voor zorgen dat de lengteas van het vliegtuig haaks staat op de straal van de bocht. Indien dit niet het geval is zal de slipmeter (balletje) naar buiten of naar binnen draaien. De inzittenden krijgen het gevoel de bocht uit te vliegen. Bij sterke slip en lage snelheid bestaat het gevaar dat een deel van de vleugel stallt, dit wil zeggen dat de laminaire luchtlaag loslaat van de vleugel waardoor en verlies van liftvermogen ontstaat.